Vraag nr. 138 van 4 januari 2000
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Waterwegen – Onderhoud
In een opgemerkt editoriaal in het tijdschrift NV Binnenvaart pleit voorzitter Filip Martens voor een dringende samenwerking tussen de ministers be-voegd voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke O r d e n i n g, om te komen tot een structurele oplos-sing inzake het op dit ogenblik gebrekkige onder-houd van de waterwegen. Er wordt onder meer ge-wezen op het feit dat op de belangrijkste binnen-vaartas in V l a a n d e r e n , met name de Ringvaart om G e n t , de diepgang moest worden beperkt tot 2,7 m e t e r, met alle gevolgen van dien voor de concur-rentiepositie van de binnenvaart.
Een en ander zou te maken hebben met de discus-sie over de berging van de baggerspecie.
Welk standpunt heeft de minister terzake ingeno-men ?
Is er binnen de regering overleg om te komen tot een structurele oplossing, zodat het milieuvriende-lijke vervoer over het water maximale kansen krijgt ?
N.B. Deze vraag werd eveneens gesteld aan me-vrouw Vera Dua, Vlaams minister van Leefmi-lieu en Landbouw.
Gecoördineerd antwoord
Afzettingen van vaste stoffen als sedimenten op de bodem van kanalen, bevaarbare en onbevaarbare w a t e r l o p e n , is een natuurlijk verschijnsel. Het men-selijk ingrijpen in de watersystemen heeft evenwel als gevolg gehad dat in vele waterlopen de omvang van het sedimenttransport aanzienlijk is toegeno-m e n . Het gesuspendeerde toegeno-materiaal bezinkt en brengt een aantal cruciale functies in gevaar. D e z e problematiek manifesteert zich het duidelijkst als de waterafvoer of de scheepvaart in het gedrang komt.
Door de watervervuiling en de daarmee gepaard gaande oplading van sedimenten met polluenten stegen de kosten voor de waterbeheerder voortdu-r e n d . Daavoortdu-renboven stelt de continue watevoortdu-rkwali- waterkwali-teitsverbetering de waterbeheerder voor een bijko-mende opdracht, met name de sanering van water-bodems om ecologische redenen.
Deze sedimentafzettingen vormen dus een zeer ac-tueel probleem voor een aantal vitale functies van de oppervlaktewateren :
– de instandhouding van de nodige waterafvoer-capaciteit (vermijden van overstromingen, ...) ; – de beschikbaarheid van een voldoende
water-diepte en een voldoende brede vaargeul voor de scheepvaart ;
– het garanderen van de ecologische aspecten van de waterbodems.
Het is bijna onmogelijk om de huidige situatie op korte termijn om te buigen naar het streefbeeld van het oorspronkelijke sedimenttransport in wa-t e r l o p e n , zodawa-t ook in de wa-toekomswa-t bijkomende se-dimentafzettingen voorlopig niet te vermijden zul-len zijn. Een integrale aanpak met een effectief voorkomingsbeleid zal op termijn een oplossing moeten bieden.
In afwachting zal er, om deze vitale functies te kun-nen verzekeren, gericht moeten worden gebaggerd en/of geruimd, rekening houdende met het huidige wetgevend kader inzake milieu en ruimtelijke or-d e n i n g. Zoor-doenor-de woror-den strenge eisen gestelor-d aan tijdelijke en permanente bergingsplaatsen voor bagger- en ruimingsspecie.
De diepgangbeperkingen op één van onze belang-rijkste binnenvaartassen, met name de Ringvaart in G e n t , is zoals de Vlaamse volksvertegenwoordiger opmerkt een gevolg van het probleem om geschik-te bergingsplaatsen voor baggerspecie geschik-te vinden, die zowel maatschappelijk als ecologisch aanvaard-baar zijn.
Tot op dit ogenblik kon in de desbetreffende regio nog geen geschikte bergingsplaats worden gevon-den waarvoor de nodige vergunningen kongevon-den worden afgeleverd. Om snel deze impasse te door-b r e k e n , heeft de administratie Waterwegen en Zee-wezen een oproep tot kandidaten uitgeschreven voor de aanbieding van geschikte en vergunde ber-g i n ber-g s p l a a t s e n . Deze procedure loopt en thans wor-den de biedingen ingewacht.
Het past eveneens in het beleid van deze regering om een optimale inspanning te leveren om het ver-voer over het water te stimuleren. Het oplossen van de baggerspecieproblematiek voorzover dit hinderend is voor het vervoer te water, is hiertoe een van de belangrijkste voorwaarden.
In die optiek werd sinds april 1999 de werkgroep voor de coördinatie van de baggerspecieproblema-tiek als permanente Werkgroep Baggerspecie op-genomen in de structuur van het Vlaams Integraal Wateroverlegcomité (VIWC). Bij deze inschake-ling onder de koepel van het VIWC werd ook de samenstelling van de Werkgroep Baggerspecie uit-gebreid met onder andere vertegenwoordigers van de Vereniging van Vlaamse Provincies (VVP), d e Vereniging van Vlaamse Polders en Wa t e r i n g e n (VVPW) en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG).
Deze vernieuwde samenstelling biedt de opportu-niteit om de problematiek van de bagger- en rui-mingsspecie voor de bevaarbare waterwegen en alle categorieën van onbevaarbare waterlopen op een meer geïntegreerde wijze te benaderen.
