raag nr. 45
van 21 maart 2001
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Zorgverzekering – Brussel
In verband met de invoering van de Vlaamse zorg-verzekering in Brussel doet zich het probleem voor dat het Brussels zorgaanbod voor bejaarden dat door Vlaanderen is erkend, erg mager is.
Wat de rusthuizen betreft, is het bekend dat zelfs de OCMW-instellingen die tweetalig zouden moe-ten zijn, dat in werkelijkheid niet zijn.
Bovendien zouden er ook een aantal juridische be-zwaren zijn tegen het afsluiten van samenwerkings-verbanden tussen de Vlaamse overheid en de bi-communautaire sector in Brussel.
Een Brussels advocatenkantoor zou thans bezig zijn met het nagaan van de toepasbaarheid van het decreet op de zorgverzekering in Brussel. Op 5 maart zou er een tussentijds verslag worden afgele-verd.
1. Kan de minister dit bevestigen ?
2. Kan hij informatie verstrekken over de inhoud van dat tussentijds verslag ?
3. Blijft de minister erbij dat de Vlaamse zorgver-zekering er pas kan komen als er een oplossing is voor Brussel ?
Antwoord
I n d e r d a a d , op 2 februari 2001 werd tussen de Vlaamse Gemeenschap,vertegenwoordigd door de d i r e c t e u r-generaal van de administratie Gezin en Maatschappelijk We l z i j n , en het advocatenkantoor C V BA Liedekerke Wolters Waelbroeck Kirkpa-trick & Cerfontaine een overeenkomst afgesloten waarbij laatstgenoemde de opdracht kreeg een model uit te werken voor een operationalisering van de Vlaamse zorgverzekering in Brussel.
De duur van de studieopdracht is twee maanden, met ingang van datum van ondertekening. Een tus-sentijds rapport werd zoals afgesproken op 5 maart a f g e l e v e r d . Het eindrapport met de volledig uitge-werkte oplossingen voor de knelpunten wordt ui-terlijk 2 mei afgeleverd. Op dat ogenblik zal ik het parlement alle informatie verstrekken over de in-houd van de studie.