• No results found

Q Q Proefwerk Natuurkunde H 2 N1 VWO 2 vs 5

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Q Q Proefwerk Natuurkunde H 2 N1 VWO 2 vs 5"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Proefwerk Natuurkunde H 2

N1 VWO 2 vs 5

Dit proefwerk bestaat uit 5 opgaven. Je hebt 100 minuten de tijd. Schrijf duidelijk op wat je doet, welke formules je gebruikt enzovoorts. Maak de bijlage voorzichtig los van de opgaven en voeg deze bij je antwoordblad(en). De snelheid van geluid in

lucht is 340 m/s. Succes.

Opgave 1

Neem aan dat een luidspreker een vermogen heeft van 75 W. De meeste

luidsprekers hebben een rendement van 2%. De luidspreker straalt het geluid uit over een halve bol.

a) Bereken de geluidsintensiteit en het geluidsniveau op 1,0 en op 5,0 m afstand van de luidspreker.

b) Schets in een grafiek het verband tussen de geluidsintensiteit en de afstand tot de luidspreker.

De oppervlakte van het trommelvlies is 0,80 cm2.

c) Bereken het vermogen van het geluid dat het trommelvlies treft als je op 5,0 m van deze luidsprekers staat.

d) Op welke afstand kun je de luidspreker nog net horen? Opgave 2

Een gespannen snaar resoneert op de in de figuur aangegeven wijze bij een frequentie van 24 Hz. Men verhoogt langzaam de frequentie.

Bepaal bij welke frequentie voor het eerst opnieuw resonantie zal optreden.

Opgave 3

Θ

Θ

Je ziet hierboven twee ‘luidsprekers’ in de vorm van het symbool Θ . Zij stellen dus twee geluidsbronnen voor. Deze geluidsbronnen trillen synchroon. De golflengte is 4,0 cm als die op dezelfde schaal weergegeven wordt.

Je ziet ook een streep hieronder. Deze streep staat ook op de bijlage. Stel je voor dat je met een microfoon langs die streep beweegt. Je zult dan knopen en buiken

waarnemen.

Geef op de bijlage twee plaatsen op deze lijn aan waar je een buik zult waarnemen en beschrijf kort hoe je die gevonden hebt.

(2)

Opgave 4

Een homogene, dunne staaf wordt verticaal ingeklemd. Met een trillingsapparaat wordt de staaf in trilling gebracht. Slechts bij bepaalde frequenties ontstaat een staande golf. Bij belichten met een stroboscoop met f = 104 Hz zien we steeds twee opeenvolgende uiterste standen van de staande golfbeweging. Zie figuur. Het deel waarin de staande golf optreedt is 49 cm lang.

a) Bepaal de golflengte van de staande golf. b) Bereken de golfsnelheid in de staaf.

c) Bereken de laagste frequentie, waarbij resonantie optreedt.

d) Bereken de flitsfrequentie van de stroboscoop als je dan alleen opeenvolgende uiterste standen van de staaf wil zien. Opgave 5

1De gehoorgang is te beschouwen als een cilinder die aan een zijde open is en aan de andere zijde gesloten. Hierin ontstaat een staande golf met een frequentie van 3,5 kHz.

a) Bereken de ideale lengte van de gehoorgang. Ook de frequentie van 4,0 kHz geeft nog resonantie.

b) Geven die van 7,0 en 10,5 kHz dat ook? Leg duidelijk uit. EINDE

(3)

Bijlage bij proefwerk Natuurkunde H 2 N1 VWO 2 vs 5

Naam: ________________________ Klas: _________________________ Opgave 3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Na weerkaatsing aan spiegel 3 onder een terugkaatsingshoek van 53,5E, bereikt de straal in de tekening op de bijlage het vlak van de sensoren op een afstand van 24,3 mm

Wanneer de klankstaaf in het midden wordt aangeslagen, ontstaat er in de staaf een staande transversale golf met knopen in de punten P en Q..

Een beginpunt A van een koord wordt in trilling gebracht. Een punt P ligt op enige afstand van A op het koord. Voor punt P is het u,t –diagram weergegeven in de figuur.. a) Hoe begon

Een beginpunt A van een koord wordt in trilling gebracht. Een punt P ligt op enige afstand van A op het koord. Voor punt P is het u,t –diagram weergegeven in de figuur.. a) Hoe begon

Jeroen meet op verschillende afstanden van een snelweg het geluidssterkteniveau met een decibelmeter. De geluidsenergie die het verkeer per seconde produceert, blijft tijdens

Een homogene, dunne staaf wordt verticaal ingeklemd. Met een trillingsapparaat wordt de staaf in trilling gebracht. Slechts bij bepaalde frequenties ontstaat een staande golf.

d Schets in een diagram de grafiek die het verband aangeeft tussen de waargenomen frequentie en de plaats van de motor. Wanneer de snaar wordt getoggeld geeft deze een frequentie

a Bereken de frequentie van de door de orgelpijp voortgebrachte toon en geef in een tekening aan waar de knoop en de buik zich bevinden3. b Bereken de frequentie van de