• No results found

Vraag nr. 187 van 13 juni 2003 van de heer JOHAN MALCORPS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 187 van 13 juni 2003 van de heer JOHAN MALCORPS"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 187 van 13 juni 2003

van de heer JOHAN MALCORPS Milieubeleid NMBS – Evaluatie

De doelstellingen van het milieubeleid van de NMBS staan neergeschreven in het milieumeerja-renplan 2000-2 0 0 3 . Daarin zijn een achttal priori-teiten opgenomen (cfr. brochure "Trein en Mi-lieu").

1. Kan de minister meedelen hoe terzake over-leg gepleegd wordt tussen het Vlaams Gewest, eventueel de federale overheid bevoegd voor Milieu en de NMBS, bijvoorbeeld over een nieuw milieumeerjarenprogramma van de NMBS ?

2. Eén van de prioriteiten in het milieumeerja-renplan van de NMBS is het opstellen van een beheersplan voor sites met historische vervui-ling en het invoeren van preventiemaatrege-len.

De NMBS is inderdaad één van de grootste grondeigenaars in V l a a n d e r e n . En op sommi-ge terreinen bestaat er al 150 jaar spooractivi-t e i spooractivi-t . Door eigen spooracspooractivi-tivispooractivi-teispooractivi-ten uispooractivi-t hespooractivi-t ver-leden (bv. d i e s e l b e v o o r r a d i n g s p l a a t s e n , c r e o-s o o t w e r k p l a a t o-s e n ) , door activiteiten van der-den die de NMBS-terreinen huurder-den (bv. s c h r o o t h a n d e l a a r s, b r a n d s t o f f e n v e r k o p e r s, gasfabrieken) of door vervuiling van aanpa-lende industriële sites blijken heel wat NMBS-gronden ernstig verontreinigd.

a) Sinds 1996 loopt er een inventarisatie van potentieel verontreinigde sites.

Heeft de minister kennis van deze inventa-ris ?

Kan hij meedelen over hoeveel verontreinig-de sites het gaat in Vlaanverontreinig-deren ?

b) Wat is de ernst van de vervuiling ?

Zijn er sites die een bedreiging vormen voor de gezondheid van omwonenden ?

c) Hoeveel sites werden reeds gesaneerd ? Wat is de planning voor de sanering van de andere sites ?

Hoe wordt de volgorde voor de saneringen bepaald ?

Wat is de geschatte kostprijs voor de sanerin-gen van vervuilde NMBS-gronden ?

d) Op welke wijze wordt terzake samengewerkt met de Openbare A f v a l s t o f f e n m a a t s c h a p p i j voor het Vlaams Gewest (OVAM) ?

e) Wordt er gezocht naar mogelijkheden tot "brownfield"-ontwikkeling (publiek-p r i v a t e samenwerking) om de saneringskosten te drukken ?

f) Wat is het nu gevoerde beleid van bodembe-scherming of, met andere woorden, hoe wor-den nieuwe gevallen van bodemvervuiling in de toekomst vermeden ?

3. Een andere prioriteit van het milieumeerjaren-plan van de NMBS is het verminderen van de a f v a l p r o d u c t i e, en vervolgens het recycleren en vernietigen van afval met respect voor het mi-lieu.

a) Heeft de minister kennis gekregen van de ontwikkelingen terzake ?

b) Hoever staat het nu met de gescheiden inza-meling van stationsafval (d.i. het afval dat door de reizigers wordt achtergelaten in de stations) ?

Wat gebeurt er op dit ogenblik met het sta-tionsafval in het Vlaamse gewest ?

c) Hoe staat het met het hergebruik van mate-rialen die vrijkomen bij spoorwerken ? d) Wat is de stand van zaken van de

verwijde-ring van PCB-transformatoren (polychloor-bifenyl) en condensatoren afkomstig van spoorlocaties in Vlaanderen ?

4. a) Heeft de minister zicht op de inspanningen die door de NMBS worden gedaan om het waterverbruik te verminderen ?

b) Er wordt blijkbaar onderzocht of de sanitai-re uitrusting van bepaalde installaties niet met regenwater kan werken : lopen er terza-ke al concrete projecten in Vlaamse stations ? c) De NMBS streeft ernaar de lozingen van

(2)

Zijn er ook hier al concrete realisaties in Vlaanderen ?

Beschikken alle automatische wasinstallaties voor reizigerstreinen inmiddels over recupe-ratiesystemen voor spoelwater ?

Antwoord

1. Mijn voorgangster, mevrouw Dua, heeft ver-schillende malen de vraag gesteld aan de NMBS om te komen tot een globale aanpak van hun b o d e m v e r o n t r e i n i g i n g s p r o b l e m a t i e k . Zij heeft dit onder andere gedaan samen met de twee an-dere gewestelijke ministers van Leefmilieu. De reactie van de NMBS was eerst positief, maar is niet verder gerealiseerd door de NMBS. Minister Dua heeft aan de OVAM gevraagd verder met de NMBS te onderhandelen.

2.

a) In het kader van de besprekingen tussen de OVAM en de NMBS is de OVAM op de hoogte gesteld van de door de Vlaamse volksvertegen-woordiger vermelde inventarisatie van poten-tieel verontreinigde sites. Tot op heden is de OVAM niet in het bezit van een integrale versie van deze inventaris. In het door de OVA M overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 van het bodemsaneringsdecreet beheerde register van de verontreinigde gronden zijn 153 dossiers aanwezig waarbij de NMBS eigenaar en/of ge-bruiker is van minimaal één kadastraal perceel. Het feit dat de NMBS eigenaar en/of gebruiker is van deze gronden houdt niet automatisch in dat de NMBS ook saneringsplichtig is voor de aangetroffen verontreinigingen. Er kan bijvoor-beeld sprake zijn van verspreiding van veront-reiniging vanuit andere kadastrale percelen naar de betrokken NMBS-terreinen.

b) Voor een 70-tal van de bij de OVAM bekende dossiers treedt de NMBS op als opdrachtgever. In het overgrote deel van deze dossiers dient te worden overgegaan tot de uitvoering van een beschrijvend bodemonderzoek.

Het betreft voornamelijk verontreiniging met oliecomponenten ten gevolge van de opslag van brandstoffen en oliën en met zware metalen en polyaromatische koolwaterstoffen (PAK's) ten gevolge van de aanwezigheid van assen en sin-tels door het voormalige gebruik van

stoomtrac-tie en het creosoteren van houten dwarsliggers. Tevens zijn een aantal dossiers aanwezig waar-bij verontreinigingen worden aangetroffen ten gevolge van voormalige exploitaties (bijvoor-beeld storten).

Voor negen van de voormelde 70 dossiers is de OVAM reeds in het bezit van een bodemsane-ringsdecreet en worden de bodemsaneringswer-ken in de nabije toekomst aangevat of zijn ze reeds gestart.

Tot op heden werden door het OVAM in geen enkel van de voormelde dossiers voorzorgs- of veiligheidsmaatregelen opgelegd in het kader van de artikelen 5 en 45 van het bodemsane-r i n g s d e c bodemsane-r e e t . Op een aantal tebodemsane-rbodemsane-reinen webodemsane-rd na overleg tussen de NMBS en de OVAM evenwel overgegaan tot maatregelen, in afwachting van de uitvoering van de bodemsanering, om de ver-spreiding van de verontreinigingen en/of de eventuele blootstelling van omwonenden aan de getroffen verontreiniging uit te sluiten.

c) Tot op heden werd in geen van de dossiers waarbij bodemsaneringswerken noodzakelijk z i j n , de bodemsanering overeenkomstig de be-palingen van het bodemsaneringsdecreet beëin-digd.

De aanpak en de planning van de NMBS-dos-siers door de OVAM verlopen overeenkomstig de bepalingen van het bodemsaneringsdecreet en het Vlarebo (Vlaams Reglement op de Bo -demsanering – red.). Overeenkomstig de M I NA-plannen wordt vooral prioriteit gegeven aan de dossiers waar er indicaties zijn van ern-stige historische bodemverontreiniging ( M I NA : milieu en natuur – red.).

Vermits vermoedelijk nog niet voor al de NMBS-terreinen een oriërenterend bodemon-derzoek werd uitgevoerd en de uitvoering van een groot aantal beschrijvende bodemonder-zoeken nog lopende is, is het momenteel onmo-gelijk om een uitspraak te doen over de ge-schatte kostprijs van de bodemsaneringen op de NMBS-terreinen.

(3)

Dit overleg verloopt momenteel moeizaam, v e r-mits het op jaarlijkse basis door de NMBS voor-gestelde budget voor deze overeenkomst voor de OVAM en voor mij als minister bevoegd voor Leefmilieu onaanvaardbaar is.

e) De mogelijkheden voor "brownfield"-ontwik-keling worden onderzocht. Deze nieuwe be-leidsvisie heeft haar effect in een aantal dossie-r s. Edossie-r dient echtedossie-r opgemedossie-rkt te wodossie-rden dat brownfields momenteel een aandachtspunt zijn waarrond (wetgevende) initiatieven worden on-dernomen maar geen overheidsmaatregelen be-staan.

f) De bodembeschermende maatregelen zoals op-genomen in het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning, Vlarem II, dienen door de NMBS onverkort en overeenkomstig de wette-lijke bepalingen te worden uitgevoerd en toege-past.

3.

a) Totnogtoe heb ik nog geen kennis gekregen van de ontwikkelingen rond de in de parlementaire vraag vermelde prioriteit van het milieumeerja-renplan van de NMBS m.b. t . het verminderen van de afvalproductie, en vervolgens het recy-cleren en vernietigen van afval met respect voor het milieu. De voornaamste reden hiervoor is dat de NMBS dit milieumeerjarenplan be-schouwt als een intern bedrijfsplan waarin de milieuaandachtspunten beschreven worden en bepaalde prioriteiten vooropgesteld worden. Vandaar dat over de inhoud van dit plan totnog-toe niet formeel onderhandeld wordt met de ge-westelijke overheden, maar dat hij enkel het voorwerp is van overleg tussen de interne dien-sten van de NMBS.

Het zou aangewezen zijn dat de NMBS opener zou zijn tegenover het Vlaams Gewest, z o d a t het gewest er ook kan op toezien dat het milieu-jarenplan past binnen het wettelijk kader dat in het Vlaamse gewest van kracht is. Na navraag bij de NMBS blijkt wel dat de federale minister bevoegd voor het spoorvervoer reeds gedetail-leerd op de hoogte wordt gehouden over de in-houd en opvolging van dit plan. Best wordt dan ook een parlementaire vraag gesteld aan de be-trokken minister.

b) De kans op slagen van een gescheiden afvalin-zameling in stations zal in grote mate afhanke-lijk zijn van de discipline die door de reiziger aan de dag gelegd wordt om de verschillende

fracties in het daarvoor bestemde recipiënt te deponeren.

Gescheiden inzameling in stations in onze buur-landen toont aan dat deze discipline soms ver te zoeken is en dat een nascheiding noodzakelijk blijkt.

Dergelijk afval is wegens aard, samenstelling en herkomst vergelijkbaar met gemeentelijk straat-en veegvuil. Voor afval dat in vuilnisbakkstraat-en langs de openbare weg wordt verzameld, is een scheiding evenmin haalbaar. Er werd nog geen formeel initiatief genomen om deze gescheiden afvalinzameling ook daadwerkelijk aan te bie-den in een station.

c) Het afval dat ontstaat bij spoorwerken wordt door de OVAM in de statistieken opgenomen onder diverse categorieën, naar sector van oor-sprong :

– sector "vervoer per spoor" (= NACE xxx), – bouwsector (een reeks NACE-codes 45.1* +

4 5 . 2 * , waaronder onder meer maar onaf-splitsbaar NAC E 45.230 Aanleg van spoor-w e g e n ,spoor-w e g e n , s t r a t e n , vliegvelden en sport-accomodaties).

( NACE : S t a t i s t i s che Nomenclatuur van de Eco n o m i s che Activiteiten in de Europese Gemeen -schappen – red.).

Een indeling naar afvalstof heeft weinig zin, omdat de afvalstoffen die ontstaan bij spoor-werken ook ontstaan bij anderen spoor-werken. Als bijlage 1 treft de Vlaamse volksvertegen-woordiger de cijfers aan over het hergebruik en andere verwerkingswijzen van de afvalstoffen ontstaan bij spoorwerken en de belangrijkste af-v a l s t o f f e n . In dezelfde bijlage kan hij een taart-diagram vinden met de belangrijkste afvalstro-men van de NMBS in 2000.

(4)

de houten dwarsliggers bij de sporen van de NMBS vervangen worden door betonnen dwarsliggers, vanwege de langere levensduur. Als bijlage 2 kan de Vlaamse volksvertegen-woordiger een tabel terugvinden met de bij de OVAM bekende gebruikscertificaten.

d) Als bijlage 3 kan de Vlaamse volksvertegen-woordiger een tabel met de door de NMBS aan de OVAM gemelde en verwerkte PCB-houden-de apparaten terugvinPCB-houden-den.

De verantwoordelijke ambtenaar van de NMBS vermeldt er in dit kader bij dat het meest voor de hand liggende antwoord is dat de V l a a m s e volksvertegenwoordiger zich moet wenden tot de federale minister bevoegd voor het spoorver-v o e r. Voor spoorver-vraag 3 a) is een antwoord in die richting volgens hem trouwens onafwendbaar. Hierna volgen de door hem geformuleerde ant-woorden.

a) Het meest voor de hand liggende antwoord op deze vraag is dat de Vlaamse volksverte-genwoordiger zich wendt tot de federale mi-nister bevoegd voor het spoorvervoer. b) Door de NMBS werden reeds initiatieven

genomen ter evaluatie van de efficiëntie van een eventuele gescheiden afvalinzameling in de stations. In samenwerking met Fost Plus werd in mei en juni 2002, met steekproeven, de samenstelling van het stationsafval be-p a a l d . Hieruit blijkt dat, naast een restfractie, dit afval uit ongeveer 36 % recupereerbaar papier en karton en 20 % recupereerbare verpakkingen (glas, metaal en kunststof) be-staat.

c) Teneinde de mogelijkheid tot hergebruik te e v a l u e r e n , worden deze materialen vooraf onderzocht overeenkomstig de in het V l a r e-bo (uitgegraven e-bodem) of Vlarea (bv. s t e e nslagballastpuin) bepaalde voorwaarden ( V l a rebo : Vlaams Reglement op de bodemsane ring ; Vlarea : Vlaams Reglement voor A f v a l -voorkoming en -beheer – red.).

Het van de spoorwegwerven afkomstige steen-slagballastpuin en asballastpuin kan worden hergebruikt indien deze materialen voldoen aan

de daartoe door de OVAM afgeleverde ge-bruikscertificaten.

4. Deze info is niet direct ter beschikking en zal worden opgevraagd. Gelet op het opzoekings-werk is het niet mogelijk dergelijke detailinfo op korte termijn te verzamelen. De informatie zal worden bezorgd in een aanvullend ant-woord.

Bijlage 1

Tabel : Bedrijfsafvalstoffen van de NMBS (gepro-duceerde hoeveelheden en verwerkingswijze)

(5)

Bijlage 2

Tabel : aan de NMBS toegekende gebruikscertificaten als secundaire grondstof

Code secundaire Houder Producent Naam secundaire Omschrijving Begin Einde

grondstof grondstof gebruiksgebied

BOU-1- NMBS NV NMBS NV steenslagballastpuin bouwstof 11.06.99 10.06.04

BOU-1- NMBS NV NMBS NV bouwstof 16.10.00 15.10.03

BOU-01- NMBS NV NMBS NV asballastpuin bouwstof 09.08.99 08.08.04

BOU-1- NMBS NV NMBS NV asballastpuin bouwstof 29.04.99 28.04.04

Bijlage 3

Tabel : de aan de OVAM door de NMBS gemelde en verwerkte PCB-houdende apparaten

Gemeld Verwerkt op 24-06-03

Transformatoren 472 247

Condensatoren 209 146

Andere 44 1

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Figuur 2: Aantalpercentages van de gevangen vissen in de Dommel tijdens de campagne april 2007 paling 30% riviergrondel 23% baars 11% blankvoorn 8% zonnebaars 7% snoek 7

Deze forfaits gelden voor alle huidige abonne- menten van De Lijn, behalve voor de abonne- menten die worden uitgereikt in kader van het nieuwe d e rdebetalersysteem 3W-E x t r a (op

De financiering van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk gebeurt door het Vlaams Ge- west in zoverre het een fietspad betreft op een gewestweg (de AWV) en de realisatie

Extreme temperaturen – Gezondheidseffecten Het risico om te sterven door extreme temperatu- ren (hyperthermie - h i t t e, of hypothermie - o n d e r- koeling) is in de Verenigde

Kan de minister de gegevens meedelen voor de laatste jaren, en dat telkens per jaar, over de band tussen ozonpieken in de zomer en effec- ten op mortaliteit en morbiditeit :

To e n de eigenaar evenwel het bewijs leverde dat het schip nog een commerciële lading aan boord had en dat het nog verzekerd was om te varen, heeft de onderzoeksrechter

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Uiteraard werden er door de bouwheer van de gasvervoerinstallatie, Interconnector (UK) Limited, vooraleer de aanvraag bij het federale ministerie van Economische Zaken werd