• No results found

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 25 maart 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 25 maart 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Raad

vanState

2 0 0 9 0 1 6 2 9 / 1 / V 3 .

Datum uitspraak: 2 5 maart 2 0 0 9

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak met toepassing van artikel 8 : 5 4 , eerste lid, van de Algemene w e t bestuursrecht op het hoger beroep v a n :

appellante,

tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Utrecht, van 5 maart 2 0 0 9 in zaak nr. 0 9 / 5 7 2 3 in het geding tussen:

en

de staatssecretaris van Justitie.

(2)

2 0 0 9 0 1 6 2 9 / 1 / V 3 2 25 maart 2 0 0 9

1. Procesverloop

Bij besluit van 21 februari 2 0 0 9 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld. Dit besluit is aangehecht.

Bij uitspraak van 5 maart 2 0 0 9 , verzonden op 6 maart 2 0 0 9 , heeft de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Utrecht, het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 6 maart 2 0 0 9 , hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.

De staatssecretaris van Justitie heeft een verweerschrift ingediend.

Vervolgens is het onderzoek gesloten.

2. Overwegingen

2 . 1 . Hetgeen in het hoger-beroepschrift is aangevoerd en voldoet aan het bepaalde in artikel 8 5 , eerste en t w e e d e lid, van de

Vreemdelingenwet 2 0 0 0 , kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen o p w e r p t die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de

rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, w o r d t , gelet op artikel 9 1 , t w e e d e lid, van deze w e t , met dat oordeel volstaan.

2 . 2 . Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te w o r d e n bevestigd.

2 . 3 . Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

(3)

2 0 0 9 0 1 6 2 9 / 1 / V 3 3 25 maart 2 0 0 9

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin:

bevestigt de aangevallen uitspraak.

Aldus vastgesteld door mr. A . W . M . Bijloos, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W . M . P . van Gemert, ambtenaar van Staat.

w . g . Bijloos w . g . Van Gemert lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat

Uitgesproken in het openbaar op 25 maart 2 0 0 9 2 4 3 - 5 5 0 .

Verzonden: 25 maart 2 0 0 9

Voor eensluidend afschrift,

de secretaris van de Raad van State, voor deze,

(4)

•f), rep. iv\jy \-j; \ / «"til. JlVi. M . I U / i t

Potto/ana Pufeufisoö MWRH UTRECHT

» g t o UWC«

Korp«aad«tfse3 SV^aomöOnganpoW»

BeftaBtftM tfoor TJ-SBWtta TitotooH Û3&S5WO0 Fax 0304581207

V4UDBimr/Zak / Z u k - iBflöaoou Dflfim 20/BZ/2OO9

Ondwwrp MtlOA*Uilr*gtlwnS«i«rtnû

POLITIE

• Utrecht

£

O .

Maatregel v a n Bewaring.

De ondergetekende,

Theodorus Petrus Sybrandus Hbertse, Inspecteur van hat regionaal popttekorps Utrecht belast mat hat teazlcht op vreemdeangan, tavans hulpofficier van Justitie, leg met hat oog op do uitzetting aan

de vraamdsJinga, zteh noemende!

Achternaam Voome(e}m(en) Geboortedatum Geboorteplaats

Geboorteland

Cuba

Nationalitäten) Cubaanse

Geslacht vrouwe^k

O

de maatrege] van bewaring op, zoals bedoeld In aifiksl 59, aarsts u i aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (geen reohtmafig verW5f>.

Oeze maatregel wordt gevorderd door het belang van de openbare orde omdat ar aanwijzingen zijn om te varmoaden dst betrokkene zteh s i n de uitzetting zal onttrekken, hetgeen b i p uit het fett dat betrokkene

* Niet beschikt ever een identiteitspapier sla bedoeld In artikel 4 2 1 van het vrtemdeOngenbeshiJt 2000

Ongewenst verklaard ia

Geen vista woon- A/erblîjfpIaata heeft Veroordeeld Ie terzake een misdrijf

Zich niet aangemeld heeft b[| de korpschef -

Gebruik maakt/maakte van een vaJsA/ervafct document .

Eerder niet rechtmatig In Nederland varbteven heeft ' ' Zen bedient van een of meardere aliassen

Niet beschikt ovar voldoende middelen van bestaan.

V.nn Pßgina 1 van 2

Ontvangt t i j d 20. Feb. 17:19

(5)

'iL), reo. *uuv I I D : I / pnr. 2f0i ir. 11/ 14.

De maatregel Is opgeteg±

Plaats Datum lud

Utrecht 21/02/2009 OB:oo uur.

DA Staetssaaretaria van Justffla, namens da staataucretaria, da hulpofficier van Justitie, da Inspecteur,

T.P.S BbertSô

O

O

Ein afte/irffr van daze mastraget h onmtâteSJJk aan dû vmamdaflng* Uftg$fBlkt

Beroep tegen doxa maatragef kan aehrlftafllk worden Ingesteld bQ da rechtbank te '

"a-Qravanhage, Centraal Intakabureau Vreemdelingenzaken ta Haarlam, faxnummer 023 512 8798. HJerfaQ dient gebruik ta worden gemaakt van hat modal baroapsehrW, î l e

•www.rechtapraafcjiP.

VJtt

Pagina 2 van 2

Ontvaagit t i j d 20. Fab. 17:19

(6)

6-Mrt- 2 0 Ö 9 J 6 : 2 8 P i e t e r s Advocaten 030-2716672

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG Zltóngiimiaeade te Utrecht Sector bcstiwijji echt

zaakmmnner. AWB 09/5723 VRÖNTN

ïrftspraAkophrtberoq)tegCTdemaBtrcgelvnflbïWMingopExondviaaröT«I59 Vreemdelmgeziwet 2000 ( W ) van de enkelvoudige kamer <üL 5 maart 2009

geboren op van Cubaanse nationaliteit, - geBJachtigde: mr. G.I. Dijkman, advocaat te Utrecht,

tegen een besluit van

de Staatssecretaris van Justitie, verweerder.

gemachtigde: mr. MM. Lmjï. wericzaam by de onder verweerder ressorterende fttzmgratie- en Naturaliaahedifinst te Den Haag.

Thlpftfing

1.1 Verweerde heeft op 21 februari 20CP aan eiseres met ^

van bewaring ex artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a» Vw opgelegd.

12 Eisere» heeft hiertegen op 23 februari 2009 beroep mgesteld bc deze rechtbank Ingevolge artikel 94, eerste lid, V w strekt dit beroep tevens tot toekenning van schadevergoeding.

IJ Hetgedingistafcandeidteraüingvan2

atnngbij monde van hun genTaehtigdeûhtastan^mntentoegeHcht Overwegingen

Zl Ingevolge artikel 94, vierde Hd,Vw veddaart derechtbank het beroep gegrond en beveelt 2^ de opheffing van de maatregel of een wijziging van de uijze van tcœritvc^egging daarvan, indien zij van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelipcheid niet gesechtvaardigd is.

11 Eiseres heeft de rechtbank verzocht de ophef^vand^DiaatregelvanDewaTingte bevelen en schadevergoeding toe te kennen en voert daartoe aan dat verweerder de

inspannmgsverphxËtmg, neergelegd in paragraaf AS/53.7.1 van de Vreandehngenrircnlaire 2000, heefl geschonden en niet voldoende voortvarend aan haar iTttn-jtïng heeft gewerkt.

23 Verweerder heeft geconcfrideerd tot ODgegrondveridaripg van het beroep en tot afwijzing van het verzoek om schadevergoeding.

De rechtbank overweegt als volgt.

N r - 3035 P

*

4 / 6

.

/ n n

na wu t/O04

Ontvangst t i j d S . U r t . 10:34 '

(7)

6-Mrt^. ?p09916:28 Pieters Advocaten 030-2716672

awfcnunttPCTt AWB 09/5723 VRON1N

2.4 Niet bestreden is dat deprocedure Iridend tnf rfe mheiggrTngsfrilipg cp dc tpQpi y?fl tenuirvc*rieggmgvandebcwariiigmovereensten^^

gronden die oan de maatregel van bewaring ten grondslag zijn gelegd zy a niet bestreden.

2 J Voordat dseres in bewaring is gestold heeft zîj twee T*iftpn<<fri {Q stzBfrechtebjke «teum»- verbleven. De rechtbank constateert dat verweerder tijdens de tweede detenrieraaaod is begonnen met uitzfifringshafldefnignn. Op S februari 2009 is het dossier van eisere* bij de Dienst Temmeer & Vertrek binnengekomen, op 10 februari 2009 is eiseres gehoord en op 11 febmari 9<VM i« eg« climMuwwrttftg A p j m ^ n ^ n a g r for^p PnMin "T ? 1 februari 2009 ts eiseres in bewaring gesteld en op 23 februari 2009 is er oen akkoord van Spanje

binnengekomen. Op 6 maart 2009 a l eiseres naaraUe wBaitciujnJijkJieid aan Spanje würden overgedragen en ter zitting rteeftvew^

zou rip geboekt

2.6 Gelet op het vwrga&odc is de rechtbank vanoCïOM^

eerAtr tijdene Ac ftrafft^-ftffIfffr» Hph-nft> wirf <fc ^ftyftrngg)iimririirtff»fi Ipmnftrt hagrimen, de igspflTWTingsverpHchTfng niet is gesritftndffl en dat verweerder voldoende voortvarend heeft gehandeld. Dat vcrw eender niet heeft kmmen bevestigen dat de vindit voor 6 maart 2009 inmiddels is geboekt leidt met tot een *t»dw oordeel nu verweerder ter rating heeft meegedeeld dat wel zeker ia dat eiseres op 6 maart 2009 zal gaan vKegen.

2.7 Gelet op het vorenoverwogens is de reehibanlc van oorded to de toepassing noch temiïtvoeriegging van de maatregel van bewariijgtajaanrien van eiseres in sirrjdü met de Vw. Evenmin is gebleken dat bij afweging van pflcdaarbö betrokken belangen de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in reoefyTdtód met gerechtvaardigd is te pc-htga

2JÏ Het beroep dieol derhalve ongegrond verkbard te wordtm. De opheffing van de maatregel van bewaring wordt niet bevolen. Gelet hierop bestaat evenmin grond voor het tc^kennen van schadevergoeding, zodat het verzoek daartoe wordt afgewezen.

2,9 Van omstandigheden op grond waarvan een van de partyen zou moeten worden

veroordeeld in de door de andere partij gemaakte piocestes^ is de rechtbank niet gsbleken.

Hr -3035

ia w J / 0 0 4

bbd2

Outvansst t i i d 6 - M M . 10:34

(8)

oe/ßAlk ??!L

9

9

t

.

6

.;.?

9 Pi e t e r s Advocaten 030-2716672 Hr.3035 P. 6 / 6 ,n r t ei w v / 0 0 4

zaaknummer AWB 09/5723 VRONIN blad 3

Beshsring De rechtbank:

3.1 verklaart het beroep ongegrond;

3.2 w§n het verzoek ona scbadcvcrgoetfiag aL

Aldus vastgesteld door mr. J. Ebbens en in het openbaar nügesprokni op 5 maait 2009.

De griffier: ƒ ƒ De rechter:

mr. G.

aftchriÔv

mr. J.

° F - 6 MRT Z009

Rechtsmiddel

Ingevolge artikel 95 van de Vw staat tegen deze uitspraak binnen een week na de dag van bekendmaking hiervan voor belanghebbenden hoger beroep open by de Afdeling bestuitorac^raakvandeRaadvanStat^^

beroepschrift dient één of meer grieven tegen deze mtqaaak te bevatten.

De uitspraak van de rechtbank is bindend tossen paitrjea Die bmdmg heeft ook betefcemstqj een eventueel vervolg van deze procedure, bijvoorbeeld indien het beroep gegrond wordt verklaard en verweerder een nieuw besluit moet nemen. Als een partij met met hoger beroep opkomt tegen een oordeel van de rechtbank waarbij uitdrukkelijk en zonder voorbehoud een standpunt van die psrtg is verworpen» staat de bestairsTechterdieparb^mbegmselniettoc dat standpunt in een latere fase van de procedure opnieuw ia te nemen.

Ontvaoïst t i j d 6 - M r t . 10:34

(9)

6-Mrt. 2009 16:27 P i e t e r s Advocaten 030-2716672 »r .3035 P- 1/6

PIETERS

ADVOCATEN

z

Mw. nx JA Ptóas mtAP.vanSïnüen Mw. m LM. Straver cm GJ. Dfkraan Mw. rad da Jong

Raad van State Postbus 20019

2500 EA 's-Gravenhage

tevens per fax; 070 365 1380

RAAD VAN STATE | INGEKOMEN . ^ « É - 6 MRT 2009 *?

2MXNR.

Atófc XJL

TEzJ

mvtsBSiUt RHfc

Betreft Uw kenmerk Ons kenmerk

Neiuwe zaak 09021 GD

Utrecht, 6 maart 2009

Hoger beroep Vreemdelingenzaken (griffiekosten afboeken van mijn rckening-counwQ

, hierna te noemen appellante, geboren op

verblijvende te Rotterdam, UC Zestienhoven: Airportbaan 18, domicilie kiezende te Utrecht aan de Kruisstraat 307 (Postbus 13017, 3507 LA) ten kantore van de advocaat mr. G.J.

Dijkman, die hierbij verklaart te dezer zake bepaaldelijk te zijn gevolmachtigd door appellante tot het instellen van dit hoger beroep en ais zodanig in deze procedure zal optreden.

Appellante steit hierbij hoger beroep in tegen de beslissing van rechtbank 's Gravenhage, zittingsplaats Utrecht d.d. 6 maart 2009, waarbij haar beroep tegen de maatregel van bewaring op grond van artikel 59 Vw ongegrond is verklaard.

Appellante kan zich niet met de bestreden beschikking verenigen op grond van het navolgende:

Grief

Ten onrechte overweegt de rechtbank dat hoewel verweerder wellicht eerder had kunnen handelen de inspanningsverplichting niet is geschonden en voldoende voortvarend is gehandeld.

Appellante is van mening dat uitspraak van de rechtbank innerlijk tegenstrijdig is. Enerzijds overweegt de rechtbank dat eerder handelen wellicht mogelijk was, anders oordeelt de rechtbank dat de inspanningsverplichting niet is geschonden. Dit is innerlijk tegenstrijdig.

Als de rechtbank overweegt dat eerder handelen wellicht mogelijk was, accepteert de rechtbank impliciet d e stelling dat vree m deling rechtelijke detentie na de strafdetentie voorkomen had kunnen worden. Feitelijk overweegt de rechtbank dus dat aan de inspanningsverplichting van verweerder om vreemdeling rechtelijke detentie te voorkomen had kunnen worden voldaan.

(10)

6.Mr t- 2009 16:27 Pi eters Advocaten 030-2716672 Nr-3035 P. 2 / 6

f f PIETERS

A d v O C A T h N

Voorts valt in dit kader niet in te zien waarom de rechtbank buiten beschouwing laat dat is aangevoerd dat verweerder reeds op 3 januari middels een mededeling uitreiking van een Model 122 op 3 januari 2009 te kennen heeft gegeven op de hoogte te zijn van de detentie van appellante. Op 6 januari 2009 de strafrechtelijke detentieduur is komen vast te staan en verweerder op de hoogte was van de verplichting om de aansluitende detentie te voorkomen.

De rechtbank heeft ten onrechte buiten beschouwing gelaten dat verweerder ondanks deze feiten eerst in februari 2009 tot handelen is overgegaan. Het oordeel van de rechtbank is reeds hierdoor onvoldoende gemotiveerd en komt voor vernietiging in aanmerking.

Tevens heeft de rechtbank ten onrechte buiten beschouwing gelaten dat niet bekend is wanneer bureau Dublin de claim heeft doorgezonden aan de Spaanse autoriteiten.

Hierdoor is het goed mogelijk dat de claim geruime tijd bij Bureau Dublin heeft gelegen en de Spaanse autoriteiten zeer snel hebben gereageerd. Op grond van het dossier kon de rechtbank hier geen oordeel over vellen. Ook hierdoor is de uitspraak onvoldoende gemotiveerd en komt voor vernietiging in aanmerking.

De rechtbank miskent ook de lange duur tussen het daimakkoord van de Spaanse autoriteiten en de (vermoedelijke) vluchtdatum. Niet valt in te zien dat geen eerdere vlucht is geboekt Gezien het feit dan alleen de KLM al meerdere keren per dag vliegt op Madrid, Iaat staan andere Spaanse plaatsen valt niet in te zien dat tussen claimakkoord en vermoedelijke vliegdatum twee weken verstrijken. Ook hierdoor is de bestreden uitspraak onvoldoende gemotiveerd.

Behandeling van de zaak is van groot belang omdat de rechtbank verweerder de ruimte geeft om gedurende de strafrechtelijke detentie geen handelingen te verrichten die op grond van de inspanningsverplichting wel dienen te worden verricht

Redenen waarom:

Appellante zich thans wendt tot Uw College met het eerbiedig verzoek om het hoger beroep gegrond te verklaren en de uitspraak van de Rechtbank 's-G ra ven h age.

ztttinghpütrénde te Utrecht van 6 maart 2009 te vernietigen, en verweerder te veroordelen in de^o^te/i ,van deze procedure.

ide enz.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Anders dan de raad kennelijk meent, is het niet mogelijk om op basis van alleen de toelichting van het plan een aanvraag voor een omgevingsvergunning af te wijzen of handhavend op

Appellant kan, mede gelet op deze uitspraak van de Afdeling, de Rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Almelo, dan ook niet volgen in haar overweging dat de door de President

waarom appellant u verzoekt dit hoger beroep gegrond te verklaren en voornoemde uitspraak te vernietigen en de vreemdelingenbewaring alsnog op te heffen met toekenning van

Hierbij zend ik u ter informatie een afschrift van de (gewijzigde) lijst van degenen die in de bovenvermelde zaak als partij zijn toegelaten en aan het geding

Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder geen aanleiding hoeven zien om aan de deugdelijkheid en zorgvuldigheid van de onder verantwoordelijkheid van Bureau

onaantastbaar is geworden. De AbRS heeft hierbij overwogen dat in een dergelijk geval het algemeen rechtsbeginsel dat eenzelfde geschil niet voor de tweede maal aan de rechter

Gezien het vorenstaande ziet de rechtbank geen grond voor het oordeel dat verweerder zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de met de bewaring gediende

Appellant persisteert dan ook in zijn stelling dat de enkele omstandigheid dat hij de naam van de gevangenis niet kende en hij daar ook niet naar gevraagd heeft en hij van een