Vraag nr. 146 van 13 mei 1996
van de heer HERMAN SUYKERBUYK Studietoelage – Stagejaar
Er rijzen een aantal vragen in verband met de toeken-ning van studietoelagen als het gaat om een stage- of een specialisatiejaar of om een postgraduaat.
In bepaalde gevallen zijn dergelijke studiejaren geen integrerend deel van de gevolgde studierichting, in andere gevallen wel. Zo was bijvoorbeeld het stagejaar aan de Zeevaartschool in Antwerpen destijds gesitu-eerd tussen het derde en het vierde jaar.
Ik neem aan dat in dergelijke gevallen de studietoelage niet voor dat ene jaar aan de gegadigden wordt onthou-den.
Is dit inderdaad zo ? Mocht dit geen vanzelfsprekend-heid zijn, welke criteria gelden dan om voor dergelijk studiejaar toch een toelage te verlenen ?
Mocht er voor zo'n jaar helemaal geen studietoelage worden toegekend, wat zijn dan de redenen daarvoor ? Antwoord
Artikel 3 van de wet van 19 juli 1971 betreffende de toekenning van studietoelagen en studieleningen bepaalt dat er, behoudens in de door de Koning bepaalde gevallen, geen studietoelage mag worden toe-gekend aan een niet meer leerplichtige leerling of stu-dent die onderwijs volgt van een niveau dat gelijk is aan, of lager is dan het niveau van onderwijs dat hij reeds, al dan niet met toekenning van een studietoelage of -lening, heeft gevolgd.
Het universitair onderwijs en het hoger onderwijs van het lange type (basisopleiding van twee cycli) zijn de hoogste niveaus ; derhalve kan voor een specialisatie-jaar of een postgraduaatsspecialisatie-jaar geen toelage worden ver-leend.
Indien een stagejaar deel uitmaakt van de volledige stu-dierichting om het diploma hoger onderwijs te behalen, wordt er voor dat jaar eveneens een toelage toegekend, uiteraard indien aan alle andere voorwaarden wordt voldaan.