• No results found

Rapport van het inspectiebezoek aan Alles in Zorg B.V. in Alphen aan den Rijn op 4 januari 2022

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het inspectiebezoek aan Alles in Zorg B.V. in Alphen aan den Rijn op 4 januari 2022"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport van het inspectiebezoek aan Alles in Zorg B.V.

in Alphen aan den Rijn op 4 januari 2022

Utrecht, april 2022 V2037672

(2)

Inhoud

1 Inleiding 3

1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd 3 1.2 Onderzoeksmethode 3

1.3 Aanleiding bezoek 3 1.4 Beschrijving organisatie 3 2 Conclusie en vervolgacties 5 2.1 Conclusie bezoek 5

2.2 Wat zijn de vervolgacties 5

2.2.1 De vervolgactie die de inspectie van Alles in Zorg verwacht 5 2.2.2 Vervolgacties van de inspectie 6

3 Resultaten 7

3.1 Thema 1 – De cliënt centraal 7 3.2 Thema 2 –Deskundige zorgverlener 8

3.3 Thema 3 – Sturen op kwaliteit en veiligheid 10 3.4 Thema 4 – Hygiëne en infectiepreventie 13 Bijlage 1: Geraadpleegde documenten 15

(3)

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd bracht op 4 januari 2022 een

aangekondigd bezoek aan Alles in Zorg B.V. (Alles in Zorg) te Alphen aan den Rijn. Het doel van het inspectiebezoek was om te beoordelen of bij Alles in Zorg als kleine organisatie in de zorg thuis de voorwaarden aanwezig zijn om goede en veilige zorg te leveren. In dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen en het oordeel. Indien nodig geeft de inspectie aan welke verbeteringen zij van Alles in Zorg verwacht naar aanleiding van deze bevindingen.

1.1 Taak Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

De inspectie bewaakt en bevordert de kwaliteit en veiligheid van zorg. De

inspectie ziet erop toe of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. De verwachtingen en behoeften van patiënten en cliënten zijn daarbij een belangrijk uitgangspunt. De inspectie gaat in het toezicht uit van vertrouwen in de intrinsieke motivatie van zorgaanbieders om de best mogelijke zorg te verlenen.

1.2 Onderzoeksmethode

Tijdens het inspectiebezoek gebruikt de inspectie het toetsingskader ‘Toezicht op Nieuwe Zorgaanbieders’.

Het toetsingskader bevat de volgende thema’s:

1. De cliënt centraal

2. Deskundige zorgverlener

3. Sturen op kwaliteit en veiligheid 4. Hygiëne en infectiepreventie

Het inspectiebezoek bestaat uit de volgende onderdelen:

• Gesprek met bestuurder en toezichthouder

• Inzage in zorgdossiers

• Inzage in (beleids)documenten

• Gesprekken met zorgverleners

• Een afsluitend gesprek met de bestuurder 1.3 Aanleiding bezoek

Aanleiding voor het inspectiebezoek aan Alles in Zorg is dat de inspectie deze organisatie niet eerder bezocht. De inspectie bezoekt Alles in Zorg om een beeld te krijgen over de geboden zorg en of deze voldoet aan de voorwaarden voor goede en veilige zorg.

1.4 Beschrijving organisatie

Alles in Zorg is een thuiszorgorganisatie en biedt persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding en huishoudelijke hulp. Alles in Zorg heeft

Leidschendam, Alphen aan den Rijn, Voorschoten en Zoetermeer als werkgebied.

Het management bestaat uit één bestuurder. Alles in Zorg heeft een raad van commissarissen bestaande uit één lid. De organisatie had in 2021 een toelating in het kader van de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) voor de functies persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding. Alles in Zorg is niet geregistreerd als locatie in het openbaar locatieregister Wet zorg en dwang

(4)

(Wzd)/Wet verplichte ggz (Wvggz). Alles in Zorg startte met de daadwerkelijke zorg aan cliënten in september 2017.

Ten tijde van het bezoek levert de zorgaanbieder zorg aan 34 cliënten met een somatische zorgvraag. Ten tijde van het bezoek loopt voor één cliënt een aanvraag voor een Wet langdurige zorg (Wlz) indicatie.

Daarnaast ontvangen 30 cliënten zorg vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw).

Deze cliënten zijn geïndiceerd voor de functies persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding.

De overige drie cliënten ontvangen zorg vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

De zorg wordt gefinancierd door een persoonsgebonden budget (pgb), Zorg in Natura (ZiN) en door ongecontracteerde zorg. Alles in Zorg heeft geen contract met een zorgkantoor. De organisatie heeft met twee zorgverzekeraars een contract voor Zorg in Natura. Verder heeft Alles in Zorg geen contract met gemeenten voor de Wmo zorg.

Zestien zorgverleners (3,4 fte) verlenen de zorg, waarvan vier

verpleegkundigen, vier verzorgenden, twee verzorgenden IG, drie helpenden plus en drie leerlingen. Vier zorgverleners zijn betrokken op zzp-basis.

Daarnaast hebben twee zorgverleners in loondienst een 0-uren contract.

Een planner maakt de roosters.

Ontwikkelingen organisatie

De organisatie heeft ten tijde van het inspectiebezoek beperkte capaciteit voor nieuwe cliënten, vanwege personele wisselingen. Daarnaast vertelt de

bestuurder dat de organisatie een groter cliëntenbestand heeft dan gewenst.

De bestuurder geeft aan dat zij eerst de kwaliteit en veiligheid op orde wil brengen voordat zij het aantal cliënten gaat uitbreiden.

In de toekomst wil de organisatie in aanmerking komen voor certificering.

COVID-19

Ten tijde van het inspectiebezoek heeft de organisatie geen besmettingen met COVID-19. De afgelopen periode heeft zij deze wel gehad. Eén cliënt is in de afgelopen periode overleden aan COVID-19.

De besmette cliënten werden aan het einde van de route verzorgd.

(5)

2 Conclusie en vervolgacties

In dit hoofdstuk geeft de inspectie haar conclusie. Hierin staat hoe de inspectie de voorwaarden voor goede en veilige zorg bij Alles in Zorg beoordeelt.

Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 3. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen zij de scores op de normen geeft.

2.1 Conclusie bezoek

De inspectie constateert dat Alles in Zorg (grotendeels) voldoet aan negen van de twaalf getoetste normen. Alles Zorg voldoet grotendeels niet aan drie normen.

De inspectie ziet dat Alles in Zorg over het algemeen cliëntgerichte zorg levert.

Zo legt de organisatie de actuele zorgvraag van de cliënt vast en de cliënt heeft eigen regie over de zorg die hij ontvangt. Alles in Zorg stemt de inzet en

deskundigheid van zorgverleners af op de zorgzwaarte en –behoefte van de cliënten. Ook kunnen cliënten ervan uit gaan dat zorgverleners onderling de zorg goed met elkaar afstemmen. Daarnaast weten zorgverleners welke externe disciplines betrokken zijn bij een cliënt. Uit de gesprekken die de inspectie heeft, blijkt ook dat Alles in Zorg zich open opstelt. Daarentegen vraagt het sturen op kwaliteit en veiligheid wel aandacht. Zo heeft Alles in Zorg nog geen

kwaliteitsproces ingericht om verbetermaatregelen op systematische wijze op te pakken en te evalueren.

Verder voldoet Alles in Zorg niet aan de verplichtingen die de Wtza stelt aan het aantal van drie toezichthouders.

Alles in Zorg werkt niet volgens de Veilige Principes in de Medicatieketen. Ook is het aan Alles in Zorg om te zorgen dat de apotheek toedienlijsten aanlevert.

Verder hebben zorgverleners kennis nodig over de Wet zorg en dwang ondanks dat Alles in Zorg geen onvrijwillige zorg toepast.

De inspectie concludeert dat zij nog niet voldoende kan inschatten of Alles in Zorg alle verbeterpunten tijdig en op de juiste wijze oppakt. Gezien de normen waaraan Alles in Zorg nog niet (volledig) voldoet, wil de inspectie het

verbetertraject van Alles in Zorg volgen.

2.2 Wat zijn de vervolgacties

In deze paragraaf staat wat de inspectie van Alles in Zorg verwacht. Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

2.2.1 De vervolgactie die de inspectie van Alles in Zorg verwacht

Een zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen.

De inspectie vertrouwt erop dat de zorgaanbieder verbetermaatregelen neemt op de punten waar de voorwaarden voor goede en veilige zorg niet voldoen aan de normen. De inspectie gaat ervan uit dat de informatie in hoofdstuk 3 hiervoor voldoende handvatten biedt.

De inspectie verwacht dat Alles in Zorg alle onderdelen zodanig verbetert dat zij aan alle normen voldoet. De inspectie verwacht uiterlijk 8 augustus 2022 een resultaatsverslag over de normen die grotendeels niet voldoen (norm 3.1, 3.3 en 3.4).

(6)

In het resultaatverslag staat per norm:

- Welke aanpak en acties de zorgaanbieder heeft ingezet om volledig aan de norm te voldoen.

- Hoe de zorgaanbieder heeft gemeten dat hij volledig aan de norm voldoet.

- Als u per de datum van het resultaatverslag nog niet volledig aan de norm voldoet per welke datum dit wel het geval zal zijn.

- Wanneer Alles in Zorg bestaande (beleids)documenten aanpast of opstelt in het kader van de verbetermaatregelen, verwacht de inspectie dat Alles in Zorg de documenten als bijlage toevoegt aan het resultaatverslag.

2.2.2 Vervolgacties van de inspectie

Op basis van het resultaatsverslag bepaalt de inspectie haar vervolgtoezicht aan Alles in Zorg. Een onaangekondigd of aangekondigd vervolgbezoek behoort tot de mogelijkheden.

(7)

3 Resultaten

Dit hoofdstuk geeft per thema de beoordeling van de normen. Het oordeel geeft aan in welke mate Alles in Zorg voldoet aan de betreffende norm.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntenschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis:

Donkergroen: De organisatie voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm positieve punten.

Lichtgroen: De organisatie voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend positieve punten.

Geel: De organisatie voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm deels negatieve punten.

Rood: De organisatie voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten of een

ernstige bevinding.

Blauw: De norm is niet getoetst.

3.1 Thema 1 – De cliënt centraal Norm 1.1

De zorgverleners leggen de zorgbehoefte van de cliënt vast.

Volgens de inspectie voldoet Alles in Zorg grotendeels aan de norm.

In de zorgdossiers leest de inspectie een beschrijving van de zorgbehoefte, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt. Zo leest de inspectie in een zorgdossier dat een cliënt ondersteuning bij douchen en aankleden nodig heeft.

In een ander zorgdossier leest de inspectie dat een cliënt ondersteuning nodig heeft bij het verzorgen van een stoma.

Zorgverleners vertellen dat de wijkverpleegkundige de zorgplannen na elke evaluatie, maar ook tussentijds, aanpast als er veranderingen in de zorgvraag zijn.

Dit ziet de inspectie ook terug in de zorgdossiers.

Verder leest de inspectie dat de wijkverpleegkundige de zorgvraag vertaalt naar zorgdoelen en afspraken over de zorgverlening. Zo ziet de inspectie in een zorgdossier instructies voor zorgverleners over hoe zij de smetplekken van een cliënt moeten verzorgen.

Zorgverleners vertellen dat de wijkverpleegkundige de risicosignalering uitvoert tijdens de intake van cliënten. De inspectie ziet in dossiers dat de

wijkverpleegkundige de risico’s ten aanzien van bijvoorbeeld huidproblemen en vallen in kaart brengt. Daarentegen ziet de inspectie het risico op vallen niet terug in een zorgdoel.

De inspectie leest in een zorgdossier dat de cliënt in eerste instantie zoveel mogelijk zelf de handelingen moet doen. Indien dit tijdens een zorgmoment niet lukt, neemt de verzorging deze taak over. Dit lijkt echter standaard opgenomen, want de inspectie leest dit terug in alle zorgdossiers.

(8)

Norm 1.2

De zorgverleners stellen de cliënt in staat om regie te voeren over de zorg die hij ontvangt.

Volgens de inspectie voldoet Alles in Zorg aan deze norm.

De bestuurder vertelt de inspectie dat zij samen met de wijkverpleegkundige de zorgplannen afstemt met de cliënt(vertegenwoordiger). De wijkverpleegkundige voert een (intake)gesprek met de cliënt of wettelijk vertegenwoordiger, waarin de zorgbehoeften en de wensen van de cliënt worden besproken.

De zorgverleners geven aan dat zij de zorgmomenten zoveel mogelijk aanpassen op de wensen van de cliënt. Zo leest de inspectie dat een cliënt niet door een mannelijke zorgverlener verzorgd wil worden. Hier houdt de organisatie rekening mee tijdens de zorgverlening, aldus een zorgverlener.

De cliënt(vertegenwoordiger) geeft vervolgens zijn akkoord voor het zorgplan.

In de zorgdossiers ziet de inspectie het intakeformulier terug. Ook ziet de inspectie dat de cliënt(vertegenwoordiger) akkoord is met het zorgplan.

Gesprekspartners geven verder aan dat de cliënt het zorgdossier kan raadplegen via een cliëntportaal. Cliënten hebben op elk moment toegang tot het

zorgdossier via een inlogcode. De inspectie hoort dat cliënten hier gebruik van maken.

De bestuurder vertelt dat zij zoveel mogelijk rekening houdt met de wensen van de cliënt bij het leveren van de zorg. Zo hoort de inspectie van de bestuurder dat zij rekening houdt met afspraken van cliënten met bijvoorbeeld de kapper of dagbesteding. De bestuurder vertelt dat de organisatie momenteel weinig capaciteit heeft vanwege personele wisselingen. Zij neemt alleen cliënten aan die binnen een specifiek tijdsblok zorg willen ontvangen. Indien een cliënt binnen een ander tijdblok zorg wil, neemt de organisatie deze cliënt ten tijde van het inspectiebezoek niet aan.

3.2 Thema 2 –Deskundige zorgverlener Norm 2.1

De zorgaanbieder draagt zorg voor kwalitatief en kwantitatief voldoende personeel.

Volgens de inspectie voldoet Alles in Zorg grotendeels aan de norm.

De bestuurder geeft aan dat Alles in Zorg de inzet en deskundigheid van zorgverleners afstemt op de zorgzwaarte en –behoefte van de cliënten.

De bestuurder legt uit dat binnen het planningsysteem de juiste deskundigheid aan de zorgvraag gekoppeld wordt. De bevoegdheden van de zorgverleners zijn ingevoerd in dit planningssysteem.

Uit gesprekken blijkt dat de bezetting van zorgverleners voldoende is voor de uitvoering van de dagelijkse zorg. Zorgverleners vertellen dat zij wel voldoende tijd hebben om de geïndiceerde zorg te leveren.

Als zorgverleners aangeven dat, ze niet uitkomen met de geïndiceerde tijd, dan geven ze dat door aan de bestuurder. De bestuurder neemt vervolgens contact op met de wijkverpleegkundige. De wijkverpleegkundige geeft aan dat in het verleden is voorgekomen dat er te weinig uren waren geïndiceerd voor een cliënt. Dit kreeg zij te horen via de bestuurder. Hierop heeft zij de indicatie aangepast.

(9)

De bestuurder vertelt dat hij van alle zorgverleners een verklaring omtrent gedrag (VOG) heeft. Zowel van de zorgverleners in vaste dienst als van de zzp’ers. De bestuurder laat enkele VOG’s zien aan de inspectie. Deze zijn actueel en staan op naam van de organisatie.

De bestuurder geeft aan dat Alles in Zorg geen plan heeft voor de scholing en opleiding van de zorgverleners. Het afgelopen jaar heeft de bestuurder wel een klinische les gegeven over het rapporteren. De bestuurder wil in het aankomend jaar wel scholingen organiseren. De bestuurder vertelt dat de meeste

zorgverleners vrij recent hun diploma hebben gehaald. Verder volgen een aantal zorgverleners opleidingen voor een hoger niveau, zoals verpleegkunde en VIG.

De inspectie ziet dat Alles in Zorg een overzicht van deze scholingen heeft.

De bestuurder vertelt verder dat zij de bevoegdheid van de zorgverleners in beeld heeft. Zij vraagt deze uit wanneer zorgverleners aangenomen worden en legt deze vast in een personeelsdossier. Daarentegen hoort de inspectie van de bestuurder dat zij de bekwaamheden van de zorgverleners niet structureel vastlegt.

De bestuurder geeft aan dat zij dit wel van plan is. Ten tijde van het bezoek ontvangen de meeste cliënten alleen Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) zorg. Een tweetal cliënten ontvangen stomazorg. Hierover heeft de bestuurder recent een klinische les gegeven.

Norm 2.2

Zorgverleners werken samen om integrale zorg te leveren.

Volgens de inspectie voldoet Alles in Zorg grotendeels aan de norm.

De zorgverleners vertellen de inspectie dat zij de zorg met elkaar afstemmen door na ieder zorgmoment te rapporteren over de zorg in het zorgdossier.

Ook overleggen de zorgverleners met elkaar via een beveiligde app. Verder is er maandelijks een teamoverleg. De afspraak is dat zorgverleners op de zorgdoelen rapporteren door middel van een methodiek.

De inspectie leest de afstemming in de zorgdossiers terug. Zo ziet de inspectie na ieder zorgmoment rapportages. De rapportages zijn niet altijd op zorgdoelen gerapporteerd. Ook ziet de inspectie wat in de beveiligde app is besproken over een casus.

De inspectie ziet daarnaast dat de zorgdossiers actuele informatie bevatten over de zorg aan de cliënt. Zo ziet de inspectie dat de zorgverleners rapporteren over de actuele situatie bij de cliënt. De inspectie ziet dat de zorgverleners doorgaans deze rapportages ook opvolgen.

Daarentegen leest inspectie dat een cliënt last heeft van haar hand. De inspectie ziet dat zorgverleners hier een aantal keren over rapporteren, maar dat de rapportages hierover plotseling stoppen.

Norm 2.3

De zorgverleners signaleren tijdig wanneer andere disciplines/expertise van binnen of buiten de organisatie nodig zijn en schakelen deze in.

Volgens de inspectie voldoet Alles in Zorg aan de norm.

De zorgverleners vertellen de inspectie dat externe zorgverleners betrokken zijn bij de zorg van cliënten. Zo vertelt een zorgverlener dat een huisarts betrokken

(10)

is bij een cliënt. De inspectie ziet de contactgegevens van de huisarts in het zorgdossier. De meeste cliënten hebben zelf contact met hun huisarts.

Verder ziet de inspectie dat bij een cliënt een diabetesverpleegkundige betrokken is. De inspectie leest niet de contactgegevens van de

diabetesverpleegkundige. In een ander zorgdossier leest de inspectie dat een cliënt recent geopereerd is en een stoma heeft. De inspectie leest niet de

contactgegevens van het ziekenhuis en de betrokken arts. De bestuurder vertelt dat deze cliënten zelf contact hebben met deze externe zorgverleners.

De inspectie leest niet altijd in de zorgdossiers terug wat de uitkomsten zijn van het overleg met de andere disciplines. In een enkel dossier leest de inspectie wat er uit het overleg tussen de cliënt en de huisarts is gekomen.

Norm 2.4

De wijkverpleegkundige stelt zorgvuldig de (her-)indicatie.

Volgens de inspectie voldoet Alles in Zorg aan deze norm.

De bestuurder vertelt dat een wijkverpleegkundige de indicaties stelt.

De inspectie ziet dat de wijkverpleegkundige in het BIG-register staat en dat zij een HBO-V opleiding heeft. De bestuurder heeft afspraken gemaakt met de wijkverpleegkundige over het bewaken en organiseren van de zorg en het stellen van een nodige herindicatie. Zo vertelt zij dat is afgesproken dat de bestuurder contact opneemt met de wijkverpleegkundige als zij een cliënt moet

(her-)indiceren. De wijkverpleegkundige doet de intake bij de cliënt thuis om zo tot de (her-)indicatie en het zorgplan te komen. Verder vertellen

gesprekspartners dat de wijkverpleegkundige de zorg één keer per zes maanden (of vaker) evalueert. De wijkverpleegkundige is de enige zorgverlener binnen de organisatie die de zorgplannen aanpast. De inspectie leest in de zorgdossiers dat de wijkverpleegkundige de indicaties vertaalt naar een individueel zorgplan.

De bestuurder legt uit dat de wijkverpleegkundige de zorg bewaakt door wekelijks de rapportages in het zorgdossier te lezen. De inspectie ziet de afspraken tussen Alles in Zorg en de wijkverpleegkundige terug in een overeenkomst.

3.3 Thema 3 – Sturen op kwaliteit en veiligheid Norm 3.1

De zorgaanbieder draagt zorg voor systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van zorg.

Volgens de inspectie voldoet Alles in Zorg grotendeels niet aan deze norm.

De bestuurder geeft aan dat zij sinds november 2021 een nieuw lid voor de raad van commissarissen heeft. De commissaris geeft aan dat zij maandelijks overleg hebben. Tijdens dat overleg spreken zij met name over de administratie.

De inspectie ziet hiervan notulen. In de toekomst willen zij ook over de kwaliteit van zorg in gesprek. De inspectie hoort van de bestuurder dat zij zich bewust is dat ze zij drie toezichthouders moet hebben volgens de Wet toetreding

zorgaanbieders (Wtza). De organisatie heeft namelijk meer dan tien zorgverleners.

De inspectie hoort ook dat de organisatie nog geen cliëntenraad heeft.

De bestuurder vertelt dat dit nog niet geregeld is omdat de organisatie in een korte tijd hard gegroeid is. Naast het opzetten van een cliëntenraad wil de

(11)

bestuurder in de nabije toekomst ook een nieuwsbrief versturen naar de cliënten.

Alles in Zorg laat zien dat zij over een klachtenregeling beschikt. De inspectie ziet het inschrijfbewijs van een erkende geschilleninstantie. De inspectie ziet dat Alles in Zorg bij deze organisatie ook gebruik kan maken van een externe

klachtenfunctionaris. De bestuurder geeft aan dat zij geen klachtenregeling heeft opgesteld. Na het bezoek ontvangt de inspectie wel een klachtenreglement.

Hierin leest de inspectie niet wie de externe klachtenfunctionaris is en wat de contactgegevens zijn van deze externe klachtenfunctionaris. De bestuurder laat een informatiemap zien die nieuwe cliënten krijgen als zij in zorg komen.

Hierin ziet de inspectie geen informatie over de klachtenregeling. Daarnaast werkt de website van de organisatie op dit moment niet. De inspectie hoort niet van de bestuurder hoe de cliënten geïnformeerd worden over de

klachtenregeling.

De bestuurder vertelt dat Alles in Zorg kwaliteitsgegevens verzamelt en gebruikt voor het evalueren en verbeteren van de zorg. Zo heeft zij in december 2021 een cliënttevredenheidsonderzoek laten uitvoeren. De bestuurder geeft aan dat de resultaten hiervan nog niet binnen zijn. De bestuurder vertelt dat ze deze informatie gebruikt ter verbetering van de organisatie.

De bestuurder geeft aan dat zij nog geen kwaliteitssysteem heeft. Zij wil dit wel in de toekomst opzetten. De bestuurder vertelt ook dat de zorgverleners nog geen toegang hebben tot alle beleidsdocumenten. Hiervoor wil zij in de aankomende periode een systeem maken.

De bestuurder laat zien dat zij (bijna-)incidenten, (bijna-) fouten (MIC- meldingen) en klachten registreert. De inspectie ziet twee MIC-meldingen.

Deze zijn geanalyseerd. De bestuurder geeft aan dat zij de MIC-meldingen benut voor het verbeteren van de zorg. De bestuurder geeft aan dat de MIC-meldingen niet leiden tot specifieke verbetermaatregelen. De bestuurder en zorgverleners geven aan dat zij de MIC-meldingen bespreken tijdens een teamoverleg.

De inspectie ziet dit niet terug in de notulen van teamoverleggen.

Verder geven de zorgverleners aan dat zij betrokken worden bij de (verbetering van de) kwaliteit van zorg. De zorgverleners geven aan dat het team dit

onderwerp ook regelmatig bespreekt tijdens een teamoverleg. Zo vertellen zij dat de wijkverpleegkundige wekelijks een controle uitvoert op de rapportages (zie norm 2.4). Verder ziet de inspectie in notulen van een teamoverleg dat de wijze van rapporteren besproken is.

Norm 3.2

De zorgaanbieder stelt de persoonsgerichte zorg en ondersteuning centraal en borgt de veiligheid van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet Alles in Zorg grotendeels aan de norm.

De inspectie ziet dat Alles in Zorg de veiligheid van cliënten op verschillende manieren probeert te borgen. Zo vertelt de bestuurder dat Alles in Zorg beschikt over een Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. De bestuurder vertelt dat ze een keer de meldcode heeft gebruikt. De zorgverleners vertellen dat zij deze meldcode kennen. Zo geeft een zorgverlener aan dat zij de meldcode ontvangen hebben via de mail. Ook vertelt de zorgverlener dat ze het document kunnen raadplegen in een handboek. Daarnaast vertelt de bestuurder dat zij aandacht hebben voor een veilige zorgrelatie. De zorgaanbieder heeft de

(12)

leidraad veilige zorgrelatie vertaald in een gedragscode. De zorgaanbieder organiseert dat de zorgverleners preventief aandacht schenken aan het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag richting de cliënt. Zo ziet de

inspectie dat de gedragscode wordt besproken tijdens functioneringsgesprekken.

De gedragscode kennen zij wel.

De bestuurder vertelt dat er voor Alles in Zorg een missie en visie is op persoonsgerichte zorg. De inspectie hoort dat de bestuurder er op de volgende wijze aandacht aan besteedt: het stimuleren van de eigen regie bij de cliënt en het aanbieden van scholingen gericht op de doelgroep van de organisatie.

De bestuurder en zorgverleners geven aan dat de cliënt centraal staat in de zorg.

De inspectie ziet dit ook terug in een beleidsdocument.

Ten aanzien van verpleegtechnische handelingen vertelt de bestuurder dat zorgverleners toegang hebben tot de Vilans-protocollen. De inspectie hoort dat de zorgverleners gebruik maken van het protocol voor onder andere stomazorg.

De toegang tot de Vilans-protocollen wordt echter verschaft via het account van één zorgverlener. De zorgaanbieder heeft dit nog niet zelf georganiseerd voor alle zorgverleners. De inspectie hoort dat de protocollen geprint worden voor op kantoor. De inspectie hoort niet dat de organisatie checkt in hoeverre dit de actuele protocollen zijn. Ook ziet de inspectie dat de organisatie een draaiboek heeft voor COVID-19. De inspectie ziet dat dit draaiboek niet is toegeschreven naar de eigen organisatie.

Norm 3.3

De zorgaanbieder schept voorwaarden voor de uitvoering van goede en veilige medicatiezorg.

Volgens de inspectie voldoet Alles in Zorg grotendeels niet aan deze norm.

De bestuurder geeft aan dat er afspraken zijn over het medicatieproces.

Deze afspraken leest de inspectie terug in het medicatiebeleid van Alles in Zorg.

De zorgverleners vertellen dat zij de afspraken rondom medicatie kennen.

Zo vertellen de zorgverleners over de afspraken voor het toedienen van de medicatie. De inspectie hoort van een zorgverlener dat zij alleen medicatie mag uitreiken vanuit de baxter, omdat zij helpende plus is.

De inspectie ziet dat het beleid niet volledig is gebaseerd op de ‘Veilige principes in de medicatieketen’. Zo leest de inspectie niet wat de zorgverlener precies moet doen bij wijziging van medicatie en wat de verantwoordelijkheid is per discipline. Ook ziet de inspectie niet wat de afspraken zijn over retourmedicatie.

De inspectie ziet bij de cliënten waar de medicatie (deels) is overgenomen dat er een toedienlijst van de apotheek is opgenomen in het zorgdossier. De bestuurder geeft aan dat zij niet binnen 24 uur een actuele toedienlijst van de apotheek ontvangt. In het verleden is het voorgekomen dat een cliënt lange tijd geen recente toedienlijst had. Hierover heeft de bestuurder wel contact opgenomen met de apotheek. De inspectie hoort van de bestuurder dat zij graag in de toekomst over wil stappen op een digitaal aftekensysteem. Ook ziet de inspectie dat de zorgverleners de toedienlijst niet altijd aftekenen volgens de afspraken.

De inspectie ziet dat zorgverleners regelmatig de medicatie vergeten af te tekenen en dat zij opmerkingen op toedienlijsten schrijven. De inspectie ziet niet terug dat zorgverleners hier een MIC-meldingen over maken.

De zorgverleners vertellen verder dat Alles in Zorg afspraken heeft voor de dubbele controle bij risicovolle medicatie. Ten tijde van het inspectiebezoek heeft de organisatie geen rol bij medicatie die dubbel afgetekend moet worden.

(13)

De afspraak is dat een zorgverlener een foto maakt van de medicatie met de naam van de cliënt en de juiste hoeveelheid. Een andere zorgverlener doet dan de dubbele controle. Deze werkwijze staat niet opgenomen in het

medicatiebeleid.

Norm 3.4

Wanneer de zorgaanbieder cliënten in zorg heeft met een psychogeriatrische zorgvraag zorgt zij voor kennis en deskundigheid bij de zorgverleners over het voorkomen en –indien nodig- verantwoord toepassen van onvrijwillige zorg.

Volgens de inspectie voldoet Alles in Zorg grotendeels niet aan deze norm.

De bestuurder geeft aan dat Alles in Zorg geen onvrijwillige zorg toepast.

Ten tijde van het bezoek heeft de organisatie geen cliënten in zorg met psychogeriatrische zorgvraag. De bestuurder vertelt wel dat er verschillende cliënten in zorg zijn waar beginnende dementie aan de orde kan zijn. Dit is nog niet vastgesteld door een arts. De bestuurder vertelt dat zij bij deze cliënten blijft inventariseren in hoeverre zij nog thuis kunnen blijven wonen. Dit doen de zorgverleners ook door te rapporteren over de zorgverlening volgens een methodiek.

De bestuurder vertelt dat ze nog geen scholing heeft georganiseerd over de Wet zorg en dwang (Wzd). De inspectie ziet dat de organisatie niet is geregistreerd als Wzd locatie in het openbaar locatieregister. De zorgverleners vertellen ook dat zij geen kennis hebben ontvangen over de Wzd vanuit de organisatie.

De zorgverleners noemen wel voorbeelden die mogelijk zouden kunnen vallen onder onvrijwillige zorg. Zij vertellen de inspectie wat zij doen als de situatie van een cliënt wijzigt, waardoor mogelijk wel middelen ingezet worden die de

(bewegings)vrijheid van een cliënt kunnen beperken. Daarentegen leest de inspectie dat Alles in Zorg onvrijwillige zorg als uitsluitingscriteria heeft opgenomen.

3.4 Thema 4 – Hygiëne en infectiepreventie Norm 4.1

Zorgverleners weten hoe zij handhygiëne moeten toepassen zoals beschreven in de richtlijnen.

Volgens de inspectie voldoet Alles in Zorg aan deze norm.

De zorgverleners vertellen dat zij bij tijdens hun werk beschikken over korte werkjassen en voldoende handalcohol. Ook weten de zorgverleners te vertellen wat de richtlijnen zijn voor goede handhygiëne. Zo mogen zij geen sieraden dragen en hebben zij de nagels kort en zonder nagellak.

De bestuurder geeft aan dat zij zeer recent zorg heeft verleend. De inspectie ziet dat de bestuurder nagellak draagt. De bestuurder geeft wel aan dat ze dit niet op had tijdens de zorgverlening.

Zorgverleners vertellen hoe en op welke momenten zij handhygiëne moeten toepassen. Zo vertellen zij dat zij na elke zorghandeling handhygiëne moeten toepassen, maar ook na het verlaten van de cliënt. De zorgverleners vertellen dat zij afgelopen jaar scholing hebben gevolgd waarin de handhygiëne ook aan bod kwam. Zij ontvingen hierbij ook de juiste protocollen.

(14)

Norm 4.2

Zorgverleners weten hoe zij persoonlijke beschermingsmiddelen moeten gebruiken zoals beschreven in de richtlijn.

Volgens de inspectie voldoet Alles in Zorg grotendeels aan de norm.

De inspectie ziet dat de zorgaanbieder persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) op voorraad heeft. Deze middelen zijn voorzien van een CE-keurmerk.

Zorgverleners vertellen dat zijn kunnen beschikken over deze hulpmiddelen door deze op te halen op kantoor. Zorgverleners vertellen dat zij altijd PBM bij zich hebben. De inspectie ziet een voorraad van gecertificeerde medische

mondmaskers, handschoenen, beschermingsbrillen en desinfectans van minimaal zeventig procent alcohol.

Zorgverleners vertellen hoe zij handelen wanneer een cliënt besmet is, en met welke PBM zij dan werken. Zij vertellen over hoe zij deze PBM moeten

gebruiken. Zo vertellen zij dat zij zowel handschoenen als mondmaskers dragen tijdens de zorgverlening. Ook geven zorgverleners een voorbeeld van een cliënt die besmet was met COVID-19. Zij maakten onderscheid tussen vuil en schoon.

Wanneer een cliënt besmet is, dragen zij het mondmasker type FFP2. Daarnaast verleenden zij aan deze cliënten pas zorg aan het einde van de route.

De inspectie ziet dat Alles in Zorg gebruik maakt van een werkwijze over de isolatie van een cliënt. Hierin staat ook de volgorde van het aan- en uittrekken van PBM opgenomen.

Zorgverleners vertellen dat zij weten wanneer zij welke PBM moeten gebruiken.

De zorgverleners vertellen dat zij eenmalig een uitleg hebben gekregen over het gebruik van de PBM. Dit was zo’n twee jaar geleden. Deze uitleg is niet

herhaald.

(15)

Bijlage 1: Geraadpleegde documenten

- Overzicht medewerkers - Overzichten cliënten

- 2019-01-01 Alles in Zorg missie en visie

- 2020-01-01 Alles in Zorg medicatiebeleid en medicatieproces - 2020-01-01 Klachtenreglement versie 1- 2020

- 2021-01-01 Deel 1 Draaiboek Wijkverpleging COVID-19 - Protocol Corona thuiszorg

- 2021-01-10 Aanvullend document Gedragscode - 2022-01-01 personeelshandboek

- Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling - Overeenkomst wijkverpleegkundige

- Diploma wijkverpleegkundige

- MIC-meldingen 7 en 30 september 2021

- Notulen teamoverleg 7 november 2021 en 7 december 2021 - Factuur klachtenregeling

- Uitsluitingscriteria

(16)

Duidelijk. Onafhankelijk. Eerlijk.

www.igj.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De afgesproken zorg in het zorgplan niet meer voldoet en onvrijwillige zorg waartegen de cliënt of cliëntvertegenwoordiger zich verzet, wordt overwogen (van vrijwillige zorg

Het stappenplan Wet zorg en dwang geeft de stappen weer die de zorgverantwoordelijke moet zetten bij de beoordeling of onvrijwillige zorg noodzakelijk is. In het stappenplan

In de Wet zorg en dwang staat wat Reinaerde moet doen als het niet lukt om afspraken te maken.. We vinden de Wet zorg en dwang

In de Wet zorg en dwang staat wat Reinaerde moet doen als het niet lukt om afspraken te maken.. We vinden de Wet zorg en dwang

Medewerkers van PSW zijn zich ervan bewust dat onvrijwillige zorg / of andere beperking van vrijheid inbreuk maakt op de fundamentele rechten van mens/cliënt; en slechts tijdelijk

Dat betekent dat vrijheidsbeperking of onvrijwillige zorg in principe niet mag worden toege- past, tenzij er sprake is van ernstig nadeel voor de cliënt of zijn omgeving.. Manna

Stappenplan Wet zorg en dwang De Wet zorg en dwang heeft als uitgangspunt dat uw familielid of cliënt alleen vrijwillige zorg krijgt.. Onvrijwillige zorg is altijd het laatste

aan geen zorgverantwoordelijke beschikbaar te hebben, 20% van de respondenten heeft geen Wzd-functionaris beschikbaar en bij 13% kan er geen beroep worden gedaan op een externe