Vraag nr. 232 van 3 juli 1996
van de heer MICHIEL VANDENBUSSCHE
Cultureel akkoord Suriname – Samenwerkingspro-gramma
In het kader van het cultureel akkoord met Suriname wordt er blijkbaar een nieuw samenwerkingsprogram-ma onderhandeld.
Kan de minister mij enige toelichting geven betreffende de evaluatie van het vorige programma ?
Wat zijn de opties voor het nieuwe programma ? Antwoord
Het cultureel akkoord met Suriname werd in 1975 o n d e r t e k e n d . De laatste Vaste Gemengde Commissie dateert van maart 1993, waarbij het samenwerkingsak-koord voor de jaren 1993-1994-1995 werd bepaald. Hierna zal ik de realisaties van de administratie Cul-tuur (per afdeling) meedelen ter uitvoering van het vorig samenwerkingsprogramma 1993-1994-1995. Afdeling Beeldende Kunst en Musea
In uitvoering van artikel 3.2.3. en 3.2.4. werd aan de Surinaamse Partij uitgebreide informatie op het gebied van de museumsector toegestuurd.
Afdeling Muziek, Letteren en Podiumkunsten
Voor het programma dat op zijn einde loopt, moet wor-den gesteld dat de concrete acties, zowel van Vlaamse als van Surinaamse zijde, tot een minimum waren beperkt. Er was namelijk maar één zending naar Suri-name van een etno-musicoloog.
Afdeling Volksontwikkeling en Bibliotheken
Binnen het afgelopen werkprogramma werd de ont-vangst van twee bibliotheekdeskundigen uitgevoerd. Het artikel betreffende de volksontwikkeling werd niet gerealiseerd.
Afdeling Jeugdwerk
In het samenwerkingsprogramma werd een project opgenomen voor de sector jeugd. Hierop kwam even-wel geen respons vanuit Suriname.
Normaliter zou in 1996 het samenwerkingsprogramma voor de komende drie jaar moeten worden vastgelegd. Tot op heden zijn er nog geen contacten voor deze onderhandelingen. Wel heeft de administratie Cultuur een aantal bedenkingen over het komende werkpro-gramma.
De afdeling Beeldende Kunst en Musea heeft, gelet op het feit dat er nog geen contacten zijn voor onderhan-delingen, nog geen concrete voorstellen voor het komende werkprogramma.
De afdeling Muziek, Letteren en Podiumkunsten zal volgende samenwerkingsvoorstellen opnieuw indie-nen :
– uitwisseling, op verzoek van de andere partij, van documentatie en informatie inzake letteren, muziek en podiumkunsten ;
– uitwisseling, op verzoek van de andere partij, van kunstenaar s, auteurs, des kundigen, een klein toneelgezelschap, een beperkt muziekensemble of een solist.
Er wordt niet uitgesloten dat bepaalde culturele uitwis-selingen, in samenwerking met Nederland, ook kunnen gebeuren binnen de Nederlandse Taalunie.
Voor de afdeling Volksontwikkeling en Bibliotheken (bevoegd voor volksontwikkeling, culturele centra, amateuristische kunstbeoefening en openbare biblio-theken) zal binnen het nieuwe programma de klemtoon liggen op de vorming van deskundigen binnen haar ver-schillende bevoegdheidssectoren.