• No results found

Harga f 4.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Harga f 4."

Copied!
374
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

T J E T AKAN JANO RETÏG.'

Harga f 4.

:ARKAN' OLEH PENGARANG

(2)

1

(3)

(4)

HANDLEIDING

T E N G E B R U I K E BIJ H E T

VOORLOOPIG O N D E R Z O E K IN S T R A F Z A K E N

DOOR

M

R

. W. F. H AAS E,

Lid van den Raad van Justitie te Semarang

EN

M

R

. W. BOEKHOUDT,

Lid van den Raad van Justitie te Batavia,

D E R D E I H T « A V E .

Prijs f 4.

EIGEN UITGAVE.

U i t s l u i t e n d v e r k r i j g b a a r b ij G. KOLFF & Co. te Batavia.

(5)

B o e k o e P e n o e n t o e n

AKAN DIPAKAI O L Ê H PRIJAJI2

D A L A M P E M E R I K S A A N

„VOORLOOPIG ONDERZOEK"

DIKARANG O L E H

M

R

. W, F. HAASE,

Lid van den Raad van Justitie di Semarang

DAN

M

R

. W. BOEKHOUDT,

Lid van den Raad van Justitie di Betawi.

TJÉTAKAN JANG KETIGA.

Harga f 4.

DIKELOEARKAN OLEH PENGARANGNJA SENDIRI.

Tjoema dapat dibeli di-Toko Boekoe G. KOLFF & Co. di-Betawi.

¥•01« * > \

JtVGLKEHKUNDE}

(6)

VOORWOORD.

De schrijvers dezer handleiding hebben in hunne jarenlange Landraadspraktijk de ondervinding opgedaan, dat de kennis der Inlandsche politie-ambtenaren van de eischen, welke men aan een behoorlijk voorloopig onderzoek in strafzaken mag stellen, geenszins voldoende mag heeten.

Doch evenzeer hebben zij toen ervaren, dat de Inlandsche ambtenaren zelven dat gebrek aan opleiding voor hunne politie- taak gevoelen en betreuren. Het beste bewijs daarvoor was ons de steeds levendige belangstelling, waarvan zij blijk gaven, wanneer wij in of na de vergadering in raadkamer hun als Landraadsleden iets meer vertelden van het recht en zijne tóepassing dan noodig was voor de behandelde strafzaak. Zonder voorlichting gevoelen zij zich bij het onderzoeken eener zaak veelal — zooals een Assistent-Wedono dat eens uitdrukte — als iemand, die bij nacht in een bosch loopt zonder fakkel.

Wij meenden daarom een nuttig werk te verrichten door ge- durende onzen verloftijd ten hunnen dienste een boek samen te stellen, waarin wij beknopt en naar wij hopen duidelijk hebben omschreven : vooreerst den omvang van de werking der strafwet en de competentie der rechters, voor wie het door de politie gehouden voorloopig onderzoek moet dienen. Vervolgens de wijze waarop dat onderzoek behoort te worden gehouden, zooals de wet en meer nog de ondervinding ons hebben geleerd.

Ten slotte eenige algemeene leerstukken van strafrecht, gevolgd door een aantal van de meest voorkomende of niet dan wel te weinig aan de inlandsche politie bekende strafbare feiten.

Zooveel doenlijk hebben wij bij elk bijzonder strafbaar feit in den vorm van vragen uiteengezet, wat in zoodanige zaak noodzakelijk door de politie moet worden onderzocht. Om de strekking der vragen te verduidelijken, hebben wij ze voor zooveel noodig van aanteekeningen voorzien.

Zoo de politie bij haar onderzoek den inhoud van dit boek ter harte neemt, vertrouwen wij, dat niet meer zoo dikwijls de rechter beklaagden zal moeten vrijspreken omdat de zaak niet behoorlijk door de politie was onderzocht. En de Inlandsche ambtenaar zal dan de voldoening smaken, dat al zijne moeite niet tevergeefs is geweest.

Op deze wijze ingericht zal het boek tegelijk bruikbaar zijn voor de Hoofden van Plaatselijk Bestuur. Hunne veelzijdige ambtsbezigheden veroorloven hun gewoonlijk niet eene meer

(7)

Karena kita soedah bertahoen-tahoen mendjadi President Land- raad, maka kita ketahoei', bahwa pengetahoean prijaji 2 politie dalam hal pemeriksaan Voorloopig Onderzoek tidak boleh dibilang tjoekoep.

Akan-tetapi kita ketahoei djoega bahwa prijaji 2i t o e p o e n merasa kekoerangan pengadjarannja dalam pekerdjaan politie itoe dan tidak bersenang-hati dari sebab itoe. Lebih 2 poela njata hal ini, tempo kita melihat, bagimana soekanja hati Lid 2 Landraad, kaloe, selagi atawa sesoedahnja menimbangan p e r k a r a Landraad, kita tjeritakan kepadanja dari hal pengadilan itoe lebih banjak dari perloenja dan bagimana pengadilan itoe dilakoekan. Kaloe tidak ada keterangan, maka prijaji2 j a n g memeriksa perkara itoe, sering kali merasa seperti seorang Assistent-Wedono berkata kepada k i t a :

„kaja' hamba djalan waktoe malam dalam hoetan, tidak pakai obor."

Sebab itoe m a k a kita sangka, tentoelah kita mendjalankan pekerdjaan j a n g besar goenanja, kaloe waktoe-werZo/'kita di-Eropa, kita pakai akan mengarang boekoe, jang boleh dipakai olëh prijaji 2 j . t . Dalam boekoe itoe kita terangkan dengen pendek

—tetapi kita harap tjoekoep—ja'rtoe: lebih doeloe kitabitjarakan dalam boekoe ini daerah tempat Strafwet itoe dilakoekan, dan kekoeasaan hakim j a n g mesti memakai s o e r a t2 Voorloopig Onder- zoek j a n g diboeat olëh prijaji politie. Kemoedian kita njatakan, bagimana p e r k a r a mesti diperiksa, soepaja Voorloopig Onderzoek itoe tjoekoep; k e t e r a n g a n2 jang didapati dalam boekoe ini dipetik dari dalam Wet, akan-tetapi kebanjakan dari pada k e t e r a n g a n2 itoe diperoleh dari pengetahoean jang didapat dalam djabatan hakim.

Maka baroelah dibitjarakan beberapa pengetahoean, j a n g mesti diperhatikan dalam sekalian p e r k a r a politie. Soedah itoe dite- r a n g k a n poela p e r b o e a t a n2 j a n g boleh dihoekoem dan j a n g atjap kali soedah djadi p e r k a r a ; begitoe djoega perboeatan 2 jang tidak diketahoeï atau koerang diketahoeï olëh politie.

Sebolëh-bolëlmja kita njatakan keterangan 2 itoe dalam tiap 2 p e r k a r a dengan beberapa pertanjaan. Apa jang terseboet dalam pertanjaan itoelah j a n g perloe sekali diperiksa olëh politie. Dan soepaja gampang boeat orang jang kocrang mengerti maksoed pertanjaan itoe, kita iringkan poela keterangan j a n g perloe akan menjatakan pertanjaan itoe.

Kaloe politie memeriksa perkara 2 dengen memperhatikan àpa jang diterangkan dalam boekoe ini, m a k a pertjajalah kita, bahwa tidaklah lagi banjak pesakitan j a n g dilepaskan oleh hakim „sebab

(8)

I l l

wetenschappelijke studie van het strafrecht te maken. Bij hen bestaat daarom de behoefte — uit den mond v a n meer dan een h u n n e r mochten we dit hoorcn— aan een boek, dat hen in staat stelt zonder veel tijdverlies het voorloopig onderzoek der In- landsche ambtenaren te controleeren.

Wellicht mogen we ons ook vleien het in handen te zullen zien v a n jeugdige collega's en aspirant-collega's, die bij een geheel ander strafwetboek zijn opgevoed dan dat hetwelk in Indië van kracht is en nog wel meerdere j a r e n van k r a c h t zal blijven, en voor wie Indische rechtstoestanden nog zoo goed als vreemd zijn.

Omdat dit boek behalve den Inlandschen ook den Europeesehen a m b t e n a a r van dienst kan wezen, hebben wij gemeend ons te moeten bedienen van de Maleische en van de Nederlandsche taal. Beide hebben wij in één boek vereenigd, ten gerieve zoowel van den Inlandschen ambtenaar, die zijne kennis van de Neder- landsche taal begeert- te vermeerderen, als van den Europeeschen ambtenaar, voor wien het dikwijls verre van gemakkelijk is de vraagpunten, welke hij den inlandschen onderzoekenden ambtenaar wenscht te stellen, duidelijk in de Maleische taal weer te geven.

Wij hebben niet gekozen de gebruikelijke Maleische schrijftaal, maar de taal zooals die in beschaafde kringen in g e h e e l N . Indië wordt gesproken, omdat de schrijftaal door vele Inlandsche hoofden, althans op Java, niet voldoende wordt verstaan, terwijl daarentegen het Maleisch, waarin dit boek is geschreven, ver- staanbaar is voor alle ambtenaren, onverschillig in welk gedeelte van N. Indië zij gevestigd zijn.

Dat wij hierin geheel alleen, zonder bijstand, naar vvensch zouden slagen, scheen ons zeer twijfelachtig toe. Wij riepen daarom de medewerking in van den heer A B D U L RIVAÏ, gewezen dokter djawa, thans redacteur van het tijdschrift „Bintang-Hindia"

te Amsterdam. Ons streven wekte dadelijk zijne volle sympathie en volijverig zette hij zich met ons aan het werk. W a n n e e r onze krachten tekortschoten bij het vertalen van moeilijkerechtsbegrip- pen, v e r k r e g e n wij, dank zij zijne kennis der Maleische taal, in vele h a r e r schakeeringen en zijn vlug bevattingsvermogen, ten slotte in die taal toch omschrijvingen, welke ons volkomen konden voldoen.

Nog zij hier vermeld, dat de spelling v a n Prof. van Ophuysen is gevolgd, t e n w a r e de heer E I V A Ï het raadzaam oordeelde daar- van af te wijken.

DE SCHRIJVERS.

AMSTERDAM, Maart 1904.

(9)

koérang terang," tjôèma olêh-karena pemeriksaan politie tidak betoel dan tidak tjoekoep. Maka bolehlah prijaji2 bersoeka-hati, sebab mengetahoeï bahwa soesah-pajahnja tidak pertjoemasadja.

Sebab boekoe ini bergoena boeat prijaji 2 dan djoega boeat a m b t e n a a r2 belanda, maka kita kira lebih haik dipakai basa be- landa dan basa melajoe. Kedoea basa j . t. dikoempoelkan dalam satoe boekoe sadja, soepaja prijaji 2 j a n g s o e k a m e m p e l a d j a r i basa belanda, gampang menambah pengetahoeannja dalam basa itoe, dan soepaja ambtenaar 2 belanda, jang sering kali soesah akan menjalin pertanjaan j a n g perloe diperiksa oleh prijaji 2 kedalam basa melajoe, gampang memboeat pertanjaan itoe.

Dalam boekoe ini tidak dipakai basa melajoe „Abdoellah bin Abdoelkadir moensji," tetapi basa melajoe jang dibitjarakan oleh orang-baik2 diseloeroeh Tanah Hindia; sebab di-Tanah Djawa banjak prijaji2, j a n g koerang mengerti „basa Abdoellah" itoe;

akan-tetapi basa melajoe, j a n g kita pakai dalam boekoe ini, dapat diartikan oleh sekalian prijaji2, biar poendimanatempat-tinggal- nja di-Hindia.

Kita merasa bahwa maksoed kita jang terseboet ini soesah se- kali akan disampaikan, kaloe kita sendiri mesti menoelis dalam basa melajoe itoe. Sebab itoe kita minta' pertolongan kepada Abdoel Rivaï, bekas dokter djawa dan sekarang di-Amsterdam djadi pengarang s. tj. Bintang Hindia. Maksoed kita menjoekakan hati Abdoel Rivaï dan dengan radjin dia bekerdja bersama-sama kita. Dimana kita tidak bisa niemelajoekan perkataan j a n g biasa dipakai dalam 'ilmoe pengadilan, maka k a r e n a pengetahoeannja dalam matjam 2 basa melajoe dan sebab tadjam pikirannja, da- patlah kita m e n e r a n g k a n àpa j a n g kita maoe terangkan.

Patoet kita terangkan djoega disini, bahwa dalam boekoe ini dipakai ëdjaan (spellan) Professor van Ophnysen, ketjoealikan kaloe ëdjaan itoe tidak tjotjok dengan pendapatan Abdoel Rivaï.

KEDOEA PENGARANG.

AMSTERDAM, Maart 1904.

Olëh k a r e n a boekoe Penoentoen ini diterima dengan senang hati oleh orang banjak, j a n g p e r t a m a : olëh prijaji 2, m a k a dalam ampat boelan tjëtakkan j a n g pertama soedah habis terdjoeal.

(10)

IV

In vier maanden tijds was de eerste druk van dit werk uitver- kocht, dank zij het warme onthaal, dat het vooral van de zijde der Inlandsen e ambtenaren mocht vinden.

Niet weinig heeft daartoe stellig' bijgedragen de aanbeveling van het boek door den Directeur van Justitie aan de Hoofden van Gewestelijk Bestuur in Nederlandsch Indië (circulaire van 20 April 1905 no. 3682), waarvan hier met dankbaarheid wordt gewag gemaakt.

Een tweede druk is dus noodzakelijk geworden.

Een aantal drukfouten, hetwelk de eerste uitgave ontsiert — te wijten aan ons noodlottige omstandigheden, — is nu hersteld, eene enkele wijziging in verband met veranderde wetgeving en juris- prudentie is aangebracht, doch in hoofdzaak is het boek gebleven zooals het was.

PROBOLINGGO |

) November 1905.

SERANG )

DE SCHRIJVERS.

Als gevolg van den herhaalden aandrang van velerlei zijde ziet de „Penoentoen" thans in derde uitgave het licht, bijge- werkt tot op heden.

SEMARANG BATAVIA

DE SCHRIJVERS.

Juli 1908.

(11)

Keadaan ini tentoelah disebabkan djoega olëh pertolongannja Directeur van Justitie, j a n g soedah soeka menjiarkan soerat ideran kepada R e s i d e n t2 ditanali Hindia Belanda bersama banjak poedji-poedjian boeat bockoc Penoentoen ini (circulaire tanggal 20 April 190") no. 3682); sebab itoe m a k a disinilah kita mengoetjap.

banjak terimakasih.

Sekarang njatalah, bahwa tjëtakkan j a n g kedoea ini perloe di- keloearkan.

Sajang sekali pada tjëtakkan j a n g pertama ada terdapat sedi- kit tjatjat: jai'toe ada beberapa p e r k a t a a n j a n g salah ditjëtak, a k a n tetapi dengan tjëtakkan j a n g kedoea ini segala tjatjat itoe soedah dibetoelkan dan lagi terdapat disini beberapa peroebahan j a n g perloe 2 olëh k a r e n a ada oendang 2 atau kepoetoesan hakim j a n g dioebah, akan tetapi lain dari pada peroebahan j . t. maka

isinja boekoe ini tetap sadja.

KEDOEA PENGARANG.

PROBOLINGGO )

_ > November 1905.

SERANG )

Dari sebab dimana-mana beroelang-oelang orang meminta boekoe Penoentoen ini makapoen sekarang tjëtakkan j a n g ke- tiga ini dikeloearkan dengan tambahan dan peroebahan jang perloe 2 sahingga sekarang.

KEDOEA PENGARANG.

SEMARANG /

\ Juli 1908.

B E T A W I \

(12)

E^BI

(13)

al. = alinea,

d. s. b. = dan sebagainja.

d. t. = dan toeroetannja.

d. 1. 1. = dan lain-lainnja.

j°. = j u n c t o , artinja: tersamboeng dengan, j . t. ^ j a n g terseboet.

s. s. = sampai dan serta.

A. B. = Algemeene Bepalingen van Wetgeving.

Bb. = Bijblad.

Cr. W b . Kr. t. L. = Crimineel Wetboek voor het Krijgsvolk te Lande.

Cr. W b . Kr. t. W. = Crimineel Wetboek voor het Krijgsvolk te Water.

I. R. = Inlandsch Reglement.

Ov. = Bepalingen omtrent de invoering van en den overgang tot de nieuwe wetgeving.

Pol. S. R. = Algemeen Politie Strafreglement voor de Inlanders.

R. O. = Reglement op de Rechterlijke Organisatie en het Beleid der Justitie.

R. R. = Reglement op het Beleid der Regeering.

Stb. = Staatsblad.

W. v. S. = Wetboek van Strafrecht voor Inlanders.

1

(14)

I N L E I D I N G .

Niemand mag door den rechter tot straf worden veroordeeld, zoo de door hem bedreven daad niet strafbaar is gesteld bij eenige wettelijke bepaling. Maar ook kan tegen niemand eene strafver- volging worden ingesteld dan op de wijze als bij algemeene verordening ') is voorgeschreven.

Dit zijn de twee grondbeginselen, welke omlijnen niet alleen de bevoegdheden van de justitie bij de strafoplegging, maar ook van de politie bij de strafvervolging, het eigenlijk onderwerp van dit boek.

De voornaamste bronnen voor het strafrecht zijn het Wetboek van Strafrecht en het Algemeen Politie-Strafreglement, voor de strafvervolging door de politie en daarna door den rechter het Inlandsch Reglement. Voorts vindt men in andere wettelijke bepalingen hier en daar voorschriften verspreid. 2)

Wij bespreken in dit boek de wettelijke voorschriften geldig voor Java en Madoera: desniettemin vertrouwen wij dat het ook voor de Europeesche en Inlandsche ambtenaren in de Buitenbezit- tingen van nut zal wezen, waar dezelfde of gelijksoortige regelingen gelden als op Java en Madoera.

De feiten welke door de wet met straf zijn bedreigd, onderscheidt men in misdrijven en overtredingen. Omdat in dit boek deze uit- drukkingen voortdurend door ons gebezigd worden, is het noodig vooraf de beteekenis hiervan te verklaren.

1) Algemeene verordeningen zijn algemeen bindende voorschriften, uitgevaardigd:

1°. door samenwerking van Koning en Staten-Generaal (vergadering van afgevaardigden van het Nederlandsche volk); men noemt ze wetten.

I n dit boek gebruiken wij meermalen de uitdrukking „volgens de wet" of

„bedreigd door de wet" e. dgl„ maar de beteekenis van „wet" is dan; elk voorschrift met bindende kracht in N.-I., zoodat daaronder vallen alle soorten van algemeene verordeningen alsook de reglementen en keuren van politie.

2° door den Koning alleen : deze noemt men Koninklijke Besluiten.

3°. door den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indiê in overeenstemming met den Kaad van Nederlandsch-Indië; deze liectcn Koloniale Ordonnanties.

Ze zijn gepubliceerd in het Staatsblad van. N.-I.

In het Bijblad vindt men slechts regelingen en voorschriften,, uitgevaardigd door en van wege de Eegeering ten behoeve van ambtenaren bij het uitoefenen h u n n e r ambtelijke functiën. Waar noodig, raadpleegden wij bij het samenstellen van dit boek ook het Bijblad.

2) Voor de reeden in Nederlandseh-Indië is een Algemeen Politiereglement afgekondigd in Stb. 1905 No. 547.

(15)

E.B. Tidak seorang djoega orang bolêh dihoekoem olêh hakim, kaloe pasal 88 perboeatannja tidak diantjam olëh Wet dengan hoekoeman. Akan j°. pasal 72. tetapi tidak poela seorang djoega boleh dibikin p e r k a r a soepaja hoekoeman itoe didjatoehkan kepadanja, lain daripada seperti j a n g diatoerkan olëh „Algemeene Verordening." !)

Kedoea pokok inilah jang menerangkan, dimana watasnja kekoeasaan hakim dalam hal mendjatoehkan hoekoeman dan dimana watas kekoeasaan politie dalam hal membikin perkara.

Dari hal membikin perkara inilah, j a n g teroetama dibitjarakan dalam boekoe ini.

Kebanjakan daripada perboeatan 2 j a n g diantjam oleh W e t dengan hoekoeman, didapati dalam Wetboek van Strafrecht dan Algemeen Politie-Strafreglement; dan atoeran 2 jang teroetama menjatakan bagimana p e r k a r a 2 itoe mesti diperiksa olêh politie soepaja kemoedian diperiksa oleh hakim, terkoempoel dalam Inlandsch Reglement.

Lain daripada itoe didapati djoega atoeran 2 jang sedemikian tersiar dalam oendang2 lain. 2)

Boekoe ini dikarang dengan mengingatkan atoeran 2 jang dila- koekan di-Poelau Djawa dan Madoera, tetapi kita pertjaja, tentoelah

R.R. i) Jang dinamai' Algemeene Verordening jaitoe: atoeran2, jang mesti ditoeroet pasal 31. oleh sekalian orang dan jang ditetapkan oleh:

1. Radja Belanda bersama-sama Staten-Generaal (Perhimpoenan W a k i l boemi- poetra T a n a h Belanda); atoeran jang sedemikian ini dinamai' Wet.

Didalam boekoe ini atjap kali kita memakai perkataan: „menoeroet Wet", „diantjam oleh Wet" d. 1. 1. Akan tetapi artinja Wet dalam per- kataan2 itoe tidak lain daripada sekalian atoeran jang sah di-Tanah Hindia belanda, pêndëknja sekalian Algemeene Verordening dan Regle- ment atau Keur van Politie;

2. Radja Belanda sendiri; atoeran ini dinamai' Koninklijk Besluit;

3. Gouverneur Generaal Tanah Hindia belanda bermoepakat dengan Raad van Nederlandsch-Indië; atoeran ini dinamai' Koloniale Ordonnantie.

Ketiga-tiganja atoeran ini didapati dalam Staatsblad van Nederlandsch-Indië.

Dalam Bijblad tjoema didapati sekalian atoeran dan perintah, j a n g diboeat olëh Pemerintah Agoeng dan Pemerintah Negeri, akan dipakai olëh prijaji 2

mendjadi penoenteen, kaloe dia mendjalankan pekerdjaan pangkatnja.

Dimana perloe dipakai djoega Bijblad ini. tatkala boekoe ini ditoelis.

2) Boeat pelaboehan2 di-Hindia Belanda diadakan Algemeen Politie regle- ment dalam Stb. .1905 No. 547.

(16)

2

Men heeft hierbij in het oog te houden, dat een strafbaar feit kan bestaan of in het doen van iets wat bij de wet op straffe is verboden, b.v. het toebrengen van eene kwetsuur, óf in het nalaten van iets wat bij de wet op straffe is geboden, b.v. het niet betrekken van wachten.

Overtreding bestaat in het doen of nalaten van :

10. hetgeen verboden of geboden is bij algemeene verordening op 's Lands middelen en pachten of bij reglementen en keuren van politie, wanneer de bedreigde straf is:

dwangarbeid buiten den ketting, ten arbeidstelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon of ge- vangenis (met of zonder geldboete) dan wel geldboete;

20. hetgeen verboden of geboden is bij andere algemeene ver- ordeningen, wanneer de bedreigde straf is : ten arbeid- stelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon of gevangenis (met of zonder geldboete) dan wel geldboete.

Misdrijf in het doen of nalaten van :

10. hetgeen verboden of geboden is bij algemeene verordening onder bedreiging van strafen nietvaltinde vorenstaande omschrijving van „overtreding";

20. hetgeen wel valt in die omschrijving van „overtreding", maar desniettemin door den wetgever bij uitzondering tot misdrijf is gestempeld, b.v. het zonder recht visschen naar parelschelpen en tripang in de territoriale zee van

JST.-L is bij Koloniale Ordonnantie op 's Lands pachten

• strafbaar gesteld met geldboete of dwangarbeid buiten den ketting en zou dus overtreding zijn, maar is bij Stbl. 1902 n«. 4 art. 11 jo. art. 8 jo. Stbl. 1902 n°. 3 tot misdrijf verklaard.

(17)

boekoe ini poen bergoena djoega dipakai olëh prijaji2 dilain poelau2 T a n a h Hindia, dimana d i l a k o e k a n a t o e r a n2j a n g s e r o e p a a t a u j a n g hampir seroepa dengan atoeran di-Poelau Djawa dan Madoera.

Perboeatan 2 j a n g diantjam dengan hoekoeman olëh W e t ada doea roepa:

1. misdrijf (kedjahatan) dan 2. overtreding (pelanggaran).

Sebab dalam boekoe ini selamanja kita memakai p e r k a t a a n misdrijf dan overtreding, m a k a perloe sekali kedoea p e r k a t a a n ini diterangkan lebih doeloe.

Soepaja gampang mengarti p e r k a r a ini, kita ingatkan b a h w a sekalian perboeatan j a n g boleh dihoekoem itoe, dibagi doea; artinja:

melakoekan perboeatan j a n g dilarang dan j a n g diantjam dengan hoekoeman olëh Wet, seperti ; meloekaï orang, atau tidak melakoe- kan perboeatan j a n g mesti dilakoekan dan j a n g diantjam dengan hoekoeman olëh W e t kaloe tidak dilakoekan perboeatan itoe;

oepamanja ; teledor mendjaga-gardoe.

W. T. S. J a n g dinamai overtreding jaïtoe :

pasal 1. 1- perboeatan j . t . j a n g dilarang atau j a n g mesti dilakoekan menoeroet Algemeene Verordening dalam hal hasil-negeri dan pacht, atau menoeroet Reglement atau Keur vanpolitie, asal hoekoeman j a n g diantjamkan tjoema kerdja-paksa diloear rantai, kerakal atau hoekoem-pendjara (bersama2

denda atau tida), atau denda sadja.

2. perboeatan j . t . jang dilarang atau j a n g mesti dilakoekan menoeroet Algemeene Verordening j a n g lain 2 asal hoe- koeman j a n g diantjamkan tjoema kerakal atau hoekoem- pendjara (bersama 2 denda atau tidak), atau denda sadja.

W. T. S. J a n g dinamai misdrijf, jaïtoe:

pasal 2. 1- perboeatan j . t . j a n g dilarang atau j a n g mesti dilakoekan menoeroet Algemeene Verordening, tetapi tidak terhi- toeng dalam p e r k a r a2 j a n g dinamai overtreding.

2. perboeatan j . t . j a n g dilarang atau j a n g mesti dilakoekan dan biar poen mestinja dihitoeng dalam bagian overtreding, tetapi soedah diketjoealikan dan didja- dikan misdrijf olëh Wet. Oepamanja : mengambil moe- tiara dan teripang dalam laoet territoriaal (toeroetan) Hindia Belanda dengan tidak dikoeasakan seperti terseboet dalam Koloniale Ordonnantie dari hal pacht diantjam dengan hoekoem denda atau kerdja-pakas,

(18)

3

H O O F D S T U K I.

§ 1. Omvang van de werking der strafwet

]

)

De N.-I. strafbepalingen, vervat in algemeene verordeningen, zijn van toepassing, wanneer een strafbaar feit is gepleegd:

10. qp het grondgebied van N.-I., tenzij in de verordening is bepaald, dat ze slechts voor een deel van N.-I. zal gelden.

Evenwel zijn algemeene verordeningen ten deze niet toe- passelijk op die gedeelten van N.-I., die volgens traktaat in het genot van zelfbestuur zijn gelaten, zoo daarbij de strafrechtspraak niet uitdrukkelijk aan het N.-I. Gouver- nement is overgedragen, zooals in de residentien Soera- karta en Djokjakarta is geschied;

2°. aan boord van een schip, onverschillig van welke nationali- teit, in de territoriale zee van N.-I., d. i. naar de regels van het volkenrecht2) binnen den afstand van niet meer dan drie Engelsche zeemijlen 3) gerekend van de laag- waterlijn langs de kusten der eilanden van N.-I., met uit- zondering evenwel van schepen, waarmede de Staat zijn gezag handhaaft, zooals oorlogsschepen, opiumjagers enz.: alsdan vindt toepassing de wet van de natie, waartoe het schip behoort, b. v. als op een Engelsch oor- logsschip op de reede van Soerabaia een moord gepleegd is, wordt door den Engelschen rechter de Engelsche strafwet toegepast;

N. B. Het onderzoek naar een strafbaar feit gepleegd aan boord van een on- der vreemde vlag varend schip moet worden ingesteld in tegenwoordigheid van althans na kennisgeving aan den Consulairen vertegenwoordiger van de natie>

waartoe het schip behoort.

') Strafwet = alle voorschriften met bindende kracht, welke strafbepalingen inhouden.

2) Dit begrip wordt ook aldus verklaard in Stb. 1879 n°. 224 art. 2, Stb. 1902 n". 4 art. I j « . Stb. 1905 n°. 436 en Stb. 1903 n°. 318.

3) Engelsche zeemijl = 1852 Meter.

(19)

diloear rantai djadinja perboeatan ini menoeroet jang terseboet diatas ini, sebetoelnja overtreding, tetapi menoeroet Staatsblad

1902 No. 4, pasal 11 j°. pasal 8, j°. Stb. 1902 No. 3 soedah di- djadikan misdrijf.

B A G I A N I.

§ I. Daerah tempat „strafwet"

x

) dilakoekan.

Sekalian atoeran, j a n g terseboet dalam Algemeene Verordening, dilakoekan :

A. B. 1. Kaloe perboeatan jang bolêh dihoekoem itoe dilakoekan pasal 25. diseloeroeh daerah Tanah Hindia Belanda, ketjoealikan

atoeran jang mëmangnja ditentoekan akan dilakoekan pada soeatoe bagian Tanah Hindia Belanda sadja. Akan tetapi Algemeene Verordening itoe tidak dilakoekan pada bagian Tanah Hindia, j a n g menoeroet traktaat (perdjan- djian) boleh diperintah oleh Badjanja sendiri, ketjoealikan, kaloe dalam tractaat itoe ditentoekan bahwa Gouverne- ment j a n g mempoenjaï kekoeasaän akan menghoekoem dalam negeri j . t., seperti jang soedah kadjadian dalam keresidenan Soerakarta dan Djokdjakarta;

2. Kaloe perboeatan jang diantjam dengan hoekoeman itoe dilakoekan dikapal — tidak perdoeli kapal bangsa apa asal kapal itoe ada di laoet territoriaal Tanah Hindia;

artinja: menoeroet kebiasaan bangsa Eropa2), kaloe kapal itoe didapati dalam 3 mail-inggeris'J), dioekoer dari pinggir laoet pada waktoe air-soeroet, ketjoealikan kaloe perboea- tan itoe dilakoekan dikapal j a n g dipakai Pemerintah Agoeng akan mendjaga kekoeasaanja, seperti kapal-perang, kapal-pemboeroe tjandoe d. s. b. Dalam hal ini dilakoekan W e t j a n g dipakai oleh bangsa jang mempoenjaï kapal- perang itoe; oepamanja: dikapal-perang inggeris, jang berla- boeh dipelaboehan Soerabaja, ada orang memboenoeh orang lain; m a k a p e r k a r a ini mesti dipoetoeskan oleh hakim inggeris menoeroet wet inggeris.

K e t e r a n g a n :

B b . 1 1 0 . 6 2 7 3 Pemeriksaan perkara 2 jang perloe dilakoekan dikapal bangsa asing haroes 'diperiksa dihadapan Consulnja bangsa itoe atau sesoedahnja memberi tahoe

kapadanja.

i) Artinja Strajwet tidak lain daripada sekalian atoeran j a n g sah dan menentoekan bahwa orang j a n g melanggar atoeran itoe, dihoekoem.

2) Jane-terseboet ini diterangkan djoega dalam Stb. 1879 No. 224, pasal 2, Stb. 1902 No. 4 pasal 1 jo. Stb. 1905 No. 436 dan Stb. 1903 No. 318.

3) Hail-inggeris —1852 Meter.

(20)

4

3°. aan boord van een SCMJJ toebehoorende aan een ingezetene i) van N.-L in volle zee, d. w. z. buiten de territoriale zee.

In de sub 2°. en 3°. genoemde gevallen wordt dus de territoriale zee en het N.-I. schip gelijkgesteld met het grondgebied van N.-I.

Zoo niet uitdrukkelijk anders is bepaald, gelden even- wel de strafbepalingen op invoer, vervoer, verkoop en bezit van sluikwaren niet voor de territoriale wateren, zoo niet reeds die waren zijn gelost geworden uit het schip, waarmede ze zijn aangebracht.

Nog moet hierbij worden aangeteekend, dat zoo het feit is zeeroof of het opzettelijk brengen van een Neder- landsch of N.-I. schip in de macht van zeeroovers, de strafwet van die natie van toepassing is, welke de zaak aan zich heeft getrokken;

4°. bulten N.-I. door een ingezetene van N.-L, zoo het gepleegde feit is een misdrijf betrekking hebbende hetzij op de veiligheid van het Land, hetzij op de munt of het bank- papier in N.-I. wettig gangbaar, hetzij op zegels, stempels of merken op openbaar gezag in N.-I. gebruikt;

5°. buiten N.-I. door een niet-ingezetene van N.-L, die binnen N.-L is gevat of daarheen uitgeleverd, zoo het gepleegde feit is een van de evenbedoelde misdrijven;

6°. buiten N.-L door een ingezetene van N.-L, die binnen N.-L is gevat of daarheen uitgeleverd zoo het gepleegde feit is : a. eenig misdrijf, welk ook, tegen een ingezetene van

N.-L; of

b. een van de 'navolgende misdrijven, onverschillig tegen wien ze zijn gepleegd, t. w. moord, brandstichting', diefstal met braak of met mishandeling, gewapender- hand of bij vereeniging van meer dan twee personen en met verzwarende omstandigheden gepleegd, het maken en in omloop brengen van valsche of ver- valschte wisselbrieven.

') Ingezetenen van N.-I. zijn 1°. alle inboorlingen van N.-I., 2°. allen, die met toestemming- der Regeering wonen binnen N.-l.

(21)

dïkapal Jcepoenjcum pendoedoek Tanah Hindia ') selagi ada ditengàh laoet: artinja diloear laoet territoriaal. Dja- dinja: dalam hal j . t. diangka 2 dan 3 laoet-territoriaal dan kapal Hindia Belanda itoe disamakan dengan daerah

Tanah Hindia Belanda.

Kaloe tida diketjoealikan olëh W e t sendiri, atoeran 2 hal me- masoekkan, membawa', mendjoeal dan menjimpan b a r a n g2 la- r a n g a n (gelap) baroe dilakoekan dalam, laoet territoriaal se- soedahnja barang 2 itoe ditoeroenkan dari kapal j a n g kedapat membaw'a barang 2 itoe dari tanah asing.

A. B. Djoega mesti kita terangkan poela disini bahwa, kaloe per- pasal 33a. boeatan j a n g boleh dihoekoem itoe zeeroof (pembadjak), atau

kaloe orang menjerahkan kapal Belanda atau kapal Hindia Belan- da ketangan perompak dengan sengadja, p e r k a r a ini boleh di- poetoeskan menoeroet Wetnja bangsa jang bermoela membikin- p e r k a r a orang j a n g melakoekan perboeatan j . t.

A. B. 4. Kaloe seorang pendoedoek Hindia Belanda melakoekan mis- pasal 32. drijf diloear Tanah Hindia Belanda, asal misdrijf itoe

terhitoeng dalam p e r k a r a meroesakkan k e a m a n a n di- Hindia Belanda atau perkara wang-logam atau wang- kertas j a n g lakoe menoeroet W e t di-Tanah Hindia Belan- da, atau perkara zegel, tjap atau merk j a n g menoeroet perintah negeri terpakai di-Tanah Hindia Belanda;

5. Kaloe orang, j a n g ditoedoeh melakoekan perboeatan j . t. di- angka 4, boekanpendoedoek Tanah Hindia, tetapi ditangkap dalam daerah Hindia Belanda atau dipeserahkan kepada Pemerintah Tanah Hindia oleh Pemerintah t a n a h2 asing;

A. B, 6. Kaloe seorang pendoedoek Tanah Hindia ditangkap atau pasal 33. dipeserahkan kepada Pemerintah Tanah Hindia oleh

Pemerintah t a n a h2 asing, sesoedahnja dilakoekannja di loear Tanah Hindia:

a. misdrijf ini atau itoe pada seorang pendoedoek Tanah Hindia, atau

b. satoe daripada misdrijf2 j a n g terseboet dibawah ini.

tidak perdoeli pada siapa, jaïtoe:

pemboenoehan (moord), penoenoehan (brandstichting), pentjoerian dengan keroesakan (diefstal met braak) atau

K,R. i) Jang dinamai pendoedoek (ingezetene)Tanah Hindia Belanda jaïtoe:

pasal 106. 1. sekalian orang jang lahir di-Hindia Belanda; , j ° . pasal 105. 2. sekalian orang lain jang beroeoaah di-Hindia Belanda dengan izin Peme-

rintah Agoeng.

(22)

5

70. buiten TS.-I. door onverschillig wie tegen een ingezetene van N.-L, zoo het gepleegde feit is een van de sub. 60.6.

genoemde misdrijven.

Werken de meeste algemeene verordeningen over het geheele grondgebied van N.-L en tot zelfs over de grenzen daarvan, er zijn er ook — zooals reeds is aangestipt — die zijn uitgevaardigd voor een gedeelte van dat grondgebied. Zoo wordt. b. v. uitsluitend voor Java en Madoera strafbaar gesteld het bezit zonder vergun- ning van koffie boven een bepaalde hoeveelheid, het onbevoegd sluiten van huwelijken tusschen Mohamedanen volgens de leer van den Islam, het laatste nog met uitzondering' van de Vor- stenlanden.

Behalve in de algemeene verordeningen treft men nog straf- bepalingen aan in de reglementen en keuren van politie, uitgevaar- digd door het hoofd van een gewest, den Gewestelijken of Plaatselijken Raad en slechts van kracht binnen de grenzen van een geweest of een gemeente.

Alle bij algemeene verordeningen en reglementen en keuren van politie uitgevaardigde strafbepalingen zijn evenwel niet van toepassing op alle ingezetenen van N.-L of een bepaald deel daarvan. Veelal is uitdrukkelijk bepaald, dat ze slechts geschreven zijn voor menschen van denzelfden landaard zooals het Wetboek van Strafrecht voor Inlanders, Algemeen Politie-Strafregiement voor Inlanders, enz.

Inlanders zijn de inboorlingen of landzaten van de eilanden van den O. I. archipel voorzooverre deze behooren tot het N.-L grondgebied als Javanen, Madoereezen, Dajaks enz. en met hen worden in strafrechtelij ken zin — zoo het tegendeel niet is bepaald — gelijkgesteld Chineezen, Arabieren en alle anderen, die geen Christenen, Europeanen of Japanners zijn. Christen- Inlanders hebben evenwel, krachtens art. 3 van Stb. 1872 no. 85 te gehoorzamen aan dezelfde strafwetten als de Mohamedaansche Inlanders.

Voorts zijn afzonderlijke strafwetten afgekondigd voor militai- ren, onverschillig den landaard.

(23)

pentjoerian dengan penjiksaan, pentjoerian dengan mema- kai sendjata atau pentjoerian j a n g dilakoekan bersama- sama olëh lebih daripada 2 orang dan lain 2 pentjoerian jang hoekoemannja menoeroet W e t diberatkan olëh k a r e n a hal-pemberatan (lihat § Hal Pemberatan Hoekoe- man), memboewat atau melakoekan soerat-wissel jang palsoe atau j a n g dipalsoekan;

7. Kaloe misdrijf2 j . t. diangka 6 letter b dilakoekan diloear Tanah Hindia, tidak perdoeli olëh siapa, asal perboeatan itoe dilakoekan pada seorang pendoedoek Tanah Hindia.

Biarpoen kebanjakan Algemeene Verordening itoe biasanja dila- koekan diseloeroeh T a n a h Hindia dan tempo 2 djoega sampai di- loear watasnja, akan tetapi ada poêla Algemeene Verordening, se- perti kita soedah ketahoeï diatas ini, j a n g tjoema dilakoekan pada satoe bagian daerah tanah itoe sadja; oepamanja:

tjoema di-Poelau Djawa dan-Madoera sadja dilarang orang jang tidak dikoeasakan, mempoenja'i kopi lebih daripada sebanjak jang soedah ditentoekan, dan dilarang orang j a n g tidak dikoea- sakan, mengawinkan orang islam menoeroet agama. Larangan j a n g penghabisan ini tidak dilakoekan dikeresidënan Soerakarta dan Djokdjakarta, d. 1.1.

B. IÏ. Lain daripada dalam Algemeene Verordering teratoer poêla be- pasal l'i. berapa p e r k a r a hoekoem dalam Reglement dan Keur van Politie,

jaïtoe atoeran 2 j a n g terboeat olëh kepala keresidenan, Gewestelijke atau Plaatselijke Raad dan tjoema dilakoekan dalam daerah keresi- denan atau gemeente itoe sadja.

Akan tetapi tidak sekalian Algemeene Verordening atau Regle- ment dan Keur van Politie bolëh dilakoekan pada segala bangsa j a n g dinamai pendoedoek Tanah Hindia atau pendoedoek bagian tanah itoe. Atjap kali ditentoekan, bahwa atoeran 2 itoe tjoema bolëh dilakoekan pada orang 2 j a n g satoe bangsa sadja : oepamanja :

Wetboek van Strafrecht voor Inlanders, Algemeen Politie-Straf- reglement voor Inlanders d. 1.1.

R. K. Jang dinamai Inlanders, jaïtoe boemi-poetera p o e l a u2 j a n g ter- pasal 109. hitoeng dalam daerah Tanah Hindia, oepamanja: orang djawa,

orang madoera, orang dajak d. 1.1.

Dan disamakan dengan Inlander, menoeroet Strafwet orang tjina, orang 'arab dan l a i n2 bangsa j a n g boekan orang serani, Ov. pasal 3 orang Eropa atau orang Djepang, asal orang itoe tidak diketjoea-

dan likan dalam atoeran itoe.

Stb. 1872 Djadinja boeat bangsa j a n g terhitoeng dalam bagian Inlanders, n°. 85 tidak dibedakan orang j a n g memegang agama islam daripada pasal 3. orang serani.

(24)

6

§ 2. Bevoegdheid van de rechters over den Inlander,

De rechtbank en de rechters over Inlanders, die op Java en Madoera de strafwet toepassen, zijn de Landraad, de Politierechter, het Regentschaps- en het Districtsgerecht.

D E LANDRAAD is in strafzaken de dagelijksche rechter van den Inlander en den met hem gelijkgestelde.

Hij neemt kennis van :

19. alle door dezen gepleegde misdrijven, uitgezonderd : a. zeerooverij, de misdrijven aangaande prijs en buit en

slavenhandel ;

b. de misdrijven bij faillissement of surséance van betaling, gepleegd door Vreemde Oosterlingen;

c. de drukpersmisdrijven.

Ter zake van al deze misdrijven staat de dader terecht voor den Raad van Justitie;

2°. alle door hen gepleegde overtredingen uitgezonderd : a. die welke staan ter kennisneming van den Politierech-

ter, het Regentschaps- of het Districtsgerecht. In enke- le gevallen neemt de Landraad evenwel ook van deze laatste twee kennis, ni. zoo de klacht is uitgegaan van een Europeaan of anderen persoon die niet is Inlander of met dezen gelijkgestelde of zoo de klacht is gericht tegen een met Inlanders gelijkgestelde, b. drukpersovertredingen.

Ter zake van sub b genoemde overtredingen is de Raad van Justitie de bevoegde rechter.

D E POLITIERECHTER neemt kennis van overtredingen begaan door Inlanders en de met hen gelijkgestelden, wanneer daarop geen zwaardere straf is gesteld dan geldboete groot f 100 of ten ar- beidstelling aan de publieke werken met of zonder verbeurd- verklaring.

Uitgezonderd zijn die overtredingen, welke behooren tot de bevoegdheid van het Regentschaps- of het Districtsgerecht.

(25)

j a n g tjoema bolëh dilakoekan pada orang militair sadja, tidak perdoeli apa bangsanja.

§ 2. Kekoeasaan „Inlandsche rechter'' (hakim anak-negeri).

Pengadilan dan hakim, j a n g mendjalankan Strafwet di-Poelau Djawa dan Madoera, a k a n memoetoeskan p e r k a r a si pesakitan, j a n g dinamakan Inlander, jaïtoe: Landraad, Politierechter, Regent-

schapsgerecht dan Districtsgerecht.

R. 0. Dalam strafzaken (perkara politie) L A N D R A A D - M I hakim, j a n g pasal 94. biasanja memoetoeskan sekalian perkara, kàloe si pesakitan itoe Inlander atau orang j a n g disamakan dengan Inlander, ketjoeali- kan kaloe p e r k a r a itoe, menoeroet Wet, mesti dipoetoeskan oleh hakim j a n g lain.

Landraad itoe memoetoeskan:

1. sekalian p e r k a r a misdrijf, ketjoealikan:

a. p e r k a r a perampokan, p e r k a r a misdrijf dari hal membagi pendapatan pembadjakan, dan misdrijf perniagaan-boedak, b. misdrijf dalam p e r k a r a faillissement atau surséance van

betaling, jang dilakoekan olëh „bangsa-timoer asing", c. misdrijf, j a n g dilakoekan dalam s o e r a t2 jang ditjêtak.

Dalam ketiga misdrijf ini, p e r k a r a itoe dipoetoeskan olêh Raad van Justitie;

2. sekalian p e r k a r a overtreding, ketjoealikan:

a. p e r k a r a2 overtreding, j a n g mesti dipoetoeskan oleh Politie-rechter atau Regentschapsgerecht atau Districts- gerecht. Akan tetapi p e r k a r a 2 j a n g biasa diperiksa oleh Regentschapsgerecht atau Districtsgerecht itoe, mesti dipoetoeskan oleh Landraad, kaloe si pengadoe orang Eropa, atau orang laun j a n g boekan Inlander atau jang tidak disamakan dengan Inlander, atau kaloe si pesa- Stb. 185(> kitan itoe orang j a n g disamakan dengan Inlander.

>"o. 74 b. p e r k a r a overtreding jang dilakoekan dalam s o e r a t2

pasal 31. jang ditjêtak.

P e r k a r a2 overtreding jang terseboet diletter b dipoetoeskan olêh Raad van Justitie.

R. 0. P O L I T I E R E C H T E R jaïtoe hakim, jang memoetoeskan p e r k a r a over- pasal 110. treding kaloe si pesakitan Inlander atau orang jang disamakan den- gan Inlander dan kaloe hoekoeman j a n g diantjamkan, tidak lebih berat daripada hoekoem-denda /"100 atau hoekoem-kerakal dengan K. 0.

pasal 95 2°.

R. 0.

pasal 1292°

Stb.

Xo SU).

No p asa R.

1872 . 21.

1856 74 1 31.

0.

pasal 95 3 ' 4°. dan 5°

(26)

7

HET REGENTSCHAPSGERECHT neemt kennis van overtredingen begaan door eigenlijk gezegde Inlanders, waarvan de kennisne- ming niet aan een anderen rechter is opgedragen, t. w.

1°. niet opzettelijke beschadiging en veronachtzaming' van het onderhoud van bruggen, wachthuizen, paggers en dergelijke;

2°. verwaarloozing van het onderhoud van straten, wegen, waterleidingen en rivieren;

3°. niet-opzettelijke beschadiging door het laten losloopen van vee of honden, tenzij het vee is losgelaten op den open- baren weg, op eens anders afgesloten en bewoond erf, of op eens anders bouwgrond, welke bezaaid is of waar- van de oogst nog niet is weggehaald;

4°. het niet opkomen bij — en het niet betrekken van wachten, het niet- of niet behoorlijk vervullen van andere dienst- plichtigheden. !)

Uitgezonderd zijn de gevallen waarvan boven sprake sub 20. a in fine.

HET DISTEICTSGERECHT neemt alleen kennis van de overtreding:

het opzettelijk uiten van beleedigende woorden vermeld in Hoofdstuk IV § 23 Sub IV, gepleegd door eigenlijk gezegde Inlanders.

Ook hier de uitzondering sub 2°. a in fine.

Aan de rechtsmacht van den Inlandschen rechter zijn evenwel onttrokken :

lo. Inlandsche vorsten, rijksbestierders, regenten, onderregen- ten, ook wanneer zij reeds zijn afgetreden of ontslagen; 2) 2°. hunne vrouwen, bloedverwanten en aangehuwden tot den vierden graad ingesloten, wettige en onwettige, mits de persoon, met wien zij verwant zijn, nog leeft op het oogenblik dat de strafvervolging wordt ingesteld;

30. Inlanders, die recht hebben op het voeren van den vorsten- titel, ofschoon zelf nooit geregeerd hebbende ;

!) In R. O. art. 83 zijn ook andere overtreding-en vermeld als behoorende tot de kennisneming van het Regentschapsgerecht, doch de kennisneming daar- van is overgebracht naar den Politierechter

2) Zoolang zij in actieven dienst zijn, mag geen strafvervolging tegen hen worden ingesteld zonder vergunning van den Gouverneur-Generaal, terwijl de behandeling hunner zaak ter terechtzitting geschiedt met gesloten deuren.

(27)

atau tidak dengan hoekoem-rampas, ketjoealikan p e r k a r a over- treding bagian Regentschapsgerecht atau Districtsgerecht.

R O, REGENTSCHAPSGERECHT jaïtoe hakim, j a n g memoetoeskan perka- pasal 83. r a 2 overtreding, jang dilakoekan oleh orang djawa, orang soenda,

orang madoera atau lain 2 boemi-poetera, asal p e r k a r a 2 itoe tidak mesti dipoetoeskan oleh hakim j a n g lain, jaïtoe:

1. p e r k a r a meroesakkan tidak dengan sengadja atau p e r k a r a teledor memiara djambatan, gardoe, pagar-pekarangand.1.1.:

2. p e r k a r a teledor memiara djalan besar, djalankampoeng, ban- dar-air, dan soengai 2 ;

Pol. S.R. 3. p e r k a r a meroesakkan apa 2 tidak dengan sengadja oleh-sebab pasal 1, melepaskan t e r a n a k atau andjing, ketjoealikan kaloe

No. 12. teranak itoe dilepaskan didjalan j a n g dilaloeï sembarang dan 14. orang, atau dipekarangan orang lain jang bepagar dan pasal 2 didiami orang, atau ditempat 2 jang ditanami, atau kaloe No. 21. hasil t a n a m a n itoe beloem diambil dari sitoe;

4. p e r k a r a orang j a n g tidak datang akan djaga gardoe, atau tidak mendjaga gardoe, atau tidak melakoekan atau tidak sepatoetnja melakoekan lain 2 pekerdjaan-negeri * ), ketjoe- alikan kaloe si pengadoe orang, Eropa atau orang lain jang boekan Inlander atau j a n g tidak disamakan dengan Inlander, atau kaloe si pesakitan orang j a n g disamakan dengan Inlander.

ß 0. DISTRICTSGERECHT jaïtoe hakim, jang tjoema memoetoeskan pasal 80 ju. p e rk a r a pemakian dan p e r k a r a mengatakan k a t a2 jangmemaloekan

W . T . S . orang lain jang terseboet di-Bagian IV § 23 IV, asal si pesakitan pasal 290. i t o e inia nd e r j a n g sabetoelnja anak-negeri.

Disini poen diketjoealikan djoega apa jang soedah diketjoealikan dipenghabisan hal Regentschapsgerecht diatas ini.

Biar poen pengadilan dan hakim jang terseboet diatas ini mëmangnja pengadilan boeat Inlander, tetapi perkara sekalian

„ Inlander j a n g diseboet dibawah ini, tidak dipoetoeskan oleh penga- ' dilan atau hakim2 itoe:

Ao. 10,1869 1 R a d-a 2^ R ijk s b e s t i e rd e r , R e g e n t , Onderregent, biar poen soedah

>o. 27 dan berhenti atau dilepas dari pangkatnja 2) ;

101, 1882 2_ i g t e r i j k e l o e a r g a dan periparan orang 2 jang terseboet No. 20,1901 diangka 1, sampai kepada tjoetjoe dari tjoetjoenja, k a k e

No. 306.

Pol S R ') Dalam R O. pasal 83 sebetoelnjalah terseboet djoega lain 2 perkara over- pasal'2 no. 15 treding, tetapi perkara 2 itoe sekarang soedah didjadikan perkara j a n g mest!

W. v. S. pasal dipoetoeskan oléh Politierechter. , . , . , , ^ ,-, j . , 317 al ? dan 2) Selamanja merika-itoe misih mendjabat pangkatnja, tidak boleh diperkara-

pasal' 230 kan kaloe tidak mendapat idzinnja Gouverneur-Generaal dan pemeriksaan per- kara itoe dihadapan hakim haroes dengan toetoep pintoe.

(28)

8

40. patihs, districtshoofden en andere Inlandsche hoofden, die over de eigenlijk gezegde Inlandsche bevolking een gelijk of hooger gezag uitoefenen dan de districtshoofden, voorts ondercollecteurs, hoofdpriesters, hoofddjaksa's en djak- sa's en hunne adjuncten, priesters die als permanente adviseurs zitting hebben in de Inlandsche rechtbanken door een Europeesch ambtenaar voorgezeten, leden van den Landraad en Inlandsche leden van de Weeska- mer te Batavia en van de Wees- en Boedelkamers elders, mits het strafbaar feit begaan zij, toen zij nog in werke- lijken dienst waren; ook wanneer zij reeds uit den dienst ontslagen waren, toen de strafvervolging te dier zake werd aangevangen ;

5°. niet-Europeesche leden der Gewestelijke en Plaatselijke Raden, zoolang zij met het lidmaatschap zijn bekleed ; 6°. door de Regeering aangestelde Hoofden van Vreemde

Oosterlingen effectief en titulair en Chineesche leden van de Weeskamer te Batavia en van de Wees- en Boedelkamers elders.

Al deze lieden staan wegens het plegen zoowel van misdrijven als van overtredingen terecht voor den Raad van Justitie of het Residentiegerecht.

Voor den Europeeschen rechter staan eveneens terecht alle Inlanders of met hen gelijkgestelden, die in dezelfde zaak betrokken zijn met Europeanen of met dezen gelijkgestelden, tenzij deze bij den aanvang van het onderzoek ter terechtzitting reeds overleden of afwezig zijn.

Voorts worden Inlanders aan hun eigen rechters onttrokken, wanneer zij als militair dienen. De militaire rechter neemt kennis van feiten gepleegd door militairen in hun diensttijd en zelfs vóór hun indiensttreden mits zij op het tijdstip van het instellen der strafvervolging in militairen dienst waren, met uitzondering evenwel van belastingovertredingen, ter zake waarvan de bur- gerlijke rechter bevoegd blijft. Als militairen worden niet aan- gemerkt de gezaghebbers, stuurlieden en schepelingen aan boord der schepen van de Gouvernementsmarine.

De burgerlijke rechter beslist evenwel weder, wanneerde militair een strafbaar feit heeft gepleegd in vereeniging met een burger, met dezelfde beperking als voren.

Ten aanzien van Inlandsche schepelingen der zeemacht in Nederlandsch-Indië zij nog opgemerkt, dat dezen onderworpen zijn aan de wetten voor de Europeesche schepelingen van kracht.

(29)

perampoean, soedara laki2 atau perampoean dari kake'- nja, biar poen isteri dan keloearga2 itoe menoeroet 'adat isteri dan keloearga j a n g sedjati (toelën) atau tidak, asal orang2 j . t. diangka 1 itoe lagi hidoep, ketika si pesakitan dibikin-perkara;

3. Inlander j a n g berhak akan memakai nama Pangeran, biar poen dia beloem pernah memegang pangkat akan memerintah negeri ;

4. Patih, Wedono, dan lain2 prijaji, j a n g sama tinggi pangkatnja dengan atau lebih tinggi daripada Wedono dalam hal memerintah negeri; Ondereollecteur, Hoofdpengoeloe Hoofddjaksa, Djaksa dan Adjunct-'nja, sekalian Pengoeloe jang tetap ditentoekan akan membantoe dipengadilan

boeat Inlander, jang dikepalai oleh hakim Belanda, be- Stb. 1908 gitoe djoega lid2 Landraad, dan Inlander j a n g memegang

Xo. 346. djabatan lid W e e s k a m e r di-Betawi atau lid Wees- en Boedelkamer di-Hindia Belanda, asal perboeatan j a n g

bolêh dihoekoem itoe, dilakoekannja, selagi dia meme- gang pangkatnja, biar poen dia soedah dilepas ketika dia dibikin-perkara sebab perboeatan j . t.

Stb. 1905 5. Inlander atau orang j a n g disamakan dengan Inlander, No. 137. j a n g m e m e g a n g djabatan lid Gewestelijke atau Plaat- pasal 10. selijke Raad, selagi dia memegang pangkat itoe;

Stb. 1908 6. Kepala0 bangsa j a n g disamakan dengan Inlander, j a n g No. 347. di-angkat olêh Pemerintah Agoeng (selagi dia memegang

pangkatnja atau titulair) dan orang Tjina j a n g meme- gang djabatan lid W e e s k a m e r di-Betawi atau Wees- en Boedelkamer di-Hindia Belanda.

P e r k a r a sekalian orang2 j a n g terseboet diatas ini, biar poen per- k a r a misdrijf atau overtreding, dipoetoeskan olêh Raad van Justitie atau Residentiegerecht, jaïtoe pangadilan atau hakim j a n g dinamai' Europeesche rechters (pengadilan atau hakim boeat bangsa Eropa).

K. O. Kaloe Inlander atau orang j a n g disamakan dengan Inlander pasal 6 j°. melakoekan misdrijf atau overtreding bersama2 dengan orang

Stb. 1901 Eropa atau orang j a n g disamakan dengan bangsa Eropa, atau dia Xo. 15. tetjampoer dalam p e r k a r a itoe, m a k a perkara j . t. dipoetoeskan djoega oleh Europeesche rechter, ketjoealikan kaloe si pesakitan bangsa Eropa itoe soedah mati atau tidak ada, ketika p e r k a r a j . t. mesti dipoetoeskan.

Djoega tidak dipoetoeskan perkaranja olêh Inlandsche rechter, kaloe Inlander itoe orang-militair.

2

(30)

9

Is boven behandeld de bevoegdheid van den Inlandschen rechter in algemeenen zin, thans dient besproken zijne competentie in het concrete geval, b.v. er is ergens door een Inlander /"100 gestolen. De Landraad neemt dan kennis van zijne zaak: maar welke Landraad ? Bij voorkeur de Landraad, welke gevestigd is in de afdeeling, binnen welke het strafbaar feit is gepleegd. Is de diefstal dus gepleegd in de afdeeling Soerabaia, alsdan de Landraad van Soerabaia. ')

Is hij gepleegd in de haven van Soerabaia of in de territoriale zee langs de kust van die afdeeling, alsdan dezelfde Landraad.

Had het feit plaats aan boord van een N.-I. schip in volle zee, alsdan de Landraad, binnen welks ressort de plaats is gelegen, waar het schip tehuis behoort, d.i. de woonplaats van den eigenaar van het vaartuig of de plaats waar de reederij is gevestigd.

Werd het gepleegd opgrondgebied buiten N.-I,. maar is de N.-I.

strafwet op den dader toepasselijk, dan heeft zijn terechtstelling plaats voor den Landraad, binnen wiens ressort de verdachte woont of in hechtenis is genomen en zoo hij in N.-I. geen verblijf hield, voor den Landraad, van Gouvernementswege aangewezen, daar geen Landraad alsdan onbevoegd zou zijn van de zaak kennis te nemen.

Evenwel mag ook de Landraad, binnen wiens ressort de be- klaagde woont, verblijf houdt of in hechtenis is genomen, de zaak aan zich trekken, mits de woonplaats van het grootste aantal der op te roepen getuigen nader bij deszelfs zetel is gelegen dan bij dien van den Landraad, binnen wiens ressort het feit is gepleegd.

1) Algemeen wordt thans aangenomen, dat, zoo bet bewijs niet is te leveren, dat de verdachte den diefstal zelven heeft gepleegd maar er wel termen zijn hem ter zake van heling van gestolen goed te vervolgen, de Landraad, binnen wiens ressort de heling beeft plaats gevonden, bij voorkeur de bevoegde rechter is om daarvan kennis te nemen, ook wanneer het hoofdmisdrijf, de diefstal zelf, is gepleegd binnen het ressort van een anderen Landraad.

(31)

Cr. Wb. Kr. Sekalian misdrijf atau overtreding (ketjoealikan overtreding da- t. L. pasal lam hal liasil-negeri) j a n g dilakoekan olëh orang-militair selagi 13 dan Cr. dia orang-militair m a k a dipoetoeskan olëh Hakim-militair W b . E r . t . („Militaire rechter"). Bagitoe djoega sekalian misdrijf atau over- W.pasal 12. treding (ketjoealikan overtreding j . t.; j a n g dilakoekan olëh

orang-militair sebeloemnja dia mendjadi orang-militair, asal sadja misdrijf atau overtreding itoe baroe didjadïkan p e r k a r a ketika dia soedah memegang djabatan militair.

Djoeragan, djoeroemoedi dan lain2 anak2-kapal di-Gouverne- ments-marine tidak terhitoeng dalam bagian orang-militair.

Cr. Wb. Kr. Kaloe orang-militair melakoekan perboeatan j a n g bolëh dihoe- t. L. koem itoe bersama-sama orang j a n g boekan orang-militair, m a k a pasal 1 4. p e r k a r a itoe dipoetoeskan olëh Europeesche rechter atau Inland-

sche rechter, dengan memperhatikan apa j a n g terseboet tadi, kaloe perboeatan j a n g bolëh dihoekoem itoe, dilakoekan olëh Inlander atau olëh orang jang disamakan dengan Inlander bersama-sama orang bangsa Eropa atau bersama-sama orang j a n g disamakan dengan bangsa Eropa.

Stb. 1904 Boeat anak2-kapal bangsa Djawa j a n g bekerdja dikapal-peraug No. 340 di-Hindia Belanda dilakoekan wet j a n g dipakai boeat anak2-kapal pasal 12. bangsa Eropa.

Diatas ini soedah kita terangkan, bagimana akan mengetahoeï pengadilan j a n g m a n a atau hakim jang m a n a mesti memoetoeskan p e r k a r a ini atau itoe. Sekarang kita terangkan poela: kaloe sean- dainja ada soeatoe perkara—oepamanja si Kromomentjoeri w a n g f 100 banjaknja — m a k a njatalah, menoeroet keterangan j a n g terseboet diatas ini, p e r k a r a itoe djadi p e r k a r a Landraad. Tetapi L a n d r a a d jang mana mesti memoetoeskan p e r k a r a itoe?

I. K. Mestinja: Landraad jang ada di-afdeeling tempat pentjoerian pasal 241, itoe. Djadinja kaloe pentjoerian itoe terdjadi di-afdeeling Soerabaja,

jo. R. 0 . m a k a L a n d r a a d di-Soerabaja-lah, j a n g mesti memoetoeskan per- pasal 89 k a r a itoe. i)

dan Kaloe pentjoerian itoe dilakoekan dipelaboehan Soerabaja atau Stb. 1901 dilaoet territoriaal pesisir afdeeling Soerabaja, maka L a n d r a a d

No. 15. Soerabaja djoegalah, jang mesti memoetoeskan p e r k a r a itoe.

i) Kaloe dalam perkara pentjoerian, tidak ada keterangan, bahwa pentjoerian itoe memang dilakoekan oleh si pesakitan, tetapi tjoema ada keterangan, b a h - wa pesakitan itoe boleh disalahkan perkara heling (lihat katja 60), maka, me- noeroet pikiran kabanjakan hakim, Landraad di-afdeeling dimana tempat heling itoe jano- pertama mesti memoetoeskan perkara itoe, meskipoen pentjoerian itoe kedjadian dalam daerah Landraad j a n g lain.

(32)

10

H O O F D S T U K II.

Het Voorloopig Onderzoek der politie.

§ 1. De competentie der politie in het algemeen.

Wanneer een strafbaar feit is gepleegd, is het de taak der politie de zaak zoodanig tot klaarheid te brengen, dat

1°. de Eesident of Assistent-Resident uit de door de poli- tie samengestelde stukken van voorloopig onderzoek kan opmaken, dat er inderdaad is gepleegd een strafbaar feit, dat er voldoende bewijsmateriaal in die stukken te vinden is om een bepaalden persoon voor dat feit ver- der te vervolgen, en in handen van welken rechter of voorzitter der rechtbank hij ze heeft te stellen;

2°. de Voorzitter van den Landraad, zoo deze rechtbank van de zaak heeft kennis te nemen, in die stukken de noodige gegevens kan vinden voor het samenstellen zijner akte van verwijzing;

3°. dat den rechter, die in de zaak vonnis heeft te wijzen, de stukken kunnen dienen tot leiddraad bij het gerech- telijk onderzoek.

Welke de rechter is, die van de zaak heeft kennis te nemen, kan blijken bij raadpleging van hetgeen in het vorige hoofdstuk dienaangaande is gezegd.

Met de beantwoording van de vraag: de politie van welke afdeeling heeft de zaak vooraf te onderzoeken? is men dan tegelijk gereed, daar het initiatief tot het instellen van het onderzoek en ook de samenstelling van den bundel stukken van het onderzoek als gevolg van het behouden der hoofdleiding als verplichting rust op de schouders van de politie binnen het ressort van den rechter die van de zaak heeft kennis te nemen, terwijl enkel op uitnoo- diging harerzijds de politie uit het ressort van een anderen rechter in beweging kan worden gesteld.

Door dezelfde beginselen als neergelegd in het vorige hoofdstuk met betrekking tot de competentie-kwestie in concreto wordt beslist, van welk district of onderdistrict van de bedoelde afdeeling de politie tot optreden verplicht is.

(33)

Kaloe pentjoerian itoe dilakoekan dikapal, poenjanja seorang pendoedoek Tanah Hindia, selagi kapal itoe ditengah laoet, maka perkara itoe dipoetoeskan olëh Landraad di-afdeeling tempat- tinggal si poenja kapal itoe atau tempat kantorkapalitoe. Kaloepen- tjoerian itoe dilakoekan didaërah tanah2 asing, akan etatpimenoe- roet Wet perboeatan itoe mesti dihoekoem olëh pengadilan Tanah Hindia, maka perkara itoe dipoetoeskan olëh Landraad di-afdeeling tempat-tinggal si pesakitan itoe atau tempat dia ditangkap.

Dan kaloe si pesakitan itoe mëmangnja tidak beroemahatau tidak memondok didaërah Tanah Hindia, maka perkara itoe di- poetoeskan olëh Landraad jang ditentoekan olëh Gouverneur- Generaal, sebab dalam hal ini tidak ada Landraad, jang tidak berkoeasa akan memoetoeskan perkara itoe.

Akan tetapi Landraad di-afdeeling tempat si pesakitan beroemah, memondok atau tertangkap itoe poen boleh djoega memoetoeskan perkara itoe, asal tempat-tinggal kebanjakan saksi 2 lebih dekat pada tempat Landraad j . t. dari pada tempat Landraad jang mestinja memoetoeskan perkara itoe.

B A G I A N I I .

P e m e r i k s a a n „ V o o r l o o p i g o n d e r z o e k " .

§ 1. Kekoeasaan politie.

Kaloe ada orang melakoekan misdrijf atau overtreding, maka politie-lah jang mempoenjaï bagian akan memeriksa perkara itoe dan akan mentjari dan mengoempoelkan keterangan jang perloe dalam perkara j . t. sedapat-dapatnja, soepaja:

1. Resident atau Assistent-Resident, jang mesti menerima soerat pemeriksaan itoe, bisa menentoekan, bahwa me- noeroet keterangan2 dalam soerat2 itoe sebetoelnja:

a. soedah dilakoekan perboeatan jang boleh dihoekoem, b. soedah tjoekoep keterangan akan membikin perkara

si pesakitan jang ditentoekan;

dan bisa menentoekan:

c. kepada hakim atau President Landraad jang mana soerat2 itoe mesti dihatoerkan :

2. President Landraad jang mesti memoetoeskan perkara itoe, tjoekoep mendapat keterangan 2 jang perloe akan memboeat soerat aide van verwijzing, j aï toe soerat jang

(34)

11

§ 2. Het Onderzoek van den Wedono.

Meer speciaal zal hier op den voorgrond treden het onderzoek van den Wedono in zaken van misdrijf, die zichtbare sporen achterlaten als moord, doodslag, zware verwonding, brandstich- ting, roof, diefstal met braak.

Voor zooveel noodig zullen bij de behandeling der bijzondere strafbare feiten nog wenken worden gegeven, welke in het bij- zonder het feit raken, waarbij ze als toelichting zijn geplaatst. i)

De leiding van het onderzoek berust bij den Wedono of den Assistent-Wedono. Ingeval een misdrijf is gepleegd, hetwelk zicht- bare sporen achterlaat, kunnen zij evenwel voor zoover het plaat- selijk onderzoek betreft, daarmede belasten een hun ondergeschik- ten ambtenaar of beambte, die in zijne processen-verbaal uitdruk- kelijk melding maakt van de wettige verhindering van den Wedono of Assistent-Wedono en van de van dezen ontvangen opdracht. 2) Gemakshalve zal voortaan evenwel enkel worden gesproken van den Wedono.

1) Voor de politie zeer behartigenswaardige wenken vindt men verzameld in „De nasporing van het strafbaar feit" van Prof. Dr. Hans Gross, bewerkt door Jhr. Mr. van der Does de Willebois (uitg. Veerman te Heusden, prijs j 2.50)

2) In I. R. artt. 41 en 42 wordt nog gesproken van „het districtshoofd of bij wettige verhindering het hem in gezag onmiddellijk opvolgend hoofd": als zoodanig komt alleen in aanmerking de Assistent-Wedono, zoodat in het onder- district, waar de Wedono geen Assistent-Wedono nevens zich heeft, zoodanig hoofd zelfs in het geheel niet bestaat.

(35)

ï i

menentoekan dan menjatakan sebab perboeatan apakah si pesakitan dida'wa dan apa sebabnja m a k a p e r k a r a itoe mesti dipoetoeskan olëh L a n d r a a d ;

3. hakim j a n g mesti memoetoeskan p e r k a r a itoe, bolêh memakai soerat2 itoe mendjadi penoentoen, kaloe p e r k a r a itoe diperiksa dihadapan pengadilan.

Dalam Bagian I soedah kita ketahoeï, hakim j a n g mana j a n g mesti memoetoeskan perkara ini atau itoe.

Kaloe soedah diketahoeï, hakim j a n g mana mesti memoetoeskan p e r k a r a itoe, m a k a njata poelalah politie j a n g m a n a mesti mentjari keterangan 2 p e r k a r a itoe, k a r e n a tentoelah politie ditempat hakim j a n g akan memoetoeskan perkara itoe djoegalah j a n g mesti moelaï memeriksa p e r k a r a itoe, mentjari k e t e r a n g a n2 jang perloe, dan mengoempoelkan s o e r a t - p e m e r i k s a a n mendjadi satoe bundel.

Politie dilain2 afdeeling tjoema boleh mentjampoeri pemeriksaan j . t., kaloe diminta' pertolongan kepadanja.

Apa jang terseboet dalam Bagian I diatas ini poen terpakai akan mendjawab pertanjaan: politie district atau politie on- derdistrict j a n g m a n a k a h mesti moelaï memeriksa p e r k a r a itoe?

§ 2. Pemeriksaan perkara oleh W e d o n o .

I . R . Jang-teroetama dibitjarakan dalam § ini ja'rtoe bagimana mesti- pasal 21. nja Wedono memeriksa p e r k a r a misdrijf j a n g ada bekasnja, a k a n

menjatakan bahwa misdrijf soedah dilakoekan ; oepamanja p e r k a r a pemboenoehan, p e r k a r a mematikan orang, p e r k a r a meloekaï orang, p e r k a r a penoenoehan, p e r k a r a perampokan (kètjoe, kampak, begal badjak), p e r k a r a pentjoerian dengan karoesakan d. 1. 1.

Apa jang perloe diketahoeï, sebab terlaloe bergoena dalam per, kara2 j . t., a k a n dibitjarakan nanti lebih pandjang ddAamJceterangan, kaloe kita bitjarakan misdrijf atau overtreding itoe satoe-satoenja.

I. R . Prijaji j a n g mesti memeriksa p e r k a r a2 misdrijf atau overtreding pasal 36. djadinja prijaji j a n g mesti menoentoen p e g a w a i2 politie akan mentjari keterangan dalam p e r k a r a2 itoe, ialah Wedono atau Assistent- Wedono.

I . R . Akan tetapi kaloe ada p e r k a r a misdrijf j a n g ada bekasnja, dan pasal 18. Wedono atau Assistent-Wedono tidak bisa datang, akan memeriksa jo. 21. tempat misdrijf itoe sebab halangan jang perloe, m a k a prijaji itoe

boleh menjoeroeh pegawai politie j a n g dibawah perintahnja akan memeriksa tempat j . t.

i

(36)

12

Aangezien de wet voorschrijft, dat de Wedono de dorpshoofden nauwkeurig moet bekend maken met en hen gedurig moet her- inneren aan hunne politioneele verplichtingen en er zoo enorm veel aan gelegen ligt, dat het eerste onderzoek goed is geleid, komt het ons wenschelijk voor, de omschrijving der eigenlijk gezegde werkzaamheden van den Wedono te doen voorafgaan door eene korte uiteenzetting van hetgeen volgens de wet het dorpshoofd verplicht is te doen, voordat de Wedono op de plaats des misdrijfs is verschenen.

Onderzoek Ingeval er een misdrijf is gepleegd, zichtbare sporen achterlaten- Tan het de, en ook wanneer een lijk gevonden wordt zonder dat de oorzaak dorpshoofd.van den dood bekend is, begeeft het dorpshoofd zich terstond naar de plaats van het misdrijf of van het lijk, en na een summier onderzoek aldaar te hebben ingesteld, doet hij het resultaat daar- van onmiddellijk rapporteeren aan den Wedono. Is het lijk van een onbekende, dan geeft hij daarvan tevens kennis aan de hoofden der naburige desa's met opgave tegelijk van de kenteekenen van het lijk.

In afwachting van de komst van den Wedono laat het dorpshoofd die plaats streng bewaken, opdat de Wedono den toestand der plaats geheel onveranderd vinde. Evenwel, indien mocht blijken dat het gevonden lichaam nog niet levenloos is, behoort hij in de allereerste plaats alles in het werk te stellen, om het leven van dien persoon te behouden en zal hij zelfs — indien mogelijk

— de hulp van een geneeskundige hebben in te roepen. In het water aangetroffen lichamen zullen onmiddellijk op het droge moeten worden gebracht om allereerst te constateeren of er nog kans bestaat de levensgeesten op te wekken en daarna te han- delen als voren. Deze verplichting rust zelfs op een ieder, ook wanneer er nog geen dorpshoofd of ander politiebeambte ter plaatse mocht zijn. i)

Is er reeds dadelijk een verdachte, dan doet hij dezen aanhouden en bewaken, en zijn er meerdere verdachten, dan draagt hij zorg, dat zij zoowel met elkander als met anderen niet vangedachten kunnen wisselen.

') Wat de politie te doen staat, zoo het leven mogelijk nog niet geheel is ge- weken, kan ze lezen in de „Geneeskundige Handleiding ten gebruike bij de Kaderseholen", gedrukt ter Landsdrukkerij.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit betekent dat de jongen levend geboren worden en als eerste voedsel _____________ krijgen. Tegenwoordig wordt dit met

Op elke tik van de klok worden regels toegepast: voor elk neuron waarvoor een regel toepasbaar is, moet ook een regel worden toegepast (globale synchronisatie), maar lokaal is

Faculty of Mathematics and Computer Science and Faculty of Mechanical Engineer- ing, TU/e.. Verifying OCL Specifi- cations of UML Models: Tool Sup- port

Computationally complete spiking neural P systems can be obtained where the neuron is simple and homogeneous (using the single rule a* /a → a), so each neurons works simply as

Nadat De Rode Draad verdween, was er niemand meer die het voor ons opnam. Er zijn veel organisaties die tegen prostitutie zijn, maar er is er geen die er voor is. Onze slogan is

Graag maakt de ZMf gebruik van de door u geboden mogelijkheid om een zienswijze te geven ten aanzien van de ontwerp-planbeschrijvingen voor de dijkverbeteringswerken op de

In twee jaar na uitvoering (2004 en 2005) zijn minder (niet broed-) vogels waargenomen op het teltraject Paulinaschor (WS814) dan in de periode daarvoor (2001, 2002) (Figuur 1).

Een tripartite samenstelling voor het toporgaan van de sociale verzeke- ring die ziekenfondswezen heet, is een figuur die in de Nederlandse maat- schappelijke