• No results found

Alles wat je als begeleider (zzp-er) in de zorg moet weten over de. Wet Zorg en dwang

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Alles wat je als begeleider (zzp-er) in de zorg moet weten over de. Wet Zorg en dwang"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Alles wat je als begeleider (zzp-er) in de zorg moet weten over de

Wet Zorg en dwang

(maar eigenlijk wel erg handig voor iedereen die in de zorg werkt)

Auteur: Eric Isrif

(2)

Voorwoord

Op z’n vroegst per 01 januari 2020 treedt de Wet Zorg en dwang in werking. Deze ter vervanging van de wet BOPZ. De naam is al alleszeggend. Daar u als zzp'er, als 'hand aan het bed', als directe begeleider van cliënten die onder deze wet vallen, beroepsmatig risico's loopt, is het raadzaam om u in te lezen in de werkwijze, uitgangspunten en procedures van de wet, waar u in de praktijk weinig tot geen zicht op heeft maar die uw begeleidingsstijl, afwegingen en het stellen van professionele grenzen wel degelijk beïnvloeden.

Op diverse sites, vergelijkbaar als deze of van belangenorganisaties cq overheid, is informatie te vinden over de wet en de veranderingen ten opzichte van de BOPZ.

Allen geven te veel informatie, missen causale verbanden en zijn niet of gefragmenteerd geupdate. Kortom, meer vragen dan antwoorden. Maar allen met dezelfde boodschap: Vergewist u! Een dergelijke wet doorgronden is best een hele kluif(de behandeling

aanpassingen in die tijd maken de wet vrij ondoorzichtelijk) en voor u als zzp'er onnodig. Er is een samenvatting gemaakt in een logische volgorde en met een praktische opbouw. Het resultaat geeft een helder en begrijpelijk beeld van de wet. Het voorziet u in de noodzakelijke informatie, nodig om professioneel te kunnen blijven begeleiden en te handelen in risicovolle situaties, met de risico's voor u als zzp'er in het volle zicht. Het onderwerp ‘wilsonbekwaamheid’ is uitgelicht (wellicht overbelicht)vanwege de belangrijkheid om voor u als zzp’er een goede afweging te kunnen maken in bepaalde situaties.

De wet is op dit moment nog onderhavig aan wijzigingen. Vooruitlopend is dit schrijven reeds(voor zover bekend) hierop aangepast, in de veronderstelling dat de voorstellen ook worden doorgevoerd.

Daarnaast is sommige informatie op basis van 'need to know' weergegeven en dus onvolledig.

(3)

Wet zorg en dwang (WZD):

Voor welke zorgvragers?

De Wzd beperkt zich niet tot zorg die gegeven wordt binnen de Wet langdurende zorg (Wlz), maar gaat ook over zorg vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw) en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) van de gemeente. Dus ook in de dagbesteding en bij huishoudelijke hulp mag onvrijwillige zorg gegeven worden. Voorwaarde is wel dat de cliënt een PG-indicatie voor zorg heeft of

VG-indicatie. M.a.w. als officieel is vastgesteld dat er sprake is van een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke beperking en dat de cliënt daarvoor zorg of ondersteuning nodig heeft.

Daarnaast is de wet ook van toepassing op clienten die geen indicatie hebben voor langdurige zorg maar, vanwege hun psychogeriatrische aandoening of verstandelijke beperking, zijn aangewezen op zorg. Of iemand is aangewezen op zorg, in de betekenis die de wet daaraan geeft,

moet vastgesteld zijn door een arts.

(4)

Het begrip zorg heeft in deze wet een zeer brede betekenis. Het heeft betrekking op beroeps- of bedrijfsmatig verleende zorg die kan bestaan uit bejegening, verzorging, verpleging, behandeling, begeleiding, bescherming, beveiliging en onvrijwillige zorg. In de oude wet was zorg met dwang alleen van toepassing voor zorgvragers met een gedwongen opname (BOPZ).

Instelling/zorgaanbieder

Zorgaanbieders moeten kiezen of zij onvrijwillige zorg willen verlenen. Is dit het geval, dan moeten zij zich registreren in een openbaar register dat door de minister van VWS wordt ingesteld. In dit register worden, naast gegevens van de zorgaanbieder,

ook locaties opgenomen, daarbij moet worden vermeld of de locatie een zogeheten accommodatie is. Locaties of afdelingen die nu een Bopz-aanmerking hebben, worden automatisch als accommodatie in het register opgenomen.

Registratie van accommodaties is van belang omdat cliënten op basis van een besluit tot opname en verblijf van het CIZ (de opvolger van de huidige artikel-60 Bopz-indicatie) en cliënten met een onvrijwillige opname alleen opgenomen mogen worden in een geregistreerde accommodatie. Dit geldt natuurlijk ook voor cliënten die onvrijwillig zijn opgenomen.

Definitie Wzd accommodatie: Bouwkundige voorziening of een deel van een bouwkundige voorziening met het daarbij behorende

terrein van een zorgaanbieder waar zorg wordt verleend (Er ligt nog een wijzigingsverzoek mbt deze definitie).

(5)

WZD geldig voor zorgvragers die zorg krijgen vanuit instelling en/of daarbuiten

Met de wet BOPZ konden zorgvragers alleen zorg met dwang krijgen in een locatie met een BOPZ aanmerking. Hiervoor was het nodig een aanvraagprocedure te doorlopen.

Nu kunnen zorgorganisaties aangeven op welke locaties (accommodaties genoemd) zij zorg met dwang leveren en dit komt in een openbaar register. Ze worden achteraf getoetst of zij zich aan de spelregels houden.

De Wzd is cliëntvolgend. Dit betekent dat ook in de zorg aan huis, kleinschalig wonen, school of dagbesteding de wet kan gelden.

Buiten accommodaties mogen alleen vormen van onvrijwillige zorg worden toegepast die in het Besluit zorg en dwang zijn genoemd.

Of onvrijwillige zorg thuis kan worden verleend, hangt dus af van twee vragen, die beide bevestigend moeten worden beantwoord:

Valt de cliënt onder de Wzd?

�Gaat het om een vorm van onvrijwillige

�zorg die in het Besluit zorg en dwang is

�genoemd (zie verder op)?

De onvrijwillige zorg thuis komt verderop in het stuk aan de orde.

Procedure

Cliënt krijgt van het CIZ een indicatie voor opname op basis van de Wet Langdurige zorg (WLZ).

Deze indicatie kan zijn:

Vrijwillige opname

Cliënt is wilsbekwaam en eens met de opname.

Geen verzet client tegen opname

Besluit tot opname en verblijf (oude artikel 60 BOPZ) voor de maximale duur van 5 jaar (met mogelijkheid tot verlenging). Kan alleen in instelling(s locatie) die geregistreerd staat (zg.

‘accommodatie’) om dergelijke cliënten zorg te verlenen(oude BOPZ plaats/instelling). Het verblijf van een cliënt die is opgenomen op basis van een besluit tot opname en verblijf van het CIZ wordt beëindigd als de cliënt zich duidelijk en bij herhaling verzet tegen voortzetting van zijn opname en geen rechterlijke machtiging wordt aangevraagd.

(6)

Onvrijwillig opname

RM, vanaf 2020 aangevraagd door het CIZ! (dus niet meer door het OM!) Opname kan alleen in instelling(s locatie) die geregistreerd staat(zg ‘accommodatie’) om dergelijke cliënten zorg te verlenen (BOPZ plaats/instelling). Opname kan alleen beëindigd worden door ontslag. Opname termijn kan telkens verlengd worden voor een in de wet bepaalde periode.

Daarnaast geven:

Een voorwaardelijke machtiging, tot 23 jaar mogelijk (bij VG, indien zorgplan afspraken niet worden nagekomen) en geldig voor 1 jaar met telkens mogelijkheid tot

verlenging van 1 jaar.

Een IBS (blijft ongewijzigd met de

burgemeester als toewijzer(als voorloper van een RM)).

Een titel tot gedwongen opname.

Opname kan alleen in instelling(s locatie) die geregistreerd staat(zg ‘accommodatie’) om dergelijke cliënten zorg te verlenen (oude BOPZ indicatie en BOPZ plaats/instelling).

Bij opname dient de instelling zich te vergewissen van curator- of minimaal mentorschap. De instelling is verplicht om een van beide te regelen, indien cliënt dit ontbreekt. Opname kan alleen beëindigd worden door ontslag, het verlopen van de opnameduur of, in geval van een voorwaardelijke machtiging, het bereiken van het 24ste levensjaar. In de praktijk zullen zowel de VM als de IBS worden omgezet naar een RM.

Bij een onvrijwillige opname geldt nog de bepaling dat de instelling zich dient te vergewissen van minimaal mentorschap. De instelling is verplicht om het mentorschap te regelen, indien client dit ontbreekt.

Als laatste:

Ingeval van Wmo-zorg mag een ter zake deskundig arts de indicatie stellen, in plaats van het CIZ.

Als allerlaatste…:

Indien de opname titel ‘vrijwillig’ om wat voor reden dan ook gewijzigd moet worden naar

besluit tot opname en verblijf of onvrijwillig (middels het via het CIZ

aanvragen van een RM(of daarvoor een IBS via de burgemeester),

kan het zijn dat de cliënt moet verhuizen naar een zg. ‘accommodatie’, indien de instelling of locatie/afdeling niet als zodanig geregistreerd staat.

(7)

Onvrijwillige zorg

Onvrijwillige zorg kan verleend worden als dat noodzakelijk is om ‘ernstig nadeel’ te voorkomen.

De Wzd omschrijft ernstig nadeel als ‘het bestaan van of het ernstig risico op’:

�levensgevaar voor de cliënt of iemand anders;

�ernstig lichamelijk letsel voor de cliënt of iemand anders;

�ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade voor de cliënt of iemand anders;

�ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang van de cliënt of iemand anders;

�ernstig verstoorde ontwikkeling van de cliënt of iemand anders;

�bedreiging van de veiligheid van de cliënt al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt;

�de situatie dat de cliënt met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;

�de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.

De noodzaak kan voortkomen door het opmaken van een risico analyse.

Onder onvrijwillige zorg verstaat de Wzd zorg waarmee de cliënt of zijn vertegenwoordiger niet instemt en zorg waarmee de

vertegenwoordiger heeft ingestemd maar waartegen de cliënt zich verzet.

De begrippen vrijheidsbeperking en vrijheidsbeperkende maatregelen komen in de Wzd niet voor. In de Wzd worden de begrippen beperking van de bewegingsvrijheid en beperking van de vrijheid om het eigen leven in te richten gebruikt. Deze begrippen worden echter niet gedefinieerd in de Wzd. Van een

beperking van de bewegingsvrijheid is bijvoorbeeld sprake als de cliënt binnen een accommodatie niet kan gaan en staan waar hij wil. Van een beperking in de vrijheid om het eigen leven in te richten is bijvoorbeeld sprake als een cliënt bepaalde communicatiemiddelen niet of slechts beperkt mag gebruiken. Het begrip vrijheidsbeperkende maatregelen wordt soms zo gedefinieerd dat het ook betrekking heeft op zorg waarmee een wilsbekwame cliënt instemt. Een begrip met deze betekenis komt in de Wzd niet voor. Stemt een wilsbekwame cliënt in, dan is sprake van vrijwillige zorg, ook als het bijvoorbeeld een vorm van zorg betreft die zijn bewegingsvrijheid beperkt.

(8)

De Wzd onderscheidt de volgende negen categorieen onvrijwillige zorg:

medische handelingen en therapeutische maatregelen;

beperken van de bewegingsvrijheid;

�insluiten;

uitoefenen van toezicht op betrokkene;

onderzoek aan kleding of lichaam;

onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen of gevaarlijke voorwerpen;

controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen;

beperken van de vrijheid om het eigen leven in te richten;

�beperken van het recht op het ontvangen van bezoek.

Op alle categorieën is dezelfde

besluitvormingsprocedure van toepassing, het zogeheten stappenplan (verder op in het stuk wordt dit toegelicht).

Vrijwillige zorg

Als je cliënt of zijn vertegenwoordiger de maatregelen goedkeurt, kun je deze als zorg in het ondersteuningsplan opnemen. Het volgen van het zogenaamde stappenplan is hierbij niet nodig, tenzij:

(9)

Stappenplan is verplicht indien:

De afgesproken zorg in het zorgplan niet meer voldoet en onvrijwillige zorg waartegen de cliënt of cliëntvertegenwoordiger zich verzet, wordt overwogen (van vrijwillige zorg naar onvrijwillige zorg).

�Bij het inzetten van:

Gedragsmedicatie, beperking van de bewegingsvrijheid of insluiting wordt overwogen, ook als de cliëntvertegenwoordiger hiermee instemt.

Onder gedragsmedicatie wordt verstaan: Toediening van gedragsbeïnvloedende / sederende medicatie, als daarbij niet gehandeld wordt in overeenstemming met professionele richtlijnen, zoals de richtlijn Probleemgedrag van Verenso of de richtlijn Voorschrijven van psychofarmaca van de NVAVG. Als voorbeeld; medicatie tegen epilepsie (is tevens gedragsbeïnvloedend) voorschrijven bij een client zonder epilepsie.

Van een beperking van de bewegingsvrijheid is sprake als een cliënt niet kan gaan en staan waar hij wil(onder toezicht staat bijvoorbeeld) en als de mogelijkheden van de cliënt om zijn lichaam of lichaamsdelen te bewegen worden beperkt.

Van insluiten is sprake als de ruimte waarin de cliënt zich bevindt wordt afgesloten.

Bij verzet (herhaaldelijk en duidelijk aangeven van):

Verzet de cliënt of de vertegenwoordiger zich vervolgens toch tijdens de uitvoering van een afgesproken maatregel (de zorg wordt onvrijwillig)? Dan moet de zorgorganisatie alsnog het stappenplan doorlopen, voordat besloten kan worden om de zorg tegen de wil van de cliënt of vertegenwoordiger toe te ssen.

Wat is wilsonbekwaamheid?

Wilsonbekwaam betekent dat iemand:

De informatie over zijn zorg en/of

behandeling niet kan begrijpen en afwegen.

Niet begrijpt wat de gevolgen van zijn besluit zijn.

En/of geen besluit kan nemen.

Dat iemand zich anders gedraagt dan anderen, of dat iemand zorg weigert, maakt hem nog niet wilsonbekwaam. Als die persoon bewust beslissingen neemt en de gevolgen kan overzien, kan hij niet

wilsonbekwaam worden verklaard voor die beslissingen. Misschien besluit een cliënt iets waar de familie niet achter staat.

Wettelijk gezien mogen mensen echter ongunstige beslissingen over zichzelf nemen, als ze dat maar bewust doen.

Wilsonbekaamheid is daarom altijd ‘terzake’:

Voor de situatie waarin hij wilsonbekwaam is verklaard. Beoordeelt een behandelaar dat een cliënt wilsonbekwaam is voor een bepaalde situatie? Dan moet de behandelaar dit aan de cliënt vertellen en in het dossier

(10)

opnemen.Wilsonbekwaamheid is niet gekoppeld aan een diagnose

Een diagnose leidt nooit automatisch tot wilsonbekwaamheid. Iemand met bijvoorbeeld een psychiatrische aandoening, een verstandelijke beperking of dementie is niet

automatisch wilsonbekwaam. Dit wordt per situatie beoordeeld.

Wilsonbekwaamheid en vertegenwoordiging

Iemand die wilsonbekwaam is heeft een wettelijk vertegenwoordiger, toegewezen door een rechter of vrijwillig een (1ste graads)familielid.

Toegewezen door een rechter:

Mentor

In het geval van het toewijzen van een mentor blijft de cliënt echter wel handelingsbekwaam.

De mentor neemt beslissingen over de verzorging, verpleging, behandeling en

begeleiding van de betrokkene. Dit zijn beslissingen op het persoonlijke vlak. Daarbij kan het ook over feitelijke zaken gaan, zoals een dossier inzien. De mentor heeft de plicht om de betrokkene zoveel mogelijk zelf te laten beslissen. En om een zelfstandig optreden van deze persoon te bevorderen.

Curator

In het geval van het toewijzen van een curator is de cliënt niet alleen wilsonbekwaam maar tevens handelingsonbekwaam.

De positie van de curator lijkt veel op die van ouders of voogd. De curator is de wettelijk vertegenwoordiger van de betrokkene. De curator neemt beslissingen over geld

en goederen (financiële zaken). En over de verzorging, verpleging, behandeling en

(11)

Handelingsbekwaam

Cliënt mag zelfstandig rechtshandelingen verrichten en is daar ook verantwoordelijk voor.

Cliënt mag dingen kopen, een contract afsluiten, geld lenen, trouwen, scheiden etc.

Er kan gekozen worden voor:

Alleen mentorschap (wat niet vaak zal voorkomen).

Alleen bewindvoering.

Mentorschap en bewindvoering, bij wilsonbekwaamheid op de bedoelde vlakken, toegewezen aan 2 verschillende personen.

Curatorschap waarbij 1 curator zowel mentor en bewindvoerder is.

Curatorschap met voor het mentorschap en bewindvoering ieder een aparte curator.

omgezet naar een RM.

Verzet van een wilsbekwame cliënt is makkelijker te herkennen dan die van een wilsonbekwame.

Wanneer is sprake van verzet door een wilsonbekwame cliënt? Een cliënt die niet meer weloverwogen zelf beslissingen kan nemen, kan doorgaans wel duidelijk maken wat hij vindt van de zorg die hij krijgt. Door verbale uitingen of door gedragingen kan een cliënt duidelijk maken dat hij iets niet wil.

Dan is sprake van verzet. Ieder verzet moet serieus genomen worden, in die zin dat het

voor een zorgverlener aanleiding moet zijn om te beoordelen of hetgeen waartegen de cliënt zich verzet misschien achterwege kan blijven of wellicht alternatieven beschikbaar zijn waartegen de cliënt zich niet verzet.

Als een wilsonbekwame cliënt zich duidelijk en herhaaldelijk verzet tegen een bepaalde vorm van zorg dan moeten daar juridische consequenties aan verbonden worden:

De zorgverlening mag alleen voortgezet worden op basis van de

besluitvormingsprocedure voor onvrijwillige zorg(zg. stappenplan). Dit geldt ook als de vertegenwoordiger met de zorg heeft ingestemd en ongeacht welke vorm van zorg het betreft. De besluitvormingsprocedure is erop gericht te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om zorg te verlenen waartegen de cliënt zich niet verzet.

Basisgedachte

Het uitgangspunt van de Wet zorg en dwang is dat onvrijwillige zorg niet wordt toegepast, tenzij het niet anders kan.

(12)

Het stappenplan

De onvrijwillige zorg en bij in de wet specifiek aangegeven situaties (hierboven reeds opgesomd), dient te worden vastgelegd in het zorgplan.

Omschrijvingen Wzd functionaris

Eindverantwoordelijke, toezichthouder op onvrijwillige zorg

De Wzd functionaris ziet op onafhankelijke wijze toe op de inzet van onvrijwillige zorg en de mogelijke afbouw hiervan. Tevens is de Wzd functionaris (eind)verantwoordelijk voor de gang van zaken op het terrein van het verlenen van onvrijwillige zorg. In dat kader kan hij het zorgplan laten aanpassen.

Ook verlof en ontslag is alleen mogelijk met zijn toestemming, eventueel onder met hem afgestemde voorwaarden of beperkingen.

Deze functionaris kan zijn een:

AVG Arts (oude BOPZ arts)

Orthopedagoog-generalist, met BIG registratie

GZ-psycholoog

Zorgverantwoordelijke

De Wzd bepaalt dat de zorgaanbieder voor iedere cliënt een zorgverantwoordelijke aanwijst. Diens taak beschrijft de Wzd als volgt: ‘de zorgverantwoordelijke draagt

De zorgverantwoordelijke heeft de rol van beslisser. Zijn bevoegdheid om besluiten te nemen is echter beperkt doordat hij anderen moeten raadplegen en goedkeuring van anderen nodig heeft. Wie de functie van zorgverantwoordelijke kan vervullen wordt geregeld in uitvoeringsregelgeving.

Aan welk niveau wordt gedacht voor de functie van zorgverantwoordelijke?

Bij de invulling van het functieniveau van de zorgverantwoordelijke wil VWS aansluiten bij de bestaande praktijk in de VG-sector.

Het ligt in de rede dat dit in de gehandicaptenzorg minimaal een

zorgverlener op niveau 4 dient te zijn. De zorgaanbieder beslist uiteindelijk zelf wie hij als zorgverantwoordelijke aanwijst. Dit is afhankelijk van de situatie en context. Als bijvoorbeeld de (onvrijwillige) zorg complex is, ligt het in de rede als hier een zorgverlener van hoger niveau als zorgverantwoordelijke bij wordt betrokken. Het staat aanbieders daarom uiteraard vrij om een hoger geschoolde medewerker aan te wijzen als

(13)

Stap 1: Het zorgplan voldoet niet en er is risico op ernstig nadeel - MDO 1.

Kern: Onderzoek naar alternatieven

Bij het eerste Multidisciplinaire overleg (MDO) bespreek je als zorgverantwoordelijke met je team, de wzd functionaris en de cliënt en/of cliëntvertegenwoordiger, wat er aan de hand is en hoe ernstig het ‘nadeel’ is. Voor wie is dit een probleem en wie ondervindt er nadeel van? Lees meer over ernstig nadeel.

Analyseer waar dit gedrag vandaan komt.

Is er een lichamelijke oorzaak? Dan moet een (AVG) arts nader onderzoek doen om dit uit te sluiten. Is er geen lichamelijke oorzaak, dan moeten andere oorzaken worden onderzocht: psycho-sociale

oorzaken of omgevingsfactoren. Vaak is een orthopedagoog de juiste persoon dit nader te onderzoeken.

Op basis van de resultaten uit deze

onderzoeken, wordt gezocht naar vrijwillige zorg die passend is bij deze cliënt en

zijn gedrag. Een evaluatiedatum wordt afgesproken.

Aanpassen en uitvoeren van het zorgplan De zorg die met de cliënt(vertegenwoordiger) is afgesproken wordt in het zorgplan

opgenomen en de zorg wordt uitgevoerd.

Deze zorg is in principe vrijwillig, de cliënt verzet zich niet.

De zorg wordt op de afgesproken datum nabesproken. Er zijn nu twee scenario’s mogelijk:

De zorg voldoet, de cliënt vertoont geen probleemgedrag meer, er dreigt geen ernstig nadeel. De resultaten uit de bespreking worden vastgelegd in het zorgplan en de zorg wordt verleend zoals afgesproken. Het probleem is opgelost met vrijwillige zorg. De evaluatie van de zorg gebeurt in de reguliere

zorgplanbesprekingen.

De vrijwillige zorg voldoet niet, de cliënt vertoont nog steeds onbegrepen gedrag, er dreigt nog steeds ernstig nadeel. Het lijkt nodig om onvrijwillige zorg toe te passen. Dan ga je over naar de volgende stap.

(14)

Onderzoek de mogelijkheid van onvrijwillige zorg

Bij het tweede MDO wordt een nieuwe discipline bij het gesprek gevraagd.

Was tijdens de eerste bespreking een arts als wzd functionaris aanwezig, dan wordt nu een gedragsdeskundige erbij gevraagd.

Zijn er nieuwe inzichten die nog mogelijkheid geven voor vrijwillige zorg? Zo nee, dan kan onvrijwillige zorg overwogen worden. Daarbij zijn een aantal vragen relevant:

Wat is de minst ingrijpende maatregel voor deze cliënt, die het beste past bij de

situatie?

Wat zijn de negatieve gevolgen van de onvrijwillige zorg? Staat dit in verhouding tot het ernstig nadeel?

Zijn er minder ingrijpende alternatieve oplossingen?

Is er voldoende met collega’s en andere disciplines overlegd?

Is de onvrijwillig zorg effectief?

Vaststellen en toepassen van onvrijwillige zorg

Bij het besluit over de inzet van

gedragsmedicatie, toedienen van vocht, voeding, medicatie, medische controles/

handelingen of therapeutische maatregelen, beperking van de bewegingsvrijheid en

insluiting bij een wilsonbekwame cliënt, dient altijd een (AVG) arts betrokken te zijn.

Bij de overige vormen van onvrijwillige zorg volstaat een andere wzd functionaris.

In het zorgplan wordt nu de onvrijwillige zorg opgenomen. Je noteert:

�Wat de onvrijwillige zorg inhoudt;

�Hoe vaak, wanneer, hoe lang, door wie;

�Voor welke periode dit wordt toegepast;

�Wanneer wordt geëvalueerd;

�Hoe de onvrijwillige zorg wordt afgebouwd;

De betrokken Wzd functionaris beoordeelt het zorgplan en laat dit zo nodig aanpassen.

De intentie in deze stap is om de onvrijwillige zorg binnen 3 maanden af te bouwen. Deze termijn kan eenmalig met maximaal 3 maanden verlengd worden.

Stap 2: Probleem niet

opgelost - MDO 2

(15)

2x3 maanden af te bouwen? Dan wordt een externe niet bij de zorg betrokken deskundige geraadpleegd, dit kan zijn:

�Arts Verstandelijk Gehandicapten,

�Psychiater,

�Orthopedagoog,

�Verpleegkundige.

Er wordt een uitgebreid deskundigenoverleg gepland. Als blijkt dat ook na het

deskundigenoverleg onvrijwillige zorg noodzakelijk blijkt, kan dit in het zorgplan worden opgenomen en uitgevoerd. Als het niet mogelijk blijkt om de onvrijwillige zorg binnen maximaal 6 maanden af te bouwen, dan wordt het toepassen van de onvrijwillige zorg, na evaluatie met externe deskundige, steeds voor de periode van 6 maanden verlengd.

Het kan voorkomen dat er onvrijwillige zorg wordt verleend welke niet is vastgelegd in het zorgplan:

�In de periode waarin nog geen zorgplan is

�vastgesteld, kan in noodsituaties

�onvrijwillige zorg worden toegepast.

�In situaties die redelijkerwijs niet voorzien

�hadden kunnen worden bij de vaststelling

�van het zorgplan kan onvrijwillige zorg

�worden toegepast.

De zorgverantwoordelijke beslist of onvrijwillige zorg moet worden toegepast ondanks dat het zorgplan daar niet in voorziet. De zorgverantwoordelijke moet dit besluit schriftelijk vastleggen en daarbij aangeven waarom onvrijwillige zorg noodzakelijk is en hoe voorzien wordt in het toezicht daarop. Bovendien moet hij vastleggen hoe lang de

onvrijwillige zorg verleend kan worden, deze termijn is maximaal twee weken.

Als de zorgverantwoordelijke zelf geen Wzd functionaris is en het gaat om medisch handelen, een beperking van de bewegingsvrijheid of insluiting, dan moet hij het besluit om onvrijwillige zorg te verlenen vooraf bespreken met de bij de zorg betrokken Wzd functionaris . De zorgverantwoordelijke informeert, zo mogelijk vooraf, de Wzd functionaris over het verlenen van onvrijwillige zorg in deze situaties.

Stap 3: Inroepen van extern

advies: MDO 3

(16)

Onvrijwillige zorg thuis

Of onvrijwillige zorg thuis kan worden

verleend, hangt af van twee vragen, die beide bevestigend moeten worden beantwoord:

�Valt de cliënt onder de Wzd?

�Gaat het om een vorm van onvrijwillige zorg die in het Besluit zorg en dwang is genoemd?

Als onvrijwillige zorg thuis verleend wordt, moet daarbij dezelfde procedure gevolgd worden die ook geldt voor verlening van onvrijwillige zorg aan een client die is opgenomen.

Dat houdt in dat een zorgverantwoordelijke moet worden aangewezen en dat deze een zorgplan vaststelt op basis van het stappenplan. Dit zorgplan moet beoordeeld worden door een Wzd functionaris.

In het Besluit zorg en dwang worden nadere eisen worden gesteld waaraan voldaan moet worden als in thuissituaties onvrijwillige zorg wordt verleend. De aanvullende eisen zijn:

Er moet besproken zijn op welke wijze toezicht wordt gehouden op het veilig toepassen van de onvrijwillige zorg;

�In het zorgplan wordt beschreven hoe het

�Een deskundige zorgverlener moet bereikbaar zijn voor hulp naar aanleiding van de onvrijwillige zorg;

�In een noodsituatie of wanneer er nog geen zorgplan is, wordt uitsluitend onvrijwillige zorg verleend als de zorgverantwoordelijke heeft aangegeven hoe het toezicht is geregeld en hoeveel zorgverleners aanwezig moeten zijn.

Registratieplicht

Voorheen moest inzet van M&M en gemeld worden bij de IGZ. In de Wzd is deze

meldplicht vervallen.

Onvrijwillige zorg moet echter wel

geregistreerd worden en aan de IGJ moet halfjaarlijks een overzicht van de verleende onvrijwillige zorg gestuurd worden, samen met een analyse daarvan. Deze analyse moet worden ondertekend door de raad van bestuur.

Waar moet onvrijwillige zorg geregistreerd worden? De Wzd bepaalt dat onvrijwillige zorg geregistreerd moet worden. Het is echter niet nodig om een aparte registratie bij te houden. Onvrijwillige zorg kan ook geregistreerd worden in het elektronisch cliëntdossier (ecd). Het ecd moet dan wel de gegevens kunnen genereren die nodig

(17)

Rechten client

Cliëntvertrouwenspersoon

Niet te verwarren met de verplichte vertrouwenspersoon vanuit de Wkkgz.

Cliënten en hun vertegenwoordigers kunnen een beroep doen op een onafhankelijke cliëntenvertrouwenspersoon.

Deze persoon moet kenbaar gemaakt worden aan cliënten en hun vertegenwoordigers. Elke zorginstelling die

onvrijwillige zorg wil kunnen bieden moet een onafhankelijke cliëntenvertrouwenspersoon hebben. Deze heeft tot taak om de cliënt(vertegenwoordiger) op diens verzoek advies en bijstand te verlenen in aangelegenheden die samenhangen met onvrijwillige zorg, de opname, of de klachtenprocedure.

Daarnaast moet de cliëntenvertrouwenspersoon aan de inspectie melden als er tekortkomingen zijn in de structuur of de uitvoering van onvrijwillige zorg of onvrijwillige opname.

De cliëntenvertrouwenspersoon is onafhankelijk van de

zorgaanbieder, de Wzd functionaris, de zorgverantwoordelijke en het CIZ.

Aan de zorgkantoren de taak om, naar analogie van de organisatie van de clientondersteuning, zorg te dragen voor de beschikbaarheid van clientvertrouwenspersonen.

Zorgorganisaties hebben anders dan in indirecte zin geen bemoeienis met de inrichting van het vertrouwenswerk.

Klachten commissie

Iedere zorgorganisatie moet zich aansluiten bij een externe klachtencommissie. Zo’n externe klachtencommissie moet worden ingesteld door representatieve organisaties van

zorgaanbieders en representatieve organisaties van cliënten. De externe klachtencommissie behandelt alleen klachten over in de Wzd met name genoemde beslissingen.

Deze klachtencommissie komt dus ‘bovenop’ de reeds bestaande (vanuit de wkkgz verplichte) klachtencommissie.

(18)

Conclusie

Gezien onze doelgroep(VG7) zal in de praktijk blijken dat de cliënten die u begeleidt:

Onder de Wzd vallen;

Een niet-vrijwillige opname titel hebben;

Een wettelijk vertegenwoordiger hebben (dus minimaal wilsonbekwaam zijn);

1 of meerdere vormen van dwang ondergaan.

Dan is voor u van belang te weten:

Welke in de wet genoemde vormen van dwang betrekking hebben op de cliënt. In welke fase van het stappenplan zitten de respectievelijke vormen van dwang. Immers, een cliënt of diens vertegenwoordiger, kan verzet laten blijken tegen slechts bepaalde

vorm(en) van dwang, maar met andere vormen blijven instemmen.

In de praktijk moet blijken hoe toegankelijk deze informatie is voor u als zzp’er.

Raadzaam is (gezien de huidig praktijkervaring van het vaak slechts

voorhanden hebben van een dagprogramma), om, ingeval van verzet en te weinig dossier informatie, de vorm van dwang niet toe te passen en dit g;emotiveerd weer te geven in het ecd van de betreffende organisatie, eerder dan de dwang door te zetten.

Als laatste:

Pas nooit vormen van dwang waarvan de grondslag vanuit de Wzd niet te rechtvaardigen valt.

(19)

Geraadpleegde bronnen

De gebruikte bron is openbaar: www.rijksoverheid.nl en specifieker:

Wet langdurige zorg

Wettelijke vertegenwoordiging

Wet zorg en dwang met de amandementen en (verzoeken tot) wijzigingen.

www.kennispleingehandicaptenzorg.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Stappenplan Wet zorg en dwang De Wet zorg en dwang heeft als uitgangspunt dat uw familielid of cliënt alleen vrijwillige zorg krijgt.. Onvrijwillige zorg is altijd het laatste

Zorg waartegen de cliënt of zijn vertegenwoordiger zich verzet Uiterst middel om ernstig nadeel te voorkomen. Er zijn geen alternatieven / er is sprake van

In de Wet zorg en dwang staat wat Reinaerde moet doen als het niet lukt om afspraken te maken.. We vinden de Wet zorg en dwang

In de Wet zorg en dwang staat wat Reinaerde moet doen als het niet lukt om afspraken te maken.. We vinden de Wet zorg en dwang

Medewerkers van PSW zijn zich ervan bewust dat onvrijwillige zorg / of andere beperking van vrijheid inbreuk maakt op de fundamentele rechten van mens/cliënt; en slechts tijdelijk

Dat betekent dat vrijheidsbeperking of onvrijwillige zorg in principe niet mag worden toege- past, tenzij er sprake is van ernstig nadeel voor de cliënt of zijn omgeving.. Manna

Dat stappenplan geeft aan welke afwe- gingen moeten worden gemaakt en welke deskundigheid moet worden betrokken om ervoor te zorgen dat het gedrag van een cliënt zo goed

Daarmee kunnen we per zorgprofiel/leveringsvorm het aandeel (in %) cliënten bepalen bij wie ten minste één OVZM wordt ingezet en voor wie ten minste één stap uit het stappenplan