Vraag nr. 259
van 18 september 2001
van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE Suzannalaan Essen – Bodemverontreiniging Met de regelmaat van de klok komen er nieuwe gevallen van bodemverontreiniging bij. Vooral bij de omwonenden veroorzaakt dit ongerustheid over de toestand van hun eigendom of leefomgeving. Zo werd in de loop van de maand december enige onrust veroorzaakt door de bodemverontreiniging die in de Suzannalaan in Essen werd vastgesteld. Net zoals in het dossier over de stortterreinen in R a n s t , blijkt dat ook deze gronden in de Suzanna-laan tussen de jaren '60 en '80 werden gebruikt als s t o r t t e r r e i n . De momenteel vastgestelde verontrei-niging in Essen is niet nieuw, want reeds in 1988 heeft de Provinciale en Intercommunale Drinkwa-termaatschappij der Provincie Antwerpen (Pidpa) onderzoek gevoerd naar de kwaliteit van het opge-pompte water in de omgeving van de gedempte k l e i p u t t e n . De analyse, zo stelt men, die met de toen beschikbare technieken tot stand kwam, b l e e k geruststellend te zijn.
Vanwaar dan die plotse verontreiniging ? Vo l g e n s een milieuexpert zou bij het aanboren van een van de kavels in de Suzannalaan asfalt of een stuk roofing doorboord zijn, waardoor de verontreini-ging zich kon verspreiden. Polyaromatische kool-waterstoffen en zware metalen zouden in het grondwater aanwezig zijn.
In verband met de vaststelling van verontreiniging in de Suzannalaan, waar overigens weekendhuisjes s t a a n , stellen de buurtbewoners en vooral de eige-naars van deze gronden zich alvast de vraag wie verantwoordelijk is voor deze bodemverontreini-g i n bodemverontreini-g. Maar vooral wie het prijskaartje voor de sa-nering ervan zal betalen. Volgens de burgemeester van Essen zou de Openbare A f v a l s t o f f e n m a a t-schappij voor het Vlaams Gewest (OVAM) de ter-reinen niet in haar globaliteit willen saneren, m a a r de eigenaars en buurtbewoners aanraden om zelf een bodemonderzoek te laten uitvoeren. Dit zou h u n , afhankelijk van de grootte van het perceel, o m en bij de 60.000 frank kosten.
1. Kan de minister de resultaten van de vaststellin-gen m.b. t . de omvang van de verontreiniging meedelen die op de betrokken terreinen in de Suzannalaan werd vastgesteld ?
2. Op welke manier dient er gesaneerd te worden en wie zal er voor de kosten opdraaien ?
3. Deelt de minister het standpunt van de OVA M dat de eigenaars zelf een bodemonderzoek moeten laten uitvoeren ?
4. Wat is de huidige kwaliteit van het water in het waterwinningsgebied van de Pidpa, en is de kwaliteit ervan voldoende voor het drinkwater ?
Antwoord
1. Ter hoogte van de Suzannalaan werd op één ka-dastraal perceel een historische verontreiniging met polyaromatische koolwaterstoffen in het onverzadigd gedeelte van de bodem aangetrof-fen.
Na toekenning van het "statuut van onschuldig eigenaar" aan de overdrager en opname van het perceel op de lijst zoals bedoeld in artikel 46 van het bodemsaneringsdecreet, werd door de OVAM overgegaan tot de ambtshalve uitvoe-ring van een beschrijvend bodemonderzoek. Het beschrijvend bodemonderzoek heeft aange-toond dat er betreffende deze verontreiniging, gelet op de kenmerken van de bodem en de functies die deze vervult, geen sprake is van een historische bodemverontreiniging die een ern-stige bedreiging vormt. Derhalve zijn geen ver-dere maatregelen noodzakelijk.
Ter hoogte van een aantal andere kadastrale percelen werd een historische bodemverontrei-niging met zware metalen in het grondwater v a s t g e s t e l d . Aan de betrokken eigenaars werd steeds het "statuut van onschuldig eigenaar" t o e g e k e n d . De betrokken kadastrale percelen werden ofwel reeds op de lijst zoals bedoeld in artikel 46 van het bodemsaneringsdecreet opge-n o m e opge-n , ofwel voorgesteld voor opopge-name op deze l i j s t . Eerstdaags zal de OVAM overgaan tot de openbare aanbesteding van de uitvoering van de eerste fase van bodemsanering, namelijk het beschrijvend bodemonderzoek. Gelet op het feit dat het beschrijvend bodemonderzoek nog niet is uitgevoerd, kan momenteel geen defini-tieve uitspraak gebeuren aangaande de ernst van de verontreiniging met zware metalen in het grondwater.
2. Betreffende de historische bodemverontreini-ging met polyaromatische koolwaterstoffen in het onverzadigd gedeelte van de bodem, z i j n geen verdere maatregelen noodzakelijk.
gelet op het feit dat het beschrijvend bodemon-derzoek nog niet is uitgevoerd, momenteel geen definitieve uitspraak gebeuren over de ernst ervan.
Aangezien de betrokken kadastrale percelen ofwel reeds opgenomen werden op de lijst van artikel 46 (lijst waar OVAM ambtshalve bodem-saneringen zal beginnen of voortzetten), o f w e l reeds voorgesteld werden voor opname op deze l i j s t , zullen de saneringskosten door de OVA M gedragen worden. Conform artikel 46, § 3 van het bodemsaneringsdecreet, behoudt de OVA M zich het recht voor de gemaakte kosten te ver-halen op de persoon die, overeenkomstig artikel 25 tot 28 of artikel 32 van het bodemsanerings-d e c r e e t , aansprakelijk is voor bodemsanerings-de aangetroffen bodemverontreiniging.
Aangezien aan de eigenaars van de betrokken kadastrale percelen het "statuut van onschuldig eigenaar" werd toegekend, zullen deze particu-liere personen nooit door OVAM aangesproken worden met betrekking tot het verhalen van de saneringskosten.
3. De oriënterende bodemonderzoeken die in de Suzannalaan tot op heden werden uitgevoerd, werden alle uitgevoerd in het kader van een ge-plande overdracht, zoals bedoeld in artikel 2, § 18 van het bodemsaneringsdecreet.
Conform artikel 3, § 2 van het bodemsanerings-decreet dient voor de overdracht van gronden waarop een inrichting gevestigd was of is of waarop een activiteit wordt of werd uitgeoefend die opgenomen is in de lijst zoals bedoeld in ar-tikel 3, § 1 van het bodemsaneringsdecreet, e e n oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd te worden op initiatief en op kosten van de over-drager.
4. In 1998 werd het probleem van de opgevulde kleiput reeds aangekaart bij Pidpa door het ge-meentebestuur van Essen.
Pidpa heeft toen onderzoek uitgevoerd naar de waterkwaliteit van de watervangputten in de omgeving van de gedempte kleiput. Uit dit derzoek bleek dat met de toen beschikbare on-derzoekstechnieken geen probleem van drink-waterkwaliteit kon worden aangetoond. H i e r b i j moet worden vermeld dat het filtrerend gedeel-te van de wagedeel-tervangputgedeel-ten zich bevindt in de Formatie van Diest, onder de zanden en de klei-en van de Ke m p e n . Ook bij latere analyses van het drinkwater van Essen werden geen
over-schrijdingen van de drinkwaternormen vastge-steld.
De OVA M h e e f t , in overleg met Pidpa CV, d e Vlaamse Instelling voor Technologisch Onder-zoek (VITO) de opdracht gegeven om een aan-tal peilbuizen, die geplaatst werden in het kader van de uitvoering van voormelde oriënterende b o d e m o n d e r z o e k e n , te herbemonsteren. E e n eerste bemonstering heeft plaatsgevonden op 14 februari 2001, gevolgd dor een tweede bemon-stering op 4 april 2001. Al de grondwaterstalen werden door de V I TO geanalyseerd op het Standaardanalysepakket (SAP), dat onder meer zware metalen betreft.
Tussen de Suzannalaan en de waterwinningsput werd door Pidpa CV overgegaan tot de plaat-sing van vijf bijkomende peilbuizen, met een fil-ter op verschillende dieptes, teneinde eventuele doorsijpeling door de zanden en de kleien van de Kempen vroegtijdig te kunnen detecteren. De resultaten van de staalnames van de water-winningsput en de resultaten van voormelde bij-komende onderzoeksdaden geven aan dat er momenteel geen problemen met betrekking tot de drinkwaterkwaliteit aangetoond kunnen worden voor de diepe grondwaterlaag waaruit Pidpa CV grondwater onttrekt.
