RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN
VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE
Berkelland
Plaats : Borculo
Gemeentenummer : 1859 Onderzoeksnummer : 278178
Datum onderzoek : 25 september 2014 Datum vaststelling : 18 december 2014
VOORWOORD . . . 5
1 INLEIDING . . . 6
2 VVE IN DE GEMEENTE BERKELLAND . . . 8
3 CONCLUSIES. . . 18
INHOUDSOPGAVE
In de periode 2007-2012 heeft de Inspectie van het Onderwijs een landelijke bestandsopname uitgevoerd naar de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie (vve). Daarna is het signaalgestuurde toezicht op vve in werking getreden.
Het signaalgestuurde toezicht vve begon eind 2013 met het versturen van digitale vragenlijsten naar de 315 middelgrote en kleine gemeenten. Voor de 37 grote gemeenten is er tot en met 2015 een apart monitortraject.
Op basis van een analyse van de digitale vragenlijsten is besloten om in middelgrote en kleine gemeenten waar risico’s ten aanzien van de uitvoering van de wettelijke vve-verplichtingen lijken te bestaan, een onderzoek uit te voeren. Het onderzoek is uitgevoerd in de tweede helft van 2014. Dit rapport beschrijft in hoeverre de gemeente Berkelland in 2014 voldoet aan de eisen ten aanzien van vve en welke veranderingen hebben plaatsgevonden ten opzichte van de bestandsopname.
De hoofdinspecteur primair onderwijs en speciaal onderwijs, Dr. A. Jonk
VOORWOORD
Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar het gemeentelijke beleid ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie (vve) in de gemeente Berkelland in 2014.
De aanleiding van het onderzoek is het mogelijk bestaan van risico’s ten aanzien van het voldoen aan wettelijke eisen ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie in deze gemeente.
De basis van het onderzoek is een digitale vragenlijst die de gemeente heeft ingevuld. De inspectie heeft deze vragenlijst geverifieerd aan de hand van de aangeleverde documenten en de toelichting daarop in een gesprek met betrokkenen van de gemeente. Vervolgens heeft de inspectie de eisen met betrekking tot het vve-beleid beoordeeld en de veranderingen ten opzichte van de bestandsopname in beeld gebracht.
Het signaalgestuurde toezicht op de vve-locaties maakt nog geen deel uit van dit onderzoek. De inspectie start na de zomer van 2014 met het signaalgestuurde toezicht op vve op de locaties. De signalen van de GGD zijn leidend om te bepalen welke peuterspeelzalen en kinderdagverblijven met voorschoolse educatie worden bezocht.
Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:
• Analyse van de beantwoorde digitale vragenlijst in relatie tot de bevindingen tijdens de bestandsopname.
• Analyse van aanvullend opgevraagde informatie in relevante beleidsdocumenten van de gemeente.
• Intern overleg met het team Kinderopvang over GGD-toezicht in de gemeente.
• Een gesprek met de betrokken beleidsambtenaar over het vve-beleid van de gemeente.
• Beoordeling van vve-beleid van de gemeente Berkelland.
Als basis voor de beoordeling gelden de beoordelingscriteria toezichtkader voor- en vroegschoolse educatie voor gemeenten, zoals die te vinden zijn op:
INLEIDING 1
Onderzoeksopzet
Toezichtkader
www.onderwijsinspectie.nl > onderwijssectoren > voor- en vroegschoolse educatie.
Hoofdstuk 2 geeft een beeld van het vve-beleid op gemeentelijk niveau. Daar wordt ingegaan op de ontwikkeling van de gemeente sinds de bestandsopname (paragraaf 2.1) en op de door de gemeente aangeleverde vve-documenten (paragraaf 2.2). Tenslotte geeft de inspectie in dit hoofdstuk een oordeel over het gemeentelijke vve-beleid (paragraaf 2.3). Hoofdstuk 3 bevat de conclusies over het vve-beleid in de gemeente Berkelland.
Opbouw rapport
De gemeente Berkelland heeft een digitale vragenlijst ingevuld. Op basis van de antwoorden heeft de inspectie mogelijke risico’s gesignaleerd ten aanzien van het voldoen aan wettelijke eisen betreffende voor- en vroegschoolse educatie.
De digitale vragenlijst levert informatie over:
• wel of geen afspraken van de gemeente met de schoolbesturen en de houders over de doelgroepdefinitie, toeleiding, doorgaande lijn en resultaatafspraken;
• het bereik;
• de veranderingen bij de aspecten ouderbeleid, integraal vve-programma, externe zorg en interne kwaliteitszorg;
• het aantal vve-locaties en het aantal locaties waar de GGD
tekortkomingen heeft gesignaleerd in het eerste domein (pedagogische praktijk).
De beoordeling van het gemeentelijke beleid is gebaseerd op de digitale vragenlijst, opgevraagde gemeentelijke beleidsdocumenten, eventuele aanvullende informatie en het gesprek met de gemeente (zie paragraaf 2.3).
Bij de beoordeling wordt gewerkt met een vierpuntsschaal:
1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig.
Deze kwalificatie geeft aan dat echt iets verbeterd dient te worden.
2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn nodig
Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.
3. Voldoende
4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen.
Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat anderen hiervan kunnen leren.
Eind 2012 heeft de gemeente Berkelland het rapport van de bestandsopname vve ontvangen. Destijds lagen er voor het vve-beleid in de gemeente Berkelland veel mogelijkheden voor verbetering. De externe zorg (indicator 1a6) en het gemeentelijk subsidiekader (indicator 2b) zijn tijdens de bestandsopname als voldoende beoordeeld. Alle andere indicatoren op gemeentelijk niveau vroegen geheel of gedeeltelijk om verbetering. Dit betrof de indicatoren:
- Definitie doelgroepkind (1a1) - Bereik (1a2)
VVE IN DE GEMEENTE BERKELLAND 2
Ontwikkeling van vve in de gemeente Berkelland sinds de bestandsopname
2.1
- Toeleiding (1a3) - Ouders (1a4)
- Integraal vve-programma (1a5)
- Interne kwaliteitszorg van de voor- en vroegscholen (1a7) - Doorgaande lijn (1a8)
- Vve-coördinatie op gemeentelijk niveau (1b)
- Systematische evaluatie en verbetering van vve op gemeentelijk niveau (1c) - GGD-rapport (2a)
Daarnaast is destijds met de inspectie afgesproken dat de gemeente Berkelland, de schoolbesturen en de houders van peuterspeelzalen en kinderdagopvang in 2013 resultaatafspraken maken over de te behalen resultaten met vve.
De gemeente Berkelland heeft na de bestandsopname eind 2012
samenwerkingsafspraken gemaakt met de zes schoolbesturen, de acht houders van kinderopvang en met het consultatiebureau Yunio Gezondheidszorg. In de samenwerkingsafspraken is vastgelegd dat de betrokken partijen zich
gezamenlijk verantwoordelijk stellen voor het realiseren van een dekkend en kwalitatief volwaardig vve-aanbod. Daartoe zijn afspraken gemaakt over de inspanningsverplichting en resultaten, informatieoverdracht en organisatie van vve in de gemeente Berkelland.
Een belangrijke verandering in de gemeente is dat het peuterspeelzaalwerk in de gemeente Berkelland is verdwenen en is overgenomen door de kinderopvang.
De kinderopvang biedt nu peuteropvang aan. De gemeente Berkelland heeft verschillende dorpskernen, te weten Ruurlo, Borculo, Geesteren, Neede, Eibergen, Rekken en Haarlo. Al deze kernen hebben voorzieningen voor peuteropvang.
- Beltrum: 't Belhameltje
- Borculo: De Speelboom (Avonturijn) en Heer Rudolfstraat 5 (Partou) - Ruurlo: Harlekijn (Markant) en Kindercentrum Avonturijn (Avonturijn) - Geesteren: 't Krielennest (SKE)
- Neede: Villa Bon Bini (SKE)
- Eibergen: Oqido Klaashofweg (Oqido) - Rekken: De Paarse Zeehond (Oqido)
- Haarlo: 't Zunneke (Kindcentrum 't Zunneke)
De documenten die de gemeente heeft toegestuurd zijn:
Lijst met de vve-documenten die de gemeente Berkelland heeft aangeleverd
2.2
• Besluit op aanvragen om innovatiebijdrage voor realiseren vorm van kinderopvang, 3 juli 2012
• Samenwerkingsafspraken Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Berkelland, periode 2013 tot 2016, 5 december 2013
• Afstemming consultatiebureau en voorscholen over vve, e-mail 19 augustus 2013
• Verslag overleg werkgroep vve, 13 februari 2014
• Aantal 2 tot 4-jarigen uit Berkelland dat een voorschool (peuterspeelzaal, peuteropvang en/of kinderdagverblijf) bezoekt in de gemeente Berkelland
• Overzicht van doelgroepkinderen die deelnemen aan voorschoolse educatie verantwoord in Rekening 2013
• Subsidieregeling voorschoolse educatie Berkelland 2013 en 2014, 18 december 2012
• Subsidieregeling voorschoolse educatie 2014, 15 juli 2014
In deze paragraaf geeft de inspectie haar bevindingen weer over het gemeentelijke vve-beleid. Per domein is beschreven op welke punten de inspectie het gemeentelijk beleid en uitvoering als voldoende (‘3’) beoordeelt, waar nog verbeterpunten worden gezien, zowel zonder (‘2’) als met (‘1’) afspraken en op welke punten de gemeente als een voorbeeld voor anderen gezien wordt (‘4’).
De inspectie baseert haar bevindingen op de uitkomsten van de verificatie van de digitale vragenlijst door middel van documentenanalyse en gesprekken met vertegenwoordigers van de gemeente. Waar de bevindingen van de inspectie afwijken van het beeld uit de digitale vragenlijst van de gemeente wordt dit vermeld en onderbouwd.
Het gemeentelijk vve-beleid 2.3
HET GEMEENTELIJK VVE-BELEID 1 2 3 4
•
•
•
•
•
•
•
• 1A1 Definitie doelgroepkind
1A2 Bereik 1A3 Toeleiding
1A4 Ouders
1A5 Integraal vve-programma 1A6 Externe zorg
1A7 Interne kwaliteitszorg van de voor- en vroegscholen 1A8 Doorgaande lijn
De inspectie publiceert jaarlijks ook een oordeel over het toezicht dat door de gemeenten op de kinderopvang en peuterspeelzalen wordt uitgevoerd. Voor meer informatie hierover ziewww.onderwijsinspectie.nl >onderwijssectoren >
Kinderopvang.
Toelichting:
’1’ Verbeterpunten met een afspraak
De inspectie heeft in het vve-beleid van de gemeente Berkelland geen
indicatoren beoordeeld met een '1'. Dit is een verbetering ten opzichte van de bestandsopname.
’2’ Verbeterpunten 1A2 Bereik
Dit onderdeel van het gemeentelijke vve-beleid was tijdens de bestandsopname een verbeterpunt omdat er geen gegevens waren aangeleverd waaruit bleek dat er zicht was op het aantal doelgroeppeuters. Het leek of een goede registratie ontbrak. De gemeente heeft nu wel gegevens aangedragen, hetgeen aangeeft dat de gemeente beter zicht heeft op het bereik. Desondanks is het bereik als een verbeterpunt aangemerkt.
Het minimaal aantal benodigde kindplaatsen wordt berekend volgens de
gewichtenformule: 75% van het aantal 4- en 5-jarigen in de gemeente met een leerlinggewicht op teldatum 1 oktober 2009. Voor de gemeente Berkelland betreft dit in totaal 55 kindplaatsen voorschoolse educatie, namelijk 75% (2,5- tot 4-jarigen) van de 73 kleuters (4- en 5-jarigen) met een leerlinggewicht.
HET GEMEENTELIJK VVE-BELEID 1 2 3 4
•
•
• 1A9 Resultaten
1B Vve-coördinatie op gemeentelijk niveau
1C Systematische evaluatie en verbetering van vve op gemeentelijk niveau
DE VVE-CONDITIES 1 2 3 4
•
• 2A GGD-rapport
2B Gemeentelijk subsidiekader
De gemeente Berkelland gaat er vanuit dat zij 32 kindplaatsen dient te hebben aangezien de uitkering van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het bestrijden van onderwijsachterstanden op dit aantal kindplaatsen in gebaseerd. Voor de berekening van de uitkering wordt uitgegaan van het aantal gewichtenkleuters dat op scholen zit die geld krijgen voor
onderwijsachterstandenbeleid.
Van de 29 basisscholen in de gemeente zijn er maar zes scholen met een schoolgewicht. Echter, zoals in de Memorie van Toelichting bij de wet
Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE) staat, moet het aanbod van voorschoolse educatie minimaal overeenkomstig het aantal
gewichtenkinderen zijn. De gemeente Berkelland vindt het vreemd dat de bekostiging door het ministerie van OCW van een andere maatstaf uitgaat dan de maatstaf die geldt volgens het bepaalde in de Memorie van Toelichting bij de wet OKE.
Het aantal gewichtenleerlingen van 4 en 5 jaar is in de gemeente Berkelland stabiel. Ook op 1 oktober 2012 zijn er in totaal 72 gewichtenkleuters van 4 en 5 jaar. Wel loopt het totaal aantal leerlingen terug.
De bereikgegevens 2013:
De gemeente Berkelland heeft 45 kindplaatsen gerealiseerd. Op deze plaatsen zitten in 2013 in totaal 98 doelgroeppeuters die hebben deelgenomen aan voorschoolse educatie. Het bereik wordt beoordeeld op basis van het aanbod en op basis van het gerealiseerde bereik. Het benodigde aanbod is voor Berkelland bepaald op 55 kindplaatsen voorschoolse educatie. De gemeente is van mening dat als de vraag naar voorschoolse educatie er voor dit aantal van 55 zou zijn, dat dan het aanbod ook aanwezig is. De voorschoolse voorzieningen in de gemeente Berkelland zien het aantal kinderen afnemen (door de economische crisis en de bevolkingskrimp), terwijl de capaciteit aanwezig is. Het
gerealiseerde bereik heeft de gemeente in schema's opgenomen.
De gemeente kan niet met 100% zekerheid zeggen hoeveel kinderen er door het consultatiebureau in 2013 zijn geïndiceerd voor vve en hoeveel kinderen
daarvan niet deelnemen aan peuteropvang met voorschoolse educatie (non- bereik). De huidige inschatting van zowel de gemeente als de
jeugdgezondheidszorg is dat slechts een enkel kind met een vve-indicatie niet naar een voorschoolse voorziening met vve gaat.
De inspectie kan hierdoor niet zeggen hoeveel procent van de doelgroepkinderen daadwerkelijk deelneemt aan voorschoolse educatie. Doordat de
jeugdgezondheidszorg vanaf 2014 in het digitaal kinddossier bijhoudt of een kind een vve-indicatie heeft gekregen, is er zicht op verbetering.
1A4 Ouders
De bij vve betrokken partijen in de gemeente Berkelland hebben in de
samenwerkingsafpraken vastgelegd dat alle partijen vormgeven aan ouderbeleid zoals bedoeld is in de wet OKE. Het ouderbeleid is gericht op de wijze waarop ouders geïnformeerd worden, op welke manier zij hun kind kunnen aanmelden voor een voor- of vroegschool, hoe de intakeprocedure is en op welke manier ouders participeren in de voor- of vroegschool van hun kind. Verder is
vastgelegd dat tussen voor- en vroegschool in een kern zoveel mogelijk sprake is van afstemming en soortgelijke werkwijzen.
Net als tijdens de bestandsopname ontbreekt het aan concreet beleid dat is afgestemd op een analyse van de ouderpopulatie met concrete doelen en te verwachten resultaten. Daarom is het ouderbeleid een verbeterpunt.
1A5 Integraal vve-programma
De gemeente heeft in de subsidievoorwaarden vastgelegd dat er gebruik gemaakt moet worden van gerichte (erkende) programma's van voorschoolse educatie. Daarbij gaat het om activiteiten die op een gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling stimuleren op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. In de
samenwerkingsafspraken is daarnaast afgesproken dat er in een kern zoveel mogelijk afstemming is over de gebruikte methodieken en programma's tussen voor- en vroegschool.
In de samenwerkingsafspraken staat dat de voorscholen in het kader van de informatieoverdracht de basisscholen dienen te informeren over de uitkomsten van toetsen en observaties van de leerling op het gebied van taal en rekenen en/of de sociaal-emotionele ontwikkeling. Er is echter niet vastgelegd dat er sprake moet zijn van een observatiesysteem voor het volgen van de brede ontwikkeling van peuters. Daarom is deze indicator als verbeterpunt
aangemerkt. In het kader van de resultaatafspraken vroegschoolse educatie zijn er wel afspraken gemaakt met de schoolbesturen over het hanteren van een kindvolgsysteem op het gebied van taal en rekenen. Om de resultaten te kunnen meten moeten de basisscholen namelijk de kleuters begin groep 1 en eind groep 2 toetsen met een genormeerde toets.
1A7 Interne kwaliteitszorg
Net als tijdens de bestandsopname is er geen beleid over de invulling van de kwaliteitszorg op de voor- en vroegscholen. Er zijn geen afspraken met de vve- instellingen over de wijze waarop ze hun eigen kwaliteit evalueren, verbeteren en borgen. De interne kwaliteitszorg blijft daarom een verbeterpunt.
1C Systematische evaluatie en verbetering van vve op gemeentelijk niveau
Aan het eind van 2014 is voor het eerst voorzien in een gezamenlijke evaluatie van het vve-beleid in de gemeente Berkelland. De inspectie verwacht dat de betrokkenen bij vve jaarlijks de afspraken evalueren en over de bevindingen rapport. Aangezien deze evaluatie nog niet heeft plaatsgevonden, is dit als verbeterpunt aangemerkt.
‘3’ Voldoende
1A3 Toeleiding
De gemeente en de jeugdgezondheidszorg hebben het volgende toeleidingsproces afgesproken en per mail vastgelegd:
• Bij kinderen van 18 maanden wordt een preventief huisbezoek afgelegd.
• Kinderen van 2,5 jaar die niet naar een voorschool gaan krijgen een uitnodiging voor een bezoek aan het consultatiebureau.
• Als de jeugdverpleegkundige een vve-indicatie afgeeft, vraagt deze aan de ouder bij welke voorschool een vve-plek wordt afgenomen. Als de ouder al een keuze heeft gemaakt, brengt de jeugdverpleegkundige per mail de betreffende voorschool ervan op de hoogte dat er een vve-kindje aankomt. Als de ouders nog geen keuze voor een voorschool hebben gemaakt, dan informeert de jeugdverpleegkundige na één maand nog een keer hiernaar bij de ouders.
• Minstens maandelijks en zo nodig vaker vindt er mondeling of via mail contact plaats met voorscholen waarbij doelgroepkinderen besproken worden.
Hiermee is duidelijk wie wanneer verantwoordelijk is voor de toeleiding naar vve. Tegelijkertijd merkt de inspectie op dat (zoals bij indicator 1A2 bereik is toegelicht) er nog onvoldoende zicht is op het non-bereik binnen de
gemeente. Dit kan verbeterd worden in het toeleidingsproces.
1A6 Externe zorg
Tijdens de bestandsopname is de externe zorg als voldoende beoordeeld. Er hebben volgens de gemeente geen beleidswijzigingen plaatsgevonden in op dit gebied. De inspectie neemt daarom het oordeel over uit het vorige onderzoek.
1A8 Doorgaande lijn
In de samenwerkingsafspraken staat dat de bij vve betrokken partijen gezamenlijk een doorgaande leerlijn realiseren van voor- naar vroegschoolse educatie door:
• het gebruik van overdrachtsformulieren;
• warme (mondelinge) overdracht van doelgroepkinderen;
• zoveel mogelijk afstemming in een kern over de gebruikte methodieken en programma's tussen voor- en vroegschool
In het kader van de leerlingoverdracht en ten behoeve van monitoring brengen de voorschoolse voorzieningen de scholen voor primair onderwijs of speciaal onderwijs op de hoogte van:
• de duur van de vve-deelname;
• het gebruikte vve-programma of ander aanbod;
• de uitkomsten van toetsen/observaties van de leerling op het gebied van taal en rekenen en/of sociaal emotionele ontwikkeling.
Ook is vastgelegd dat elke basisschool een leerkracht of functionaris aanwijst die aanspreekpunt is voor vve-aangelegenheden en die verantwoordelijk is voor de coördinatie van het taakgebied vve op die school.
1A9 Resultaatafspraken
Wat betreft de resultaten van vroegschoolse educatie is met de schoolbesturen in de gemeente Berkelland afgesproken dat alle kinderen die tot de doelgroep worden gerekend eind groep 2 aantoonbaar gegroeid zijn in hun ontwikkeling ten opzichte van hun eerste toetsmoment (eerste toets groep 1, uitgedrukt in vaardigheidsscore). Hierbij wordt gebruik gemaakt van genormeerde toetsen. Er zijn afspraken gemaakt met de basisscholen dat zij de gemeente jaarlijks rond het einde van een schooljaar op de hoogte brengen van de groei van de doelgroepkinderen (die wel of geen voorschoolse educatie hebben gehad). De gemeente verwerkt deze gegevens in een monitor. Dit is nog in ontwikkeling.
De partijen in de gemeente Berkelland hebben resultaatafspraken vroegschoolse educatie gemaakt en daarom is deze indicator als voldoende beoordeeld. De inspectie merkt echter wel op dat er geen sprake is van voldoende ambitieuze resultaatafspraken. Ook ondergemiddelde groei van een kind tussen groep 1 en eind groep 2 lijkt voldoende te zijn. Er is niet duidelijk afgesproken dat het de bedoeling is dat kinderen zonder of hooguit met een beperkte achterstand aan groep 3 kunnen beginnen.
1B Vve-coördinatie op gemeentelijk niveau
Minstens één keer per jaar komen alle bij vve betrokken partijen bijeen om vve- ontwikkelingen en vve-resultaten te bespreken, te evalueren en af te stemmen.
Nader overleg en uitwerking van mogelijkheden tot verdere verbetering van vve-beleid, waaronder het bereik, kan meerdere keren per jaar plaatsvinden, zowel met de vve-werkgroep als via het CJG-werkoverleg in elke kern. In de vve-werkgroep hebben alle leidsters van de peuteropvang (met voorschoolse educatie) zitting en de Jeugdgezonheidszorg Yunio.
2A GGD-rapport
De gemeente Berkelland zorgt ervoor dat alle voorscholen over een recent GGD- rapport beschikken waarin ook het eerste domein (voorschoolse educatie) is beoordeeld. De inspectie van het onderwijs, team kinderopvang, ziet hier op toe.
Uit het toezicht handhaving kinderopvang blijkt dat de gemeente Berkelland op dit moment een A-status heeft. Op grond hiervan oordeelt de inspectie dat de gemeente heeft geregeld dat de GGD de basiskwaliteit van de voorscholen beoordeelt.
2B Gemeentelijk subsidiekader
In het gemeentelijk subsidiekader is opgenomen dat het gaat om voorschoolse educatie die per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur omvat (40 weken per jaar). Verder wordt verwezen naar de artikelen 165 tot en met 170 van de Wet op het Primair Onderwijs en de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen.
‘4’ Voorbeeld voor anderen
1A1 Definitie doelgroepkind
De partijen in de gemeente Berkelland hebben gekozen voor een brede doelgroepdefinitie. De definitie van een doelgroepkind vve luidt:
• een kind dat een achterstand opgelopen heeft of dreigt op te lopen in de taalontwikkeling;
• een kind van wie de ontwikkeling stagneert of dreigt te stagneren door sociaal-emotionele problemen, of door problemen van psychosociale aard;
• een kind van wie een evenwichtige ontwikkeling in algemene zin gevraag loopt of gevaar dreigt te lopen, door het ontbreken van effectieve
ontwikkelingsstimulansen.
In de samenwerkingsafspraken van eind 2013 is daarbij opgenomen dat de partijen zich ervan bewust zijn dat deze 'brede' doelgroepdefinitie (verder reikend dan het minimaal vereiste tegengaan van taalachterstand) na verloop van tijd en na overleg minder breed bijgesteld kan worden zodra het
gemeentelijk aanwezige budget voor onderwijsachterstandbestrijding overschreden wordt.
Uit de subsidieregeling voorschoolse educatie 2014 blijkt dat de subsidiabele leeftijd voor de periode 1 augustus 2014 tot en met 31 deceber 2014 is verhoogd van 2 jaar naar 2,5 jaar.
De inspectie heeft op het niveau van de gemeente het beleid voor de voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Berkelland beoordeeld. Dit vanwege mogelijke risico’s ten aanzien van de uitvoering van wettelijke eisen betreffende voor- en vroegschoolse educatie.
Conclusies gemeentelijk vve-beleid
Uit het onderzoek van de inspectie blijkt dat het gemeentelijk vve-beleid in Berkelland op meerdere punten is verbeterd ten opzichte van de
bestandsopname. Uit het gesprek met de beleidsambtenaar bleek tevens dat er meer verbeterd is in het vve-beleid dan in eerste instantie uit de vragenlijst naar voren kwam.
In de samenwerkingsafspraken vve hebben de gemeente, de houders
van kinderopvang en de schoolbesturen de basis gelegd voor het vve-beleid in de gemeente Berkelland. Er liggen enkele mogelijkheden voor verdere
verbetering van het beleid. Naast de indicatoren die als een verbeterpunt zijn aangemerkt, betreft dit ook het maken van ambitieuze resultaatafspraken vroegschoolse educatie.
Verbeterafspraken Geen
Verbeterpunten 1A2 Bereik 1A4 Ouderbeleid
1A5 Integraal vve-programma
1A7 Interne kwaliteitszorg voor- en vroegscholen
1C Systematische evaluatie en verbetering van vve op gemeentelijk niveau
Voldoende oordelen 1A3 Toeleiding
1A6 Externe zorg 1A8 Doorgaande lijn 1A9 Resultaatafspraken
1B Vve-coördinatie op gemeentelijk niveau 2A GGD-rapport
2B Subsidievoorwaarden
CONCLUSIES
3
Voorbeelden voor anderen 1A1 Definitie doelgroepkind
Vervolgafspraak
• Signaalgestuurd toezicht: de inspectie zal begin 2015 opnieuw een vragenlijst sturen naar de middelgrote en kleine gemeenten en een inschatting maken van mogelijke risico’s. Tevens worden daarbij de uitkomsten van eventuele locatieonderzoeken meegenomen. Op grond van de analyses wordt opnieuw bekeken in welke gemeenten in 2015 een onderzoek plaatsvindt.
