Vraag nr. 229 van 3 juli 1996
van de heer MICHIEL VANDENBUSSCHE
Cultureel akkoord Israël – Uitwisseling sociaal-cultu-reel werk
In het kader van het cultureel akkoord met Israël zijn er voor 1996 een aantal uitwisselingsprogramma's in de sector van het sociaal-cultureel werk.
Kan de minister enige toelichting geven bij deze initia-tieven ?
Wie werd langs Vlaamse zijde betrokken bij deze pro-gramma's en wie langs Israëlische zijde ?
Werden in het verleden reeds dergelijke programma's gerealiseerd ?
Wat zijn de financiële implicaties ? Wie evalueert de resultaten ? Antwoord
In 1994 werd een nieuw werkprogramma met Israël afgesproken voor de jaren 1995-1996-1997.
In dit protocol werd voor de afdeling Jeugdwerk van de administratie Cultuur voorzien in de uitwisseling van maximum twee personen voor een studiebezoek van zeven dagen in verband met het jeugdbeleid, de ont-wikkeling op het gebied van permanente vorming van jongeren buiten schoolverband in het andere land. Daarnaast zullen beide partijen de uitwisseling op diverse terreinen van Israëlische en Vlaamse jongeren aanmoedigen. Bovendien vroeg de afdeling Jeugdwerk om in het protocol te bepalen dat na het studiebezoek onder artikel 3.3.1 nog twee uitwisselingsprojecten kon-den workon-den voorgesteld. In overleg met de jeugdsector werden door de afdeling Jeugdwerk volgende projecten voorgesteld :
– een uitwisseling van een delegatie van maximum vijf personen, verantwoordelijken van de overheid en van het jeugdwerk, voor een studiebezoek van vijf dagen, teneinde kennis te maken met het jeugd-beleid en het jeugdwerk zelf op de verschillende niveaus, om dan directe jeugduitwisselingen te reali-seren ;
– een uitwisseling van een delegatie van maximum vijf personen, verantwoordelijken van de overheid en van het jeugdwerk, voor een studiebezoek van zeven dagen, teneinde informatie en ervaringen uit te wisselen op het gebied van antiracisme, bestrij-ding van xenofobie en antisemitisme.
Tot op heden kreeg de afdeling Jeugdwerk nog geen akkoord van de Israëlische overheid m.b.t. deze voor-stellen.
In het verleden werd m.b.t. de uitvoering van de projec-ten opgenomen in het werkprogramma 1992-1994 in het kader van artikel 3.3.1 de zending van twee perso-nen voor een studiereis van zeven dagen naar Israël gerealiseerd. Uit dit studiebezoek resulteerden overi-gens de voorstellen voor het werkprogramma 1995-1997.
Voor de financiële implicaties wordt per project onge-veer 100.000 fr. frank uitgetrokken. De evaluatie gebeurt voor de jeugdprojecten in het JICA, Jeugd-overlegorgaan voor Internationale Culturele Akkoor-den, waarin de jeugdsector en de jeugdadministratie zetelen.
Voor de afdeling Volksontwikkeling en Bibliotheken van de administratie Cultuur kan ik meedelen dat er totnogtoe geen realisaties zijn.
Het programma voorziet in de uitwisseling van exper-ten op het terrein van de volksontwikkeling in het alge-meen en de ontvangst van een expert op het vlak van culturele centra en op het gebied van de openbare bibliotheken. Langs beide zijden is de overheid betrok-ken partner en bij de uitvoering van het programma wordt telkens de sector in kwestie betrokken.
In het verleden hadden binnen de afdeling Volksont-wikkeling en Bibliotheken reeds zendingen plaats. De financiële implicaties voor de uitvoering van het werk-programma zijn gebaseerd op de financiële bepalingen van het werkprogramma van het cultureel akkoord, waarbij de zendende partij de reiskosten op zich neemt en de ontvangende partij de verblijfskosten.
De resultaten worden geëvalueerd, eerst intern bij de betrokken overheid en daarna gezamelijk bij de eerst-volgende vergadering van de Vaste Gemengde Com-missie die het volgende werkprogramma overeenkomt.