• No results found

0093 0089

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "0093 0089"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

IIBLIOTHEEK KITLV

0093 0089

(3)

ALGEMEENE BEPALINGEN

WETGEVING

N E D E R L A N D S e H I N D I E.

(4)
(5)

ALGEMEENE BEPALINGEN

WETGEVING

N E D E R L A N D S C H - Ï N D I E .

O F F I C I Ë L E UITGAVE.

^ i S

A M S T E E D A M , JOHANNES MULLER,

Ä* voon

(6)

CEIIKUKT BIJ C. A. Sl'IN

(7)

ALGEMEENE BEPALINGEN

WETGEVING

N E D E R L I N D S C H I N D I E .

ARTIKEL 1.

L/e bepalingen door den Koning, of, in zijnen naam, door den Gouverneur-generaal vastgesteld, verkrijgen in Nederlandseh-Indië kracht van wet door hare afkondi- ging, in den vorm, bepaald bij het reglement op het be- leid der regering.

2. De wet verbindt alleen voor het toekomende, en heeft geene terugwerkende kracht.

3. Zoo lang de wet niet bepaaldelijk het tegendeel vast- stelt, is het burgerlijk en het handelsregt hetzelfde voor hen die geene ingezetenen zijn, als voor de ingezetenen van Nederlandsch-Indië.

4. Onder de benaming van ingezetenen van Nederlandsch- Indië verstaat de wet alle Nederlanders, inwoners zijnde van Nederlandsch-Indië; voorts de landzaten of inboor- lingen van de eilanden van den Indischen archipel, voor zoo ver deze tot Nederlandsch-Indië behooren; en einde- lijk alle personen, onverschillig van welken landaard, die, met toestemming der regering, hunne woning binnen Nederlandsch-Indië gevestigd hebben.

(8)

6 Algemeene bepalingen van wetgeving

De wijze waarop de toelating om zich in Nederlandsch- Indië te vestigen, ook door Nederlanders, wordt verkre- gen, wordt bij afzonderlijke bepalingen geregeld.

5. Vreemdelingen zijn de zulken die geene ingezetenen zijn van Nederlandsch-Indië, uitgezonderd de Nederlan- ders, en zij die, volgens de nederlandsche wetten, als zoodanig zijn te beschouwen.

6. De ingezetenen van Nederlandsch-Indië zijn onder- scheiden in Europeanen en daarmede gelijkgestelde per- sonen, en Inlanders en met deze gelijkgestelde personen.

7. Met Europeanen worden gelijkgesteld:

1°. alle Christenen, daaronder begrepen die welke tot de inlandsche bevolkingen behooren;

2°. alle andere personen van waar ook afkomstig die niet in de omschrijving vallen van het vol- gende artikel.

8. Met Inlanders worden gelijkgesteld de Arabieren, Mooren, Chinezen, en alle anderen, die Mahomedanen of Heidenen zijn.

9. Het burgerlijk en het handelsregt, in Nederlandsch- Indië ingevoerd of in te voeren, is toepasselijk op alle europesche en daarmede gelijkgestelde ingezetenen van Ne- derlandsch-Indië.

10. De Gouverneur-generaal is bevoegd om, ten aanzien van de inlandsche Christenen in het algemeen, of van enkele hunner gemeenten, tijdelijk zoodanige uitzonde- ringen op de bepaling van het voorgaande artikel te ma- ken, als hij noodzakelijk zal oordeelen.

11. Behoudens de gevallen, in welke inlanders of met deze gelijkgestelde personen zich vrijwillig hebben onder- worpen aan de europesche bepalingen betrekkelijk het bur- gerlijk en het handelsregt, of waarin zoodanige of andere wettelijke bepalingen op hen zijn toepasselijk verklaard, blijven ten aanzien van die personen van kracht, en wor- den door den inlandschen regier toegepast, der^elver godsdienstige wetten, volksinstellingen en rrpbr„jjceri.

(9)

voor JSederlandach-1 ndïè. 7 voor zoo ver die niet in strijd zijn met algemeen erkende

beginselen van billijkheid en regtvaardigheid.

12. Naar die wetten, instellingen en gebruiken wordt, ook door den europeschen regter gevonnisd in de zaken der aan zijne regtspraak onderworpen inlandsche hoofden, en bij de kennisneming in hooger beroep van door in- landsche regterlijke collégien in burgerlijke zaken gedane uitspraken.

Overigens wordt door de europesehe regtbanken, gelijk mede door de residenten of andere hoogste gezaghebbers, bij de uitoefening hunner regtsmagt in burgerlijke za- ken, naar de europesehe wetten regt gedaan; met dien verstande dat, wanneer inlanders of daarmede gelijkge- stelde personen, zonder dat zij krachtens bepaalde wet- telijke voorschriften, often gevolge van vrijwillige over- eenkomst, aan de europesehe wetgeving zijn onderwor- pen, als verweerders in burgerlijke zaken, voor den eu- ropeschen regter te regt staan, in de gevallen waarin zulks volgens de wettelijke bepalingen kan of moet plaats hebben, alsdan ook door dien regter zoo veel mogelijk op de hiervoren bedoelde godsdienstige wetten, volksin- stellingen en gebruiken zal worden acht gegeven.

13. De bij artikel 11 bedoelde vrijwillige onderwerping aan europesehe wettelijke bepalingen geschiedt bij d e - zelfde acte, welke van de gedane handeling of aangegane verbindtenis wordt opgemaakt, of wrel bij eene afzon- derlijke authentieke of onderhandsche acte.

Zoodanige onderhandsche acte zal, om in regten te kunnen gelden, moeten voorzien zijn van de verklaring van cenen notaris, waaruit blijkt dat deze den ondertee- kenaar kent, dat de inhoud der acte aan den laatstge- melde duidelijk is voorgehouden, en dat daarna de onder- leekening, in tegenwoordigheid van hem notaris, heeft plaats gehad.

14. De eedsaflegging, waar die, het zij in, het zij buiten regten gevorderd wordl, geschiedt overeenkomstig de gods-

(10)

8 Algemeene bepalingen van wetgeving

dienstige wetten en gebruiken van elks bijzonderen land- aard of gezindte.

Wanneer die wetten of gebruiken meer dan ëéne wij/e van eedsaflegging als verbindend erkennen, staat het, voor zoo veel den geregtelijken eed betreft, ter beslissing van den regter op welke dier wijzen dezelve zal worden afgenomen.

15. Behoudens de uitzonderingen omtrent de inlanders on daarmede gelijkgestelde personen vastgesteld, geeft ge- woonte geen regt, dan alleen wanneer de wet daarop verwijst.

16. De wettelijke bepalingen betreffende den staat en de bevoegdheid der personen blijven verbindende voor inge- zetenen van Nederlandsch-Indië, wanneer zij zich buiten 's lands bevinden.

17. Ten opzigte van onroerende goederen geldt de wet van het land of de plaats, alwaar die goederen gele- gen zijn.

18. De vorm van elke handeling wordt beoordeeld naar de wetten van het land of de plaats, alwaar die handeling is verrigt.

Bij de toepassing van dit en van het voorgaande artikel moet steeds worden acht gegeven op het verschil, het- welk de wetgeving daarstelt tusschen Europeanen en In- landers.

19. Alle authentieke acten, ten overstaan van europesche openbare ambtenaren, ten behoeve of ten verzoeke van wien ook verleden, zijn, wat den vorm betreft, onderwor- pen aan de wettelijke bepalingen door het nederlandsch gezag daargesteld.

20. De regter moet volgens de wet regtspreken. Behou- dens het bepaalde bij artikel 11 mag hij in geen geval de innerlijke waarde of billijkheid der wet beoordeelen.

21. Geen regter mag, bij wege van algemeene verorde- ning, dispositie of reglement, uitspraak doen in zaken, welke aan zijne beslissing zijn onderworpen.

(11)

voor A'edcrlaiidsch-IndiÏ!. « 22. De regter, die weigert regt te spreken, onder voor- wendsel van stilzwijgen, duisterheid of onvolledigheid der wet, kan uit hoofde van regtsweigering vervolgd worden.

23. Door geene handelingen of overeenkomsten kan aan de wetten, die op de publieke orde of de goede zeden be- trekking hebben, hare kracht ontnomen worden.

24. Lijfeigenschap en pandelingschap worden in Neder- landsch-Indië slechts in zoo ver geduld, als uitdrukkelijk bepaald is of zal worden in de daaromtrent bestaande, of nader door den Gouverneur-generaal, onder 'sKonings goedkeuring, in te voeren verordeningen.

Lijfeigenen kunnen, zoo wel in burgerlijke als in straf- zaken, getuigenis der waarheid afleggen.

De beperkingen van dien regel, en de verdere bijzon- dere voorschriften aangaande dit onderwerp, worden bij de wettelijke bepalingen op de burgerlijke regtspleging en op de strafvordering vastgesteld.

De aan de lijfeigenschap en pandelingschap verknochte regten en verpligtingen worden beoordeeld naar de bij- zondere daaromtrent bestaande wettelijke bepalingen.

25. De strafbepalingen tegen misdrijven en overtredin- gen, mitsgaders de verordeningen van policie, zijn verbin- dende voor allen die zich in Nederlandsch-Indië be- vinden.

Bij de toepassing van dit artikel zal worden acht gege- ven op het verschil, hetwelk de wetgeving daarstelt tus- schen Europeanen en Inlanders.

De laatstgemelden zullen naar de inlandsche wetten wor- den gestraft, wanneer het geene misdrijven of overtre- dingen geldt, ter zake waarvan zij aan de europesche strafbepalingen zijn onderworpen.

26. Niemand mag tot straf vervolgd of daartoe veroor- deeld worden, dan op de wijze en in de gevallen bij de Wet voorzien.

27. Tot strafvordering zijn alleen geregtigd de ami)-

(12)

10 Algemeene bepalingen van wetgeving

tenaren, welke bij de wettelijke bepalingen daartoe be- voegd zijn verklaard.

28. Behalve in de gevallen bij de wettelijke bepalingen voorzien, kan de vergoeding van schade, door eenig mis- drijf veroorzaakt, alleenlijk bij eene afzonderlijke bur- gerlijke regtsvordering vervolgd worden.

29. Gedurende den loop van de regtsvervolging tot straf, blijft de regtsvordering tot vergoeding van schade voor den burgerlijken regter geschorst, onverminderd de behoedmiddelen bij de wettelijke bepalingen veroor- loofd.

30. Geene regtsvervolging tot straf kan gestuit of ge- schorst worden door het afzien van de burgerlijke regts- vordering, ten zij in de gevallen bij de wettelijke bepa- lingen voorzien.

31. Het regt tot strafvordering vervalt:

1°. door den dood van den beklaagde;

2°. door verjaring.

De nadere regeling van dit onderwerp geschiedt bij de wettelijke bepalingen op de strafvordering.

32. Een ingezeten van Nederlandsch-Indië zich, ter- wijl hij uitlandig is, schuldig of medepligtig makende aan misdrijven, door welke, volgens de bijzondere bepa- lingen op het strafregt, de rust en veiligheid van het land in gevaar gebragt of benadeeld worden, of aan eenig bij de wettelijke bepalingen voorzien misdrijf, ten aan- zien van de in Nederlandsch-Indië wettig gangbare munt- specien, of aan het bedriegelijk namaken of vervalschen, of wel des bewust in omloop brengen van nagemaakt of vervalscht bankpapier, of op hoog gezag in omloop ge- bragt papiex-en geld, gelijk ook aan het namaken of ver- valschen van zegels, stempels of merken, welke op open- baar gezag gebruikt worden, zal naar de wettelijke be- palingen, die aldaar van kracht zijn, vervolgd en gestraft worden, en zulks zonder onderscheid of de wetten van het land, alwaar zoodanig misdrijf is gepleegd, eene

(13)

voor Nederlandsch-huU'e. 1 !

zwaardere of eene ligtere ofwel in liet geheel geene straf op hetzelfde misdrijf stellen mogten.

De bepalingen van dit artikel zijn mede toepasselijk op hen die, geene ingezetenen van Nederlandsch-Indië zijnde, zich aan zoodanige misdrijven schuldig of medepligtig heb- ben gemaakt, en binnen Nederlandsch-Indië mogten wor- den gevat, often verzoeke van de regering zijn uitgeleverd.

33. Insgelijks zullen, na aanhouding binnen Neder- landsch-Indië of verkregen uitlevering, volgens de aldaar bestaande wettelijke bepalingen worden vervolgd en ge- straft :

1°. ingezetenen van Nederlandsch-Indië, welke zich buiten 's lands schuldig of medepligtig hebben ge- maakt aan eenig misdrijf hoe ook genaamd tegen ingezetenen van die bezittingen;

2°. ingezetenen van Nederlandsch-Indië, welke zich buiten 's lands, onverschillig tegen wien, en zoo ook omgekeerd allen, wie zij ook zijn mogen, die zich buiten Nederlandsch-Indië tegen ingeze- tenen van die bezittingen hebben schuldig of medepligtig gemaakt aan moord, brandstichting, diefstal, gepaard met braak of met mishandeling, gewapenderhand, of bij vereeniging van meer dan twee personen, en met verzwarende omstandighe- den gepleegd, mitsgaders aan het maken en in omloop brengen van in- of uitlandscbe valsche of vervalschte wisselbrieven.

34. In de gevallen, bij het voorgaande artikel ver- meld, zal er geene vervolging of veroordeeling tegen de beklaagden kunnen plaats grijpen, indien zij, ter zake dier misdrijven, bij een vonnis door den buitenlandschen regter zijn vrijgesproken of veroordeeld en gestraft geworden.

35. Niemand mag in heel tenis worden genomen dan op bevel van het daartoe, ingevolge de wettelijke bepa- lingen op de strafvordering, bevoegd gezag, en op den voet en de wijze bij die bepalingen omschreven.

(14)

12 Algeineene bepalingen van wetgeving, enz.

36. Het bepaalde bij de artikelen 26 en 35 maakt geene inbreuk op de bevoegdheid van den Gouverneur-generaal tot het nemen van zoodanige politieke maatregelen van bedwang en voorzorg, als waartoe hij door den Koning is of zal worden gemagtigd.

SLOTBEPALING.

37. Wanneer de Gouverneur-generaal de wijziging of opheffing eener van den Koning uitgegane wettelijke be- paling noodig oordeelt, zal hij daartoe kunnen overgaan, doch niet anders dan onder 'sKonings nadere goedkeu- r i n g ; behoudens de bijzondere gevallen, waarin de be- voegdheid tot wijziging of opheffing uitdrukkelijk aan den Gouverneur-generaal is opgedragen.

De aldus door den Gouverneur-generaal, onder 'sKo- nings nadere goedkeuring, vastgestelde bepalingen heb- ben inmiddels in Nederlandsch-Indië kracht van wet, tot dat hare intrekking, op de bij artikel 1 omschreven wijze, door afkondiging is openbaar gemaakt.

(15)
(16)

N

(17)
(18)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

dit middel wordt niet aanbevolen tijdens het begin van de zwangerschap en dient niet te worden ingenomen indien u langer dan 3 maanden zwanger bent, aangezien dit ernstige

Elektrische ladingen

W ANNEER wij eerlijk zijn, moeten wij erkennen, dat Erasmus in onze geschiedenis weliswaar een grote rol gespeeld heeft, maar dat zijn werk tegenwoordig bij de meerderheid van

„Vandaag is ouderschap iets waarin je je ontwikkelt, want niet alleen je kind is bij de ge- boorte een onbekende voor jou, ook jezelf als ouder moet je leren

Voorstel voor een nieuw stelsel 258 Samenvatting 261 Summary 271 Lijst van verkort aangehaalde literatuur

WINTER, translateur voor de Javaansche taal en gewezen onder- wijzer bij het thans opgeheven Instituut voor die taal te Soerakarta, — een m a n , die en in de taal, én in de

1- De demang zal den dag voor het offerfeest'vaststellen. 2- Tien dagen vóór het offerfeest moet de demang daarvan aan den pan- dji van het district Gamping kennisgeven. Dadelijk

111. tr·ekt nieuwe krachten uit d'e successen van het intennafi.onal·e fascisme en ste·ekt de kop weer op. In de weermacht is e•en groot deel van het kader naar