• No results found

Vraag nr. 146 van 28 februari 2002 van de heer CARL DECALUWE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 146 van 28 februari 2002 van de heer CARL DECALUWE"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 146 van 28 februari 2002

van de heer CARL DECALUWE

Subsidiëring gemeentelijke rioleringen West-Vlaanderen

Door de inwerkingtreding van het Rio-besluit in 1996 werd zowel de gemeentelijke overheid als de particuliere gebruiker gestimuleerd om een inte-graal waterbeleid te voeren.

Met betrekking tot de subsidieprocedure en sa-menstelling van het investeringsprogramma wer-den in het verlewer-den nog al eens opmerkingen ge-formuleerd vanuit de gemeenten. De aanpassingen aan het Rio-besluit komen enigszins tegemoet aan deze opmerkingen.

Toch valt het de laatste jaren op dat de provincie We s t-Vlaanderen in mindere mate aan bod komt in het subsidiëringsprogramma voor gemeentelijke rioleringen dan de andere provincies. Nochtans is de rioleringsgraad in sommige gemeenten (voorna-melijk arrondissementen Tielt en Roeselare) zeer laag en moet dringend werk gemaakt worden van een verbetering.

Naar een verklaring voor het lager aantal projecten en subsidies in de provincie We s t-Vlaanderen is het g i s s e n . Sommige gemeenten beweren dat zij wel aanvragen indienen, maar systematisch geweigerd w o r d e n . De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) beweert daarentegen dat er veel minder interesse is vanuit West-Vlaanderen.

1. Is de vaststelling correct dat het aantal riole-ringsprojecten in de subsidieprogramma's ge-meentelijke rioleringen veel lager ligt in de vincie We s t-Vlaanderen dan in de andere pro-vincies ?

2. Kan de minister dit aantonen aan de hand van een globaal overzicht van het aantal ingediende aanvragen en het aantal geselecteerde projecten per provincie, sinds de inwerkingtreding van het Riobesluit in 1996 ?

Kan de minister ook de globale kostenraming vermelden van de projecten per provincie ? 3. Zijn er gemeenten in de provincie We s t-V l a a

n-deren die systematisch geen projecten indienen ?

Kan de minister ook hier een overzicht geven per gemeente van het aantal ingediende

aanvra-gen en het aantal geselecteerde projecten, s i n d s de inwerkingtreding van het Rio-besluit ?' 4. Indien de vaststelling klopt, wat is volgens de

minister de oorzaak van deze lage participatie ? 5. Worden de gemeenten die steevast geen

projec-ten indienen en die een lage rioleringsgraad h e b b e n , niet aangezet (verplicht) om initiatie-ven terzake te nemen ?

Antwoord

1. Het aantal rioleringsprojecten in de subsidië-ringsprogramma's voor gemeentelijke rioleringen ligt niet veel lager voor de provincie We s t -Vlaanderen dan voor andere provincies.

2. Bij de opmaak van de subsidiëringsprogram-ma's dienen twee werkwijzen onderscheiden te w o r d e n , namelijk de opmaak van de jaarpro-gramma's 1996 en 1997 en de opmaak van de meerjarenprogramma's 1998-2002 tot en met 2002-2006.

Door de gemeenten konden projecten worden ingediend voor opname op de programma's. N a evaluatie werden voor de programma's 1996 en 1997 alle projecten die voldeden aan de criteria, waarvan het belangrijkste was dat geen nieuw lozingspunt werd gecreëerd, o p g e n o m e n . H e t aanbod oversteeg de vraag niet, mede door het feit dat naast het jaarprogramma van 6 miljard frank of 148 miljoen euro ook een reservepro-gramma van 2 miljard frank of 49 miljoen euro kon worden opgemaakt.

Na opmaak van het definitief programma dien-den de gemeenten de voorontwerpdossiers over te zenden.

(2)

Ook voor de meerjarenprogramma's dienden de voorstellen ingediend te worden bij de Vlaamse Milieumaatschappij. Na evaluatie wer-den de projecten op het ontwerpprogramma o p g e n o m e n , waarna dit programma door de ge-meenteraad diende te worden onderschreven. Op basis van deze gemeenteraadsbeslissing konden wijzigingen aan het programma worden v o o r g e s t e l d . De verwerking van deze beslissin-gen leidde tot het definitief programma.

In onderstaande tabellen worden voor de ver-schillende programma's 1998-2002 tot en met 2002-2006 de overzichten gegeven (ramingen in miljard frank).

Antwerpen Limburg Oost- Vlaams-

West-Vlaanderen Brabant Vlaanderen 1998-2002 Aantal fr. Aantal fr. Aantal fr. Aantal fr. Aantal fr.

Ingediend 536 11,49 602 9,67 435 8,52 330 5,45 349 6,15

Ontwerp-programma 406 8,32 437 7,26 339 6,26 238 3,9 256 4,35

Voorontwerp

opgemaakt 368 7,62 359 6,02 276 5,02 132 2,40 197 3,37

Antwerpen Limburg Oost- Vlaams-

West-Vlaanderen Brabant Vlaanderen 1996 Aantal fr. Aantal fr. Aantal fr. Aantal fr. Aantal fr.

Ingediend 236 3,69 178 1,49 153 1,66 129 1,26 164 2,2

Opgenomen 228 2,49 192 1,44 146 1,51 89 0,75 121 1,32

Voorontwerp

opgemaakt 112 1,55 82 0,80 80 0,81 32 0,29 70 0,79

Antwerpen Limburg Oost- Vlaams-

West-Vlaanderen Brabant Vlaanderen 1997 Aantal fr. Aantal fr. Aantal fr. Aantal fr. Aantal fr.

Ingediend 160 2,31 178 1,71 144 1,67 119 1,26 106 1,03

Opgenomen 167 2,36 177 1,92 150 1,58 128 1,28 110 1,16

Voorontwerp

(3)

Antwerpen Limburg Oost- Vlaams- West-Vlaanderen Brabant Vlaanderen 1999-2003 Aantal fr. Aantal fr. Aantal fr. Aantal fr. Aantal fr.

Ingediend 346 7,54 389 6,42 379 3,89 241 3,78 214 3,89

Ontwerp-programma 340 7,35 387 6,40 374 6,98 237 3,76 209 3,75

Voorontwerp

opgemaakt 333 7,23 368 6,22 341 6,78 221 3,58 188 3,50

Antwerpen Limburg Oost- Vlaams-

West-Vlaanderen Brabant Vlaanderen 2000-2004 Aantal fr. Aantal fr. Aantal fr. Aantal fr. Aantal fr.

Ingediend 166 3,99 122 2,74 165 3,37 163 2,82 141 3,22

Ontwerp-programma 283 6,75 340 5,87 369 7,89 264 4,79 171 3,12

Voorontwerp

opgemaakt 282 6,55 332 5,25 333 7,02 240 4,15 172 3,19

Antwerpen Limburg Oost- Vlaams-

West-Vlaanderen Brabant Vlaanderen 2001-2005 Aantal fr. Aantal fr. Aantal fr. Aantal fr. Aantal fr.

Ingediend 133 3,58 86 2,27 166 3,17 115 2,15 135 3,17

Ontwerp-programma 254 6,29 303 5,12 328 7,57 226 4,00 184 4,03

Voorontwerp

opgemaakt 272 6,77 299 5,27 340 7,91 231 4,20 186 4,06

Antwerpen Limburg Oost- Vlaams-

West-Vlaanderen Brabant Vlaanderen 2002-2006 Aantal fr. Aantal fr. Aantal fr. Aantal fr. Aantal fr.

Ingediend 101 3,23 75 1,95 129 3,55 108 2,33 142 3,82

Ontwerp-programma 244 6,33 262 4,63 385 9,93 274 5,40 223 5,79

Voorontwerp

(4)

Zoals kan worden vastgesteld, werden vanaf het programma 1999-2003 minder voorstellen inge-diend dan er projecten op het ontwerpprogram-ma werden opgenomen. Dit is te verklaren doordat het meerjarenprogramma vertrekt van het voorgaande en dus op de verschillende pro-gramma's reeds een aantal projecten opgeno-men waren.

Binnen de meerjarenprogramma's kan enkel voor de projecten van het eerste programma-jaar een voorontwerpdossier ingediend worden. In onderstaande tabel wordt voor de verschil-lende provincies een overzicht gegeven van het aantal projecten dat op het eerste programma-jaar was opgenomen en het aantal waarvoor een voorontwerpdossier werd ingediend, evenals de ramingsbedragen.

Voor de projecten van het programma 2002 worden geen cijfers gegeven, aangezien de voor-ontwerpdossiers nog kunnen worden ingediend tot 1 juli 2002.

Aantal projecten opgenomen programma Aantal voorontwerpdossiers ingediend

1998 1999 2000 2001 1998 1999 2000 2001

Aan- Mil- Aan- Mil- Aan- Mil- Aan- Mil- Aan- Mil- Aan- Mil- Aan- Mil- Aan- Mil-tal jard tal jard tal jard tal jard tal jard tal jard tal jard tal jard

(5)

3. Er zijn binnen de provincie We s t - V l a a n d e r e n vier gemeenten die nog geen projecten hebben ingediend voor opname op de subsidiëringspro-gramma's voor gemeentelijke rioleringen 1996 tot en met 2002-2006, namelijk Heuvelland, L e-degem, Lo-Reninge en Vleteren.

Een overzicht opstellen per gemeente van het aantal ingediende aanvragen en het aantal gese-lecteerde aanvragen is een immense opdracht, die niet mogelijk was binnen het bemeten tijds-bestek.

Dit zou immers betekenen dat voor elk aange-vraagd project dient te worden nagegaan of dit effectief op een programma werd opgenomen. Deze gegevens kunnen momenteel nog niet au-tomatisch vergeleken worden, omdat de data-banken niet gekoppeld zijn. Het vergelijken van verschillende databanken met elkaar moet dus op een manuele manier gebeuren.

In het kader van de gewijzigde opmaak van het subsidiëringsprogramma 2003 en volgende, wordt gewerkt aan een geïntegreerde en globale d a t a b a n k . Wanneer deze databank is ontwik-k e l d , zou het moeten mogelijontwik-k zijn deze vraag wel te beantwoorden.

4. De door de Vlaamse volksvertegenwoordiger geformuleerde vaststelling als zou de provincie West-Vlaanderen in mindere mate aan bod komen in het subsidiëringsprogramma voor ge-meentelijke rioleringen dan de andere provin-cies, klopt niet.

Alle Vlaamse gemeenten worden immers op de-zelfde manier door de administratie benaderd om voorstellen in te dienen.

De evaluatie van de projectvoorstellen gebeurt op basis van objectieve criteria, die uiteraard niet provinciaal verschillend maar voor elke ge-meente dezelfde zijn.

5. De gemeenten die steevast geen projecten idienen en een lage rioleringsgraad hebben, k u n-nen niet verplicht worden om initiatieven terza-ke te nemen. Vooralsnog is de aanleg van ge-meentelijke riolering een gege-meentelijke be-v o e g d h e i d . Tebe-vens is het zo dat, ondanks het hoge subsidiepercentage, de gemeente nog een belangrijk deel van de kostprijs van het totale project zelf dient te dragen.

De gemeenten worden vanuit de administratie via allerlei overlegvergaderingen aangespoord

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op korte termijn (3-5 jaar) zou 127,5 hectare kunnen worden ontwikkeld op middellange ter- mijn (5-10 jaar) 232 hectare en op lange termijn (> 10 jaar) kan nog maximum 102

Kan de minister vice-president een overzicht geven van het aantal gevallen van agressie en vandalisme sinds 2000, en dit opgesplitst naar provincie?. Kan hij eveneens

Voor een eventueel vervolg in het kader van het Interreg III-programma werd door de ministers van de vijf regio's gevraagd om te bekijken of er een synergie mogelijk was met

2 1 van 10 november 2000 deelde de minister vice-p r e- sident mee dat er op 31 mei 2000 geluidsmetingen waren uitgevoerd ter hoogte van de Plataanlaan in Kortrijk (Bulletin van

Afhankelijk van de aard van de vastgestelde ge- breken wordt de herstelling van een brug of een groep van bruggen beschreven in een bestek, dat via een openbare aanbesteding wordt

Vaak gebeurt dit midden in het schooljaar, wat het moeilijk maakt de leerlingen nog van school te doen veranderen, met als gevolg ook dat de betrokken school subsidie

Alhoewel artikel 7, § 1 van het Wetboek van de Inkomstenbelasting de huurwaarde of het totale bedrag van de huurprijs en de huurvoordelen van in het buitenland gelegen

[r]