Vraag nr. 17
van 20 september 1999
van de heer LUDWIG CALUWE
Schadecommissie grondwaterwinning – Werking In Benelux-verband bestaat er een permanente grensoverschrijdende schadecommissie m.b. t . g r o n d w a t e r w i n n i n g, die tot taak heeft de verant-woordelijkheden vast te stellen inzake schade die het gevolg is van een factor gesitueerd aan de an-dere zijde van de landsgrens.
1. Hoeveel dossiers worden er jaarlijks behandeld, sinds 1995 ?
2. In hoeveel gevallen werd schade gevorderd van Nederlandse, dan wel van Vlaamse zijde ? 3. Hoe is de samenstelling van deze commissie,
welke mandaatsduur hebben de leden en wie zijn de Vlaamse leden ervan ?
4. Is het juist dat de aanwijzing van de V l a a m s e leden recentelijk vertraging heeft opgelopen ? Wat was daarvan de reden ?
Antwoord
De gemengde schadecommissie ingesteld door arti-kel 1 van de beschikking van het comité van de mi-nisters van de Benelux Economische Unie inzake de wederzijdse bijstand ter vaststelling van schade veroorzaakt door grensoverschrijdende gevolgen van grondwaterwinningen M (83) 26, is sinds gerui-me tijd niet gerui-meer operationeel. De Benelux-werk-groep werd niet meer samengesteld sedert 1990. De regeringen dienen immers nog de leden en plaatsvervangers aan te wijzen in de commissie en de nationale uitvoeringsmaatregelen te nemen. H e t gaat hier dus om een opdracht van de federale mi-n i s t e r s. Het gaat mi-niet over eemi-n V l a a m s - N e d e r l a mi-n d-s e, maar over een Belgid-sch-Nederlandd-se aangele-g e n h e i d , en de aanwijzinaangele-g is in opdracht van de fe-derale regering.
Er is dus geen vertraging in de aanwijzing van Vlaamse leden, aangezien de vraag nog niet werd gesteld door het comité van ministers.