Vraag nr. 151 van 1 juni 2005
van de heer JAN LOONES
Kampeerdecreet – Aanbouw stacaravans
Naar verluidt is Toerisme Vlaanderen onlangs gestart met een procedure tot intrekking van de vergunning van diverse campings waar aanpassin-gen werden gedaan die niet conform het kampeer-decreet zijn.
Een van die aanpassingen betreft de stacaravans: veel kampeerders bevestigen aan hun stacaravan een \ ierseizoens zeildoeken voortent, die niet vrij-staand kan worden gebruikt. Deze voortent wordt, naast bergingsruimte, soms ook als verblijfsruimte benut, aangezien sommige stacaravans klein zijn. Teneinde deze ruimte ook in de winterperiode enigszins leefbaar te houden, worden sommige voortenten voorzien van een isolerend paneel, met houtprint aangebracht. Dit zou niet toegelaten zijn.
Anderzijds worden voor sommige stacaravans deze voortenten vervangen door aanbouwsels in PVC. Ook dit vormt blijkbaar een probleem.
In beide gevallen zou er afbreuk gedaan worden aan het "verplaatsbare"’ karakter van de stacara-van.
De kampeersector maakt zich sinds geruime tijd zorgen over het imago van de stacaravan, dat ondanks de verandering van de markt negatief blijft.
Er zijn inderdaad duidelijk positieve kanten aan de meer eigentijdse aanbouwsels in PVC: ze zijn properder, want beter afwasbaar, bieden een betere beschutting aan de verblijvers bij slecht weer en - niet onbelangrijk-ze zijn veel brandveiliger dan voortenten.
1. Waarom wordt deze vorm van aanbouw van stacaravans niet toegelaten, uiteraard binnen de voorwaarden van ruimte-inname en esthetisch karakter?
2. Zijn er plannen om het kampeerdecreet op dit punt aan te passen?
Antwoord
1. Vanaf 1 januari 2000 mag men in Vlaanderen nog slechts een terrein voor openluchtrecrea-tieve verblijven (kampeerterrein, kampeerver-blijfpark of vakantiepark) uitbaten mits men beschikt over een exploitatievergunning, afge-leverd door het hoofd van het Agentschap van Toerisme Vlaanderen.
Midden 2002 werd er door Toerisme Vlaanderen gestart met het herinspecteren van alle vergunde terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven om na te gaan of ze nog in regel zijn met het vigerende kampeerdecreet en de daaraan gekop-pelde uitvoeringsbesluiten.
Deze herinspecties werden door Toerisme Vlaanderen aan alle vergunde terreinen aange-kondigd en toegelicht via een schrijven van 2 mei 2002.
De hoofddoelstelling bij de invoering van het kampeerdecreet was (en is nog steeds in bepaalde gevallen) de Vlaamse "campings" te moderniseren op een reeks punten zoals brand-veiligheid, comfort, gezondheids- en milieu-zorg.
Indien de uitbater dus, na verscheidene aanma-ningen, in gebreke blijft en niet voldoet aan de geformuleerde normen en voorwaarden, rest Toerisme Vlaanderen niets anders dan de pro-cedure tot intrekking of schorsing van de afge-leverde vergunning op te starten.
De problematiek van de aanbouwsels aan staca-ravans is voor Toerisme Vlaanderen niet nieuw en werd door het Agentschap reeds eind 1999 aangekaart bij de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Monumenten en Landschappen.
Een stacaravan die, in de loop der tijd door aller-lei ingrepen quasi werd omgevormd tot een bun-galow (zoals door het wegnemen van de wielen, het plaatsen van een af dak, een muurtje errond, ...) kan echter niet meer beschouwd worden als zijnde 'verplaatsbaar' en is dus wel bouwvergun-ningsplichtig, ondanks het feit dat de uitbater over een exploitatievergunning voor het kampeer-terrein beschikt"
Rekening houdende met dit antwoord, advi-seerden de leden van het Technisch Comité van de openluchtrecreatieve verblijven (advies-orgaan bij decreet van 5 maart 1985 opgericht bestaande uit deskundigen uit de kam peersec-tor, terreinuitbaters, beroepsverenigingen en koepelorganisaties):
"... Op een kampeerplaats kan het volgende geplaatst worden voor zover rekening wordt gehouden met de maximale bezettingsgraad en de brandveiligheidsnormen:
– één (niet-bouwvergunningsplichtig, verplaats-baar) verblijf (m.a.w. een tent, sta- of trekcaravan, zwerfwagen, mobilhome, kam-peerauto of woonauto)
– één voortent in zeildoek en kampeer-materiaal (metalen geraamte eventueel met glazen ramen)
– één vaste constructie (tuinhuisje of berghok) uniform inzake bouw, materiaal en uitzicht over gans het terrein met een maximum oppervlakte van 5 m2
en verder óf twee bijzettenten, elk met een maxi-male grondoppervlakte van 10 m2, óf één
bijzet-tent en één party bijzet-tent (in kampeermateriaal), of twee partytenten (in kampeermateriaal)
Een luifel in zeildoek met steunpunten op de grond en zonder zijwanden en/of een open par-tytent, worden niet mede in rekening gebracht als bebouwde oppervlakte van het perceel. Deze constructies samen met de constructies die wel in aanmerking worden genomen als bebouwde oppervlakte, mogen maximaal 40% van de totale oppervlakte van het perceel bezetten. ..."
Aanbouwsels (bestaande uit andere dan de voornoemde toegelaten kampeermaterialen)
aan caravans zijn dus enkel toegelaten voor zoverre er voor de caravan én de aangebouwde constructie een bouwvergunning werd afgele-verd.
Het betreffende verblijf wordt dan in de kam-peerregelgeving niet meer als een kampeer-plaats maar als een verblijfkampeer-plaats (perceel voor bouwvergunningsplichtige openluchtrecreatieve verblijven) beschouwd.