Vraag nr. 47 van 30 maart 2001
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN De Vaartkapoen Molenbeek – Werking
Het is niet de eerste maal dat ik opmerkingen for-muleer over het feit dat een aantal Vlaamse instel-lingen in Brussel de voeling met de Vlaamse ach-terban volledig hebben verloren, of zich uitsluitend richten op een zeer exclusief publiek.
Het gemeenschapscentrum De Vaartkapoen (VK) in Sint-Ja n s-Molenbeek is daar een sprekend voor-beeld van.
Het is gelegen in een buurt waar nogal wat vreem-delingen wonen en de werking is voornamelijk daarop gericht. De Vlaamse verenigingen haken af en zoeken elders hun heil. Het blaadje dat in alle Brusselse gemeenten wordt verspreid onder de Vlaamse inwoners en dat de verenigingen de gele-genheid biedt om hun activiteiten aan te kondigen, wordt overigens al vijf jaar niet meer uitgegeven. Ook het bestuur van De Vaartkapoen heeft nog weinig uitstaans met het verenigingsleven van S i n t-Ja n s-M o l e n b e e k . Op de algemene vergadering van 1999 kwamen derhalve nog maar dertien verte-genwoordigers van 48 verenigingen opdagen. E r werd hen gevraagd in te stemmen met de coöptatie van negen leden van de raad van bestuur, die zelfs niet eens de moeite namen om aanwezig te zijn om zichzelf voor te stellen. In 2000 werd de gemeen-schapsraad niet meer bijeengeroepen.
Het Vlaamse verenigingsleven in Molenbeek voelt zich in de steek gelaten.
1. Is de minister op de hoogte van die situatie ? 2. Is het normaal dat de financiële middelen van
de Vlaamse Gemeenschap op die wijze worden aangewend ?
3. Hoe vaak en op welke wijze wordt de werking van de verschillende gemeenschapscentra in Brussel geëvalueerd ?
4. Wordt het Vlaamse verenigingsleven bij die evaluatie betrokken ?
Antwoord
De verantwoordelijkheid voor de sturing en evalu-atie van elk van de Brusselse gemeenschapscentra
ligt bij de inrichtende overheid, de Vlaamse Ge-meenschapscommissie (VG C ) . Het komt dus in de eerste plaats het bevoegde collegelid van de VG C, de heer R. D e l a t h o u w e r, toe te onderzoeken of de bezorgdheid van de Vlaamse volksvertegenwoordi-ger terecht is.
Het is de rol van de Vlaamse Gemeenschap om via het decreet op het gemeentelijk cultuurbeleid het algemene kader aan te reiken waarbinnen de Vlaamse Gemeenschapscommissie haar autonomie kan realiseren.
Op dit ogenblik gebeurt dat via een "beleidsplan culturele centra", waarin alle gemeenschapscentra ten aanzien van alle erkende Nederlandstalige ver-enigingen en ten aanzien van alle Vlaamse Brusse-laars een aantal elementaire functies moeten opne-men : i n f o r m a t i e, o n t m o e t i n g, p r o g r a m m a t i e, b e l a n-g e n b e h a r t i n-g i n n-g, e n z o v o o r t . De n- gemeenschapscen-tra streven daarbij een evenwicht na tussen de aan-dacht voor de wat traditionelere Vlaamse vereni-gingen en een openheid naar andere gemeenschap-pen.
Over de situatie in De Vaartkapoen heb ik, om bo-vengenoemde redenen, geen gedetailleerde analyse g e m a a k t . Op de vragen van de Vlaamse volksverte-genwoordiger wil ik wel het volgende antwoorden. 1. Of het Vlaamse verenigingsleven er zich in de
steek gelaten voelt, weet ik niet. Er zijn me al-leszins geen klachten van die verenigingen zelf bekend.
Ik wil ook tegenspreken dat De Va a r t k a p o e n zich exclusief zou richten naar een publiek van m i g r a n t e n . De werking kenmerkt zich integen-deel door een geïntegreerde aanpak naar ver-schillende categorieën en thema's, van school-opbouwwerk tot sociaal restaurant en van mo-deshows voor de derde leeftijd tot de V K - c l u b. Alle verenigingen krijgen bovendien een op-roep om lid te worden van de algemene verga-dering.
2. Ik zie bijgevolg geen enkel probleem in de wijze waarop de middelen van de Vlaamse Gemeen-schap worden aangewend.
3. De evaluatie van de gemeenschapscentra in Brussel door de Vlaamse Gemeenschap gebeurt dus jaarlijks op basis van een beleidsplan van de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
4. Het plaatselijke verenigingsleven wordt via een oproep tot deelname aan de algemene vergade-ring bij de werking van het gemeenschapscen-trum betrokken. Ook zitten vertegenwoordigers van dat verenigingsleven (via de regionale koe-pels) in de advieswerkgroep "gemeenschaps-centra".
Het nieuwe decreet op het gemeentelijke cultuur-beleid legt de verantwoordelijkheid voor de ge-meenschapscentra in Brussel exclusief bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Daarnaast kun-nen ook gemeentelijke cultuurdiensten onder be-paalde voorwaarden worden gesubsidieerd, w a a r-door in een aantal gevallen de band tussen ge-meenschapscentrum en gemeente kan worden ver-sterkt.
De regels inzake werking, p e r s o n e e l , beheer en dergelijke staan voor de Vlaamse Gemeenschaps-commissie niet vermeld in het decreet, maar wor-den geregeld via een convenant tussen de VGC en de Vlaamse Gemeenschap. Het convenant wordt nu onderhandeld en zal zich beperken tot de cru-ciale aspecten, om de VGC voldoende beleidsruim-te beleidsruim-te geven.