Vraag nr. 146
van 12 december 1996
van de heer HERMAN SUYKERBUYK
Regionale luchthavens – Toekenning van luch t l i j-nen (2)
Aansluitend op mijn schriftelijke vraag nr. 57 van 7 oktober 1996 wil ik de minister nog graag volgende vragen stellen (Bulletin van Vragen en A n t w o o rd e n nr. 4 van 15 november 1996, blz. 312 – red.) : 1. Heeft de federale minister van Ve r k e e r s w e z e n
een stem in het kapittel als het gaat over de toe-kenning van luchtlijnen voor regionale luchtha-vens buiten de Europese Unie – in internatio-naal verband dus, waar de Europese liberalise-ring niet geldt ?
2. Klopt het daarenboven dat Sabena zich met succes heeft verzet tegen luchtlijnen van Deur-ne naar Canada en naar Afrika ?
3. Uit welke regel of akkoord put Sabena een der-gelijk vetorecht ?
Antwoord
Het intra-Europese luchtverkeer is sedert 1992 vol-ledig geliberaliseerd, wat inhoudt dat het federale ministerie van Verkeer en Infrastructuur (Bestuur van de Luchtvaart) niet meer tussenkomt bij het totstandkomen van een geregelde luchtlijn binnen de Europese Unie.
De Regie der Luchtwegen is hierbij in het geheel niet betrokken. Zij komt enkel tussen op het vlak van de verkeersleiding, de meteo en de briefing van piloten.
De luchtvaartmaatschappij die een intra-Europese lijn wil starten, bepaalt zelf de samenwerkingsver-banden die zij nodig of wenselijk acht.