• No results found

Vraag nr. 131van 20 april 2005van de heer SVEN GATZ

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 131van 20 april 2005van de heer SVEN GATZ"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 131 van 20 april 2005

van de heer SVEN GATZ

Onroerende voorheffing – Opcentiemen 1992-2003 (2)

Het decreet van 21 december 1990 verdubbelde het basistarief van de onroerende voorheffing ten aan-zien van het kadastraal inkomen (van 1,25 % naar 2,50 %). Dit decreet had niet de bedoeling om in het jaar 1991 de gemeenten en provincies dezelfde verdubbeling te laten doorvoeren (cfr. art. 61 van het decreet, dat stelt dat in 1991 de gemeentelijke en provinciale opcentiemen gehalveerd moesten worden. Op die manier werd de gewestelijke tarief-verhoging geneutraliseerd).

Vanaf 1992 werd de halvering van de gewestelijke en provinciale opcentiemen algemeen opgeheven, wat resulteerde in een feitelijke verdubbeling van de opcentiemen.

Kan de minister meedelen, in aanvulling en ter verduidelijking van zijn antwoord op mijn eerdere schriftelijke vraag terzake (nr. 61 van 14 januari 2005), of dit dan niet door elke gemeente afzonder-lijk via een gemeenteafzonder-lijk besluit had moeten gebeu-ren, in plaats van algemeen, zoals geschiedde? Antwoord

In de schriftelijke vraag wordt gesteld dat " vanaf 1992 de halvering van de gewestelijke {hier wordt waarschijnlijk "gemeentelijke" bedoeld) en provinci-ale opcentiemen algemeen werd opgeheven en dat dit resulteerde in een feitelijke verdubbeling van de opcentiemen". Deze stelling is onjuist.

In 1992 werd de halvering van de opcentiemen niet algemeen opgeheven. Eerst en vooral werd er nooit een halvering opgelegd. De regeling van artikel 61 van het decreet van 21 december 1990 wilde de gemeenten er enkel toe aanzetten (dus geen ver-plichte halvering !) om hun opcentiemen aan te passen aan het gewijzigde gewesttarief. De gemeen-ten en provincies leggen immers jaarlijks volledig autonoom hun opcentiemen vast. Bovendien gold deze regeling voorzien in artikel 61 enkel en alleen voor het aanslagjaar 1991. Een opheffing was dus niet nodig, aangezien de werking in de tijd van dit artikel 61 zich beperkte tot 1 aanslagjaar, zijnde het aanslagjaar 1991.

Daarnaast vond er in 1992 ook geen verdubbeling van de opcentiemen plaats. In 1991 bedroeg het gemiddelde van de gemeentelijke opcentiemen in Vlaanderen 953, in 1992 was dit gemiddelde 964. Van een feitelijke verdubbeling is dus geen sprake. Een overzicht van de evolutie van de gemiddelde opcentiemen in Vlaanderen vanaf 1991 is terug te vinden op http://aps.vlaanderen.be/statistiek/ ci|fers/stat .„„cijfers _begroting.htm.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Vlaamse volksvertegenwoordiger vindt hierbij het aantal personeelsleden dat op vrijdag 25 maart 2005 effectief heeft gestaakt in het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

De toegang tot het Rijksregister is belangrijk voor verschillende projecten van De Lijn, zoals de aflevering van gratis netabonnementen in ruil voor een nummerplaat of de

De aanvragen tot aankoop van quotum uit het quo- tumfonds kunnen slechts worden ingediend in de periode 1 oktober 2005 - 30 november 2005?. De voorbije jaren werd het grootste

Met het inschrijvingsrecht en het principe van "eerst komt, eerst maalt" kun- nen scholen geen selectieve inschrijvingen doen en kunnen ze aan de leerlingen die

de inning van registratie- en successierechten in de domeinen waar het Vlaams Gewest bevoegd is (en waar die inning nu verloopt via de federale overheidsdienst Financiën)..

De Vlaamse minister van Cultuur is tevens bevoegd voor het internationaal cultuur- beleid, derhalve ook voor het uitdragen van de Nederlandstalige cultuur in het buitenland, al dan

De Limburg Stirumlaan blijft zijn functie als invalsweg van Brussel voor Wemmei en het achterliggend gebied, volledig behouden.. De gekozen concepten en hun fasering zijn met het

Ik had dan ook graag van de minister vernomen of deze belofte waargemaakt zal worden, dan wel of de voorlopige oplossing behouden blijft waarbij enkel ziekenwagens via een