Vraag nr. 239 van 9 juli 1997
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Kinderpsychiaters – Behoefte
Het aantal kinderpsychiaters in Vlaanderen is niet zo groot. Door de nieuwe ontwikkelingen in het kader van kindermishandeling, bij centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG), v o o r z i e n i n g e n in de kinderpsychiatrie, . . . is er dringend nood aan k i n d e r p s y c h i a t e r s. Vooral in de excentrische gele-gen gebieden van Vlaanderen doet dit tekort zich v o e l e n . Limburg ziet daarenboven zijn kinderpsy-chiaters naar Nederland vertrekken.
Voor dit tekort zijn verschillende redenen :
– het aantal artsen dat wordt toegelaten tot de specialisatie kinderpsychiatrie is erg laag ; – het werkaanbod in CGG's is slechts deeltijds en
niet goed betaald ;
– het aanbod voor een interessante job is in Ne-derland groter dan in Vlaanderen. Vele Vlamin-gen lopen trouwens stage in Nederland tijdens hun opleiding en blijven er nadien.
Kernprobleem is dat er in Vlaanderen te weinig kinderpsychiaters zijn. Een groter aanbod van kin-derpsychiaters is hoe dan ook noodzakelijk. Ti j d e n s de begrotingsbesprekingen van 29 mei 1997 in de Commissie voor We l z i j n , Gezondheid en Gezin vestigde ik hier reeds de aandacht op.
1. Waar is de specialisatie kinderpsychiatrie in Vlaanderen mogelijk ? Klopt het dat er jaarlijks slechts enkele kinderpsychiaters afstuderen ? Graag de cijfers van het aantal afgestudeerden van de laatste vijf jaar.
2. Wie bepaalt het aantal artsen dat jaarlijks wordt toegelaten tot deze specialisatie ? Hoe gebeurt dit ? Is hiervoor overleg met de provinciale commissies of met andere voorzieningen die het aantal beroepsactieve kinderpsychiaters op-volgt ?
3. Werden/worden er acties gepland door de minister om het aantal studenten in bepaalde geneeskundige specialisaties beter af te stem-men op de behoeften van de arbeidsmarkt ? Welke ?
N.B. : Een gelijkaardige vraag werd gesteld aan mevrouw Wivina Demeester-De Meyer,
Vlaams minister van Fi n a n c i ë n , B e g r o t i n g en Gezondheidsbeleid.
Antwoord
Voorafgaande kanttekening : k i n d e r p s y c h i a t r i e vormt geen zelfstandig specialisme. Men zou het kunnen omschrijven als een soort "afstudeerrich-ting" binnen de algemene psychiatrie.
1. Een specialisatieopleiding in de kinderpsychia-trie is mogelijk aan de Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven) en de Universitaire Instelling Antwerpen (UIA). De opleidings-plaatsen kinderpsychiatrie maken deel uit van het contingent opleidingsplaatsen algemene psychiatrie. De medische faculteiten zelf beslis-sen over het aantal plaatbeslis-sen voor kinderpsy-chiatrie binnen dat contingent. Op dit moment zijn er 4 opleidingsplaatsen in Leuven en 5 opleidingsplaatsen in Antwerpen (sedert een jaar).
De opleidingsplaatsen kampen met financiële moeilijkheden (vrijmaken van middelen om de kinderpsychiaters in opleiding te vergoeden), waardoor er een situatie dreigt te ontstaan waarbij niet alle opleidingsplaatsen kunnen worden bezet. Uit gesprekken met de centra voor kinderpsychiatrie blijkt dat inderdaad drie kwart van de afgestudeerde kinderpsychiaters naar Nederland trekt. Hieruit moet ik constate-ren dat de kern van het probleem veel minder het aantal opleidingsplaatsen is, dan wel de arbeidsvoorwaarden van de beroepsactieve kin-d e r p s y c h i a t e r s. Wellicht kan kin-de verkin-deling van het aantal opleidingsplaatsen over de universi-taire ziekenhuizen worden geoptimaliseerd. 2. De verantwoordelijkheid voor de toegang tot
de opleiding in de psychiatrie ligt bij het federa-le ministerie van Sociafedera-le Zaken en Vo l k s g e-zondheid, zoals dat het geval is voor alle medi-sche specialisaties. De beroepsorganisatie van kinderpsychiaters ijvert voor een betere rege-ling van de honoraria van kinder- en jeugdpsy-chiaters en voor een erkenning van de kinder-psychiatrie als een autonome specialisatie. Dit alles behoort tot het federale niveau.
3. De beleidsruimte van de Vlaamse overheid om een beleid te voeren met betrekking tot de opleiding van kinderpsychiaters is beperkt. Niettemin zal ik de kwestie in de Vlaamse rege-ring aankaarten en overleg voeren met mijn
colega's bevoegd voor Volksgezondheid en We l-zijn.