Vraag nr. 102 van 22 januari 2002
van de heer ERIK MATTHIJS Mestactieplan – Evaluatie
2001 was het eerste jaar waarin het aangepast mestbeleid (MAP 2bis) volledig in werking was (MAP : M e s t a c t i e p l a n ) . Dit plan gaat uit van een driesporenbeleid om de problematiek op te lossen, namelijk aanpak aan de bron en afbouw van de veestapel, mestverwerking, optimale bemesting. 1. Hoeveel bedrijven werden in 2001 effectief
stopgezet via het stopzettingsdecreet ? Is dit ge-lijk aan, meer of minder dan het aantal aanvra-gen ?
2. Hoeveel andere bedrijven (gemengde bedrijven of geen varkensbedrijf) staakten hun activitei-ten ?
3. Wat is het resultaat op vlak van de verminde-ring van de productie van mest ?
Hoeveel ton mest (kg N en kg P2O5) mochten
deze bedrijven in hun totaliteit produceren af-zonderlijk voor de varkensbedrijven en de an-dere bedrijven (N : stikstof ;P2O5: d i f o s f o r p e
n-toxide) ?
4. Hoeveel vergunningen werden in 2001 verleend voor grootschalige mestverwerkingsinstallaties, en voor hoeveel ton mest (kg N en kg P2O5) ?
5. Hoeveel vergunningen werden in 2001 aange-vraagd en afgeleverd voor andere dan groot-schalige mestverwerkingsinstallaties, en voor hoeveel ton mest (kg N en kg P2O5) ?
6. Hoeveel ton mest (kg N en kg P2O5) werd in
2001 effectief in Vlaanderen verwerkt, of geëx-porteerd uit Vlaanderen ?
7. Hoeveel ton mest (kg N en kg P2O5) werd in
2001 geïmporteerd in Vlaanderen ?
8. Welke procédés van mestverwerking dragen de goedkeuring weg van de Task Force Mestver-werking ?
9. Hoeveel bedrijven voldeden in 2001 niet aan de mestverwerkingsplicht ?
Hoeveel ton mest (kg N en kg P2O5)
vertegen-woordigen die bedrijven ?
Antwoord
1 , 2 en 3. Er werden in totaal 881 aanvragen inge-d i e n inge-d . Dit voor een beinge-drag van 1.723.188.300 frank.
In 2001 werden 559 dossiers behandeld. D a a r-van werden twee aanvragen ingetrokken, 5 4 0 gunstig en elf ongunstig beslist, zes zijn nog in onderzoek.
De elf aanvragen werden ongunstig beslist we-gens : geen geldige milieuvergunning, geen var-kens vermeld op de Mestbankaangifte 11 maart 2 0 0 1 , of geen nutriëntenhalte toegekend aan de inrichting.
Van de 540 aanvragen die gunstig beslist wer-d e n , werwer-den er 34 teruggetrokken. De overige 506 bedrijven vertegenwoordigen een bedrag van 975.548.460 frank. Het uitgetrokken begro-tingskrediet van 1.000.000.000 frank is uitgeput tot 998.065.080 (de 6 nog te beslissen aanvragen i n b e g r e p e n ) . Aangezien de dossiers in volgorde van indiening moeten worden behandeld, k a n voorlopig dossier met volgnummer 560 niet be-handeld worden, omdat de stopzettingsvergoe-ding voor dit dossier 3.037.800 frank bedraagt en groter is dan het nog beschikbaar krediet (1.934.920 fr.).
De nutriëntenhalte toegekend aan de 881 be-drijven die een aanvraag indienden, b e d r o e g voor de diergroep varkens 2,4 miljoen kg P2O5
en 5,3 miljoen kg N. Voor de overige diergroe-pen (runderen, p l u i m v e e, ...) hebben deze be-drijven nog een nutriëntenhalte over van 0,6 miljoen kg P2O5en 1,7 miljoen kg N.
De nutriëntenhalte toegekend aan de behandel-de dossiers van behandel-de 512 bedrijven (506 gunstig + 6 in onderzoek) bedroeg voor de diergroep var-kens 1,45 miljoen kg P2O5en 3,2 miljoen N.
Voor de stopzetting van andere bedrijven (ge-mengde of geen varkensbedrijf) wordt rekening gehouden met een natuurlijke afvloei van 2,5 %. Aangezien de cijfers van dierenaantal in 2001 slechts beschikbaar worden na verwerking van de Mestbankaangifte 2002, zullen de juiste cijfers pas half 2002 bekend zijn.
over de capaciteit van de installatie, zodat hij het onderscheid kan maken tussen groot- en kleinschalig.
Momenteel is er een vergunde mestverwer-kingscapaciteit van 2.154.000 ton mest, w a a r v a n 1.390.000 ton varkensmest, 610.000 ton pluim-veemest en 130.000 ton kalvergier.
6 , 7 en 9. In 2001 werd 500.000 ton mest verwerkt of geëxporteerd, wat overeenkomt met 7,8 mil-joen kg P2O5en 10,4 miljoen kg N. In 2001 werd
300.000 ton mest geïmporteerd, wat overeen-komt met 1,7 miljoen kg P2O5en 2,5 miljoen N.
Het overgrote deel van deze import betreft paardenmest en pluimveemest voor de berei-ding van substraat voor de teelt van champig-n o champig-n s. De redechampig-n vachampig-n de ichampig-nvoer vachampig-n deze paardechampig-n- paarden-mest is een tekort hiervan in Vlaanderen voor deze sector.
Het is momenteel nog niet bekend welke bedrij-ven in 2001 niet voldeden aan de mestverwer-k i n g s p l i c h t . Voor 2000 weten we dat er 324 be-drijven waren die niet voldeden aan de mestver-w e r k i n g s p l i c h t . Deze bedrijven moesten 1.014.000 kg P2O5 v e r w e r k e n , maar hebben
slechts 67.000 kg P2O5v e r w e r k t . Tevens waren
er in 2000 133 bedrijven die wel voldeden aan de verwerkingsplicht. Deze moesten 540.000 kg P2O5 v e r w e r k e n , maar verwerkten in totaal
1.950.000 kg P2O5.
8. De Task Force Mestverwerking geeft geen voor-keurprocédés.
Zij staat positief ten opzichte van alle systemen die beantwoorden aan de milieuvergunnings-voorwaarden conform Vlarem.
