• No results found

Vraag nr. 116 van 8 maart 2000 van de heer LUDWIG CALUWE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 116 van 8 maart 2000 van de heer LUDWIG CALUWE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 116 van 8 maart 2000

van de heer LUDWIG CALUWE Mazelen – Preventie

Sinds juni 1999 woedt in Nederland onder jonge kinderen opnieuw een mazelenepidemie. Die is nog steeds niet onder controle. I n t e g e n d e e l , d e jongste vier weken werden opnieuw 178 ziektege-vallen genoteerd, tegen 5,7 gemiddeld de laatste vijf jaar gedurende dezelfde periode. Dit is het drievoud van de historische limiet die de ziekte tot-nogtoe kende. In januari 2000 werden nog 561 ge-vallen geregistreerd.

Zeker drie kinderen zijn dit jaar reeds aan de ge-volgen van de ziekte gestorven. Meer dan zestig werden met ernstige complicaties in het ziekenhuis o p g e n o m e n . Deze ziekte-epidemie doet zich in Ne-derland voor niettegenstaande 96 % van de kinde-ren er gevaccineerd is tegen de ziekte. De ziektege-vallen noteert men voor 99 % onder niet-g e v a c c i-neerden.

Op 27 januari vroeg ik als gemeenschapssenator de federale minister van Vo l k s g e z o n d h e i d , M a g d a A e l v o e t , tijdens het wekelijkse vragenuurtje of zij op de hoogte was van het bestaan van deze epide-mie in Nederland, of zij gegevens had die erop wezen dat de ziekte ook in België opnieuw op-d o o k , of op-de vaccinatiegraaop-d in België vergelijkbaar is met het Nederlandse niveau en of ze overweegt om de vaccinatie verplicht te maken, aangezien de ziekte ondanks de vele vrijwillige vaccinaties op-nieuw kan opduiken, zoals in Nederland nu blijkt. Uit haar antwoord blijkt dat Nederland, o n d a n k s het bestaan sinds 1 juli 1999 van een uitwisselings-programma tussen EU-lidstaten voor informatie betreffende belangrijke problemen in de volksge-zondheid en infectieziekten in het bijzonder, B e l g i ë en de andere EU-lidstaten niet formeel op de hoogte heeft gebracht van het opnieuw opduiken van deze kinderziekte. Verder meldde de minister dat zij geen gegevens had omtrent het opnieuw op-duiken van de ziekte in België. De vaccinatiegraad ligt in Vlaanderen op 83,4 % en bij de Franse ge-meenschap op 82,4 %. De minister overweegt niet om de vaccinatie te verplichten, omdat een derge-lijke maatregel, zoals blijkt uit gegevens van ande-re landen, niet doeltande-reffend is om de aandoening volledig uit te roeien.

1. Zijn de beleidsuitgangspunten van de minister terzake gelijklopend ?

2. Kan de minister toelichten welke stappen haar administratie ondernomen heeft met het oog op een grotere waakzaamheid en nauwgezettere surveillance in het kader van het zich versprei-den van epidemieën ?

3. Vindt hierover overleg plaats met de federale regering ?

Zo ja, welke onderwerpen werden sinds het aantreden van de minister op dit overleg be-sproken ?

Tot welke concrete beleidsopties hebben deze gesprekken geleid ?

Antwoord

1. In principe is mazelen een ziekte die wordt op-gevolgd door de administratie van de V l a a m s e G e m e e n s c h a p. De administratie, en meer be-paald het team van de Vlaamse Gezondheidsin-s p e c t i e, volgt al jaren het verloop op van een aantal infectieziekten in V l a a n d e r e n . De Neder-landse gegevens omtrent de toename van maze-len zijn reeds verschilmaze-lende mamaze-len gepubliceerd in tijdschriften, en onder meer ook in het Ne-derlands Bulletin van Infectieziekten. Ze zijn dus wel degelijk bekend bij de Vlaamse infectie-epidemiologen van de administratie en van daarbuiten.

(2)

een veel meer volwassen en respectvolle aan-pak.

2. In Vlaanderen hebben we in 1994-1996 verschil-lende outbreaks van mazelen gehad in de groep van adolescenten. De combinatie van een afge-nomen infectiedruk in het verleden, een onvol-ledige vaccinatiegraad bij jonge kinderen en vooral de zeer beperkte vaccinatiegraad bij 12-tot 18-jarigen, lagen aan de basis van deze toe-name in incidentie. Hierover is toen uitgebreid g e ï n f o r m e e r d , onder meer door een omzend-brief aan het artsenkorps en via verschillende artikels in het Epidemiologisch Bulletin van de Vlaamse Gemeenschap. Tevens werden promo-tieacties ondernomen om de vaccinatiegraad te verhogen.

Sedertdien wordt er in Vlaanderen tweemaal gevaccineerd voor mazelen : eenmaal op de leeftijd van 15 maanden en eenmaal op de leef-tijd van 11-12 jaar. Na de vermelde outbreaks werden artsen er ook toe aangezet om onvolle-dig of niet-gevaccineerden binnen de leeftijds-cohorten 12 tot 18 jaar een inhaalvaccinatie te geven.

Het mazelenvaccin wordt, in combinatie met de entstof tegen bof en rode hond, via Kind en G e z i n , het Medisch Schooltoezicht en via de huisartsen en pediaters door de overheid gratis ter beschikking gesteld voor het uitvoeren van de basisvaccinatiekalender.

De surveillance en preventie van infectieziekten maakt deel uit van de dagelijkse activiteit van de Vlaamse Gezondheidsinspectie. De dienst staat dan ook in voor het gratis verschaffen van v a c c i n s, de promotie van vaccinatie, het opvol-gen van de vaccinatiegraad. Daarnaast worden de gegevens van gemelde infectieziekten bijge-houden en worden zo nodig de voorgeschreven maatregelen genomen. De surveillancegegevens van de Gezondheidsinspectie worden periodiek gepubliceerd en aan het artsenkorps bezorgd. Weldra starten we bovendien een vaccinatie-koepel Vlaanderen op, een operationeel gerich-te overlegstructuur waarbij de verschillende vaccinatieactoren betrokken zullen zijn.

Bij de Vlaamse administratie wordt er verder ook gewerkt aan een early warning systeem voor epidemieën, mede in het kader van de Eu-ropese surveillanceprogramma's. In geval van epidemieën of dreigende epidemieën worden maatregelen genomen. Zo werd, na problemen van legionella in Kapellen in november vorig

j a a r, onmiddellijk actie ondernomen om beur-zen en tentoonstellingsruimten veiliger te maken voor het publiek. De registratie van in-fectieziekten gebeurt niet enkel rechtstreeks door de Vlaamse Gezondheidsinspectie. Er zijn ook de netwerken van huisartsenpeilpraktijken en peillaboratoria. De verschillende registratie-systemen vullen elkaar aan, zoals uit een recent studierapport blijkt (Infectieziekten in V l a a n d e-r e n . Inventae-risatie van e-registe-ratiesystemen en aggregatie van infectieziektengegevens. R a p-port in opdracht van het Informatiesysteem Ge-zondheid Werkgroep Infectieziekten).

3. De preventie en opvolging van infectieziekten is een duidelijke gemeenschapsmaterie en gebeurt dan ook vooral op dat beleidsniveau. Toch is er dienaangaande wel degelijk overleg met andere b e l e i d s n i v e a u s, en dit via verschillende kanalen. Dit gebeurt onder meer in het overleg infectie-z i e k t e n , de Hoge Geinfectie-zondheidsraad en vergade-ringen met het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid waar federaal en de gemeen-schappen elkaar treffen. Al de terreinen van de surveillance van infectieziekten komen hierbij ter sprake. Dit gaat van voedselinfecties, o v e r tuberculoseopsporing en bijsturingen van de v a c c i n a t i e k a l e n d e r, tot specifieke aandoeningen als polio, mazelen en hepatitis B.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een "gevaarlijk punt" is een plaats waar in de laat- ste drie jaar drie of meer ongevallen gebeurd zijn en waarvoor de prioriteitswaarde, berekend vol- gens de

[r]

Op basis van veronderstellingen, waarvan wordt toegegeven dat ze werden verkregen zonder nood- zakelijk bijkomend wetenschappelijk onderzoek, besluiten dat het verkeersplateau

Op 15 december heeft de afdeling Betonstructuren van de administratie Ondersteunende Studies en Opdrachten een bijzondere inspectie uitgevoerd om de definitieve schade en de

Om de mensen die in de vijftiger jaren als "gastar- beider" naar België kwamen te begeleiden, w e r d e n toen enkele regelgevingen uitgevaardigd, zoals het koninklijk

Graag vernam ik van de minister-president de wet- telijke of reglementaire basis voor deze tegemoet- k o m i n g e n , de bedragen die in de begrotingen 1999 en 2000 werden

het aantal gronden per gemeente, met vermel- ding van de oppervlakte, die gelegen zijn binnen de provincie Antwerpen en in aanmerking komen voor deze ambtshalve sanering..

Op dit ogenblik zijn het structureel onderhoud van de N111 tussen kilometerpunt 2K695 en 4K477, d i t is tussen de Grote Molenweg en de Ertbrandstraat ( N 1 1 ) , en de aanleg van