Vraag nr. 24
van 30 oktober 2003
van mevrouw SONJA BECQ Welzijnsterreinen – Inventaris
Verschillende domeinen in de welzijnssector wor-den geconfronteerd met wachtlijsten. Om hieraan tegemoet te komen, wordt er gedacht aan uitbrei-dingen of nieuwbouw. Daartoe zoeken initiatiefne-mers betaalbare gronden. Soms gaat het om gron-den in woonzone, soms in een zone van openbaar n u t , soms op een industrieterrein. Meestal wordt uitgekeken naar goede bereikbaarheid en toegan-kelijkheid, en inbedding in de buurt.
Van industrieterreinen bestaat een inventaris en weet men wat bebouwd is/wordt en wat niet. D e r-gelijke inventaris zou ook aanwezig moeten zijn voor "welzijnsterreinen".
1. Bestaat er een inventaris van "welzijnsterrei-nen" ?
2. Kan de minister per provincie, en voor de pro-vincie V l a a m s-Brabant per arrondissement, weergeven hoeveel terreinen van openbaar nut aanwezig zijn ?
Hoeveel daarvan bebouwd worden en hoeveel er nog vrij zijn ?
Voor V l a a m s-Brabant graag een overzicht per gemeente.
3. Indien dergelijke inventaris nog niet bestaat : acht de minister het zinvol om dit – eventueel in samenwerking met de minister van Welzijn – op te starten en zo ja, hoe ?
Antwoord
1. Het gewestplan bevat geen specifieke bestem-ming voor activiteiten uit de welzijnssector, zoals dit wel het geval is voor industriële activi-t e i activi-t e n . Hierdoor ligactivi-t de opmaak van een inven-taris van "welzijnsterreinen" niet voor de hand. Dit betekent niet dat geen ruimte voorbehou-den wordt voor de welzijnssector. Met name in woongebied en in gebieden voor gemeenschaps-voorzieningen en openbaar nut kunnen dergelij-ke inrichtingen plaatsvinden.
– In woongebieden wordt het accent gelegd op de woonfunctie, alsmede op de functies die complementair zijn of inherent verbonden
zijn aan het wonen. Vanwege hun directe re-latie tot de bevolking, horen verzorgings-voorzieningen en andere activiteiten uit de welzijnssector duidelijk thuis in het woonge-b i e d . Hierdoor kunnen deze inrichtingen hun specifieke taak naar behoren vervullen. Het betreft hier hoofdzakelijk lokale inrich-tingen welke ruimtelijk en functioneel inge-bed zijn in de omliggende woonomgeving. Voorbeelden hiervan zijn sociale voorzienin-gen zoals kinderkribben, instellinvoorzienin-gen voor g e h a n d i c a p t e n , r u s t h u i z e n , serviceflats voor bejaarden, ...
– Gebieden voor openbaar nut en gemeen-schapsvoorzieningen zijn specifiek bestemd voor voorzieningen gericht op de bevorde-ring van het algemeen belang, waaronder de welzijnssector rechtstreeks valt.
Deze gebieden zijn hoofdzakelijk bedoeld voor activiteiten die vanwege hun omvang, hun specifieke functie of hun betrokkenheid ten aanzien van andere openbare nutsvoor-zieningen niet thuishoren in een woonomge-v i n g, zoals bijwoonomge-voorbeeld grootschalige zie-kenhuiscomplexen of gevangenissen. M e e s t-al gaat het hier om bovenlokt-ale inrichtingen, behorend tot het Vlaams niveau.
2. Zoals hierboven aangegeven, worden enerzijds in het gewestplan een aantal gebieden specifiek voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut afgebakend (met een effen blauwe kleur). Het betreft hier gebieden met een voldoende grote oppervlakte en een hoofdzakelijk boven-lokale functie.
woon-gebied kunnen plaatsvinden, is een herbestem-ming evenwel niet noodzakelijk.
Het cijfermatig afbakenen van de bestaande ge-bieden voor openbaar nut zou geen realistisch beeld opleveren, omdat alleen de specifieke ge-bieden op gewestplanniveau als basis kunnen d i e n e n . De gebieden in woonzone die ook de functie van openbaar nut hebben, zijn niet een-duidig weer te geven, enerzijds omdat het ele-menten van lokaal niveau betreft, a n d e r z i j d s omdat de welzijnsfunctie niet per definitie een herbestemming van het woongebied behoeft. 3. Gelet op bovengaande elementen lijkt het
wei-nig zinvol een inventaris van zogenaamde "wel-zijnsterreinen" op te maken op Vlaams niveau, zoals dit wel gebeurd is voor industrieterreinen. Voor inrichtingen van lokaal belang kan de ge-meente mogelijke gewenste ontwikkelingsper-spectieven voor welzijnsfuncties passen in haar gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.