• No results found

Besluit inzake Beperkingen en verplichtingen voor de FRIACO-dienst d.d. 29 november 2001

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Besluit inzake Beperkingen en verplichtingen voor de FRIACO-dienst d.d. 29 november 2001"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit inzake

Beperkingen en verplichtingen voor de FRIACO-dienst

d.d. 29 november 2001

1 Inleiding

1. Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) komt in het onderhavige besluit tot nadere oordeelsvorming met betrekking tot de beperkingen en

verplichtingen ten aanzien van de bijzondere toegangsdienst Flat Rate Internet Access Call

Origination -dienst (hierna: wholesale-dienst FRIACO), die zijn genoemd in de punten 2c, 2d en 2e van het dictum in zijn besluit van 21 november 2000 “Besluit inzake geschil MCI WorldCom – KPN Telecom” (kenmerk OPTA/IBT/2000/202886).

2. Op 29 maart 2000 heeft MCI WorldCom B.V. (hierna: WorldCom) het college verzocht een beslissing te nemen in een geschil met KPN Telecom B.V. (hierna: KPN) op grond van de artikelen 6.1, 6.3 en 6.9 van de Telecommunicatiewet (hierna: Tw). Dit geschil had onder meer betrekking op het leveren, met interconnectie op het niveau van het Regional Access Point (hierna: RAP), van twee bijzondere

toegangsdiensten door KPN aan WorldCom: de wholesale-dienst Metered Internet Access Call Origination (hierna: MIACO) en de wholesale-dienst FRIACO. Met gebruikmaking van deze wholesale-diensten kunnen eindgebruikers, met gebruikmaking van een nummer uit de 06760-nummerreeks, toegang verkrijgen tot het internet tegen een vrijelijk door de aanbieder van deze dienst te bepalen eindgebruikerstarief.

3. Op 3 november 2000 volgde het besluit van het college (kenmerk: OPTA/IBT/2000/202749) waarin het college KPN onder meer opdroeg aan WorldCom de wholesale-dienst MIACO aan te bieden op het niveau van de RAP. Ten aanzien van de levering van deze wholesale-dienst heeft het college niet besloten tot enige beperkingen of verplichtingen die op enigerlei wijze verband houden met het gedrag of type aansluiting van eindgebruikers die via de wholesale-dienst MIACO van retaildiensten gebruik maken.

4. Op 21 november 2000 volgde het besluit van het college (kenmerk: OPTA/IBT/2000/202886) waarin het college KPN onder meer opdroeg aan WorldCom de wholesale-dienst FRIACO aan te bieden op het niveau van de RAP. Ten aanzien van de levering van deze wholesale-dienst heeft het college drie beperkingen en verplichtingen genoemd die vooralsnog tot uiterlijk 1 juli 2001 van kracht zouden zijn: • Van de wholesale-dienst FRIACO kan alleen gebruik gemaakt worden door eindgebruikers welke

beschikken over een ISDN-aansluiting.

• KPN kan, indien door haar gewenst, van WorldCom eisen dat deze er op toe ziet dat er een

(2)

• KPN behoeft voor de wholesale-dienst FRIACO maximaal 2000 interconnectiepoorten in te zetten. Indien partijen hierover tot overeenstemming komen, kunnen zij tot een hoger maximum besluiten. In dit besluit had het college KPN onder meer opgedragen uiterlijk 1 maart 2001 te rapporteren over de door haar verwachte gevolgen van het opheffen per 1 juli 2001 van deze beperkingen en verplichtingen. 5. Bij brief van 1 maart 2001 rapporteerde KPN het college over de onwenselijkheid van het opheffen van de beperkende maatregelen per 1 juli 2001. KPN voerde in deze rapportage aan dat er onvoldoende duidelijkheid bestond omtrent de werkelijke toename van het verkeer en de spreiding daarvan over de dag en over het netwerk. Volgens KPN zou een grote volumetoename van het internetinbelverkeer ten gevolge van de wholesale-dienst FRIACO gevaren kunnen opleveren voor de netwerkintegriteit. 6. Bij brieven van 18 juni 2001 heeft het college KPN en Worldcom medegedeeld dat de hierboven genoemde beperkingen en verplichtingen ook na 30 juni 2001 zouden gelden zolang het college niet anderszins had besloten. Het college had een dergelijk besluit nog niet genomen omdat hij had geconstateerd dat hij nog enige tijd nodig zou hebben om tot een zorgvuldige oordeelsvorming en belangenafweging te komen.

7. Het college heeft op 31 augustus 2001 het “Consultatiedocument Beperkingen levering

FRIACO-dienst” (OPTA/IBT/2001/202610) gepubliceerd om de marktpartijen ter zake te consulteren. De consultatie handelde over de beperkingen die het college KPN heeft toegestaan te hanteren voor de wholesale-dienst FRIACO.

8. Het college heeft op dit consultatiedocument reacties van een aantal marktpartijen ontvangen. Deze reacties zijn bijeengevoegd in het “Rapport van bevindingen Beperkingen levering FRIACO-dienst” (kenmerk: OPTA/IBT/2001/203633).

2 Redenen voor de invoering van de beperkingen en verplichtingen

(3)

11. Het college was op basis van de door partijen ingebrachte argumenten en gegevens tot de conclusie gekomen dat een volledige en onmiddellijke introductie van een alle eindgebruikers dekkende

wholesale-dienst FRIACO zekere risico’ s met zich mee zou kunnen brengen. Het college kon de omvang van deze risico’s niet exact inschatten, daar niet te voorspellen was op welke wijze het gebruik van een dergelijke dienst zich in Nederland zou ontwikkelen. Zoals in het besluit van 21 november 2000 was aangegeven, was het naar de mening van het college zeer waarschijnlijk dat een flat rate

wholesaledienst ingezet zou worden ten bate van de ontwikkeling van flat rate retaildiensten. Naar de mening van het college was door KPN aannemelijk gemaakt dat niet vaststond dat KPN’s huidige netwerkinfrastructuur op alle punten in staat zou zijn flat rate retaildienstverlening zonder

noemenswaardige problemen te accommoderen. De eerdere ervaringen ten aanzien van de gevolgen van de schaarse capaciteit in KPN’ s infrastructuur, waarmee het college bekend was, noopten tot

waakzaamheid. Het college overwoog hierbij dat de maatschappelijke schade die op zou kunnen treden, indien de door KPN geschetste aantasting van de netwerkintegriteit zich feitelijk voor zou doen, zeer groot zou kunnen zijn.

12. In zijn besluit van 3 november 2000 had het college opgemerkt dat, wanneer een marktpartij een unmetered eindgebruikerstarief in de markt zette, hij het aannemelijk achtte dat deze marktpartij aan de wholesale-dienst MIACO maatregelen zou verbinden om excessieve houdtijden (duur dat de

verbinding in stand is tussen aansluiting van de eindgebruiker en het aansluitpunt van waaruit de dienst wordt aangeboden) te vermijden. Zeer lange (gemiddelde) houdtijden zouden immers tegen het belang van de marktpartij ingaan, daar deze immers zelf de rekening voor de afwikkeling van het verkeer gedurende deze houdtijden per minuut zou moeten betalen.

13. Met betrekking tot de wholesale-dienst FRIACO achtte het college het minder aannemelijk dat deze dienst gelijksoortige prikkels bevatte voor WorldCom om er op toe te zien dat de houdtijden niet excessief zouden toenemen. Er was, zo veronderstelde het college in het besluit van 21 november 2000, gegeven de verrekeningssystematiek op basis van capaciteit die aan deze dienst ten grondslag lag, geen direct belang voor WorldCom om een eventuele groei van de houdtijden af te remmen. Anderzijds gold, zo overwoog het college, dat WorldCom er, in het kader van het optimaliseren van de kwaliteit van haar eigen dienstverlening, en gegeven haar belang om de door haar afgenomen capaciteit optimaal te benutten, tot op zekere hoogte wel degelijk belang bij zou hebben om excessieve houdtijden te ontmoedigen, vooral in de drukke uren.

14. Het college was van mening dat het wenselijk zou zijn dat de wholesale-dienst FRIACO op zo kort mogelijke termijn beschikbaar zou komen en er op basis van een dergelijke wholesaledienst ten bate van alle eindgebruikers retaildienstverlening ontwikkeld zou worden. Het college had echter ook reeds geconstateerd dat er mogelijk zekere risico’ s verbonden waren aan de introductie van deze

dienstverlening, en dat er mogelijk sprake zou kunnen zijn van (een kans op) ernstige maatschappelijke schade. Het college zag zich voor de taak gesteld in zijn besluitvorming deze belangen en risico’ s tegen elkaar af te wegen.

(4)

zijn op een volledige en onmiddellijke introductie van een dergelijke wholesale-dienst, op basis waarvan een retaildienstverlening voor alle op het telefonienetwerk van KPN aangesloten eindgebruikers

ontwikkeld zou kunnen worden.

16. Het college besloot dat KPN aan WorldCom op diens verzoek een wholesale-dienst FRIACO behoort te leveren, zij het met enige beperkingen. Bij het bepalen van deze beperkingen heeft het college gezocht naar beperkingen welke enerzijds de door KPN geïdentificeerde risico’ s zouden minimaliseren, anderzijds het toepassingsbereik van deze dienst voor WorldCom zou maximaliseren.

17. Volgens KPN was de netwerkintegriteit het meest in het geding bij de zogenaamde PRX/A-centrales. Bij dit type zou het gaan om in technisch opzicht verouderde centrales. Dit type centrale karakteriseert zich door zijn geringe capaciteitsdimensionering en beperkte mogelijkheden tot opwaardering – zoals bijvoorbeeld de implementatie van Intelligent Networking-faciliteiten. KPN heeft aangegeven te werken aan het uitfaseren van de resterende PRX/As.

18. Onder andere met het oog op de beperkingen van de PRX/A-centrales heeft het college besloten de invoering van de wholesale-dienst FRIACO te koppelen aan de ISDN-retaildienstverlening. De reden hiervoor was dat het college was gebleken dat eindgebruikers, welke gebruik willen gaan maken van de ISDN-dienstverlening en via hun aansluitlijn aangesloten waren op een zogenaamde PRX/A-centrale, door KPN op individuele grondslag gemigreerd worden naar een nieuwer type centrale. KPN heeft daarnaast aangegeven in de periode tot 2002 te zullen komen tot een ontlasting van onder andere PRX/A-centrales door onder andere het op individuele basis omsteken van zogenaamde ‘heavy users’. 19. Het college achtte het daarnaast zeer waarschijnlijk dat een ISDN-eindgebruiker die gebruik maakt van een flat rate retaildienst, genegen is de verbinding langer dan noodzakelijk open te laten staan, omdat hij in tegenstelling tot een PSTN-eindgebruiker, via het tweede ISDN-kanaal nog altijd bereikbaar is. Omwille van de risico’s met betrekking tot de netwerkintegriteit, achtte het college het daarom redelijk de beperking van een automatische ‘time out’ te introduceren.

20. Tevens had KPN aangegeven de belasting van het netwerk van KPN vanaf medio 2001 te reduceren door het introduceren van de zogenaamde SSP-functionaliteit (Intelligent Networking) op

nummercentraleniveau. Met behulp van deze functionaliteit op nummercentraleniveau zou het mogelijk zijn om routering (en dus ook uitkoppeling) van verkeer per individueel 06760-nummer (van

bijvoorbeeld een ISP), mogelijk te maken.

21. Gegeven de onzekerheid over de hoeveelheid verkeer die via de interconnectiepoorten ten behoeve van de wholesale-dienst FRIACO zou worden afgewikkeld, was het college van mening dat het

noodzakelijk was een zekere beperking te introduceren met betrekking tot de maximale interconnectiecapaciteit die KPN in redelijkheid ten behoeve van de wholesale-dienst FRIACO

(5)

22. Het college was van mening dat ten behoeve van de wholesale-dienst FRIACO maximaal 2000 poorten ingezet behoefden te worden. Het college baseerde zich bij de vaststelling van dit aantal op geprognosticeerde aantallen interconnectiepoorten in het derde kwartaal van 2000 en het derde kwartaal van 2001 en het aantal geïnstalleerde interconnectiepoorten.

3 Juridisch kader

23. Uit artikel 6.1 Tw volgt dat aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken en openbare telecommunicatiediensten in Nederland, die daarbij de toegang tot netwerkaansluitpunten van eindgebruikers controleren, zorg dragen voor interconnectie van de betrokken

telecommunicatienetwerken om te verzekeren dat de daarop aangesloten gebruikers over en weer met elkaar kunnen communiceren.

24. Op grond van artikel 6.3 Tw worden geschillen tussen bij interconnectie als bedoeld in artikel 6.1 Tw betrokken aanbieders met betrekking tot de vraag of de terzake tussen hen in verband met

interconnectie bestaande verbintenis, of de wijze waarop deze wordt nagekomen, strijdig is met het bepaalde bij of krachtens deze wet, op aanvraag van één of meer van hen beslecht. In het geval het college van oordeel is dat er sprake is van strijdigheid met het bepaalde bij of krachtens deze wet, kan hij ter beëindiging van deze situatie regels vaststellen die tussen aanbieders zullen gelden.

25. Op grond van artikel 6.9, eerste lid Tw worden de artikelen 6.2, 6.3 en 6.5 Tw van overeenkomstige toepassing verklaard in geschillen omtrent bijzondere toegang.

26. Op grond van artikel 20.1 Tw is KPN aangewezen als partij die beschikt over aanmerkelijke marktmacht (AMM) op de markt van openbare vaste telefoonnetwerken of de vaste openbare

telefoondienst. De aanwijzing brengt een aantal verplichtingen mee inzake interconnectie en bijzondere toegang. Zo moet KPN als AMM-partij voldoen aan redelijke verzoeken om bijzondere toegang tot haar vaste netwerk en moet zij bij interconnectie en bijzondere toegang de beginselen van transparantie, non-discriminatie en kostenoriëntatie in acht nemen.

27. MCI WorldCom B.V. is een aanbieder van openbare telecommunicatienetwerken en openbare telecommunicatiediensten in Nederland in de zin van artikel 6.1 van de Telecommunicatiewet (hierna: Tw) en een geregistreerde aanbieder als bedoeld in artikel 20.7 Tw.

(6)

4 De overwegingen

Inleiding

29. Zoals het college in het besluit van 21 november 2000 heeft gesteld, is hij van mening dat het verzoek van WorldCom voor de levering van de wholesale-dienst FRIACO een redelijk verzoek betreft tot bijzondere toegang in de zin van artikel 6.9 Tw. Tevens is het college van mening dat het college in het kader van een specifiek verzoek om bijzondere toegang de consequenties van zijn eventuele

besluitvorming voor de integriteit van de Nederlandse de telecommunicatie-infrastructuren dient in te schatten.

30. Zoals is aangegeven in het besluit van 21 november 2000 was de reden voor het toestaan van de beperkingen en verplichtingen dat het college aanvankelijk een aantal mogelijke risico’s onderkende bij de invoering van de wholesale-dienst FRIACO. In dit besluit heeft het college KPN opgedragen uiterlijk 1 maart 2000 te rapporteren over de door KPN verwachte gevolgen van het opheffen per 1 juli 2001 van de verplichtingen en beperkingen.

31. Naar aanleiding hiervan heeft KPN de rapportage “Gevolgen van het opheffen van de beperkingen bij levering FRIACO” van 1 maart 2001, samengesteld, waarvan het college kennis heeft genomen. 32. Het college heeft tevens kennis genomen van de reacties op het consultatiedocument “Beperkingen levering FRIACO-dienst”, kenmerk OPTA/IBT/2001/292610. Door deze reacties heeft hij meer inzicht verkregen in de huidige en te verwachten marktsituatie ten aanzien van de wholesale-diensten die toegang bieden tot het internet.

33. Het college is van mening dat KPN als eigenaar van haar netwerk in de eerste plaats zelf verantwoordelijk is voor de integriteit van haar netwerk. Het college heeft in het besluit van 21 november 2000 opgemerkt van mening te zijn dat het investeringsniveau van KPN enige tijd onvoldoende is geweest om de noodzakelijke groei van haar netwerkinfrastructuur in de afgelopen periode zeker te stellen. Het college is van mening dat KPN zelf heeft gekozen voor dit

investeringsniveau en derhalve zelf ook verantwoordelijk is voor mogelijke risico’s die het teweeg heeft kunnen brengen voor de integriteit van haar netwerk. Naar aanleiding hiervan is het college derhalve van oordeel dat de gevolgen van deze keuzen niet mogen worden afgewenteld op andere marktpartijen die wholesale-diensten van KPN afnemen.

(7)

Beperking aantal interconnectiepoorten

35. Naar aanleiding van de reacties uit de consultatie merkt het college op dat het internetverkeer over het telefonienetwerk afneemt, ook tijdens de piektijden. Deze ontwikkeling is ook vermeld in het rapport van het adviesbureau Stratix1 (hierna: rapport Stratix). Dit adviesbureau heeft in het kader van de door het college uitgevoerde evaluatie van het price cap-systeem voor eindgebruikerstarieven van telefonie, de ontwikkeling van internetinbelverkeer gemodelleerd. Naar het college is gebleken uit de consultatie en het rapport Stratix is dit te wijten aan twee ontwikkelingen: “heavy users” stappen over naar breedbandtoegang door middel van xDSL-technologie, en frequente internetters stappen over naar internettoegang via omroepnetwerken. Op grond van de ontwikkelingen die de marktpartijen hebben aangegeven, de voorspelde trend van het internetverkeer in het rapport Stratix en de verwachting dat een toenemend aantal eindgebruikers overstapt naar internettoegang en breedbandtoegang, acht het college een afname van het internetverkeer ten gevolge van eindgebruikers, die zijn aangesloten via een PSTN of ISDN-aansluiting, tijdens de piektijden aannemelijk.

36. Het college constateert dat KPN in haar aanbod van de wholesale-diensten FRIACO en MIACO eisen heeft gesteld ten aanzien van de bereikbaarheid van de 06760-nummers die behoren bij de

respectievelijke diensten. Dit houdt volgens het college in dat het de verantwoordelijkheid is van de afnemers van de wholesale-diensten voldoende eigen inbelcapaciteit te prognosticeren en te bestellen om haar retailklanten de toegang tot internet te kunnen bieden. Tevens constateert het college dat KPN een eigen prognosticeer- en bestelproces heeft ontwikkeld voor de levering van wholesale-diensten aan de afnemers van deze diensten. Aangezien dit proces door KPN zelf is ontwikkeld, is het college van oordeel dat dit proces aan KPN voldoende informatie verschaft om tijdig de eventueel benodigde extra voorzieningen in haar netwerk aan te brengen teneinde problemen te voorkomen ten aanzien van de netwerkintegriteit.

37. Daarenboven heeft KPN onlangs publiekelijk2 aangegeven dat ze aanzienlijke overcapaciteit in haar telefonienetwerk heeft gecreëerd door forse investeringen in de afgelopen tijd. Ten gevolge hiervan verwacht KPN dat er de komende jaren ruim voldoende capaciteit aanwezig is in dit telefoonnetwerk. Het college concludeert derhalve dat ook KPN zelf de komende jaren geen problemen verwacht ten gevolge van het internetverkeer in het telefonienetwerk. Daarnaast constateert het college dat het internetverkeer de afgelopen jaren geen gevolgen heeft gehad voor de netwerkintegriteit van het telefonienetwerk. Het college is derhalve van oordeel dat er geen reden is het aantal poorten ten behoeve van de wholesale-dienst FRIACO nog langer te beperken.

1 OPTA, Consultatiedocument evaluatiemoment price cap, 6 maart 2001 en OPTA/EGM/2001/201325,

Besluit evaluatie price cap, 28 juni 2001.

(8)

Verkeersverdeling

38. De wholesale-dienst FRIACO kenmerkt zich door een vast tarief per interconnectiepoort, ongeacht het verkeer via deze poort. Het college constateert verder dat afnemers van de wholesale-dienst FRIACO per interconnectiepoort in beginsel 30 eindgebruikers op hetzelfde moment toegang kunnen bieden tot internet. Indien tussen 31 en 60 eindgebruikers tegelijkertijd toegang tot internet willen hebben, is een volgende interconnectiepoort nodig. Zoals het college ook uit de consultatie is gebleken, kunnen afnemers van de wholesale-dienst FRIACO de kosten voor deze dienst enkel en alleen terugverdienen door commercieel interessant retaildiensten aan hun retailklanten te bieden, waarbij het aantal retailklanten per interconnectiepoort maximaal - in relatie tot de beoogde kwaliteit en het tarief van de retaildienst - is. Uit het voorgaande leidt het college derhalve af dat afnemers van de wholesale-dienst FRIACO zoveel mogelijk het verkeer gelijkmatig over een periode willen verdelen en dus zullen trachten te vermijden dat er pieken in het verkeer ontstaan.

39. Het college merkt tevens op dat de huidige, door KPN zelf ontworpen, tarifering van terminating diensten juist stimulerend werkt voor het gebruik van retaildiensten door eindgebruikers tijdens de piektijden. Het college ziet dit als één van de vele aanwijzigingen dat de capaciteit van het

telefoonnetwerk van KPN geen knelpunt vormt.

40. Het college is van mening dat KPN impliciet bij de invoering van de wholesale-dienst FRIACO ervan is uitgegaan dat afnemers van deze dienst hun retailklanten diensten zullen aanbieden op basis van een vast tarief (zogenaamde ‘flat rate’). Uit de dienstbeschrijvingen van de wholesale-diensten MIACO en FRIACO blijkt dat het zogenaamde originating diensten betreffen, die afnemers van deze

wholesale-diensten de mogelijkheid bieden tot een directe relatie met hun retailklanten. Deze wholesale-diensten stellen afnemers van deze wholesale-diensten daarenboven in staat hun eigen tariefstructuren te ontwikkelen voor hun retaildienstverlening. Er hoeft naar de mening van het college derhalve geen één-op-één relatie te bestaan tussen de tariefstructuren van deze wholesale-diensten en de tariefstructuren die retailklanten van de afnemers van deze wholesale-diensten MIACO en FRIACO krijgen aangeboden. Het college is derhalve, mede op grond van de reacties in de consultatie, tot het inzicht gekomen dat de eerder genoemde impliciete veronderstelling door KPN ten onrechte is gemaakt. 41. Het college merkt op dat voor de wholesale-dienst MIACO geen enkele beperking geldt, evenals voor de wholesale-dienst 06760-terminating access. Bovendien is het college van mening dat de

wholesale-dienst FRIACO een gelijkmatige verkeersverdeling eerder zal bevorderen dan de

(9)

‘Time-out’ regeling

42. Het college is van mening dat, omdat afnemers van de wholesale-dienst FRIACO zullen streven naar een zo groot mogelijk aantal gebruikers van de vaste capaciteit per interconnectiepoort voor de wholesale-dienst FRIACO, afnemers tevens zullen streven naar een zo doelmatig gebruik van de

capaciteit van deze interconnectiepoorten. De meeste afnemers zullen zelf zodanige functionaliteiten in hun retaildiensten aanbrengen, dat de verbindingen van retailklanten die enige tijd geen verkeer genereren dan wel veroorzaken, zullen worden verbroken. Deze mening wordt bevestigd door de reacties op het eerder genoemde consultatiedocument. Het college is derhalve van mening dat de verplichting ten aanzien van de zogenoemde ‘time-out’-regeling niet langer zinvol is. Het college komt derhalve tot het oordeel dat deze verplichting kan worden ingetrokken.

Aansluiting eindgebruikers

43. Het college heeft KPN in elk geval tot 1 juli 2001 toegestaan de beperking in te voeren dat afnemers van de wholesale-dienst FRIACO alleen retailklanten die zijn voorzien van een ISDN-aansluiting, mogen voorzien van retaildiensten die zijn gebaseerd op de wholesale-dienst FRIACO.

Door deze zogenaamde ISDN-beperking verkregen afnemers van de wholesale-dienst FRIACO de

mogelijkheid hun producten op korte termijn reeds te kunnen aanbieden aan hun retailklanten. Echter, de beperking met betrekking tot ISDN-eindgebruikers houdt in dat een zeer groot deel van de totale hoeveelheid eindgebruikers verstoken blijft van de retaildienstverlening op basis van de

wholesale-dienst FRIACO.

44. PSTN-eindgebruikers dienen een keuze te maken voor het gebruik van hun aansluiting: zolang zij hun aansluiting gebruiken voor toegang tot het internet, zijn zij niet in staat gesprekken te voeren noch oproepen te ontvangen via de aansluiting, en andersom. Het college stelt vast dat ISDN-eindgebruikers daarentegen hun aansluiting tegelijkertijd kunnen gebruiken voor toegang tot het internet als ook het voeren van een gesprek.

45. KPN heeft aangegeven aansluitingen van heavy users die zijn aangesloten op technisch verouderde centrales te migreren naar andere centrales, waardoor het college niet verwacht dat voor de resterende gebruikers problemen zullen ontstaan.

46. Ten aanzien van migraties van aansluitingen van het PSTN-netwerk naar het ISDN-netwerk stelt het college vast dat KPN voor de reguliere migratie geen voorwaarden stelt. Immers, elke

(10)

47. Zoals het college reeds eerder heeft gesteld, verwacht hij een afname van het internetverkeer en een meer gelijkmatige spreiding van het verkeer. Tevens heeft het college geconstateerd dat de

afgelopen jaren zich ook geen problemen hebben voorgedaan met betrekking tot de netwerkintegriteit. 48. Gezien hetgeen het college hiervoor heeft overwogen, is hij van oordeel dat er geen reden is voor het handhaven van de beperking tot levering aan enkel en alleen ISDN-eindgebruikers.

49. De rapportage “Gevolgen van het opheffen van de beperkingen bij levering FRIACO” van

1 maart 2001 vormt naar mening van het college, voorzover de inhoud in het voorgaande niet reeds is besproken, overigens geen aanleiding tot een andersluidend oordeel te komen. Het college acht het daarom niet noodzakelijk uitdrukkelijk hierop verder in te gaan.

50. Het college concludeert derhalve dat de drie beperkingen en verplichtingen ten aanzien van de wholesale-dienst FRIACO zoals eerder opgelegd, dienen te worden ingetrokken.

5 Het dictum

51. Het college besluit, in aanvulling op zijn ”Besluit inzake geschil MCI WorldCom – KPN Telecom” van 21 november 2000 (kenmerk: OPTA/IBT/2000/202886), op grond van de artikelen 6.1, 6.3, derde lid, sub a, en 6.9 van de Telecommunicatiewet als volgt:

• De beperking betreffende het leveren van retaildiensten die zijn gebaseerd op de wholesale-dienst FRIACO, uitsluitend aan eindgebruikers welke beschikken over een ISDN-aansluiting, dient te worden ingetrokken.

• De verplichting tot het hanteren van een ‘time-out’-regeling met betrekking tot de wholesale-dienst FRIACO ten behoeve van retaildiensten, dient te worden ingetrokken.

• De beperking ten aanzien van het maximaal aantal in te zetten interconnectiepoorten ten behoeve van de wholesale-dienst FRIACO, dient te worden ingetrokken.

Aldus besloten te ’s-Gravenhage op 29 november 2001,

HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,

(11)

Rechtsmiddelen

Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken, aanvangende met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit.

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:

Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Postbus 90420

2509 LK den Haag

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

WorldCom verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en Dutchtone zullen gelden

WorldCom verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en Ben zullen gelden ter

-Ingevolge artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob blijft het verstrekken van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang van

Ingevolge artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob blijft het verstrekken van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang van

Het verzoek heeft betrekking op informatie omtrent de inhuur door het Commissariaat van externe diensten en leveringen boven een bedrag van € 50.000,-, waarbij is afgeweken van

De (voormalig) commissarissen hebben ingestemd met openbaarmaking van de documenten mits daarin de informatie wordt weggelakt die betrekking heeft op hun persoonlijke

Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob blijft verstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang van

Bij het besluit van 9 mei 2019 is vermeld dat niet een termijn kon worden opgenomen voor het opheffen van de geheimhouding omdat de noodzaak tot het instandhouden van de