• No results found

Jan Schenkman, Prentenboek · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Jan Schenkman, Prentenboek · dbnl"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een ijverige hand vindt werk door 't gansche land

Jan Schenkman

bron

Jan Schenkman, Prentenboek. Een ijverige hand vindt werk door 't gansche land. G. Theod. Bom, Amsterdam ca. 1850

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/sche039pren01_01/colofon.php

© 2010 dbnl

(2)

Matroos.

Dit jeugdig matroosje, Zoo vlug en zoo reê, Gaat wis na een poosje

Op nieuw weer naar zee;

‘Want,’ zegt hij, ‘het varen

‘Is 't beste voor mij:

‘'k Word eerstdaags al stuurman,

‘En 't blijft er niet bij.

Jan Schenkman, Prentenboek

(3)

Botboer.

Kijkt, vrouwtjes! dit mandje Met botjes en schol Heb ik tot aan 't randje

Voor u hier nog vol, Komt spoedig dus koopen

Biedt vrij wat je wil, Nooit krijg je ze beter,

Het is in April.

Jan Schenkman, Prentenboek

(4)

Schoorsteenveger.

Zoo altijd te glimmen Van smeer en van roet, Bij 't klouteren en klimmen,

Valt zeker niet zoet;

Maar 'k win er mijn brood door, En kaas soms er bij,

En 'k zing dus mijn liedje Regt vrolijk en blij.

Jan Schenkman, Prentenboek

(5)

Kruijer.

‘Kijk! dat was een kuijer, En 't vrachtje was zwaar!’

Zegt Steven de kruijer,

Wien 't zweet druipt uit 't haar;

En toch - hij schijnt vrolijk!

Waarom? - wel, mijnheer Gaf hem voor zijn boodschap

Een dubbeltje meer.

Jan Schenkman, Prentenboek

(6)

Fruitvrouw.

'k Heb, Dames en Heeren De keurigste fruit, Mijn appels en peeren

Zien heerlijk er uit.

Koopt druiven, koopt pruimen, Beziet ze ter deeg;

Mijn manden zijn vol, Maar mijn zakken nog leêg.

Jan Schenkman, Prentenboek

(7)

Hondenkoopman.

Neen, Jan met de honden!

Dat kan er niet door:

Twee houdt gij gebonden, En één bij zijn oor.

Zij blaffen van honger, En als ik maar dorst, 'k Gaf spoedig aan ieder

Een daaldertje worst.

Jan Schenkman, Prentenboek

(8)

Vischvrouw.

'k Heb baars en garnalen En paling en bot, Komt spoedig wat halen,

Maar biedt me geen spot!

'k Geef half ze voor niet u, De visch is niet duur, Zet ras maar je pannen

Of potjes op 't vuur.

Jan Schenkman, Prentenboek

(9)

Meklboerin.

Hoe komt nu toch, Bregje!

Die melk weer zoo blaauw?

‘Wel Jufvrouw, wat zeg je!...

Je brengt mij in 't naauw!

De melk is, geloof me, Zoo wit nog als room.

Maar 't komt vast door 't water Daar ginds uit den stoom.’

Jan Schenkman, Prentenboek

(10)

Jager.

'k Ga vrolijk uit jagen Met hond en geweer, En loop alle dagen

Het veld op en neêr.

De haasjes verschrikken, Zoodra ze mij zien;

Ik borg in mijn weitasch Er gist'ren nog tien.

Jan Schenkman, Prentenboek

(11)

Eijerenboer.

Een korf en een mandje, Met eijeren belaân,

Bragt 't beurtschip: ‘Vrouw Santje’

Uit Gelderland aan;

't Zijn eijeren als vuisten, En Krelis - 't is raar - Vraagt toch voor de honderd

Een daaldertje maar.

Jan Schenkman, Prentenboek

(12)

Dienstmaagd.

Mevrouw is al wakker, En kleedt zich reeds aan;

'k Dien dus naar den bakker Om broodjes te gaan.

Zijn knecht past van morgen Weêr niet op zijn tijd, Hij kwam ook eergistren

Een uur na 't ontbijt.

Jan Schenkman, Prentenboek

(13)

Courantombrenger.

Jakobus! je klanten Zijn vast niet te vreên:

Kom, breng er je kranten Wat spoediger heen;

Want als je nog langer Een praatje hier houdt, Is 't nieuws, dat ze krijgen,

Voor velen reeds oud.

Jan Schenkman, Prentenboek

(14)

Invalide.

'k Heb moedig gestreden, En kreeg van den vorst, Al jaren geleden,

Dit kruis op mijn borst.

'k Ben thans invalide, En dwaal met mijn hond, Al gaat het niet vlug meer,

De straten nog rond.

Jan Schenkman, Prentenboek

(15)

Aanspreker.

Heer Schraap zag men sterven;

De man was zeer rijk, En 'k kreeg van zijne erven

Zoo even het lijk.

'k Ben daarom heel netjes, Gelijk men beseft, Gesteekt en gelamferd

Gerokt en gebeft.

Jan Schenkman, Prentenboek

(16)

Porder.

Wie lustig aan 't leeren Of werken wil gaan, Spring' vroeg uit de veêren,

Doe net als de haan.

Ik zal u wel porren, Dit is mijn bedrijf, Kling - ling! jonge lieden!

De klok slaat reeds vijf!

Jan Schenkman, Prentenboek

(17)

Lantaarnopsteker.

Het helderste walicht Of dat van een lamp Moet wijken voor 't gaslicht

Uit steenkolendamp.

Men bezigt dit dan ook In huis en op straat, En 'k ga het ontsteken Als 't avonduur slaat.

Jan Schenkman, Prentenboek

(18)

Oudskleer.

‘'k Draaf grachten en straten Vergeefs op en neêr, Maar 't schijnt niets te baten,

Al roep ik: “Ouds kleêr!”’

Zoo klaagt vader Levi, En waarlijk met regt, Want ach, zijn negotie

Liep heden zeer slecht.

Jan Schenkman, Prentenboek

(19)

Urkerboer.

Wie immer een toertje Naar Urk heeft gedaan, Kent zeker het boertje,

Dat gij hier ziet staan.

Hij was weer aan 't visschen, En bragt straks uit zee De heerlijkste ansjovis

Bij manden vol meê.

Jan Schenkman, Prentenboek

(20)

Turfdrager.

'k Ben moe van al 't dragen En 't loon is niet groot, Maar 't geeft me alle dagen

Toch kleeding en brood;

'k Breng daarom heel gaarne, Al valt het soms zuur, De turf op den zolder

Of wel in uw schuur.

Jan Schenkman, Prentenboek

(21)

Duivenkoopman.

Geen doffers of duiven Zoo fraai als bij mij;

Want 'k heb ze met kuiven, En tuimlaars er bij;

Of wilt gij soms kroppers, Welaan kiest maar uit, En 'k wed dat ge spoedig Den koop met mij sluit.

Jan Schenkman, Prentenboek

(22)

Wafelmeisje.

Dit aardig friesch meisje, Gekleed zoo vol zwier, Doet jaarlijks een reisje;

Maar niet voor pleizier;

o Neen, zij bakt wafels, En brengt ze u aan huis, Of wacht in haar kraam u,

Daar ginds aan de sluis.

Jan Schenkman, Prentenboek

(23)

Omroeper.

Op gistren verloren, Bij 't speertrein-vertrek, Een hond met twee ooren, Een staart en een bek.

Wie 't beestje terug brengt Bij d' omroeper Jan, Verkrijgt ter belooning Den halsband er van.

Jan Schenkman, Prentenboek

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

hansworst verloor zijn kop, Maar wij weten daar wel wat op:.. Geef mij maar fluks den lijmpot aan, Dan zal ik aan 't

Jan Schenkman, Het leven van Jan Klaassen, verteld aan de Nederlandsche jeugd.!. [Het leven van

boek naar een oud rijmpje en op een aardig wijsje.. Bom,

Pierrot haalt lekkernij in huis, Maar voor zijn waarde heer En voor den hoog-geboren neef. Een droogje slechts -

Sint Niklaas de Bisschop, Scrijft hier in zijn boek, Al wat hij gehoord heeft.. Bij 't

Sint Niklaas, de Bisschop, Schrijft hier in zijn boek, Al wat hij gehoord heeft!. Bij 't

Sint Niklaas, de Bisschop, Schrijft hier in zijn boek, Al wat hij gehoord heeft,.. Bij 't

Jan Schenkman, Torentje torentje bossekruid, of het eerste prentenboek op Moeders schoot.!. Het kindje