Vraag nr. 33 van 30 januari 2001
van mevrouw MARIJKE DILLEN
Opleidingsbeleid bedrijven – Hefboomkredieten Naar aanleiding van de studie betreffende het op-leidingsbeleid van de Vlaamse bedrijven, u i t g e-voerd door de KU Leuven (Katholieke Universi-teit Leuven) en de Vlerick Management School in opdracht van de minister, waarvan de resultaten in oktober 2000 werden bekendgemaakt, heeft de mi-nister gesteld dat de hefboomkredieten worden opengetrokken tot alle nieuwe vormen van oplei-ding.
1. Wat is de omvang van de zogenaamde hef-boomkredieten voor de jaren 1999 en 2000? Op welke wijze zijn de middelen verdeeld ? Welke projecten zijn hiervoor in aanmerking gekomen voor de beide jaren ?
Wat zijn de gehanteerde criteria ?
Welk budget is daarvoor uitgetrokken voor 2001 ?
2. De kredieten werden tot vorig jaar toegekend aan technologische innovaties.
Wat wordt hieronder verstaan ?
Aan welke voorwaarden dienen dergelijke pro-jecten te beantwoorden ?
3. Zijn de hefboomkredieten reeds opengetrokken tot alle nieuwe vormen van opleiding ?
Zo ja, wat wordt verstaan onder dit begrip ? Welke criteria worden hiervoor gehanteerd ? Welke projecten zijn reeds erkend ?
Zo neen, wanneer gebeurt dit ?
Antwoord
1. Op de Vlaamse begroting werd voor 1999 en 2000 een budget van 456,5 miljoen frank per jaar uitgetrokken voor acties in het kader van het hefboomkrediet.
De criteria voor het hefboomkrediet voor inno-vatieopleidingen werden vastgelegd in het be-sluit van de Vlaamse regering van 24 maart 1998 tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regels volgens welke subsidies worden verleend met betrekking tot innovatie-o p l e i d i n g e n , gewijzigd bij besluit van 20 innovatie-oktinnovatie-ober 1998.
Deze criteria bepalen onder andere dat aanvra-gers een subsidie kunnen krijgen voor arbeids-marktgerichte vormingsprojecten, in de mate dat de projecten :
– niet op een andere wijze worden gesubsi-dieerd door de Vlaamse Gemeenschap en/of het Vlaams Gewest en/of instellingen die hieronder ressorteren ;
– gericht zijn op innovatie of kunnen worden beschouwd als vormingsprojecten voor be-stuurlijke vernieuwing ;
– het menselijk kapitaal voor de arbeidsmarkt v e r s t e r k e n , in die zin dat het project betrek-king heeft op werkzoekenden en/of werken-den die zich moeten aanpassen aan de gewij-zigde omstandigheden in het bedrijfsleven en aan de ontwikkeling van de productiestel-s e l productiestel-s, opdat hun kanproductiestel-sen op de arbeidproductiestel-smarkt worden versterkt of vernieuwd ;
– betrekking hebben op minstens twintig deel-nemers ;
– voorzien in een vorming van minimaal 20 uur/deelnemer ;
– een maximale duur hebben van twee jaar. In het kader van voornoemd besluit werden in totaal twee indieningsronden gelanceerd : – een eerste naar aanleiding van de initiële
goedkeuring van het besluit van 24 maart 1998 ;
– een tweede naar aanleiding van de wijziging van het besluit van 20 oktober 1998.
hef-boomkrediet van 193.147.187 frank. Deze pro-jecten werden uitgevoerd vanaf einde 1998 tot einde 2000 of begin 2001.
Voor 2001 werd op de Vlaamse begroting een budget ingeschreven van 454,8 miljoen frank voor de toekenning van subsidies die passen in het hervormde hefboomkrediet (zie 3).
2. Het besluit van de Vlaamse regering van 24 maart 1998 (zie 1) geeft de volgende definitie voor innovatie : aanwending van nieuwe ideeën voor producten en/of diensten, p r o d u c t i e p r o c e s-s e n , a r b e i d s-s o r g a n i s-s a t i e, en andere as-specten van de productiecy c l u s, met een versterkend effect voor de groeikracht en de duurzame werkgele-g e n h e i d , die zoveel als mowerkgele-gelijk wordt onder-steund door technologische ontwikkelingen, met uitzondering van de introductie van buroti-ca behalve wanneer deze bestaat uit de integra-tie van Internet-, Intranet- en multimediatech-nieken in minstens twee fasen van de productie-cyclus.
De voorwaarden waaraan dergelijke projecten dienen te beantwoorden, worden beschreven onder punt 1.
3. Op 15 december 2000 heeft de Vlaamse rege-ring beslist haar principiële goedkeurege-ring te hechten aan de voorontwerpen van besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de na-dere voorwaarden en regels volgens welke sub-sidies worden verleend voor permanente vor-ming en opleiding voor werkenden en bedrij-v e n , luik "hefboomkredietopleidingen", l u i k " h e f b o o m k r e d i e t - l o o p b a a n a d v i s e r i n g " , l u i k "hefboomkrediet-flankerend beleid", en luik "hefboomkrediet-vernieuwende arbeidsorgani-satie".
Deze vier besluiten zullen het voormalige be-sluit inzake het hefboomkrediet voor innovatie-opleidingen (zie 1) vervangen en zullen in de loop van 2001 worden opgestart.
De besluiten inzake "hefboomkrediet-opleidin-gen" en "hefboomkrediet-vernieuwende ar-beidsorganisatie" werden aangemeld bij de Eu-ropese Commissie. Zodra de EuEu-ropese Com-missie haar goedkeuring heeft gegeven, zal de Vlaamse regering een definitieve beslissing n e m e n , waarna de besluiten zullen worden ge-publiceerd in het Belgisch Staatsblad.
Via deze hervorming wordt het hefboomkrediet in de eerste plaats georiënteerd naar het
subsi-diëren van opleidingen opdat werknemers en ondernemingen zich kunnen aanpassen aan de snelle ontwikkelingen en veranderingsprocessen in het bedrijfsleven en de maatschappij. Om de opleidingsinspanningen binnen de ondernemin-gen verder aan te moediondernemin-gen en een kwalitatief opleidingsbeleid uit te bouwen, zullen ook een aantal omkaderende initiatieven worden mee-g e f i n a n c i e r d . Zo zullen instrumenten worden ontwikkeld rond onder andere detectie van op-leidingsbehoeften en opleidingsplanning. D a a r-naast zullen specifieke acties worden onder-steund in verband met vernieuwende arbeidsor-g a n i s a t i e, waaronder jobrotatie. Tevens zullen acties worden ondersteund ter ontwikkeling van een stimuleringsbeleid naar individuele werkne-m e r s, zoals het erkennen van vaardigheden en loopbaanadvisering.
De middelen vanuit het hefboomkrediet zullen worden ingezet ter ondersteuning van zwaarte-punt 4 "Bevordering van het aanpassingsvermo-gen van onderneminaanpassingsvermo-gen en van hun werkne-mers" van het Enkelvoudig Programmeringsdo-cument Doelstelling 3 Vlaanderen (2000-2006), waarvoor medefinanciering vanuit het Euro-pees Sociaal Fonds werd toegekend.
De criteria waaraan projecten moeten voldoen om in aanmerking te komen, worden bepaald in bovengenoemde ontwerpbesluiten van de Vlaamse regering.