• No results found

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Het Schild, centrum voor blinden en slechtzienden in Wolfheze op 5 januari 2022

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Het Schild, centrum voor blinden en slechtzienden in Wolfheze op 5 januari 2022"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport van het inspectiebezoek aan

Stichting Het Schild, centrum voor blinden en slechtzienden in Wolfheze op 5 januari 2022

Utrecht, maart 2022 V2035920

(2)
(3)

Pagina 3 van 26

Inhoud

1 Inleiding 4

1.1 Aanleiding bezoek 4 1.2 Beschrijving Het Schild 4

1.3 Actuele ontwikkelingen in het kader van de Wzd en de Wvggz 7

2 Conclusie 8

2.1 Overzicht van de resultaten 8 2.2 Wat gaat goed 8

2.3 Wat kan beter 8 2.4 Conclusie bezoek 9

3 Wat zijn de vervolgacties 10

3.1 De vervolgactie die de inspectie van Het Schild verwacht 10 3.2 Afsluiting inspectiebezoek 10

4 Resultaten 11

4.1 Thema Persoonsgerichte zorg 11 4.1.1 Resultaten 11

4.2 Thema Deskundige zorgverlener 14 4.2.1 Resultaten 15

4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid 19 4.3.1 Resultaten 19

4.4 Thema hygiëne en infectiepreventie 21 4.4.1 Resultaten 22

Bijlage 1 Methode 23

Bijlage 2 Geraadpleegde documenten 25

(4)

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd bracht op 5 januari 2022 een

aangekondigd vervolgbezoek aan Stichting Het Schild, centrum voor blinden en slechtzienden (Het Schild) in Wolfheze. Het bezoek is enkele uren voor de start van het bezoek telefonisch aangekondigd.

De inspecteurs toetsen of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is

voorgeschreven in wetten, professionele standaarden, veldnormen en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. Het toetsingskader is slechts een selectie hieruit.

Als de inspecteurs het tijdens het bezoek nodig vinden ook andere thema’s te onderzoeken dan doen zij dit. De inspecteurs benoemen de onderzochte thema’s dan apart in dit rapport.

De in dit rapport gebruikte begrippen liggen vast in een verklarende woordenlijst.

De inspecteurs verzamelen informatie door middel van observaties, een rondleiding, het inzien van documenten en gesprekken. Ze toetsen de thema’s persoonsgerichte zorg, deskundige zorgverlener en sturen op kwaliteit en veiligheid, hygiëne en infectiepreventie en randvoorwaarden voor goede besturing van de organisatie.

Waar de inspectie naar kijkt ligt vast in een toetsingskader. Voor het thema

‘goede besturing’ zijn bij dit bezoek geen (extra) normen opnieuw bekeken.

1.1 Aanleiding bezoek

De inspectie bezoekt Het Schild een jaar na het afsluiten van het verscherpt toezicht om na te gaan of Het Schild nog steeds voldoet aan de normen.

In 2018 en 2019 constateerde de inspectie aanhoudende tekortkomingen op de thema’s ‘deskundige zorgverlener’ en ‘sturen op kwaliteit & veiligheid’. Eind 2019 plaatste de inspectie Het Schild daarom onder verscherpt toezicht.

In mei 2020 verwachtte de inspectie dat Het Schild tevens een aantal

wijzigingen zou doorvoeren op het gebied van haar besturing en intern toezicht.

Op 26 november 2020 toetste de inspectie de resultaten van alle

verbetermaatregelen, inclusief de resultaten voor de norm ‘goed bestuur’. Het Schild liet voor alle normen zodanige verbeteringen zien dat op 14 december 2020 de inspectie haar verscherpt toezicht bij Het Schild heeft opgeheven.

Dit rapport is niet los te zien van het rapport van het inspectiebezoek1 op 26 november 2021 en de onderliggende rapporten sinds 1 oktober 2018.

Zie hiervoor de website van de inspectie (www.igj.nl) onder publicaties.

1.2 Beschrijving Het Schild

Het Schild is een woon- en zorgcentrum dat diensten verleent op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Het Schild richt zich speciaal op blinden en

slechtzienden. Cliënten kunnen vanaf ongeveer 55 jaar, met een visuele handicap, in Het Schild komen wonen. Het Schild biedt ook dagbesteding aan interne en externe cliënten.

1 V2020955 (betreft verscherpt toezicht bij Het Schild) en V2026089 (betreft inspectiebezoek 26-11-2020)

(5)

Pagina 5 van 26

Besturing en management

Het Schild heeft een eenhoofdige raad van bestuur. Sinds juni 2020 wordt deze functie ad interim (a.i./parttime) vervuld. In overleg met de raad van toezicht zal de huidige bestuurder a.i. aanblijven tot een goede aansluitende opvolging en daarmee continuïteit in het bestuur is geregeld. Verder heeft Het Schild een raad van toezicht (rvt) met vijf zetels. Eén zetel van de rvt is sinds kort vacant.

De cliëntenraad kan hiervoor een nieuw lid voordragen. In samenspraak met de rvt is het profiel voor een kandidaat in voorbereiding ten tijde van het

inspectiebezoek. Elk lid van de rvt heeft een specifieke deskundigheid zoals financiën, zorg of huisvesting.

Het Schild heeft een ondernemingsraad (OR), een cliëntenraad (CR) en een huurderscommissie.

Sinds het laatste kwartaal van 2021 heeft Het Schild in overleg met haar

adviesraden een reorganisatie voorbereid en doorgevoerd, met als doel weer een sluitende exploitatie te krijgen. Alle betrokkenen zien de noodzaak hiervan om de toekomstige continuïteit van de zorgaanbieder te (kunnen) waarborgen. Per 1 januari 2022 is hiermee de situatie en setting van Het Schild ingrijpend aangepast. Het Schild heeft de eigen grootkeuken, de behandelfunctie en het complexe zorgaanbod afgestoten. Op deze manier kan Het Schild de balans hervinden bij haar exploitatie om een faillissementsdreiging af te wenden. De steunstichting, tevens eigenaar van het terrein en gebouwen, vult al diverse jaren de financiële tekorten van Het Schild aan.

Intussen is een fusie op korte termijn niet meer noodzakelijk voor de continuïteit van de zorg. Het Schild blijft wel werken aan intensieve samenwerking en een eventuele fusie op langere termijn. Het schild wil hiermee de identiteit als instelling voor blinden- en slechtzienden en de kwaliteit van zorg verstevigen".

De raad van bestuur voert hiervoor overleg met een zorgaanbieder met expertise op het gebied van blinden en slechtzienden.

Op operationeel niveau geven twee teamleiders leiding aan drie zorgteams en aan de dagbesteding. Elk team levert zorg aan bewoners op één van de drie bouwlagen van het gebouw. Verder zijn er ondersteunende diensten zoals een HRM-adviseur, kwaliteitsadviseur, een facilitair manager. Ook is er een financiële controller verbonden aan Het Schild.

Cliënten

Het Schild beschikt over 121 appartementen. Ongeveer zestig appartementen zijn bestemd voor huurders, al dan niet met ondersteuning vanuit de Wmo (wet maatschappelijke ondersteuning), Zvw (zorgverzekeringswet), VPT (Volledig Pakket Thuis), MPT (Modulair Pakket Thuis) en PGB (persoons gebonden budget). Ongeveer zestig appartementen zijn bestemd voor bewoners met een ZGvis indicatie op basis van Wlz (wet langdurige zorg) met verblijf zonder behandeling. Twee appartementen zijn voor logeeropvang met een VPT, MPT of PGB, bedoeld voor verblijf van korte duur om mantelzorgers te ontlasten. In een aantal appartementen wonen twee personen samen. Het Schild levert de

ondersteuning en/of de zorg. Dit laatste in de vorm van een VPT, MPT en/of soms op particuliere basis.

Ten tijde van het inspectiebezoek zijn er 53 cliënten met een Wlz/ZGvis- indicatie, 2 cliënten met logeeropvang, 44 huurders met een ZGvis-indicatie (merendeels met een Zvw-, en/of Wmo-indicatie) en staan 21 appartementen

(6)

leeg. De ZGvis-indicaties variëren van 2 tot en met 5. Er wonen 7 cliënten met een zorgprofiel VV 4 en 1 cliënt met een zorgprofiel VV 6.

Iedere cliënt heeft een eigen appartement met zitkamer, slaapkamer, keuken badkamer en balkon/tuin. De appartementen verschillen in grootte. De appartementen liggen verdeeld over meerdere bouwlagen. Cliënten wonen

‘gestippeld’. Dit betekent dat cliënten met- en zonder indicatie door elkaar heen wonen. Cliënten hebben de mogelijkheid om zelf te koken en/of kunnen gebruik maken van de maaltijdvoorziening van een externe aanbieder. Deze maaltijden kunnen cliënten rond het middaguur nuttigen in de Oranjerie, de tuinkamer of op het eigen appartement. Verder heeft Het Schild een winkeltje en een kapper.

Ook is er een grote binnentuin. Alle bewoners kunnen gebruik maken van het activiteitenprogramma van de afdeling welzijn. De bewoners met een daarbij behorende indicatie kunnen daarnaast gebruik maken van dagbesteding.

Zorgverlening

Ten tijde van de bezoekdag werken in totaal 111 medewerkers in Het Schild. 93 medewerkers hebben een vast dienstverband.

De zorg wordt verleend door 49 zorgverleners met een vast dienstverband: 27 (18,94 fte) Verzorgende individuele zorgverlener (VIG) niveau 3, 7 helpenden (plus) niveau 2(4,39), en 14 studenten helpenden niveau 2 (10,88 fte). Er is een (0,67fte) coördinator vrijwilligers.

Daarnaast zijn er voor de zorg nog 11 zorgverleners zonder vast dienstverband:

2 verpleegkundigen niveau 4, 2 VIG’ers, 6 helpenden(plus) en een student verpleegkunde niveau 4.

Sinds januari 2022 werkt Het Schild met drie verschillende zorgteams op drie verschillende etages. Elke cliënt in zorg heeft een eerstverantwoordelijk verzorgende (EVV) aan zich gebonden. In iedere dienst is minimaal een VIG’er aanwezig.

De medische zorg valt onder de eindverantwoordelijkheid van enkele lokale huisartsen. Via de huisarts kunnen andere disciplines betrokken worden zoals een specialist oudergeneeskunde (SO), fysiotherapie en diëtiste.

In de avond- nacht- en weekenddiensten is zo nodig een verpleegkundige achterwacht bereikbaar en beschikbaar via een thuiszorgorganisatie. Voor de medische zorg loopt de bereikbaarheid via een huisartsenpost. Voor de

medicatieverstrekking werkt Het Schild samen met één lokale apotheek aan de hand van een elektronisch registratiesysteem. Verder is een groep van ongeveer 75 vrijwilligers beschikbaar voor allerlei activiteiten zoals wandelen, spelletjes en voorlezen.

Het gemiddelde ziekteverzuim in Het Schild was in 2021 11,74%.

Actuele ontwikkelingen

Cliënten, zorgverleners en organisatie maken een lastige periode door.

Om te blijven voldoen aan de eisen van kwaliteit en veiligheid van zorg en om Het Schild financieel rendabel te krijgen, is eind 2021 de keuze gemaakt om Het Schild te reorganiseren van ‘verpleeghuiszorg’ naar ‘verzorgingshuiszorg’.

Formeel te zien als een ‘geclusterde woonvorm’. Daarom heeft Het Schild in het laatste kwartaal van 2021, gesteund door het zorgkantoor, elf cliënten met complexe psychogeriatrische zorgvraag moeten overplaatsen naar andere verpleeghuizen. Ook maakte Het Schild nieuw beleid voor haar in- en

exclusiecriteria. Zo kunnen cliënten met bijvoorbeeld dwaalgedrag niet meer opgenomen worden of opgenomen blijven bij Het Schild. Verder krijgen cliënten sinds januari 2022 kant-en-klaarmaaltijden geserveerd. Door de reorganisatie

(7)

Pagina 7 van 26

kregen een aantal medewerkers ontslag. Het Schild stelde daarom een sociaal plan op in overleg met de ondernemingsraad. Ook hebben sommige

medewerkers gekozen zelf met ontslag te gaan en elders werk te zoeken.

Vanwege alle veranderingen is er een tijdelijk opnamestop geweest bij Het Schild voor zowel cliënten met een Wlz/ZGvis-indicatie en huurders. Vanaf januari 2022 is de opnamestop opgeheven om alle 121 appartement weer te exploiteren in de verhouding 50% huurders en 50% cliënten met Wlz/ZGvis- indicatie.

Verder heeft de rvt nog geen concrete en duurzame oplossing gerealiseerd voor de aansturing van Het Schild. Er is nog niet voorzien in een nieuwe bestuurder die de huidige bestuurder a.i. zal opvolgen.

COVID-19

In de eerste periode van de coronapandemie, begin 2020, heeft Het Schild een grote uitbraak van corona gehad onder cliënten. Helaas zijn er toen ook veel cliënten overleden. Het Schild heeft veel aandacht gehad voor hygiëne- en infectiepreventie. Nog altijd vindt wekelijks het ‘corona-overleg’ plaats met de bestuurder a.i. , teamleiders, facilitair manager en de medewerker communicatie en ICT. Sporadisch voorkomende besmettingen onder cliënten houdt Het Schild met geprotocolleerde maatregelen onder controle. Ten tijde van het

inspectiebezoek kent Het Schild geen besmettingen onder haar cliënten.

1.3 Actuele ontwikkelingen in het kader van de Wzd en de Wvggz Het Schild had eerder een Bopz-aanmerking die tot 1 januari 2020 van toepassing was. Op de bezoekdag staat Het Schild in het openbaar

locatieregister ingeschreven als Wet zorg en dwang (Wzd)-accommodatie en locatie.

Het Schild geeft aan dat zij geen problemen hebben bij het invullen van de rollen die nodig zijn om het stappenplan te kunnen toepassen. De zorgaanbieder werkt samen met andere zorgaanbieders in de regio om de rollen in te vullen.

(8)

2 Conclusie

Dit hoofdstuk start met een samenvatting van de resultaten weergegeven in taartdiagrammen. Daarin staat hoe de inspectie de geleverde zorg beoordeelt.

Vervolgens geeft de inspectie haar conclusie over Het Schild Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen zij de scores op de normen geeft.

2.1 Overzicht van de resultaten

Onderstaande diagrammen laten per thema zien hoe de inspectie Het Schild beoordeelt. Een toelichting op de kleuren in de diagrammen staat in hoofdstuk 4.

Oordeel Thema 1 Thema 2 Thema 3 Thema 4

voldoet 1 0 0 1

voldoet grotendeels 4 7 3 1

voldoet grotendeels niet 0 0 0

voldoet niet 0 0 0

niet getoetst 0 0 0

2.2 Wat gaat goed

Cliënten in Het Schild kunnen rekenen op zorg van betrokken zorgverleners die de verbeterde kwaliteit van de zorg op peil hebben weten te houden. Om dit verder te waarborgen heeft Het Schild gepaste keuzes doorgevoerd, in afstemming met het zorgkantoor.

2.3 Wat kan beter

Door alle veranderingen bevindt Het Schild zich nog steeds in een onzekere fase.

Het benoemen van een vaste bestuurder en/of het eventueel

fuseren/samenwerken met een andere zorgaanbieder is nog altijd niet afgerond.

Daarom blijft het betrekken van adviesorganen onverminderd van belang bij het maken van plannen en nemen van besluiten.

Thema 1:

Persoonsgerichte zorg (5 normen)

Thema 2:

Deskundige zorgverlener

(7 normen)

Thema 3: Sturen op kwaliteit en

veiligheid (3 normen)

Thema 4 Hygiëne en infectiepreventie

(2 normen)

(9)

Pagina 9 van 26

Met het verloop van zorgverleners dreigt ook deskundigheid en ervaring verloren te gaan voor Het Schild. Net als de borging van de kwaliteit en de veiligheid van de zorg, vraagt ook de personeelsbezetting om blijvende monitoring en

bijsturing.

2.4 Conclusie bezoek

De inspectie ziet dat Het Schild een jaar na het afsluiten van het verscherpt toezicht nog steeds (grotendeels) voldoet aan de normen. Vijftien normen van de zeventien getoetste normen voldoen grotendeels. Het Schild voldoet op twee normen geheel.

Na het opheffen van het verscherpt toezicht eind november 2020 is het

herstelde vertrouwen in de besturing van Het Schild verder gegroeid door onder andere een transparante en lerende opstelling van de bestuurder en raad van toezicht.

(10)

3 Wat zijn de vervolgacties

In dit hoofdstuk staat wat de inspectie van Het Schild verwacht. Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

3.1 De vervolgactie die de inspectie van Het Schild verwacht

Een zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen. De inspectie vertrouwt erop dat Het Schild verbetermaatregelen neemt op de punten waar de organisatie niet volledig aan de normen voldeed.

De inspectie gaat ervan uit dat de informatie in hoofdstuk 4 hiervoor voldoende handvatten biedt.

3.2 Afsluiting inspectiebezoek

De inspectie heeft met dit bezoek een beeld gekregen van de kwaliteit en veiligheid bij Het Schild. De inspectie sluit het bezoek af.

Wanneer de inspectie signalen krijgt dat de kwaliteit en de veiligheid van de zorg niet op orde is, kan zij opnieuw op bezoek komen.

(11)

Pagina 11 van 26

4 Resultaten

Dit hoofdstuk beschrijft per thema de normen, het oordeel en de bevindingen.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis:

Donkergroen: De locatie/afdeling voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten.

Lichtgroen: De locatie/afdeling voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.

Geel: De locatie/afdeling voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.

Rood: De locatie/afdeling voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten.

Blauw: De norm is niet getoetst.

4.1 Thema Persoonsgerichte zorg

Het startpunt voor het geven van de zorg zijn de wensen van de cliënt. Kent de zorgverlener de cliënt? Kent hij2 zijn geschiedenis? Weet hij wat de cliënt belangrijk vindt en wat de cliënt niet wil? Is er sprake van een evenwichtige en respectvolle relatie tussen een cliënt en een zorgverlener? Wordt er goed geluisterd naar de cliënt en zijn naasten? En belangrijker, staan de wensen van de cliënt centraal? Wordt hier gehoor aan gegeven? De cliënt heeft de regie en wordt daarbij ondersteund door zijn naasten en de zorgverlener.

4.1.1 Resultaten Norm 1.1

Iedere cliënt heeft inspraak in en afspraken over de doelen van de zorg, behandeling en ondersteuning.

Volgens de inspectie voldoet Het Schild aan deze norm.

De inspectie hoort tijdens de gesprekken en ziet in cliëntdossiers dat cliënten een actueel zorgplan hebben. De inspectie constateert bij dossierinzage dat elk half jaar voor ieder cliënt een zorgplanbespreking plaatsvindt. Hiervoor

organiseert Het Schild multidisciplinair overleg (MDO). Zo nodig gebeurt dit vaker, hoort de inspectie van een EVV’er. Bij het MDO zijn de teamleider, EVV, cliënt en zijn contactpersoon aanwezig. Ook nodigt de EVV de behandelend huisarts uit, maar door tijdgebrek is deze vaak niet aanwezig. Afhankelijk van de zorgvraag zijn ook andere disciplines uitgenodigd door de EVV zoals logopediste en ergotherapeut.

De inspectie hoort van de zorgverleners dat zij de wensen van een cliënt

proberen te volgen. Zij vertellen over een cliënt die in het MDO aangeeft hoe hij de zorg ervaart, wat de cliënt wil behouden en eventueel wil aanpassen. Bij inzage in het cliëntdossier leest de inspectie dat de cliënt het vervelend vindt dat zorgverleners hem op verschillende manieren zijn medicatiepufjes laat

gebruiken. In afstemming met de cliënt is hierover een doel gesteld in het zorgplan. Afgesproken is dat elke zorgverlener op dezelfde manier de pufjes

2 Voor de leesbaarheid wordt hier de mannelijke vorm gebruikt; waar ‘hij’ staat bedoelt de inspectie ook

‘zij’.

(12)

aanbiedt. Verder ziet de inspectie in verschillende dossiers ook afspraken over hoe de cliënt verzorgd en benaderd wil worden. Zo leest de inspectie over een cliënt die zelfstandig is in zijn eigen verzorging, maar wel graag terug hoort van de zorgverlener of zijn kleding er schoon uitziet. Ook wil deze cliënt graag bij zijn achternaam aangesproken worden. De inspectie hoort zorgverleners dit ook doen.

Norm 1.2

Zorgverleners kennen de cliënt, zijn wensen en behoeften.

Volgens de inspectie voldoet Het Schild grotendeels aan deze norm.

Wanneer een nieuwe cliënt voor Het Schild aangemeld is, gaat een teamleider bij de cliënt op huisbezoek hoort de inspectie. Hierdoor krijgt de organisatie een beeld wat de persoonlijke situatie en specifieke zorgvraag is van de cliënt. De teamleider maakt van dit eerste contact een verslag. Bij opname krijgt de nieuwe cliënt een EVV toegewezen.

De EVV is contactpersoon voor de cliënt en volgt de zorgvraag van de cliënt gedurende het verblijf in Het Schild. De EVV doet de opname en maakt

afspraken met de cliënt over de gewenste zorg. Ook maakt de EVV aan de hand van de afspraken een zorgplan. Zes weken na opname evalueert de EVV met de cliënt(vertegenwoordiger) samen in een zorgplanbespreking of de ingeschatte zorg passend is en of eventueel bijstelling nodig is. De inspectie ziet in de cliëntdossiers die zij inziet dat op verschillende domeinen informatie terug te vinden is over de cliënt zoals familiegeschiedenis, voorkeuren en wensen. De inspectie leest en hoort dat de zorgvraag over deze informatie is vastgelegd in het zorgplan.

Zo leest de inspectie van een cliënt dat hij nog voor 5% kan zien. De cliënt wil dat zorgverleners hem rustig benaderen en hem bij de voornaam noemen. De inspectie hoort dat zorgverleners deze cliënt met de voornaam aanpreken.

Andere cliënten hebben dat soms liever niet. Dan zoeken zorgverleners contact door juist mijnheer of mevrouw te noemen, zo hoort de inspectie tijdens de rondgang.

Een EVV vertelt hoe een cliënt te steunen bij gewenste dagactiviteiten. Zo herinnert de zorgverlener de cliënt aan de mogelijkheden van de breiclub en brengt de cliënt op verzoek daar naartoe.

De inspectie ziet dat iedere cliënt een ingericht appartement heeft voorzien van eigen spullen.

De appartementen liggen aan lange gangen. Bewoners kunnen met een belsysteem een zorgverlener oproepen. De inspectie ziet een cliënt in de deur van zijn appartement staan en om hulp roepen. De cliënt heeft het belsysteem niet gebruikt. De cliënt vertelt dat hulp nodig is om de televisie aan te zetten omdat het bedienen niet meer goed lukt. Ook vertelt de cliënt niet lang te kunnen staan en lopen. De twee zorgverleners van de dienst op deze etage zijn aan het werk in hun kantoor. Zij horen het roepen om hulp van deze cliënt niet omdat de kantoorruimte in een uithoek van het gebouw gelegen is. Lange gangen met enkele gesloten tussendeuren bemoeilijken het (direct) contact en/of de bereikbaarheid van hulp voor de cliënten op de begane grond.

Norm 1.3

Cliënten voeren, binnen hun mogelijkheden, zelf regie over hun leven en welbevinden.

Volgens de inspectie voldoet Het Schild grotendeels aan deze norm.

(13)

Pagina 13 van 26

De inspectie hoort en leest dat de zorgverleners de eigen regie en zelfredzaamheid van cliënten stimuleren. Zo leest de inspectie in een cliëntdossier hoe laat een cliënt wil opstaan en hoe laat hij naar bed wil. De verzorging past zich hierop aan, zo vertelde een zorgverlener.

Tijdens de lunch ziet de inspectie dat een cliënt niet tevreden is over zijn lunch.

De zorgverlener informeert bij de cliënt wat hij wil en regelt dit ter plekke voor hem. Tevens gaat hij bij hem zitten om zijn wensen te noteren over het eten.

De inspectie leest in de cliëntdossiers dat de wilsbekwaamheid van cliënten is vastgelegd. Ook over het wel/niet reanimeren van cliënten zijn afspraken vindbaar in het zorgdossier.

Door de reorganisatie naar verzorgingshuis zijn er geen gezamenlijke huiskamers meer.

Een vrijwilligerscoördinator regelt allerlei activiteiten aan de hand van een weekprogramma. Cliënten kunnen zich hiervoor opgeven.

Het Schild levert geen onvrijwillige zorg hoort de inspectie van zorgverleners.

Uitgangspunt is dat cliënten wilsbekwaam zijn en zelf over hun zorg beslissen.

Van zorgverleners hoort de inspectie dat ze op de hoogte zijn van de Wzd. Zij zijn hierin geschoold. Ze vertellen zich bewust te zijn over (on)vrijwillige zorg en dat ze zoeken naar alternatieven zodat vrijwillige zorg gewaarborgd is. Het Schild heeft een ‘open-deuren-beleid’.

Soms doemen in Het Schild grenzen op van eigen regie voor een cliënt. Zo wil een cliënt die zorgmijdend is, niet altijd de deur openen voor de zorgverleners, vertelt de cliëntvertegenwoordiger die tegelijk sterk beschimmeld brood laat zien aan de inspectie. De inspectie hoort dat de cliënt het brood toch wil opeten.

Zorgverleners lichten hierbij toe dat ze deze situatie (nog) niet eerder bij deze cliënt te hebben gesignaleerd.

Norm 1.4

Cliënten ervaren nabijheid, geborgenheid, vertrouwen en begrip. Zij worden met respect behandeld.

Volgens de inspectie voldoet Het Schild grotendeels aan deze norm.

De inspectie ziet dat zorgverleners cliënten persoonlijk en respectvol benaderen.

Zorgverleners begeleiden cliënten die dat willen voor de lunch naar de Oranjerie of ‘het tuinhuis’. Andere cliënten krijgen de maaltijd bezorgd in hun appartement als zij dat willen.

In de Oranjerie zijn zorgverleners en medewerkers aanwezig die de cliënten hun eten serveren en verdere hulp bieden voor zover nodig. De inspectie ziet dat de zorgverleners de cliënten rustig benaderen. De zorgverlener benadert iedere cliënt persoonlijk door ernaartoe te lopen. Ze noemen hen bij de naam en beantwoorden op respectvolle wijze vragen van de cliënten, ziet de inspectie.

Ook ziet de inspectie dat door de wijze van het aanbieden van de lunch, de zorgverleners inspelen op de visuele handicap van de cliënt. Een zorgverlener vertelt bijvoorbeeld aan een cliënt wat op het menu staat en waar, wat op het bord ligt. Verder ziet de inspectie dat de cliënten in de Oranjerie die gemakkelijk aandacht vragen, snel hulp krijgen. Een cliënt vraagt, om bij het warme eten, tegelijkertijd het toetje te krijgen om zo op tijd bij de afspraak met zijn zoon te kunnen zijn. De zorgverlener regelt dit. Een andere cliënt kent de zorgverlener en roept deze bij naam om hulp te krijgen. De cliënten die zich bescheiden opstellen, krijgen soms later hun eten aangeboden dan cliënten die later in de Oranjerie plaatsnemen, zo constateert de inspectie tijdens observaties.

(14)

In het tuinhuis is echter geen ondersteuning en toezicht van zorgverleners. De aanwezige cliënten moeten elkaar helpen als zij hulp nodig hebben. De inspectie ziet dat er voor iedere cliënt een (leeg) glas is neergezet op tafel, maar er is geen drinken om dit glas te vullen. Er is geen zorgverlener die dit opvalt en hierop inspeelt. Na de maaltijd brengen zorgverleners deze cliënten zonder drinken terug naar hun appartement of bezigheden.

Norm 1.5

Zorgverleners ondersteunen cliënten om hun informele netwerk in stand te houden of uit te breiden.

Volgens de inspectie voldoet Het Schild grotendeels aan deze norm.

De inspectie leest in de cliëntendossiers over het netwerk van de cliënt. Zo leest de inspectie over een cliënt die regelmatig naar zijn kinderen gaat. Ook leest de inspectie over een cliënt die samen met zijn partner op het appartement eet. De familie regelt hiervoor de boodschappen. Zorgverleners maken een cliënt attent op dagactiviteiten zodat hij contacten kan onderhouden met zijn medebewoners.

In het cliëntdossier leest de inspectie dat de cliënt aangeeft daar behoefte aan te hebben.

Teamleiders vertellen, ondanks de veranderingen naar een verzorgingshuis, bewoners terminale zorg te willen blijven bieden. Daarvoor is wel akkoord van de huisarts nodig. Voor het kunnen leveren van terminale zorg heeft Het Schild afspraken gemaakt met de huisartsen en met het team van gespecialiseerde verpleegkundigen van een andere zorgaanbieder. Omdat Het Schild niet meer voor veel cliënten tegelijk zeven dagen in de week 24-uurs zorg kan leveren, zal het netwerk van de cliënt moeten bijdragen om terminale zorg te kunnen

bieden. Teamleiders vertellen daar graag op te willen investeren.

4.2 Thema Deskundige zorgverlener

De zorgaanbieder zet voldoende en deskundige zorgverleners in. Hij schoolt, ondersteunt en stimuleert hen structureel.

De samenstelling van het personeel past bij de zorgvragen van de cliënten. De zorgverleners zijn voldoende deskundig. Zij kennen de grenzen van hun deskundigheid. Daarnaast zijn zorgverleners in staat om samen te werken. De zorgaanbieder zorgt voor de voorwaarden waaronder zorgverleners methodisch kunnen werken. De zorgverlener is in staat methodisch te werken. Methodisch werken garandeert dat het verbeteren van de kwaliteit van de zorg continu onder de aandacht is van alle zorgverleners.

Methodisch werken houdt in dat zorgverleners werken volgens de Plan-Do- Check-Act (PDCA)-cyclus:

- Plan: kijken naar de werkzaamheden en een plan maken hoe deze kunnen verbeteren.

- Do: de verbeteringen uitvoeren.

- Check: beoordelen of het resultaat van de veranderingen het gewenste resultaat oplevert.

- Act: de werkzaamheden bijstellen aan de hand van de gevonden resultaten.

Het methodisch werken is ook van toepassing op het thema Sturen op kwaliteit en veiligheid.

(15)

Pagina 15 van 26

4.2.1 Resultaten Norm 2.1

Zorgverleners maken hun professionele afwegingen over de benodigde zorg en ondersteuning op basis van gesignaleerde risico’s, wensen, behoeften,

mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet Het Schild grotendeels aan deze norm.

De inspectie ziet in de verschillende cliëntdossiers, die zij inziet, actuele risico- inventarisaties genoteerd staan in het elektronisch cliëntdossier (ECD).

Bij deze risicosignaleringen zijn passende zorgdoelen geschreven. Zo leest de inspectie dat de zorgverlening een periode gaat observeren hoe de zelfzorg van de cliënt verloopt om te bepalen of er huidproblemen ontstaan. De inspectie leest hierover dat de cliënt de zorg zelfstandig uitvoert maar aangeeft wel smetplekken te hebben.

Bij een cliënt met een kans op vallen, lukt het lopen met stok niet meer goed.

Daarom is inmiddels een rollator als hulpmiddel ingezet. Om de cliënt zelfstandig te leren omgaan met de rollator, schakelde de zorgverlener de fysiotherapeut in, zo leest de inspectie in het cliëntdossier.

De inspectie ziet dat zorgverleners bij een cliënt het formulier ‘onvrijwillige zorg’

hebben ingevuld voor zorgvuldige toepassing van een gelijkgestelde3

zorgmaatregel. De partner van deze cliënt (sinds eind november 2021 in Het Schild) is bang dat haar man ‘s nachts gaat dwalen. In afstemming met de cliënt, partner en huisarts is daarom eerst gekozen om een deursensor in te zetten. De inspectie leest in de rapportages en hoort van de betrokken zorgverleners dat de cliënt echter nauwelijks dwaalgedrag vertoont. De cliënt blijkt zelfs wat geïrriteerd als de nachtdienst komt kijken wanneer de sensor

’s nachts afgaat. De betrokken zorgverleners vertellen dat zij de inzet van de deursensor, gelet de bevindingen, opnieuw gaan bespreken in de

zorgplanbespreking. Zij willen de ingezette actie gaan stoppen omdat het risico verwaarloosbaar is. De inspectie leest in het cliëntdossier de datum van de geplande zorgplanbespreking zes weken na opname.

Bij een andere cliënt is een medicijn (psychofarmaca) ingezet om zijn

waanbeelden en angst te verminderen. Bij pogingen om deze psychofarmaca af te bouwen, namen de klachten van deze cliënt weer toe. De effecten van het afbouwen van de psychofarmaca zijn vastgelegd in het cliëntdossier, ziet de inspectie.

Norm 2.2

Zorgverleners werken methodisch. Zij leggen dit hele proces inzichtelijk vast in het cliëntdossier.

Volgens de inspectie voldoet Het Schild grotendeels aan deze norm.

In het ECD ziet de inspectie actuele zorgplannen met zorgdoelen en daaraan gekoppelde acties om deze doelen te behalen. Ook ziet de inspectie dat zorgverleners regelmatig op doelen schrijven om te monitoren of de ingezette acties de gewenste effecten hebben om het doel te behalen. De inspectie leest bijvoorbeeld dat een cliënt hartproblemen heeft waardoor er vocht ophoopt in de onderbenen. In het cliëntdossier staat dat daarom steunkousen zijn opgemeten die de zorgverleners elke dag bij de cliënt aan- en uittrekken. Tevens observeren ze de situatie van de vochtophoping in de benen en de conditie van de huid van

3 Zie artikel 2.2 Wet zorg en dwang

(16)

de onderbenen. Wel ziet de inspectie dat doelen niet altijd duidelijk zijn geformuleerd, bijvoorbeeld volgens de SMART-methode (specifiek-meetbaar- acceptabel-realistisch-tijdgebonden). Rapportages houden nog niet altijd verband met het beschreven doel door de onduidelijkheid ervan. Zo rapporteert een zorgverlener dat de cliënt zelf zijn pufje op de juiste wijze toediende. De ander keer is beschreven dat de zorgverlener het pufje op de juiste wijze heeft toegediend. Bij navraag blijkt dat deze cliënt graag zijn pufjes op ‘eenzelfde manier’ krijgt toegediend door zorgverleners. Wat ‘dezelfde manier’ is, staat niet vermeld in het zorgdoel. En ook is niet duidelijk in het doel, wie nu het pufje op een juiste wijze moet geven/nemen. Zo is niet te volgen of de ingezette acties het gewenste effect hebben voor de cliënt.

Zorgverleners vertellen dat zij opmerken dat het ECD de laatste tijd niet meer zo goed is ingevuld dan voorheen. Zij vertellen dat dit komt door het weggaan van verpleegkundigen, die een bewakende en sturende rol hadden in het actueel houden van de cliëntdossiers.

Norm 2.3

De zorgaanbieder zorgt dat zorgverleners ruimte krijgen om systematisch te reflecteren op goede, veilige en persoonsgerichte zorg. Vanuit de reflectie kunnen zorgverleners verbeteringen toepassen.

Volgens de inspectie voldoet Het Schild grotendeels aan deze norm.

Zorgverleners vertellen dat zij maandelijks een teamoverleg hebben. Op de agenda staan allerlei onderwerpen. Zorgverleners kunnen ook zelf onderwerpen inbrengen, zoals bijvoorbeeld de MIC-meldingen (Melding Incidenten Cliënten) en de reorganisatie. Zij vertellen dat de sfeer goed is binnen de zorgteams ondanks de onrustige tijd waarin ze nu zitten. Zorgverleners vertellen dat ze elkaar feedback geven. Het verschilt soms wel per persoon hoe gemakkelijk dat gaat. Ook zijn er binnen de teams kleinere groepen die meer met elkaar

optrekken. Een zorgverlener vertelt dat MIC-meldingen in het teamoverleg besproken worden. De zorgverlener vertelt ook dat de bespreking niet makkelijk is als de MIC-melding over jezelf gaat. Wel geeft de zorgverlener aan het belang ervan in te zien. Iedereen kan leren van wat besproken is, dat komt de kwaliteit van zorg ten goede.

Dat Het Schild gekozen heeft om nu in drie teams te werken verdeelt over drie afdelingen heeft vooral voordelen, zo vertellen de zorgverleners. Zorgverleners zijn nu dichter bij hun cliënten. De routes die zij moeten lopen zijn nu korter.

Ook kunnen teamleden elkaar nu gemakkelijker vinden bij vragen of onderling overleg, hoort de inspectie.

Iedere zorgverlener heeft jaarlijks een functioneringsgesprek met de teamleider.

Daarin komen onder andere onderwerpen aanbod zoals hoe de zorgverlener het werken bij Het Schild ervaart en loopbaanontwikkelingen.

Norm 2.4

Zorgverleners houden relevante ontwikkelingen in hun vakgebied bij om goede, veilige en persoonsgerichte zorg te kunnen bieden.

Volgens de inspectie voldoet Het Schild grotendeels aan deze norm.

Zorgverleners vertellen dat er door de coronapandemie weinig gelegenheid is geweest voor het fysiek volgen van scholingen. Veel scholing is geannuleerd in

(17)

Pagina 17 van 26

de coronaperiode, zoals bijvoorbeeld scholing over de doelgroep blinden en slechtzienden. In 2021 is alleen de scholing bedrijfshulpverlening (BHV) doorgegaan. Ook vertelt een zorgverlener dat de verpleegtechnische

vaardigheden zijn afgetoetst bij de enige verpleegkundige die bevoegd is om af te toetsen, namelijk één van de teamleiders.

Een VIG’er in opleiding voor verpleegkundige niveau 4 krijgt begeleiding van een teamleider omdat dit de enige beschikbare verpleegkundige op dit moment is.

Als opleidingsvoorwaarde moet een student verpleegkunde gekoppeld zijn aan een gediplomeerd verpleegkundige.

Zorgverleners vertellen dat door het weggaan van de verpleegkundigen de afgelopen maanden geen klinische lessen meer georganiseerd zijn. Wel kunnen zij e-learnings volgen.

Norm 2.5

De zorgaanbieder zorgt dat er voldoende deskundige zorgverleners beschikbaar zijn, afgestemd op de aanwezige cliënten en actuele zorgvragen.

Volgens de inspectie voldoet Het Schild grotendeels aan deze norm.

Voor de gewijzigde doelgroep heeft Het Schild ten tijde van het inspectiebezoek voldoende deskundige zorgverleners beschikbaar voor de cliënten met een minder complexe zorgproblemen. Aan de hand van de in-en exclusiecriteria van Het Schild zorgen zorgverleners en teamleiders dat passende zorg geborgd blijft voor de cliënten. Cliënten met bijvoorbeeld onbegrepen gedrag, zoals niet (meer) bij te sturen agressie naar medebewoners en/of zorgverleners, worden niet meer opgenomen of kunnen niet meer blijven wonen bij Het Schild.

Het Schild heeft de werkwijze in de zorgverlening aangepast aan haar doelgroep.

In plaats van teams (zes) per zorgtype, zijn er nu teams per etage (drie) waar cliënten geclusterd en ‘gespikkeld’ wonen. Zorgverleners leveren de zorg aan de hand van looproutes. Huiskamers voor verblijf overdag zijn komen te vervallen.

Door de teamindeling per etage is het werkdomein van een zorgverlener kleiner dan voorheen. Door deze kortere looproutes is er wat tijdwinst, dat ten goede komt aan de zorgactiviteiten. Zorgverleners vertellen ook dat zij elkaar nu beter te kunnen vinden voor onderling overleg.

Gestreefd is om vaste zorgverleners en EVV’ers zoveel als mogelijk gekoppeld te houden aan de cliënten die ze al kennen. Voor een evenwichtige verdeling over de teams is soms geschoven in deze bezetting. De vaste zorgverleners hebben meegedacht in de voorgestelde veranderingen van de teams. Sommige vaste zorgverleners hebben afscheid moeten nemen van cliënten waar ze al jaren zorg aan gaven en dit is niet gemakkelijk, zo vertellen zij. Omdat de reorganisatie per januari 2022 gestart is, is het nog wennen aan alle aanpassingen vertellen zorgverleners. Zij begrijpen de veranderingen wel. De inspectie hoort tevens dat cliënten onderling met waardering spreken over alle veranderingen zoals de kwaliteit van de maaltijd en teams per etage.

Uit documenten en gesprekken blijkt dat op de begane grond vier zorgverleners in de dagdienst en drie met een avonddienst aanwezig zijn. Op de eerste etage zijn dagelijks drie dagdiensten en twee avonddiensten beschikbaar. Op de tweede etage zijn twee dag- en avonddiensten werkzaam. Minimaal is er een VIG’er niveau 3 aanwezig in iedere dienst. In de nacht zijn voor alle cliënten twee zorgverleners aanwezig.

(18)

De teamleider vertelt dat met deze nieuwe planning zorgverleners in de

dagdienst gemiddeld om halftien klaar zijn met de dagelijkse verzorging van de cliënten. Een zorgverlener vertelt niettemin de werkdruk hoog te vinden door de veelheid aan taken en kan bijvoorbeeld niet toekomen aan het bijwerken van het ECD in de dienst.

In het rooster heeft Het Schild veel minder vaak een verpleegkundige op locatie beschikbaar voor advies of deskundige hulp. Soms wordt volstaan met de bereikbaarheidsregeling. In iedere dienst is een verpleegkundige achterwacht en een dienstdoende huisarts bereikbaar.

Bij onverwachte uitval in het rooster maakt Het Schild liever geen gebruik van externe invallers. Het lukt volgens de teamleiders nog redelijk om de roosters in te vullen door diensten en/of dagen onderling te ruilen of met extra werken door eigen medewerkers. Het kort verzuim binnen Het Schild loopt soms ook wat op door uitval van zorgverleners vanwege de quarantaineplicht in de coronaperiode.

Het verloop onder medewerkers is toegenomen rond de reorganisatie. Deels vanwege noodzakelijke ontslagen, deels vanwege onrust, maar bijvoorbeeld ook door de andere zorgvraag en de gewijzigde werkwijze, vertellen teamleiders. Zo zijn er verpleegkundigen vertrokken omdat zij verzorgingshuiszorg niet passend vinden in de mogelijkheden van hun opleidingsniveau en zijn dat elders gaan zoeken.

Door het verloop is echter ook kennis en ervaring vertrokken uit Het Schild. Het aantal klinische lessen is sterk verminderd in de coronaperiode, vertellen de zorgverleners. Verpleegkundigen en huisartsen zijn hiervoor niet meer beschikbaar. Ondanks de coronamaatregelen hebben zorgverleners wel de mogelijkheid gehouden om e-learnings te volgen over bijvoorbeeld

voorbehouden en risicovolle handelingen. Ook ziet de inspectie in een werkprocedure hoe de zorgverlener zijn afgetoetste handelingen moet registreren op de interne site van Het Schild en dit terugkoppelt aan een teamleider.

De cliëntenraad (CR) geeft aan zich over het verloop zorgen te maken. Tenslotte is met de inzet van invalkrachten de persoonsgerichte zorg minder goed

uitvoerbaar, vertelt de CR.

De afdeling welzijn verzorgt zeven dagen per week welzijnsactiviteiten voor alle bewoners van Het Schild. De inzet van vrijwilligers wordt gecoördineerd door die afdeling. Daarnaast wordt dagbesteding geboden aan bewoners en/of aan mensen buiten Het Schild, die daarvoor een indicatie hebben. Nu wordt deze op doordeweekse dagen van 09.30 uur - 17.00 uur aangeboden. Professionele activiteitenbegeleiders bieden het programma aan en geven begeleiding en ondersteuning.

Norm 2.6

Zorgverleners handelen volgens de afspraken zoals beschreven in protocollen, richtlijnen en handreikingen. Zij weten wanneer zij wel en niet kunnen afwijken.

Volgens de inspectie voldoet Het Schild grotendeels aan deze norm.

Zorgverleners vertellen gebruik te maken van de protocollen van Vilans. Ze vertellen deze gemakkelijk te kunnen vinden via de interne site van Het Schild.

Ook vertellen de zorgverleners dat ze de protocollen duidelijk en gemakkelijk te lezen vinden en zo nodig toepassen.

De inspectie constateert bijvoorbeeld dat volgens interne afspraak voor iedere cliënt in het ECD een beoordeling medicatie in eigen beheer cliënt (BEM)-score is

(19)

Pagina 19 van 26

vastgelegd. De inspectie ziet tijdens de rondgang, dat bij cliënten die niet meer zelf hun medicatie verzorgen, de geneesmiddelen bewaard worden in een door de cliënt te openen kluisje in het appartement van de cliënt. En bij cliënten waar de zorgverleners medicatie toedienen ligt een actuele toedienlijst. Bij een cliënt die risicovolle medicatie gebruikt zoals insuline, blijkt volgens protocol de hoeveelheid insuline gecontroleerd en op de toedienlijst (dubbel) geparafeerd door verschillende zorgverleners.

Norm 2.7

Zorgverleners werken multidisciplinair en schakelen tijdig disciplines en specifieke expertise in van binnen of buiten de organisatie. In deze

samenwerking maken zorgverleners afspraken wie waarvoor verantwoordelijk is.

Volgens de inspectie voldoet Het Schild grotendeels aan deze norm.

Met lokale huisartsen heeft Het Schild samenwerkingsafspraken zoals over het periodieke MDO om de voortgang van de zorg af te stemmen (zie ook 1.1).

Betrokken behandelaren ondersteunen de voorbereiding van de evaluaties, en zijn geregeld, maar niet altijd aanwezig bij het MDO om hun bevindingen van de cliënt in te brengen en mee te denken in zorgvragen. Wel vertellen de

zorgverleners dat niet iedere behandelaar hun zorgdoelen en behandelplannen vastlegt in het ECD. Het verschilt per huisarts hoe de samenwerking met de zorgverleners verloopt. De huisarts is niet altijd aanwezig bij het MDO.

Daarentegen zijn behandelaars voor zorgverleners wel laagdrempelig in te zetten bij zorgvragen van een cliënt, zo hoort de inspectie hen vertellen. In de

cliëntdossiers ziet de inspectie de betrokken huisarts genoteerd staan. Ook zijn de andere behandelaren vastgelegd in het ECD.

Het Schild heeft ook samenwerkingsafspraken met de lokale apotheek. De

‘veilige principes in de medicatieketen’ zijn daarbij leidend geweest.

4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid

Goede zorg en deze op niveau houden begint bij een goed management.

Managers sturen op de kwaliteit van zorg, coördineren en controleren wat er gebeurt op de werkvloer. Onvoldoende sturing door het management betekent risico’s op de werkvloer die zorgverleners niet altijd kunnen voorkomen.

4.3.1 Resultaten Norm 3.1

De zorgaanbieder stelt de persoonsgerichte zorg en ondersteuning centraal en borgt de veiligheid van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet Het Schild grotendeels aan deze norm.

Het Schild heeft een visiedocument (maart 2021) met daarin een beschreven visie en missie. De inspectie leest dat deze visie tot stand gekomen is in samenwerking met de CR en OR. Ook leest de inspectie over de aandacht voor persoonsgerichte zorg bij Het Schild. In dit document blijkt echter niets beschreven over de visie op onvrijwillige zorg. Gesprekspartners geven verder aan dat dit visiedocument door de reorganisatie alweer achterhaald is omdat de verpleeghuiszorg per 1 januari 2022 gestopt is bij Het Schild en de gewenste fusie met een andere zorgaanbieder niet doorgegaan is.

In afwachting van verdere verkenningen voor fusie en/of samenwerking met een andere zorgaanbieder, is het visiedocument (maart 2021) op de bezoekdag (nog) niet aangepast naar de gewijzigde doelgroep van Het Schild.

(20)

De inspectie constateert tijdens haar bezoek dat door het grote verloop van zorgpersoneel bij Het Schild ook kennis, ervaring en beschikbaar

opleidingsniveau is weggevallen.

Wel hoort en ziet de inspectie dat er tijdens de reorganisatie oog gehouden is voor persoonsgerichte zorg door bijvoorbeeld zoveel mogelijk cliënten te koppelen aan vertrouwde EVV’ers. Zij hebben de verantwoordelijkheid voor het actueel en passend houden van de zorg en de dossiervoering en het structureel inplannen van zorgplanbesprekingen samen met de cliënt(vertegenwoordiger).

Het aantal minuten geplande zorg voor een cliënt ligt vast in het cliëntdossier en wordt vergeleken met de geïndiceerde zorgbehoefte. Bij overschrijding is dit een indicator dat herindicatie noodzakelijk is, zo legt een EVV’er uit aan de inspectie.

De teamleiders hebben hierbij een bewakende en aansturende rol gekregen.

Teamleiders sturen de dagelijkse zorg aan en geven tezamen leiding aan omstreeks 60 personen. De teamleiders zijn ook belast met de uitvoering van het nieuwe opname- en plaatsingsbeleid. Overal in de organisatie is men druk met de veranderingen die voortgekomen zijn bij de omslag van verpleeghuiszorg naar het begeleiden van cliënten in een geclusterde woonvorm en de omslag naar het werken in drie teams verbonden aan de drie etages waar de cliënten wonen.

Zowel de OR als de CR vertellen structureel basisoverleg te hebben met het bestuur en rvt. Veranderingen in Het Schild zijn onderwerp van gesprek tussen bestuur en adviesraden. De inspectie hoort van de CR en OR dat zij begrijpen dat veranderingen inmiddels noodzakelijk zijn om Het Schild financieel gezond te krijgen en goede zorg te (kunnen) leveren. Echter de informatie vanuit het bestuur naar de werkvloer over de reorganisatie hebben ze als in een stroomversnelling en als ‘gedropt’ ervaren. Zij vertellen dat ze weinig gelegenheid hebben gehad om mee te denken in de keuzes van de veranderingen zoals het sluiten van de keuken en de wijzigingen in de huishoudelijke dienst.

Norm 3.2

De zorgaanbieder bewaakt, beheerst en verbetert systematisch de kwaliteit en veiligheid van de zorg.

Volgens de inspectie voldoet Het Schild grotendeels aan deze norm.

Het bestuur bewaakt wat mogelijk is in Het Schild en heeft gekozen om alleen nog ‘verzorgingshuiszorg’ te leveren zodat kwaliteit en veiligheid voor de cliënten van Het Schild geborgd kan blijven. Daarnaast heeft het bestuur bijvoorbeeld de keuken gesloten om Het Schild financieel gezond te krijgen.

Verder zocht en zoekt Het Schild naar een fusiepartner en/of

samenwerkingspartner om daarmee ook expertise binnen te halen waarmee Het Schild goede, passende zorg kan blijven leveren.

De inspectie leest in het kwaliteitsplan 2021 allerlei activiteiten om te blijven voldoen aan goede zorg. Het plan beschrijft de activiteiten aan de hand van de thema’s persoonsgerichte zorg, wonen en welzijn, veiligheid, deskundige zorgverlener en leren en verbeteren. Voor 2022 is vooralsnog het vastgestelde reorganisatieplan leidend bij de aansturing van de kwaliteit van zorg.

In en voor de dagelijkse zorgverlening is een terugkerend patroon van planning, uitvoering, controle en bijstelling terug te zien en te horen in bijvoorbeeld de

(21)

Pagina 21 van 26

periodieke bespreking van de MIC-meldingen, MDO’s en het rapporteren op zorgdoelen. Zorgverleners vertellen bijvoorbeeld over het bespreken van de zorgincidenten tijdens teamoverleg en over veranderingen in bijvoorbeeld de zorg voor medicatie om de zorgkwaliteit te verbeteren. De inspectie leest: “...

‘Trombosekaarten worden verwerkt in het elektronisch aftekensysteem waardoor papieren versies, hopelijk snel, tot het verleden behoren...” In 2021 hebben echter geen interne-, en externe audits plaatsgehad door de coronaperiode.

De OR heeft de indruk dat het bestuur niet altijd heeft overzien wat de

consequenties zijn met het vertrek van personeel voor de kwaliteit en veiligheid in de organisatie. Bij adviesraden zijn zorgen over de verdwenen kennis en ervaring omdat medewerkers met ontslag gingen. Vanaf de zomer 2021 is het reorganisatieproces in een stroomversnelling gekomen vertelt de OR. Het bestuur heeft de OR laat en/of weinig betrokken, vinden zij. Voor verschillende personeelsleden is het reorganisatieproces pijnlijk snel verlopen omdat ze na bijvoorbeeld 30 jaar dienstverband bij Het Schild moesten vertrekken vanwege een gewijzigde organisatie. Leidinggevenden vertellen dat zij aandacht hebben voor het verwerken van de wijzigingen en het wennen aan de nieuwe setting.

Maar de inspectie hoort ook vanuit de cliëntenraad dat cliënten nauw betrokken zijn geweest bij de keuze van de leverancier voor de ‘kant en klaar’ maaltijden.

Norm 3.3

De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Volgens de inspectie voldoet Het Schild grotendeels aan deze norm.

Zorgverleners die de inspectie spreekt vertellen dat de sfeer open en prettig is binnen de teams, ondanks alle veranderingen. Zij voelen zich veilig om allerlei onderwerpen te delen met collega’s en in de teamoverleggen. Besproken gesprekspunten zijn bijvoorbeeld ‘behoefte aan meer informatie’ of de

‘herindeling van teams’, zo leest de inspectie terug in notulen van de teamoverleggen.

Teamleiders vertellen over de korte lijnen naar de bestuurder. De huidige

bestuurder is parttime betrokken maar is altijd beschikbaar voor gesprekken met medewerkers en familie vertellen de teamleiders.

Iedereen die de inspectie spreekt, vertelt het besef te hebben dat er zaken bij Het Schild moesten veranderen om Het Schild te laten bestaan. Wel hoort en leest de inspectie ook over spanningen richting de raad van bestuur, mede vanwege het korte tijdpad en de basisinformatie waarop adviesraden moeten varen bij het uitoefenen van hun rol bij Het Schild.

Zorgverleners van Het Schild nemen geen deel aan een lerend netwerk in de regio.

4.4 Thema hygiëne en infectiepreventie

Een essentieel onderdeel van veilige zorg is het naleven van de richtlijnen voor hygiëne en infectiepreventie. Hiermee wordt verspreiding van infectieziekten voor een groot deel voorkomen. Om veilige zorg te bieden moeten zorgverleners handelen volgens gestelde richtlijnen en moet de zorgaanbieder

randvoorwaarden scheppen waarbinnen zorgverleners kunnen voldoen aan deze richtlijnen.

(22)

4.4.1 Resultaten Norm 4.1

Zorgverleners weten hoe zij handhygiëne moeten toepassen zoals beschreven in de richtlijn.

Volgens de inspectie voldoet Het Schild grotendeels aan deze norm.

De inspectie ziet dat zorgverleners de handhygiëne toepassen volgens afspraak.

Op alle appartementen hangen handalcohol-en zeeppompjes en papieren wegwerphanddoekjes.

Het Schild heeft afspraken dat de handen van zorgverleners vrij zijn van sieraden, horloges, nepnagels en nagellak. De onderarmen van zorgverleners moeten onbedekt zijn. Medewerkers zijn bekend met deze afspraken en de indicaties voor het toepassen van handhygiëne. De inspectie ziet hiervoor instructiekaarten bij wastafels.

De inspectie ziet echter ook dat nog niet alle zorgverleners zich houden aan de afspraken. Zo ziet de inspectie dat een zorgverlener een (wasbaar) T-shirt met lange mouwen draagt onder een gesloten uniformjasje. Zorgverleners kleden zich op de locatie niet om in eigen kleding, maar gaan in het gedragen uniform naar huis, zo hoort de inspectie. Ze wassen hun werkkleding thuis. Ook ziet de inspectie een zorgverlener een horloge en ring om hebben. Desgevraagd vertellen de zorgverleners te weten dat ze zich niet aan de afspraken houden.

De teamleiding vertelt zorgverleners aan te spreken aan het houden van de afspraken in protocollen en werkinstructies.

Norm 4.2

Zorgverleners gebruiken persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) zoals beschreven in de richtlijn.

Volgens de inspectie voldoet Het Schild aan deze norm.

De inspectie hoort en ziet een gemeenschappelijke ruimte waar PBM zijn opgeslagen en waar zorgverleners bij kunnen. Van alle PBM is voldoende voorraad hoort de inspectie van teamleiders en zorgverleners.

De inspectie hoort dat Het Schild de protocollen van Vilans gebruikt en de RIVM- richtlijnen over hoe om te gaan met COVID-19. De protocollen zijn gemakkelijk terug te vinden in het digitale interne systeem vertellen de zorgverleners die de inspectie spreekt (zie ook 2.6). Zij vertellen dat ze de protocollen duidelijk vinden om mee te werken in de praktijk.

Op het moment van het inspectiebezoek zijn er geen cliënten met het coronavirus besmet.

(23)

Pagina 23 van 26

Bijlage 1 Methode

De inspecteur toetst of de zorg wordt gegeven zoals is voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders.

Om tot een goed onderbouwd oordeel te komen, gebruikt de inspectie tijdens het bezoek verschillende informatiebronnen. De inspectie vergelijkt en weegt de informatie uit deze bronnen. Vervolgens beoordeelt de inspectie of de geboden zorg door Het Schild voldoet aan relevante wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. In de bevindingen beschrijft de inspectie per norm welke informatiebronnen zijn gebruikt om tot dit oordeel te komen en welke methode zij daarvoor gebruikt heeft.

Tijdens het bezoek heeft de inspectie de volgende informatiebronnen gebruikt:

- Gesprek met de bestuurder;

- Gesprekken met twee teamleiders;

- Gesprek met de voorzitter van de cliëntenraad;

- Gesprek met voorzitter en deelnemer van de ondernemingsraad;

- Observaties van cliënten en zorgverleners in de Oranjerie en tuinkamer, (zie uitleg van de SOFI-methode hieronder);

- Gesprekken met drie uitvoerende zorgverleners, uit drie verschillende teams;

- Vijf cliëntdossiers van cliënten van drie verschillende etages;

- Documenten, genoemd in bijlage 2;

- Een rondgang door Het Schild.

Inspecteurs beoordelen op de werkvloer of de zorgaanbieder goede zorg verleent. De inspecteurs passen zich zo veel mogelijk aan het ritme van de dag op de locatie aan. Om een beeld te krijgen van deze locatie starten de

inspecteurs zo mogelijk met een kort gesprek met de eindverantwoordelijke van die dag of de leidinggevende. Daarnaast vindt een rondleiding door de locatie plaats zodat de inspecteurs zich een beeld kunnen vormen van de leefsituatie van de cliënten en de werksituatie van de zorgverleners. Verder zijn de

inspecteurs voor een groot deel van de tijd op de afdelingen of in de woningen aanwezig. In verschillende huiskamers observeren de inspecteurs cliënten en zorgverleners. Hiervoor gebruiken zij de observatiemethode SOFI (zie de uitleg hieronder). Tijdens de observatie kijken de inspecteurs hoe zorgverleners de cliënten aanspreken en hoe het contact tussen de cliënten en zorgverleners is.

De inspecteurs voeren door de dag heen, waar mogelijk, gesprekken met managers, zorgverleners, cliënten, cliëntvertegenwoordigers en

cliëntenraadsleden. Zij zien ook cliëntdossiers en documenten in.

De inspecteurs kunnen overlegvormen zoals bijvoorbeeld een multidisciplinair overleg of een overdrachtsmoment bijwonen.

(24)

Uitleg observatiemethode SOFI

De inspectie maakt gebruik van een gestandaardiseerde methode om cliënten te observeren als extra informatiebron. Deze methode heet SOFI, Short

Observational Framework for Inspection. Dit hulpmiddel is ontwikkeld door de Universiteit van Bradford en CQC (de Engelse Inspectie voor de

Gezondheidszorg).

Krijgt de cliënt overdag activiteiten aangeboden die hij of zij zinvol of leuk vindt?

Spreekt de zorgverlener de cliënt aan op een manier die de cliënt plezierig vindt?

Hoe de cliënt de zorg ervaart, maakt onderdeel uit van de kwaliteit. Cliënten kunnen vaak moeilijk zelf aangeven wat hun wensen zijn. Hoe kan een inspecteur dan beoordelen of de zorg aansluit bij de wensen van deze cliënt?

Met SOFI zitten twee inspecteurs ieder in een huiskamer. Zij observeren hoe zorgverleners reageren op een cliënt, en andersom. Stimuleren de zorgverleners activiteiten voor cliënten? Praten zorgverleners met de cliënten, zingen zij een liedje, doen ze een spelletje of gaan zij wandelen met de cliënt. Hoe is de stemming van cliënten, hoe betrokken zijn zij bij hun omgeving?

Na de observatie volgt een gesprek met de zorgverleners waarin situaties die de inspecteurs hebben gezien aan de orde komen. Zo krijgen de inspecteurs een beter beeld hoe de individuele cliënten de zorg ervaren.

Wilt u meer weten over SOFI dan kunt u dit lezen op de website van de Universiteit van Bradford.

(25)

Pagina 25 van 26

Bijlage 2 Geraadpleegde documenten

- Overzicht van de zorgprofielen van cliënten van Het Schild;

- Overzicht van fte’s van zorgverleners en medewerkers op Het Schild;

- Overzicht van ziekteverzuim en personeelsverloop van Het Schild van de laatste 12 maanden;

- Visie Het Schild versie 11 maart 2021;

- Exclusiecriteria;

- Logeeropvang;

- Visie op persoonsgerichte zorg;

- Kwaliteitsplan 2021;

- Activiteitenplan kwaliteitsplan 2021 Het Schild, versie 6 december 2021;

- Notulen TV Team 3-4 d.d. 16 september 2021;

- Notulen TV Team 5 d.d. 5 oktober 2021;

- Notulen TV Team 3-4 d.d. 26 oktober 2021;

- Notulen TV Team 1-2 d.d. 16 november 2021;

- Notulen TV Team 5 d.d. 18 november 2021;

- Notulen TV Team d.d. 7 december 2021.

(26)

Duidelijk. Onafhankelijk. Eerlijk.

www.igj.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We gaan na welke veranderingen zich volgens bewoners, familie en begeleiders hebben voorgedaan door de nieuwe woonsituatie en de begeleiding.. Veranderingen die zich voordoen

De inspectie hoort van gesprekspartners en leest in de cliëntdossiers dat de zorgverleners van Vida Care samenwerken en de zorg afstemmen met informele zorgverleners van de

Verder hebben zorgverleners kennis nodig over de Wet zorg en dwang ondanks dat Alles in Zorg geen onvrijwillige zorg toepast.. De inspectie concludeert dat zij nog niet voldoende

Aangezien de aanbieder dit niet kon regelen, omdat ze daar op dit moment niet de middelen voor hebben, De cliënten en begeleiders van Het Schild kwamen toen expliciet met

Voorafgaand aan de inspectie hebben met het Schild verschillende gesprekken plaatsgevonden over het ontbreken van een kwaliteitscertificaat en een structurele oplossing die voldoet

Implementatie nieuwe medische hulpmiddelen, apparatuur en technieken Maatregel: Draag zorg voor een vastgestelde procedure voor de introductie van nieuwe medische

De wijkverpleging let erop dat er een veilige zorgrelatie is tussen de cliënt en zijn formele of informele zorgverleners. Volgens de inspectie voldoet Evita Zorg aan deze norm.

Op basis van bovenstaande bevindingen concludeert de inspectie dat de organisatie de genoemde randvoorwaarden voor veilige en goede zorg onvoldoende heeft beschreven.. Te