• No results found

Vraag nr. 80 van 4 december 1996 van mevrouw MARIJKE DILLEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 80 van 4 december 1996 van mevrouw MARIJKE DILLEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 80

van 4 december 1996

van mevrouw MARIJKE DILLEN

Leerachterstand mishandelde kinderen – Beleid Uit het recente jaarverslag van Kind en Gezin blijkt dat volgens de gegevens van de centra voor hulpverlening inzake kindermishandeling heel wat kinderen die het slachtoffer zijn van mishandeling ernstige achterstand oplopen op het vlak van de ontwikkeling van hun leer- en taalvaardigheden. Een hoog percentage van de kinderen volgt bijzon-der onbijzon-derwijs en meer dan een vierde loopt school-achterstand op.

1. Heeft het departement Onderwijs concrete gegevens met betrekking tot de gevolgen die mishandelde kinderen oplopen op het vlak van schoolmoeilijkheden en/of leerachterstand ? Zo ja, kan de minister die gegevens meedelen ? 2. Er wordt gesteld dat een hoog percentage van

die kinderen bijzonder onderwijs volgt.

Kan de minister hierover concrete cijfers ge-ven ?

3. Bestaat er enige vorm van gestructureerde samenwerking tussen de scholen en de centra voor hulpverlening inzake kindermishande-ling ? Zo ja, op welke wijze ? Kan de minister de gevraagde informatie opsplitsen tussen het vrij en het gesubsidieerd onderwijs ?

Wordt op de begroting voor Onderwijs een afzonderlijke post ingeschreven voor deze samenwerking ? Wat is het vastgelegde budget ? 4. Indien er vandaag nog geen concrete samen-werking bestaat, zijn er dan reeds maatregelen uitgewerkt om deze samenwerking in de nabije toekomst concreet te realiseren ?

Antwoord

1. en 2. Het departement beschikt niet over andere cijfergegevens met betrekking tot het oorzake-lijk verband tussen schoolachterstand en het volgen van buitengewoon onderwijs en kinder-mishandeling dan die uit het jaarverslag van Kind en Gezin.

Onderzoekers die deze problematiek opvolgen, bevestigen dat er geen dergelijke onderzoeksge-gevens voor Vlaanderen beschikbaar zijn.

Vertrekkende vanuit het voorhanden zijnde onderwijskundig beleids- en praktijkgericht onderzoek inzake leer- en ontwikkelingsproble-men in de derde kleuterklas en het eerste leer-jaar, en ook rekening houdende met de ervarin-gen vanuit de lopende spijbelpreventieprojec-t e n , blijkspijbelpreventieprojec-t daspijbelpreventieprojec-t leerachspijbelpreventieprojec-tersspijbelpreventieprojec-tand, l e e r p r o b l e m e n , schoollopen in of doorverwezen worden naar het buitengewoon onderwijs, heel diverse en vaak in elkaar hakende leerling-, o u d e r- en schoolgebonden oorzaken kunnen hebben die niet zomaar los van elkaar kunnen worden g e p l a a t s t . Het onderwijsbeleid heeft niet de taak zich te focussen op bepaalde oorzaken in de levensloop van een kind die aan de grond-slag liggen van bovenvermelde problematiek. De problematiek kindermishandeling behoort in dit opzicht veeleer tot de bevoegdheid van de minister van Cultuur, Gezin en Welzijn.

Wel wil ik nog wijzen op de bijzondere aan-dacht die het departement geeft aan onder andere onderzoek omtrent zittenblijven,kansar-m o e d e - i n d i c a t o r e n , z o r g v e r b r e d i n g, p r o j e c t e n rond schoolverzuim, alsook de extra financie-ring/subsidiëring die zij uittrekt voor zorgver-breding.

3. De samenwerking tussen de scholen en de cen-tra voor hulpverlening inzake kindermishande-ling verloopt via de psycho-medisch-sociale cen-tra (PMS-cencen-tra), in samenwerking met het medisch schooltoezicht. Het vertrouwensartsen-centrum (VAC) "Kind in Nood" Leuven heeft in samenwerking met de PMS-centra van Bra-bant een aantal regionale overlegplatforms opgezet waar hulpverleners ondersteunend wer-ken in de begeleiding van kindermishandeling. Deze platforms organiseerden in heel wat regio's bijscholingssessies voor leerkrachten. Gelijkaardige initiatieven werden genomen vanuit het VAC-Antwerpen. Aan deze overleg-platforms nemen PMS-centra deel van alle net-ten.

Netoverschrijdende samenwerking is aangewe-zen, aangezien deze problematiek vaak gepaard gaat met veelvuldige schoolverandering. Aange-zien er netoverschrijdend wordt samengewerkt, is een opsplitsing van de informatie per net onmogelijk.

Op de begroting voor Onderwijs is geen afzon-derlijke post ingeschreven voor deze samenwer-king.

4. Het antwoord op deze vierde vraag vervalt door hetgeen wordt vermeld in punt 3.

(2)

Wel wens ik te wijzen op een aantal beslissingen van de Vlaamse regering als gevolg van de recente gebeurtenissen en naar aanleiding van de Witte Mars.

Door de Vlaamse regering wordt aan de federa-le regering een voorstel gericht tot oprichting van een Interministriële Conferentie van het K i n d . Hierdoor kan een actief overleg worden uitgebouwd tussen de gemeenschappen en de federale regering en kan het actieplan inzake de preventie en hulpverlening bij kindermishande-ling, slachtofferhulp, forensisch welzijnswerk en bescherming van de rechten van het kind wor-den geconcretiseerd.

De minister bevoegd voor bijstand aan perso-nen is aangewezen als vaste vertegenwoordiger op deze conferentie en zal naargelang de mate-rie de andere Vlaamse ministers bij deze werk-zaamheden betrekken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Juist omdat ik het emancipatiebeleid binnen het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap zo belangrijk vind, al is het alleen maar uit het oog- punt van de voorbeeldfunctie die

Positieve actie slaat op een samenhangend pak - ket van maatregelen die moeten leiden tot een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in alle functies en op alle

Ik heb inderdaad reeds meer dan eens gepleit voor de vestiging van een Vlaams-Nederlands Huis in B r u s s e l , dat een meerwaarde zou kunnen beteke- nen voor de culturele

Het omvormen van het vak Leugenberg-Smalle Weg op de A12 tot een autosnelweg is belangrijk voor een betere toegankelijkheid van de A n t w e r p- se haven enerzijds en van

Bij beslissing van 1 oktober 1996 heeft de V l a a m s e regering de GIMV (Gewestelijke Investerings- maatschappij voor Vlaanderen) gevraagd een bij- komend onderzoek uit te

Tot eind november 1996 waren een zeventigtal aanvragen ingediend op de maatschappelijke zetel van het Vlaams Woningfonds, waarvan een dertigtal aanvragen reeds in

De vraag naar de samenwerking tussen scholen en PMS-centra kan worden beantwoord vanuit verschillende invalshoeken : ten eerste vanuit een principiële benadering, ten tweede

Ik beschik niet over informatie over het aanal behandelde dossiers dat achteraf leidde tot een procedure voor de Raad