Vraag nr. 654 van 24 juni 2005
van de heer SVEN GATZ
Brusselse Ring – Heraanlegplannen
Onlangs werd er door enkel Brusselse politici gereageerd op de studieplannen van de Vlaamse Regering voor de herinrichting van de Ring rond Brussel. Vooral de denkpiste om afrit 8 Wemmei af te sluiten, kreeg veel kritiek.
Ik begrijp dat er op dit moment nog niets defi-nitiefs beslist is. Ik begrijp ook dat de Vlaamse Regering alle mogelijke denkpistes moet kunnen onderzoeken, om zo tot de beste oplossingen voor de heraanleg van en de doorstroming van het ver-keer op de Ring te komen.
Uiteindelijk is het belangrijk om te weten dat de Vlaamse Regering en de betrokken administra-ties in het zoeken naar die oplossingen rekening houden met de manier waarop de belangrijkste in- en uitvalswegen van Brussel zijn gebouwd. Oplossingen die hiermee geen rekening houden, zijn met andere woorden geen goede oplossingen. Een vlot verkeer op de Ring en een verkeerschaos op de Brusselse invalswegen is dus geen optie. Ziet de minister erop toe dat in dit dossier voldoende rekening wordt gehouden met de wegeninfrastructuur van Brussel in aansluiting op de Ring?
Overlegt hij hiervoor ook met zijn Brusselse col-lega?
Antwoord
In de streefbeeldstudie RO-Noord is inderdaad gekozen om de De Limburg Stirumlaan niet op
de parallelstructuur van de RO op het vak tussen Al2 en A10/E40 aan te sluiten om het functione-ren van zowel de parallelstructuur als de RO zelf te optimaliseren. Tegelijk wordt het complex met de Steenweg op Brussel vervolledigd, zodat Wemmei en het achterliggend gebied optimaal de RO kun-nen bereiken via de parallelstructuur. De Limburg Stirumlaan blijft zijn functie als invalsweg van Brussel voor Wemmei en het achterliggend gebied, volledig behouden.
De gekozen concepten en hun fasering zijn met het multimodaal verkeers- en vervoersmodel Vlaams-Brabant getoetst. Eén van de elementen die in de beoordeling van de resultaten van deze simulaties doorwogen, was de mogelijke overbelasting van het onderliggende wegennet in de ruime omgeving van het bestudeerde vak van de RO. Hieruit bleek dat de mogelijke bijkomende belasting op dat onder-liggende wegennet, overal meer dan aanvaardbaar was binnen de opties van het streefbeeld.