Jan Schenkman
bron
Jan Schenkman, Sint Nikolaas en zijn knecht. J. Vlieger, Amsterdam ca. 1905
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/sche039sint03_01/colofon.php
© 2010 dbnl
Aankomst van St. Nikolaas.
Jan Schenkman, Sint Nikolaas en zijn knecht
Zie, ginds komt de stoomboot Uit Spanje weer aan!
Sint Niklaas komt ook mee!
Reeds zie ik hem staan!
Hoe huppelt zijn paardje Het dek op en neer!
Hoe waaien de wimpels Der boot heen en weer!
Zijn knecht staat te lachen, En roept ons reeds toe:
‘Wie zoet was, krijgt lekkers;
Wie stout was, een roê.’
Jan Schenkman, Sint Nikolaas en zijn knecht
Plechtige intocht van St. Nicolaas.
Jan Schenkman, Sint Nikolaas en zijn knecht
Daar rijdt hij de stad door, Als Bisschop gekleed.
Zijn knecht draagt de geldkist, Ei, zie hoe hij zweet!
Alom strooit men bloemen!
Elk jubelt en juicht, Terwijl zich St. Niklaas
Op 't vriendelijkst buigt.
Eén echter verschuilt zich, En tracht hem te ontvliên.
't Is Willem, een domoor;
Maar 't wordt ras gezien.
Jan Schenkman, Sint Nikolaas en zijn knecht
St. Nikolaas in den boekwinkel.
Jan Schenkman, Sint Nikolaas en zijn knecht
Wel, wel!... Kwam Sint Nikolaas Zoo waar nu weer hier, Om boekjes te koopen?
Dat doet mij pleizier!
Want, zie! dat 's nog beter Dat koek of banket.
Een boekje met prentjes Geeft jaren lang pret, O, vond ik er morgen
Maar één in mijn schoen, 'k Gap hem en zijn knecht dan
Een hand en een zoen.
Jan Schenkman, Sint Nikolaas en zijn knecht
St. Nikolaas houdt boek.
Jan Schenkman, Sint Nikolaas en zijn knecht
Sint Niklaas, de Bisschop, Schrijft hier in zijn boek, Al wat hij gehoord heeft,
Bij 't jaarlijksch bezoek.
Wie zoet of wie stout was, Hij voegt het er bij...
Wat zou hij wel schrijven Van u en van mij?
O, vraag het zijn knecht eens!
Die maakt toch dit jaar Voor elk, die niet stout was,
De zakjes weer klaar.
Jan Schenkman, Sint Nikolaas en zijn knecht
St. Nikolaas op strooi-avond.
Jan Schenkman, Sint Nikolaas en zijn knecht
Ik hoor in den schoorsteen Een vreeselijk geraas!
Kijk!... De appelen rollen 't Is vast Sint Niklaas!
Maar, neen! 't is zijn knechtje, Dat zwart is van kleur;
Want ginds staat de Bisship, Hij gluurt door de deur.
Zingt spoedig een liedje!
'k Wed dat hij dan strooit!
Hoe harder wij zingen, Hoe meer hij dan gooit!
Jan Schenkman, Sint Nikolaas en zijn knecht
St. Nikolaas bij een arm kind.
Jan Schenkman, Sint Nikolaas en zijn knecht
Wel is het Sint Niklaas;...
Maat, ach! niet voor mij!
Vast gaat hij ons hutje Stilzwijgend voorbij!
O! mocht hij er komen, Wis gaf hij dan iets!
Elk krijgt wat van avond!
Helaas! ik krijg niets!
'k Ben arm!... Maar wat zie ik?
Een pop van taai taai!...
O, foei!... en ik morde!...
Dat stond mij niet fraai!
Jan Schenkman, Sint Nikolaas en zijn knecht
St. Nikolaas bij stoute kinderen.
Jan Schenkman, Sint Nikolaas en zijn knecht
Ei, ei!... die Sint Niklaas Is toch lang niet mak!
Daar stopt hij twee knaapjes Pardoes in zijn zak!
't Is loon vast naar werken, En rijklijk verdiend.
Hij straft niet graag kinderen, Want hij is hun vriend.
O, Bisschop! vergeef hun Deez' enkelen keer, Schenk, schenk hun genade,
Zij doen het nooit weer.
Jan Schenkman, Sint Nikolaas en zijn knecht
St. Nikolaas vertrekt.
Jan Schenkman, Sint Nikolaas en zijn knecht
Sint Niklaas vertrekt weer, Per stoomboot?... O, neen, Hij gaat met den spoortrein
Naar Spanje weer heen.
Zijn knecht droeg de koffers Zeer vlug naar 't station...
Hij zou liever blijven, Wanneer dit maar kon.
De Bisschop neemt afscheid, Gij ziet het hier klaar, Hij groet al zijn vriendjes,
Tot 't volgende jaar.
Jan Schenkman, Sint Nikolaas en zijn knecht