Vraag nr. 135 van 21 juni 2001
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Lesmateriaal – Terbeschikkingstelling
In het basis- en secundair onderwijs zijn er vakken waarvoor allerhande lesmateriaal nodig is. Ik denk bijvoorbeeld aan plastische opvoeding.
In de meeste scholen wordt dit materiaal naar ik aanneem ter beschikking gesteld door de school z e l f, in sommige scholen nochtans blijkt men te verwachten dat de leerkrachten zelf voor dat mate-riaal zorgen én het betalen.
De inspectieopdracht van de Onderwijsinspectie heeft onder meer betrekking op het didactisch ma-teriaal.
1. Beschikt de minister over gegevens die erop wijzen dat het om een veel voorkomend feno-meen gaat ?
Worden deze problemen door de Onderwijsin-spectie geregistreerd ?
2. Kunnen leerkrachten weigeren ? Wat zijn de re-gels terzake ?
3. Kunnen leerkrachten met hun klachten terzake terecht bij de Onderwijsinspectie ?
Welk gevolg wordt daaraan gegeven ?
Antwoord
1. De inspectie is decretaal bevoegd voor : het toe-zicht op de toepassing van de taalwetgeving, d e h y g i ë n e, de bewoonbaarheid van de lokalen, h e t didactisch materiaal en de schooluitrusting. Tijdens schooldoorlichtingen controleert de in-spectie dus onder andere de didactische uitrus-ting in de scholen (aanwezigheid, v e i l i g h e i d ,e f-fectief gebruik). Wat de aanwezigheid betreft ( w a t ,a a n t a l , . . . ) , baseert de inspectie zich hierbij op wat in de leerplannen wordt aangegeven. Verder onderzoekt de inspectie naar aanleiding van deze vaststellingen in welke mate de school een beleid (financieel beleid op lange/korte ter-m i j n , overleg ter-met vakgroepen, enz.) voert ten aanzien van de didactische uitrusting.
Sporadisch stelt de inspectie inderdaad vast dat leraren soms zelf voor de aanschaf van
materi-aal (moeten) instaan. In dergelijke gevallen worden hierover gerapporteerd in het doorlich-tingsverslag aan de school. Uitzonderlijk stellen inspecteurs basisonderwijs – en haast uitslui-tend in het kleuteronderwijs – vast dat lesma-teriaal (bv. voor plastische opvoeding = muzi-sche vorming, beeldopvoeding) door de leer-krachten zelf moet worden aangekocht. Wa n-neer dit bij een schooldoorlichting wordt vast-gesteld, wordt het in het verslag vermeld. De onderwijsinspectie registreert deze vaststel-lingen niet systematisch in een globaal over-z i c h t . Ze beschikt dus niet over (bv. s t a t i s t i s c h e of andere) gegevens die erop zouden kunnen wijzen dat het om een veel voorkomend feno-meen gaat. Algefeno-meen kan wel worden gesteld dat het niet om een veel voorkomend probleem gaat.
2. Leerkrachten kunnen zeker weigeren om zelf lesmateriaal aan te kopen. Wanneer het al zou g e b e u r e n , dan is het meestal voor activiteiten waarvoor de leraar zelf kiest.
In principe wordt het didactisch materiaal ter beschikking gesteld door de school. Dit bete-kent echter niet dat (creatieve) leerkrachten zelf geen didactisch materiaal zouden mogen a a n m a k e n . Zo komt het vaak voor dat kleuter-leidsters waardevol didactisch materiaal aanma-ken met allerlei kosteloos materiaal. Dit materi-aal is vaak waardevoller dan het materimateri-aal uit de handel.
In ieder geval kan het niet zijn dat leerkrachten voor het materiaal dat ze echt nodig hebben om hun taak naar behoren te vervullen, f i n a n c i e e l moeten opdraaien. Zelf betalen, kan dus niet. Leerkrachten kunnen dus weigeren. S p e c i f i e k e regels terzake zijn er niet.
De algemene regel luidt dat de school het mate-riaal betaalt dat de leerkrachten nodig hebben om hun onderwijstaak naar behoren te vervul-l e n . Af en toe ontmoet de inspectie vervul-leerkrachten die uit vrije wil zelf voor bepaalde materialen zorgen en die ook zelf betalen. Het gaat hier dan uiteraard over kleine bedragen. Deze (vaak tijdelijke) leerkrachten beschouwen dit materi-aal (terecht) als hun eigendom en nemen het mee als ze in een andere school worden aange-steld.
behoren ze niet tot de bevoegdheid van de in-spectie.
Tijdens de schooldoorlichtingen krijgen leer-krachten wel voldoende de gelegenheid om eventuele opmerkingen te geven bij onder meer : – de besteding van (werkings) middelen ; – de verdeling ervan over de verschillende
leerlingengroepen ;