DEFINITIEF RAPPORT INSPECTIE 21 JULI 2020 Het Schild,
Het definitieve rapport bestaat uit twee delen. Het eerste deel bevat een beschrijving van de aanleiding en de bevindingen van het inspectiebezoek. Deel 2 bevat de zienswijze van de zorgaanbieder Het Schild.
DEEL 1
GEGEVENSOVERZICHT
Opvanggegevens
Naam : Dagbestedingslocatie Het Schild
Adres : Wolfhezerweg 101
Postcode en woonplaats : 6874 AD Wolfheze Telefoonnummer : 026 - 482 11 77 Website aanbieder : www.hetschildonline.nl
Rechtsvorm : Stichting
HKZ/ISO gecertificeerd : HKZ in aanvraag Gegevens toezicht
Naam : Gemeente Ede, toezichthouder Wmo
Adres : Postbus 9022
Postcode en woonplaats : 6710 HK Ede
Telefoonnummer :
Gegevens opdrachtgever
Naam : Gemeente Ede
Adres : Postbus 9022
Postcode en woonplaats : 6710 HK Ede Planning
Datum onderzoek : 27 - 07 - 2020
Opstellen concept onderzoeksrapport : 15 - 01 - 2021
Hoor/wederhoor : -
Zienswijze ontvangen : 29 - 01 - 2021 Vaststelling onderzoeksrapport : 15 - 02 - 2021 Verzending onderzoeksrapport : 17 - 02 - 2021
INLEIDING
Gemeenten zijn sinds 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de kwaliteit van voorzieningen die verstrekt worden in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015).
De Wmo 2015 regelt in artikel 6.1 dat gemeenten een toezichthoudende ambtenaar aanwijzen. Het college van B&W van de gemeente Ede heeft de Directeur Publieke Gezondheid van GGD Gelderland-Midden als toezichthoudend ambtenaar aangewezen met de mogelijkheid deze toezichthoudende taak te mandateren aan medewerkers van GGD Gelderland-Midden. Daarnaast heeft de gemeente Ede toezichthouders Wmo in dienst.
Zorgaanbieders die Wmo ondersteuning bieden, leveren vaak ook langdurige zorg (Wlz). Op de langdurige zorg wordt toezicht gehouden door de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Gegevens en bevindingen in dit rapport beperken zich tot Wmo verstrekkingen.
De toetsing is gebaseerd op wettelijke regelingen waaronder de Wmo, aangevuld met de kwaliteitscriteria uit de gemeentelijke Wmo verordening, inkoopvoorwaarden, toekenningsbeschikkingen en/of uit
overeenkomsten met zorgaanbieder.
Inspectiehistorie
De Wmo-toezichthouder van de gemeente Ede, heeft samen met de seniormedewerker Wmo, een inspectiebezoek bij dagbestedingslocatie Het Schild uitgevoerd op 21 juli 2020. Het bezoekadres was Wolfhezerweg 101 te Wolfheze. Vanuit de gemeente Ede is nooit eerder een inspectiebezoek geweest. De inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft meerdere inspecties uitgevoerd, namelijk 1 oktober 2018, 9 oktober 2019 en in april 2020 aanvullende inspecties. De Wmo toezichthouder van de gemeente Ede heeft zich rekenschap van de rapporten genomen en bij de toetsing op de kwaliteitseisen niet doorgevraagd op de kwaliteitseisen, die al door de IGJ meegenomen zijn. Ten tijde van het bezoek door de Wmo toezichthouder stond Het Schild onder verscherpt toezicht bij de IGJ.
Onderzoek
Tijdens de inkoopprocedure is gebleken dat Het Schild niet het gevraagde kwaliteitscertificaat heeft, welke de gemeente Ede vereist.
Middels een uitzonderingsbesluit van het college kunnen er toch indicaties afgegeven worden bij deze aanbieder. Deze uitzondering is gemaakt vanwege de specifieke doelgroep en het beperkte aanbod. De beleidsregisseur en seniormedewerker Wmo waren hier al over in gesprek met de manager van Het Schild.
Er was afgesproken om eind maart 2020 een gesprek te hebben, waarin het Schild aan zou geven wat de stand van zaken was met betrekking tot het kwaliteitscertificaat, en of het Schild de samenwerking met de Wmo afdeling van de gemeente Ede wilde voortzetten.
Het onderzoek betrof de dagbesteding die geboden wordt aan klanten van de gemeente Ede. Het onderzoek heeft als doel na te gaan of de aanbieder voldoet aan de wettelijke (kwaliteits)eisen vanuit de Wmo en de aanvullende gemeentelijke (kwaliteits)eisen. Het onderzoek richt zich op de kwaliteitseisen die gaan over de doelmatigheid van de voorziening (zie verordening Wmo gemeente Ede d.d. 01-01-2020). Daarnaast komt de samenwerking met de gemeente Ede aan bod. Ook richt het onderzoek zich op de overeenkomst die Het Schild is aangegaan met de gemeente Ede, betreft vervoer. Het Schild heeft zich verbonden om dit
gecontracteerde product te bieden aan de cliënt die zich daartoe tot hem wendt en die op laste van zijn beschikking op die ondersteuning aanspraak kan maken.
Het betrof een aangekondigd bezoek bij de dagbestedingslocatie. Aangezien het eerste aangekondigde bezoek afgezegd is door een grote regionale stroomstoring, is ervoor gekozen om het inspectiebezoek de week erop te laten plaatsvinden, al waren er geen cliënten aanwezig. De reden om het wel door te laten gaan is, omdat het inspectiebezoek anders door de zomervakantie een aantal weken uitgesteld zou worden.
Er is besloten om twee cliënten thuis of op het gemeentehuis te spreken, zodat de cliënten toch gehoord konden worden.
Het Schild heeft vooraf aan het inspectiebezoek een agenda ontvangen met de geplande onderwerpen en wie verwacht wordt aanwezig te zijn bij welk onderdeel van het inspectiebezoek. De toezichthouder heeft een bevestiging ontvangen van het Schild, dat alle partijen aanwezig konden zijn en instemden met het inspectiebezoek. Het onderzoek bestond uit observatie, bronnenonderzoek en interviews.
Na het inspectiebezoek heeft de toezichthouder een mail gestuurd. In deze mail stond onder andere de termijnen, waarop het Schild bepaalde gevraagde informatie zou sturen. Dit betrof vooral vragen met betrekking tot het regelen van de vervoersvoorziening. Daarnaast bevatte de mail de gevraagde informatie bij wie het Schild terecht kon om vragen te stellen over het contract.
Er hebben gesprekken plaats gevonden met de begeleider van de dagbesteding. Daarnaast met drie personen van het interim-management. Twee interim-managers heel kort ter plekke, een interim-manager via Teams. De toezichthouder heeft op 27 augustus op het gemeentehuis met een cliënt gesproken en op 28 augustus is de toezichthouder bij een cliënt thuis geweest.
Korte beschrijving van de organisatie en de doelgroep
Het Schild is een centrum voor blinden en slechtzienden. Het Schild is een woon/zorgcentrum dat diensten verleent op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Het Schild is gespecialiseerd in het wonen en zorgen voor blinden of slechtzienden. Het Schild heeft 120 appartementen waarvan 119 appartementen
beschikbaar zijn voor cliënten. In een aantal appartementen wonen echtparen. Cliënten met verschillende indicaties wonen binnen Het Schild door elkaar heen. Cliënten komen op relatief jonge leeftijd in Het Schild
wonen. Als de zorgbehoefte toeneemt hoeven cliënten niet van appartement te wisselen. Cliënten, die er wonen hebben een WLZ - indicatie.
In hetzelfde gebouw is een dagbestedingslocatie. Hier komen normaliter op 5 werkdagen zo’n 10 tot 12 cliënten. Door Corona was de dagbesteding 2 dagen gesloten en konden de cliënten gemiddeld 1 keer per week komen. Online werden de activiteiten wel aangeboden en ook telefonisch werd contact onderhouden door een praatje. De cliënten hebben een WLZ of WMO indicatie. De cliënten met een WMO indicatie
komen uit 7 gemeenten. Vanuit de gemeente Ede zijn dit er 3. Sinds juni 2020 heeft de dagbestedingslocatie een nieuwe teamleider. Het team van de dagbestedingslocatie bestaat uit 3 vaste begeleiders en meerdere vrijwilligers, die voor een wisselend aanbod zorgen. Voor een deel van het aanbod betalen de cliënten een eigen bijdrage (speksteen, boetseren, gym, bakken, schilderen).
Conclusie en advies
Wat gaat goed
De cliënten die de toezichthouder gesproken heeft, zijn zeer tevreden over de dagbesteding. Dit heeft vooral te maken met twee componenten, namelijk dat ze naar een dagbestedingsplek gaan, waar daadwerkelijk rekening gehouden wordt met hun visuele beperkingen en daarmee samenhangende hulpvraag. De omgeving is op het niveau van details ingericht, voor mensen met een visuele beperking. Daarnaast speelt mee dat ze hier al jaren komen, en heel vertrouwd is. De begeleiding weet precies wat ze wel of niet kunnen.
Waar liggen de verbeterpunten
De zorgaanbieder voldoet niet aan de gestelde kwaliteitseisen, betreffende de doelmatigheid van de voorziening. De plannen voldoen niet aan de vereisten en de dag- en weekrapportages worden niet
gekoppeld aan doelen en activiteiten die beschreven horen te staan in het zorgplan of format voor verlenging van de indicaties. Daarnaast is er geen actieve afstemming bij een verandering van de situatie met de afdelingen van de gemeente Ede. Ook gedurende het onderzoek heeft de aanbieder nagelaten of uitgesteld om de benodigde documenten te leveren.
Advies
De Wmo toezichthouder van de gemeente Ede adviseert het college om te handhaven.
Bevindingen
1. Doelmatigheid voorziening (wettelijke kwaliteitseis: De voorziening is doelmatig, doeltreffend en cliëntgericht (Wmo 2015, art. 3.1, tweede lid sub a).
Alle cliënten hebben een actueel ondersteunings- / begeleidingsplan (een plan waaruit blijkt wat de kansen mogelijkheden en ondersteuningsbehoeften zijn van de cliënt en welke voorziening wordt geboden).
1.1 Ondersteunings- / begeleidingsplan
1. De cliënt en de aanbieder bereiken overeenstemming over het begeleidingsplan. De cliënt en de aanbieder bereiken deze overeenstemming binnen zes weken nadat de cliënt is aangemeld bij de aanbieder.
2. Het plan omvat een omschrijving van de vraag van de cliënt.
3. Het plan omschrijft de kansen/mogelijkheden van de cliënt (eigen kracht/ sociale netwerk).
4. Het plan bevat concrete doelen en afspraken (wat, wanneer, wie) (SMART of PDCA-cyclus) 5. Het begeleidingsplan geeft aan welke voorziening wordt geboden.
6. Het sociale netwerk van de cliënt is actief betrokken bij bijvoorbeeld het opstellen van het plan.
7. De ondersteuning sluit(en) aan op de reële behoefte en mogelijkheden van de cliënt en zijn/haar sociale netwerk.
8. Het plan heeft de instemming van de cliënt en is ondertekend door de cliënt of diens vertegenwoordiger.
9. In het plan staat de naam van de eerstverantwoordelijke medewerker vermeld.
10. Het plan wordt minimaal jaarlijks geëvalueerd 11. Van deze evaluatie wordt verslag opgemaakt.
12. De dag- of weekrapportages worden gekoppeld aan doelen/activiteiten die staan beschreven in het zorgplan.
De toezichthouder heeft voorafgaande aan het inspectiebezoek de formats, die gebruikt worden bij de herindicaties bekeken. Tijdens het bezoek is in het digitale dossiers gekeken naar de plannen van aanpak, de dagrapportages en evaluaties. Bij het invullen van het plan van aanpak valt op dat de teksten worden gebruikt, zoals opgesteld bij de vorige herindicatie aanvraag. De teksten zijn letterlijk gekopieerd. De velden met betrekking tot de leefgebieden zijn leeg. De velden met betrekking tot de persoonlijke gegevens zijn niet ingevuld, zoals straat, woonplaats, geboortedatum, telefoonnummer, maar ook datum gesprek. Uitbreiding van uren wordt niet of nauwelijks gemotiveerd. Het Schild gaf tijdens het inspectiebezoek aan dat ze het invullen en aanvragen van de indicatie tijdrovend en onnodig vindt.
Bij het Schild is vooral het doel gezelligheid en bij lotgenoten zijn. De begeleiding laat zien wat er speciaal ontworpen wordt voor de visueel beperkten. De spellen worden aangepast en de instructies hardop voorgelezen, met als doel dat de cliënt zoveel zelfstandig kan deelnemen.
De plannen, die ingezien zijn, zijn niet ondertekend door cliënten. In de rapportage zijn zorgdoelen terug te vinden. Hierop wordt niet specifiek gerapporteerd. De doelen zijn opgesteld in 2017 en terug te vinden in de rapportage bij de participatiedoelen. Bij leefgebieden, zoals dagbesteding, contact samenleving en sociaal leven is informatie terug te vinden. Deze informatie is zeer summier, namelijk gemiddeld 1 of 2 opmerkingen per jaar. Bij sommige cliënten is niet gerapporteerd in 2018. Bij 1 cliënt wordt gesproken over ½
jaarlijks gesprek. Uit de rapportage blijkt dit in 2019 bij cliënten terug te vinden. In 2020 is er nog niet
gerapporteerd. De indicaties die bij deze 3 cliënten door de gemeente Ede afgegeven zijn, zijn allemaal voor 2 jaar, ingaande 2019. Op het plan staat wie de eerstverantwoordelijke medewerker is. Dit is voor alle cliënten, die vanuit de gemeente Ede komen dezelfde persoon. Het is niet duidelijk hoe de vervanging geregeld is.
1.2 Uitvoering begeleiding en aansluiting op de Wmo doelen
1. Het ondersteuningsaanbod van de aanbieder is gericht op vergroten van de zelfredzaamheid en de participatie van de cliënten.
2. Er wordt gewerkt richting de uitstroom van de cliënten (bijv. richting een vervolgtraject). Indien van toepassing is er sprake van afschaling van begeleiding.
3. De medewerkers zijn op de hoogte van de persoonlijke omstandigheden en levensgeschiedenis van de cliënt.
4. De aangeboden voorziening is voldoende afgestemd op andere vormen van geboden hulp en zorg.
5. De afstemming tussen dagbesteding, werk en wonen, is zichtbaar in het begeleidingsplan.
6. De aanbieder legt schriftelijk vast hoe de ondersteuning georganiseerd is. De aanbieder maakt gebruik van bewezen effectieve interventies en/of best practices.
7. De aanbieder hanteert een protocol voor het eenzijdig opschorten of beëindigen van ondersteuning Tijdens de inspectie kwam ter sprake, dat er sinds kort, het team van de dagbesteding een nieuwe
teamleider heeft. Het team bestaat uit 3 begeleiders. Alle begeleiders hebben minimaal een MBO 4 opleiding in de zorg. Daarnaast wordt het team versterkt met vrijwilligers. De vrijwilligers zijn aanwezig als er ook een beroepskracht aanwezig is. Vrijwilligers worden vooral ingezet, bij de cliënten, die verschijnselen van dementie hebben.
Er wordt digitaal gerapporteerd, maar hoe de medewerkers geschoold worden om het systeem goed te kunnen gebruiken is onduidelijk. Wel wordt duidelijk dat de registratie en het op orde houden hiervan minder prioriteit heeft. Voor de medewerkers is het zoeken waar wat staat in het systeem. De gehanteerde
interventies en ingezette activiteiten worden niet schriftelijk vastgelegd. De focus van het personeel ligt bij het aanwezig zijn bij de cliënten en/of het bedenken van volgende activiteiten. Het personeel is goed op de hoogte van de persoonlijke omstandigheden en levensgeschiedenis van de cliënt. Dit wordt door de cliënten ook enorm gewaardeerd. Ze ervaren dit als meerwaarde, mede omdat ze niet elke keer uit hoeven te leggen wat een visuele beperking inhoud en/of hier aandacht voor te vragen. Dit wordt door de cliënten als saamhorigheid geduid en is de reden dat ze bij Het Schild naar de dagbesteding willen en niet naar een reguliere dagbesteding. De cliënten geven aan als zij hier niet kunnen zijn, dat ze dan niet naar een reguliere dagbesteding willen.
De dagbesteding is normaliter 5 dagen in de week geopend. Door COVID is de dagbesteding op 2 dagen gesloten. Alle cliënten komen minstens 1 keer per week. Er wordt naast dit fysieke contactmoment, contact onderhouden door beeldbellen. Op die manier worden opdrachten verstuurd en praatjes gehouden.
Bij de cliënten met een indicatie voor de dagbesteding is geen sprake van afschaling, eerder van uitbreiding.
Doordat de cliënten steeds minder zicht krijgen, en daardoor sociaal gezien meer in isolement, wordt de dagbesteding relatief nog belangrijker. De toezichthouder heeft met cliënten gesproken, die zeer zelfredzaam zijn. Cliënten zijn nog in staat om zelfstandig te wonen en/of zelfstandig te reizen.
Uit de plannen van aanpak en de rapportage is niet te herleiden hoe zeer deze is afgestemd op andere vormen van geboden hulp en zorg. Uit de gesprekken van cliënten komt naar voren, dat zij veel zelfstandig of met behulp van vrijwilligers regelen buiten de dagbesteding om, zoals het vervoer naar de dagbesteding.
Tijdens het inspectiebezoek is niet gesproken over het protocol eenzijdige beëindiging. De reden hiervoor is dat hier geen concrete aanleiding toe was.
Conclusie:
Het Schild schiet ernstig te kort op doelmatigheid van de voorziening. De vereiste randvoorwaarden ontbreken. Zo voldoet het plan niet aan de gestelde kwaliteitseisen. Mede hierdoor wordt onvoldoende gewerkt aan de zelfredzaamheid en participatie van cliënten. Het personeel is gemotiveerd, maar heeft meer aansturing, kennis en vaardigheden nodig. Het administratieve proces is onvoldoende bijgehouden en medewerkers zijn niet of niet voldoende geïnstrueerd om hiermee te werken.
2. Samenwerking en afstemming (wettelijke kwaliteitseis: De voorziening is afgestemd op de reële behoefte van de cliënt en andere vormen van zorg of hulp (Wmo 2015 art. 3.1, tweede lid sub b);
2.1 Samenwerking en afstemming met de gemeente (Wmo consulent)
1. De Wmo consulent ziet als regisseur toe op de uitvoering van het begeleidingsplan van de cliënt.
Zorgaanbieder en Wmo consulent evalueren regelmatig of de plannen nog passen bij de vraag.
2. Wanneer de indicatie van cliënt niet aansluit op de hulpvraag neemt de aanbieder contact op met de Wmo consulent.
3. Wmo consulenten zijn tevreden over de kwaliteit van de geleverde begeleiding door de zorgaanbieder.
De indicaties vanuit de gemeente Ede bij de cliënten lopen al een aantal jaren. Hierdoor is er geen actieve betrokkenheid van Wmo consulenten. De herindicaties worden via formats verwerkt. Er is tussendoor wel telefonisch contact geweest vanuit Het Schild om indicaties bij te stellen, betreft het vervoer. Toen is bij het tijdelijk afgeven van de indicatie door de Wmo consulenten uitgelegd, dat de aanbieder de
verantwoordelijkheid heeft om het vervoer te regelen, omdat er ook een indicatie voor vervoer is afgegeven.
Aangezien de aanbieder dit niet kon regelen, omdat ze daar op dit moment niet de middelen voor hebben, De cliënten en begeleiders van Het Schild kwamen toen expliciet met aanvragen voor de Regiotaxi, zodat cliënten toch naar de dagbesteding konden komen. Er zijn in 2019 afspraken gemaakt met de directeur van Het Schild dat Het Schild 6 maanden de tijd heeft om met een voorstel te komen. Eind maart 2020 zou hierover een terugkoppeling plaatsvinden. Het Schild zou meteen in overweging nemen of zij het contract met de gemeente Ede betreft Wmo willen doorzetten. Aangezien eind maart 2020 de termijn verstreken was, is vanuit de gemeente contact gelegd met Het Schild. Op 30 juni is het de toezichthouder gelukt om samen met een beleidsregisseur in gesprek te gaan met de huidige interim-bestuurder en interim-manager. Toen is door het Schild de intentie uitgesproken om verder te gaan met de gemeente Ede. De interim-bestuurder en interim-manager gaf ook aan dat ze niet op de hoogte was van de gemaakte afspraken met de gemeente Ede. Er was niets schriftelijk vastgelegd. In het gesprek is afgesproken dat het Schild een overzicht van de cliënten zou geven en hiermee verbonden vervoermethode en vervoerskosten. Op 2 juli heeft is er een brief met gevraagde gegevens gestuurd.
De toezichthouder had aangekondigd om verder op deze gegevens door te vragen.
De verantwoordelijke interim-manager was niet aanwezig, ondanks de schriftelijke bevestiging dat hij er zou zijn. Hij heeft later tijdens de inspectie, nadat de toezichthouder had aangedrongen op een gesprek, via Teams wel de toezichthouder en wmo seniormedewerker te woord gestaan. Hij kon geen antwoord geven met betrekking tot het verschil in vervoerskosten. Hij heeft verder ook geen actie ondernomen om te achterhalen hoe dit verschil is opgebouwd. De toezichthouder heeft dit wel in de gesprekken bij de cliënten nagevraagd en meteen een helder antwoord gekregen. Na het inspectiebezoek zou de aanbieder nog 2 gevraagde documenten op sturen. Beide documenten zijn niet opgestuurd binnen de gevraagde periode.
Het overzicht van de uitbetaalde individuele reiskosten is 3 dagen na de eerste herinnering wel opgestuurd.
Het gevraagde voorstel met betrekking tot vervoersindicaties is nooit ontvangen, ook is door Het Schild niet meer gereageerd op het herhaalverzoek. Ook is er nooit contact opgenomen met de afdeling die over de contractering gaat, nadat de contactgegevens zijn opgestuurd. Uit deze opsomming mag blijken dat er vanuit Het Schild niet uit zichzelf actief contact opgenomen wordt met de gemeente, terwijl er wel degelijk een reële behoefte is vanuit de cliënten. De interim-managers van Het Schild zijn op de hoogte dat Het Schild zich in een uitzonderlijke situatie bevindt, namelijk dat via een besluit van de raad het mogelijk is gemaakt om de cliëntenondersteuning te continueren bij deze aanbieder.
Uit de gesprekken met de cliënten blijkt dat cliënten het niet begrijpen dat de een wel de Regiotaxi als vervoersmiddel mag gebruiken en anderen niet. Zo ook dat sommige cliënten wel een deel van vervoer vergoed krijgen en anderen niet. Cliënten geven aan blij te zijn dat de gemeente hier onderzoek naar doet.
Cliënten geven ook aan dat ze al benaderd zijn om zelf met een oplossing te komen. Mede gezien hun visuele handicap is het juist voor deze doelgroep een toenemende noodzaak dat het vervoer goed geregeld is.
Conclusie:
Vanuit het Schild is geen contact gezocht met de verschillende afdelingen van de gemeente Ede om het vervoersprobleem op te lossen. De samenwerking is op dit moment nihil.
3. De voorziening wordt rechtmatig verstrekt (Voorkoming en bestrijding ten onrechte ontvangen maatwerkvoorzieningen in natura en misbruik of oneigenlijk gebruik van de Wmo 2015 en Jeugdwet)
Het huidig interim-managementteam van Het Schild is sinds 30 juni 2020 op de hoogte dat er op een
oneigenlijke manier gebruik gemaakt wordt van de vervoersindicatie. De toezichthouder heeft hierover in een gesprek samen met de beleidsregisseur een toelichting opgegeven. Het Schild heeft hier nadat de gemeente Ede hierom gevraagd heeft in een brief uiteengezet hoe dit per cliënt geregeld is. Later is er ook een
overzicht gestuurd van de gedane overboekingen. Uit het overzicht is niet te herleiden hoe het verschil in hoogte in bedragen tot stand gekomen is. Het antwoord vanuit de interim-manager is dat ze dezelfde vraag hebben, maar de uitvoerende financiële afdeling kan het niet zeggen. De interim-manager is zelf niet op onderzoek uit geweest en/of heeft daar de opdracht voor gegeven.
De cliënten geven in het gesprek aan dat de prijzen van betaling gebaseerd zijn op een retourtje per dag.
Deze wordt dus uitbetaald of terugbetaald, ongeacht of cliënt bij de dagbesteding geweest is. Cliënt hoeft niet door te geven hoe vaak hij naar de dagbesteding is gegaan. Bij Het Schild wordt geen
aanwezigheidslijst bijgehouden.
Ondanks de herhaaldelijke verzoeken van de toezichthouder, beleidsmedewerker en senior wmo om met een voorstel te komen met betrekking tot de vervoersindicaties, heeft de gemeente geen informatie
ontvangen met betrekking tot een structurele oplossing voor het vervoer. Dit betekent concreet dat de huidige cliënten nog steeds via de laatst afgesproken manier van de vervoersindicatie gebruik maken, ondanks dat de aanbieder weet dat dit een afspraak was die tijdelijk gold. Hierbij kan de aanbieder aangerekend worden dat ze een situatie continueren, zonder daarbij (pro-) actief met een alternatief te komen, terwijl er een reële behoefte is vanuit de cliënt. Ook heeft de interim-manager tijdens het
inspectiebezoek ermee ingestemd om voor 1 oktober 2020 met een alternatief (verbeter)plan te komen.
Conclusie:
Het Schild schiet tekort in het nemen van verantwoordelijkheid om het vervoer te regelen en uit te leggen hoe de declaraties tot stand zijn gekomen. Dit is in strijd met de afspraken. Daarnaast houdt Het Schild op geen enkele manier de aanwezigheid van de cliënten bij, de geleverde zorg is hierbij niet aantoonbaar.
DEEL 2
De zienswijze is opgesteld door dhr. Henrie W.J. Henselmans, interim- bestuurder van Het Schild, ontvangen op 29 - 01 - 2020 per e-mail. Dit is een letterlijke weergave:
Het Schild maakt graag gebruik van de mogelijkheid haar zienswijze te geven op het concept inspectierapport dd. 15 januari 2021.
Het Schild heeft tekorten in de kwaliteit gekend. De IGJ heeft Het Schild daarvoor onder verscherpt toezicht gesteld. Het Schild heeft intensief gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit en dat heeft ertoe geleid dat de IGJ per 14 december 2020 het verscherpt toezicht heeft opgeheven. Het rapport van de IGJ - dat overigens openbaar is - sluit ik hierbij in.
De lange periode tussen het bezoek van toezichthouder WMO (21 juli 2020) en de concept rapportage (15 januari 2021) is in dit geval ongelukkig. Veel verbeteringen hebben in de tweede helft van 2021
plaatsgevonden en die hebben ook geleid tot het opheffen van het verscherpt toezicht.
Het Schild herkent de administratieve slordigheid die in het rapport wordt genoemd en zal de administratie en de dossiervorming verbeteren. Datzelfde geldt voor de afwikkeling van het vervoer van de betreffende cliënten.
Het Schild is wel van mening dat de intrinsieke kwaliteit van de zorg van de twee betrokken cliënten in orde is. De cliënten bevestigen dat zelf ook in de concept rapportage.
Tot slot nog een detail. In het concept wordt gesproken over (meerdere) directieleden. Het Schild heeft echter maar één bestuurder en geen directieleden. Waarschijnlijk zijn interim-managers gezien als directieleden. Het Schild heeft inmiddels afscheid genomen van de meest betrokken interim-manager.
Vertrouwend hiermee aanvullende inzichten aan te dragen voor de concept rapportage teken ik,
De zienswijze heeft aanleiding gegeven om het concept rapport aan te passen op het gebruik van de termen directieleden. Deze zijn in het conceptrapport vervangen door interim-manager(s) of interim-directeur, zodat de weergave feitelijk correct is.
