• No results found

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes · dbnl"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jan Schenkman

bron

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes I. de Haan, Haarlem 1885

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/sche039geze02_01/colofon.php

© 2011 dbnl

(2)

2

[Gezellige plaatjes en versjes]

KNAAPJES,

die zoo graag uw tijd Met een nuttig boekje slijt, En niet slechts op iedre plaat Uwe kleine kijkers slaat, Maar ook op het bijschrift let, Dat naast 't plaatje is gezet, Ziet het weêr aan dit geschenk.

Hoe ik uwer steeds gedenk.

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(3)

De Snoepende Rat.

Een groote Rat, door snoeplust aangedreven, Stal daaglijks van eens bakkers graan;

Maar, kindren, 't kwam haar duur te staan;

Zij moest het boeten met haar leven.

Want laatst, door Knevelbaard betrapt, Werd zij als klokspijs opgesnapt.

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(4)

t.o. 5

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(5)

Het Kanarievogeltje.

Als 's morgens, aan 't ontbijt gezeten, Wij onze boterhammen eten,

Dan krijgt ook mijn Kanarie meê Een stukje suiker uit de thee.

Het makke beest schijnt dit te weten;

Want nauwlijks zijn wij aangezeten, Of 't fladdert stadig heen en weêr, Zet zich op moeders schouder neêr, En schijnt haar vriendelijk te smeeken Een klontje suiker af te breken,

En wacht geduldig en beleefd, Als moeder 't soms niet daadlijk geeft.

‘Mij dunkt,’ zegt Jan, ‘'t zou wel betamen, Mij niet door 't beest te doen beschamen.’

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(6)

t.o. 6

Lith, Emrik & Binger, Haarlem.

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(7)

De Knapen met den Ezel.

Als Kees en Karel buiten zijn, Dan kan hun niets zoo zeer verblijden Als op den Ezel rond te rijden,

Die in den stal staat naast het zwijn.

Doch, als zij 't oude Grauwtje plagen, Dan weigert het soms hen te dragen;

Daarom krabt Karel hem aan 't oor, En Kees houdt hem wat klaver voor.

Zoo laten redelooze dieren

Zich 't best door vriendlijkheid bestieren.

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(8)

t.o. 7

Lith, Emrik & Binger, Haarlem.

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(9)

De Vette Os.

‘Treedt binnen maar, treedt binnen maar, O, alle goede liên!

Nooit zaagt ge een Os, zoo groot en zwaar, Als bij mij is te zien.

Hij, hooger dan een grenadier, Weegt meer dan duizend pond;

Waar is hij, die van 't wonderdier Op aard de weêrga vond?

Komt, haast u; 't kost één stuiver maar!’

Roept Teunis van der Dracht;

‘Want weet, die Os, zoo groot en zwaar, Wordt morgen reeds geslacht.’

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(10)

t.o. 8

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(11)

Luie Kees.

O, ziet dien luien Kees eens gapen!

Nooit is hem de ochtend wellekom;

Terwijl zijn makkers vreugde smaken Keert hij zich nog in 't bed eens om.

Hoe vaak zijn broeder hem moog wekken, Hij roept gedurig geeuwend: ‘Ja!’

Maar houdt niet op zich uit te rekken. - Volgt, kindren, nooit dien slaapzak na.

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(12)

t.o. 9

Lith, Emrik & Binger, Haarlem.

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(13)

De Morgenstond.

Heeft de Morgenstond Schatten in den mond, Dirk kent hun waardij;

Hij, gezond en blij, Maakt, is de ochtend daar, Daadlijk Grauwtje klaar, Daar hij vóór 't ontbijt Meest een toertje rijdt.

Wie zijn tijd verslaapt, En als Keesje gaapt, Smaakt de vreugde niet, Die de morgen biedt.

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(14)

t.o. 10

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(15)

De Landman aan zijn Zoon.

Bewerk, mijn Zoon, met eigen hand Den akker, met zijn groene dreven;

Tracht nooit in hooger staat te leven, En houdt u steeds in uwen stand.

Al moet de Landman stadig zwoegen, Al vraagt zijn arbeid moeite en zweet, Niets schenkt op aarde meer genoegen

Dan 't brood, dat men tevreden eet.

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(16)

t.o. 11

Lith, Emrik & Binger, Haarlem.

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(17)

De Jonge Zeeman.

WILLEM.

Vader! zend mij toch naar zee;

't Schip van Oom ligt op de ree.

VADER.

Willem! gij zijt nog te klein.

WILLEM.

'k Wensch, als Ruiter en Piet Hein, Kennis in mijn jeugd te gadren, Om, als deze dappre Vadren,

In dien hoog vereerden stand Nut te zijn aan 't Vaderland.

VADER.

Roept dit oogmerk u naar zee?

Ga - 'k geef u mijn zegen meê.

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(18)

t.o. 12

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(19)

Recht door Zee.

Recht door zee!

Ga je zóó - dan ga ik meê!

Als het harte spreekt de mond;

Dat is Hollandsch, dat is rond!

Draaierij, bedrog en logen - Zij verlagen ons in de oogen Van elk braaf en eerlijk man;

Vliedt ze dus, zoo hard je kan.

Recht door zee!

Ga je zóó - dan ga ik meê!

Recht door zee!

Ga je zóó - dan ga ik meê!

Wie of wat u tegenstaat, Niemand die u dan verlaat.

Hoe de storm u moog omgieren, Laat de deugd het roer bestieren, Vriendlijk ziet men op u neêr;

Daarom steeds getrouw de leer:

‘Recht door zee!’

Ga je zóó - dan ga ik meê!

GEWIN.

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(20)

t.o. 13

Lith, Emrik & Binger, Haarlem.

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(21)

Nikolaas en zijn Moeder.

‘Gij wordt nog tot op 't hemd toe nat, En hebt gewis weêr koû gevat!’

Roept Moeder tot haar zoontje Klaasje, Die, als het jongensstreken geldt, In alles zich betoont een baasje;

Maar, is hij de eerste steeds in 't veld, Hij zal in 't reeknen, lezen, schrijven Op school gewis de laatste blijven.

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(22)

t.o. 14

Lith, Emrik & Binger, Haarlem.

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(23)

De Bromtol.

Wie in de school gestaag zijn tijd Gehoorzaam en oplettend slijt,

Mag, komt het speeluur naken, Zich met een hoepel, tol of bal, Of wat de speeltijd geven zal,

In 't vrije veld vermaken.

Dit weten Karel, Jan en Daan:

De Bromtol wordt, in 't huiswaarts gaan, Door hen met lust gedreven;

Maar stoute Hein en wilde Piet, Die kenden weêr hun lessen niet,

En zijn op school gebleven.

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(24)

t.o. 15

Lith, Emrik & Binger, Haarlem.

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(25)

De Appelendief.

Hoort gij niet naar uws Vaders raad, En speelt gij zonder dat wij 't weten,

Mijn Karel met dien kameraad, Die steeds u doet uw plicht vergeten,

Dan wordt gij zeker, vroeg of laat, Als hij geschuwd, als hij gehaat.

Het knaapje, die zijn vrijen tijd Het liefst in slecht gezelschap slijt, Zal 't kwade voorbeeld ligt besmetten;

Hij zal zijn voet in prille jeugd Reeds op verkeerde paden zetten,

En struiklen op den weg der deugd.

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

(26)

t.o. 16

Lith, Emrik & Binger, Haarlem.

Jan Schenkman, Gezellige plaatjes en versjes

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Jan Schenkman, Het leven van Jan Klaassen, verteld aan de Nederlandsche jeugd.!. [Het leven van

boek naar een oud rijmpje en op een aardig wijsje.. Bom,

Pierrot haalt lekkernij in huis, Maar voor zijn waarde heer En voor den hoog-geboren neef. Een droogje slechts -

'k Geef half ze voor niet u, De visch is niet duur, Zet ras maar je pannen.. Of potjes op

Sint Niklaas de Bisschop, Scrijft hier in zijn boek, Al wat hij gehoord heeft.. Bij 't

Sint Niklaas, de Bisschop, Schrijft hier in zijn boek, Al wat hij gehoord heeft!. Bij 't

Sint Niklaas, de Bisschop, Schrijft hier in zijn boek, Al wat hij gehoord heeft,.. Bij 't

Jan Schenkman, Torentje torentje bossekruid, of het eerste prentenboek op Moeders schoot.!. Het kindje