Vraag nr. 135 van 9 juni 2000
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Franstalige faciliteitenscholen – Doelgroep
In de studie die in opdracht van de provincie V l a a m s-Brabant werd uitgevoerd door de profes-soren Marc Boes en Kristof Abbeloos wordt erop gewezen dat de faciliteiten in de randgemeenten alleen bestemd zijn voor ingezetenen die in een welbepaalde faciliteitengemeente wonen. I n w o n e r s van bijvoorbeeld Linkebeek kunnen in bijvoor-beeld We z e m b e e k-Oppem geen aanspraak maken op faciliteiten.
In dat verband had ik graag vernomen of de in-schrijvingen in de Franstalige faciliteitenscholen strikt beperkt blijven tot die leerlingen wier ouders effectief in de gemeente wonen waar hun kinderen schoollopen.
Antwoord
De mogelijkheid om Franstalig onderwijs te ver-strekken in de faciliteitengemeenten is opgenomen in de wet van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs, en in de wet van 2 augustus 1963 op het gebruik van de talen in bestuurszaken. In arti-kel 6 van deze wet wordt dit recht toegekend aan kinderen "indien deze taal de moedertaal of bruikelijke taal is van het kind en indien het gzinshoofd in één dezer gemeenten verblijft". D e-zelfde formulering wordt gebruikt in de wet van 2 augustus 1963.