• No results found

Nederlands RadiogenootschapDEEL 23 No. 3 1958

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Nederlands RadiogenootschapDEEL 23 No. 3 1958"

Copied!
39
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tijdschrift van het

Nederlands Radiogenootschap

DEEL 23 No. 3 1958

Het ontwerp van een

drie-krings-middenfrequentbandfilter

door R. J. L. Bosselaers en J. Roorda

Summary

T he design of a triple-tuned b a n d -p a s s fdter for an i.f. amplifier of a radio receiver, w ith the three circuits tu ned to the i.f., is considered from different points of view . F irs t w ith re g a rd to sy m m etry of the b a n d -p a ss curve, secondly w ith re g a rd to the shape of th a t curve a n d thirdly w ith re g a rd to the amplification at the re so n a n t frequency.

F ro m the possible shapes oi the b a n d -p a s s curve the one w ith one p eak only is selected a n d discussed in detail. F o r this type of curve the design form ulas are derived an d w o rk e d out w ith a view on the practical reali­

zation of the filter.

F in ally tw o exam ples are w o rk e d out, one for a filter w ith constant b a n d w id th , the o ther for a filter w ith variable b a n d w id th b u t w ith r e ­ stricted change of amplification w h e n the b a n d w id th is varied.

1. Inleiding*

In de m iddenfrequent-versterkers vo o r radio-ontvangtoestellen vo o r om roepontvangst w o rd en als overdrach ts-vierpolen tussen de versterkbuizen m eestal bandiilters gebruikt, bestaande uit gekoppelde kringen, die alle op de middenfrequentie zijn a fg e ­ stemd. D o o r geschikte keuze van de k o p p elin gsgraad tussen de kringen en de dempingen van die kringen w o rd t dan een gunstige vorm van de resonantiekrom m e van het bandfilter bew erkstelligd, b.v. de vorm met een zo groot mogelijke topbreedte en een zo steil mogelijk verloop van de flanken. O p w elk e wijze een en an d er bij tw ee-kringsbandfilters w o rd t verw ezenlijkt, is uit t a l­

rijke publicaties genoegzaam bekend.

W e lis w a a r b e sta a t er o ver drie-kringsbandfilters een tamelijk uitgebreide literatuur, m aar deze b e w e e g t zich in hoofdzaak op het gebied van algemeen theoretische beschouwingen. N atu u rlijk

*) R ad io lab o rato riu m V a n d er H eem N .V ., D e n H a a g .

(2)

116 R. J. L. Bosselaers en J. Roorda

kunnen d aaru it vo o r specifieke gevallen regels w orden afgeleid vo o r het practische o n tw erpen van dergelijke bandfilters.

D e volgende studie nu heeft betrekking op de overw egingen, die hebben gegolden bij het o ntw erpen van drie-kringsbandfilters, die in enkele series van de E rres-o m ro ep o n tvan g ers zijn toege­

past. D ie overw egingen hebben voornam elijk betrekking op de keuze van de vorm van de resonantiekrom m e en het onderzoek n a a r de middelen vo o r de practische verw ezenlijking van de gekozen vorm.

2. D efinities en symbolen*

In het volgende zal gebruik w o rd en gem aak t van de volgende definities en sy m b o le n :

O n d e r de

topbreedte

(

B

t) van een bandfilter zal w o rd en v e r ­ staan het verschil tussen de frequenties, w a a rb ij de d o o rlaa t van het filter is ged aald tot l / j / 2 van de w a a r d e bij de reso- nantiefrequentie (dus de a fsta n d tussen de 3 dB-punten).

O n d e r de

bci 7idbreedte

(

B

10) zal w o rd en v e rs ta a n het verschil tussen de frequenties, w a a rb ij de d o o rla a t is ged aald tot 0,1 van de w a a r d e bij de resonantiefrequentie (de a fsta n d tussen de 20 dB-punten).

H e t is duidelijk, d at de verhouding

B

t :

B JO

een m aat is voor de flanksteilheid van de resonantiekrom m e; hoe g ro ter de ge­

noemde verhouding is, des te g ro ter is de flanksteilheid.

V o o r de

relatieve verstemming

van een kring o f een stelsel van k r i n g e n --- w o rd t, zoals gebruikelijk, het sym-

C0o CD CD o

bool /? gebruikt.

D e ;/zde kring van het filter, bestaan de uit de serieschakeling van een zelfinductie

L m,

een capaciteit

Cm

en een w e e rsta n d

rm,

zal w o rd en g e k a ra k te rise e rd door zijn w e e rsta n d

rm

en zijn k w a lit e it s f a c t o r :

D a a rb ij zal w o rd e n verondersteld, d a t alle dem pingsoorzaken van de betrokken kring in de w e e rs ta n d

r m

zijn verrekend.

V o o r een w illekeurige frequentie k an dan vo o r de impedantie van de kring w o rd en geschreven

2

S,

m 7tn

O

J ft™ Q?n)t

w a a r in cd

I = 1 / L m Cm.

(3)

3. D e algem ene uitdrukking voor een drie^kringsbandfilten

In de meest algemene vorm k an een drie-kringsbandfilter w o rd en vo o rgesteld als aangegeven in fig.

1

. D e kringen zijn g ek a ra k te rise e rd door de serieschakeling van de zelfinductie

L,

de capaciteit

C

en de w e e rs ta n d

r.

In de laatstgenoem de w o r ­

den alle dempingsoorzaken van de b e ­ trokken kring sam engevat gedacht, b.v. is vo o r de eerste kring de door de vo o rafg aa n d e versterk b u is v e ro o r­

zaakte demping in de w e e rs ta n d

r x

verrekend, terw ijl vo o r de derde kring de belasting door de d a a ro p volgende v e rste rk tra p , c.q. de detector, in

r 3

verdisconteerd w o rd t gedacht.

T ussen de drie kringen b estaan w ed erk erig e koppelingen, a a n ­ geduid door Z I2, Z I3 en Z 23, w a a r v a n de a a r d voorshands niet w o rd t gespecificeerd.

A a n de eerste kring w o rd t de stroom

I

toegevoerd, b.v. de anode w isselstroom van de vo o rgaan d e versterk b u is, als uitgangs- spanning

II

w o rd t de over de capaciteit

C 3

ontw ikkelde spanning beschouw d. A ls o verd ra ch t van het filter w o r d t de modulus van U /I beschouw d.

D e stroom in de

mde

kring v a n het filter w o rd t aangeduid met

l m, m

= I, 2, 3. D e door de kringstroom

\m

in de kring

n

o pgew ekte spanning b e d r a a g t:

Het ontwerp van een drie-krings-middenfrequentbandfilter 117

i ld "

ks ür

___ L

F i g . 1.

m

= 1, 2, 3

n

= 1, 2, 3

m

U it de reciprociteit vo lg t d a n :

n

2/«

m

V o o r het stelsel volgens fig.

1

gelden dan de volgende v e rg e ­ lijkingen :

Ij Z ! + I 2 Z I2 + I 3 Z t3 — —

J co c z t

Ii Z I2 + I 2 Z 2 + I 3 Z 23 = o

Ii Z I3 + I 2 z 23 + I3 Z 3 = o

D e hoofddeterm inant van d a t stelsel van vergelijkingen is

(4)

118 R. J. L. Bosselaers en J. Roorda

Z

ï

Z

I2

Z

I3

Z12 2^23

7 7 7

*^13 *^23 *^3

V o o r de stroom in de derde kring w o r d t d erh alve gevonden:

I

A

Z, Z

I2

Z

I2

z

2

Z 13 ^ 2 3

7

I j(D C3

o o

en ten slotte vo o r

u/i,

w egen s u =

y j c 3

U - I

I co2 C1 C3 ' A

Z 1 Z

I2

I Z

I2

Z

2

0

7 7

^13 ^<23 0

T

A

4. O nderzoek van de sym m etrie van de doorlaatkromme*

Z o a ls in de inleiding reeds w e r d aangeduid, heeft deze studie betrekkin g op drie-kringsbandfilters, b estaan d e uit drie op d e­

zelfde frequentie afgestem de kringen, n.1. op de middenfrequentie van het toestel. E r w o rd t dus v o o ro p g e s te ld :

I

^3 ^3

( Voorwaarde I)

D a t impliceert, d at bij beschouw ing van het filter bij een w ille ­ keurige frequentie tevens g e ld t :

£ = & = & =

P 3>

zodat vo o r de impedantie van de

mde

kring kan w o rd en ge­

schreven :

Z„ = (i +jpQm) = r m + j p y j ^ -

D e eerste eis, die aan het bandfilter w o r d t gesteld, is, d at de doorlaatkrom m e als functie v a n de verstem m ing sym metrisch moet zijn ten opzichte van de resonantiefrequentie van het filter.

D a a r t o e w o rd en teller en noemer van de uitdrukking (

2

) a f ­

zonderlijk onderzocht.

U itw e r k e n van de teller van uitdrukking (

2

) g e e ft:

(5)

Het ontwerp van een drie-krings-middenfrequentbandfilter 119

T =

— i

o)2

Cx C 3 - 7 7

I 2 *-^ '2'$

(Z

I2

Z

23

— Z

I3

Z2) — Zi

3

a>2 C, I -

ZI2. z z

2 >

23

en met gebruikm aking van (

3

) vo o r de tw eed e k rin g :

— Z

I2

z

23

ar

W o r d t van b o ven staan d e uitdrukking eerst het deel tussen h aak jes bezien en w o rd t d a a rv a n v erlan g d ,'d at de modulus sym ­ metrisch moet zijn ten opzichte van

ft = O

(resonantie), dan moet gelden:

Zi

3

z

I2

z

reëel en o n afh an k elijk van de frequentie.

A a n de eerste eis kan w o rd en vo ld aan door tw ee van de k o p ­ peling 6f zuiver inductief of zuiver cap acitief te maken en de derde reëel. Z I2 en Z 23 zouden b.v. door capaciteiten kunnen w o rd en gevorm d en Z I3 door een w e erstan d . M a a r ook al zou op die wijze de vorm reëel kunnen w o rd en gem aakt, dan b e­

tekent d a t nog niet, d a t hij ook frequentie-onafhankelijk is.

Teneinde het onderhavige o n tw erp zo eenvoudig mogelijk te houden w e rd daarom g e s t e ld :

Z I3 = o (keuze A )

w a a r d o o r zeker aan de gestelde eis is voldaan. D e v o o rw a a rd e Z I3 = O is praktisch zeer w e l u itvo erb a ar. D e keuze A geeft bovendien het voordeel, d a t uit het beschouw de deel van de teller de term met

ft

verdw ijnt, w a t ten gevolge heeft, d at de flanksteilheid van de doorlaatkrom m e w o rd t vergroot.

D e teller van de uitdrukking (2) kan d a a rn a v e rd e r geheel o n afh an k elijk van de frequentie w o rd en gem aak t door vo o r Z I2 en Z 23 zuiver inductieve koppelingen te nemen, dus door te stellen :

Z I2 = j co M I2 en Z 23 = J co AT23 (keuze B ) D aarm ede w o r d t dan vo o r de teller van de uitdrukking (2) g e v o n d e n :

(6)

120 R. J. L. Bosselaers en J. Roorda

N a invoeren van de gekozen w a a r d e n van Z I2, Z I3 en Z 23 w o r d t de noemer van de uitdrukking (2):

Z ï

j co M I2

o

j co M 12

Z 2

j co M

23

o

j co M 2

3 Z 3

= Z, Z

2

Z

3

+ Z,

CO2

M l, + Z

3 m 2

Ml,

2

D e eerste term van deze uitdrukking is ten opzichte van = O symmetrisch doch de beide andere niet. W o r d t echter vo o r

co'Mlm (m

= I, 2, 3 ; /z = 1 , 2 , 3 ; ^ 7^ #) g e sc h re v e n :

co

M 2 = CO2

CÜo2 . co o

Mi

w« ƒ2

dan is het duidelijk, d a t in het d o orlaatgeb ied van het filter, w a a r

co

zeer w einig van

coQ

verschilt, nauw elijks asym m etrie m e rk b a a r is, doch d at deze p as v e r buiten afstemming prominent w o rd t. M a a r in d a t gebied is de asym m etrie van ondergeschikt belang voor het doel van het onderhavige bandfilter. *)

5

.

U itw erking van de algem ene uitdrukking voor het gekozen gevaL

W o r d t vo o r het gekozen g e v a l de uitdrukking (

2

) u itgew erkt, w a a rb ij behalve de in p a r a g r a a f 2 aangegeven notatie nog w o rd t in g e v o e rd :

M. m n

km n

"j/

L m L n fi

— ^

dan w o rd t met gebruikm aking van v o o r w a a r d e I gevonden:

co Mïnn = co (O o

2

ni n •2

L m Ln

CO

i Lm cm y Ln km n^M f .n Qm Qn CO,

Indien nu in de fa c to r

CO2/col

de noem er van de u itg ew erk te u itd ru k k in g (2) gelijk a a n I w o rd t g esteld (w a t, zoals in 4

*) Prof. Ir. B. D . H . Tellegen m a a k te er op atten t, d a t de asym m etrie

in

de la atste tw ee term en verdw ijnt, als de eerste en de d e rd e kring o n ­ d ersteld w o rd e n een p a ra lle lw e e rs ta n d te bezitten en de tw e e d e kring een seriew eerstan d . D e resonantiefrequentie van de eerste en de derde kring m oet d a n w o rd e n gedefinieerd bij open tw e e d e kring, die van de tw eed e kring bij kortgesloten eerste en derd e kring. V o o r de berekening k an d an het het b est gebruik w o rd e n g em a a k t v an de sp anningen op de eerste en d erd e kring en de stroom in de tw eede.

(7)

Het ontwerp van een drie-krings-middenfrequentbandfilter 121

i+k\

w e rd beredeneerd, geoorloofd is voor het doorlaatgebied van het filter), dan w o rd t uiteindelijk gevonden-

U i~Ö 7Q ,

i m 0 yc, c 3

__________________________________________________

K. j 0

,

0

, •

k

a3

fQ 7 Q 3

_______________________________________ ___

Q tQ '+ K iQ ^ + jp { 0 ,+ 0 2+ Q M t » + W r Q .Q 3} -P(Q>Q.+Q.Q3+Q *QJ-

j

P Q

i

Q.Q

D eze uitdrukking w o rd t iets overzichtelijker en b eter h an teer­

b a a r als nog w o rd t in g e v o e r d :

k\. O* Q, = K \ ] (6)

K, 02 03

=

K I

j

A ls uitdrukking, w a a r o p het verdere o n tw erp van het drie- kringsbandfilter zal w o rd en gebaseerd w o rd t dan g e v o n d e n :

ü = f ö ^

* m0 / 0

C 3

____ ;________________________________k k _____________________________________

I + ^ + ir:-/£(0I + 02+03+^03 + ^ 0 I) - JÖS(0I0,+ 0 103+0203)-/£3 0X0,03

(

7

)

D o o r in (7) /? = O te stellen w o rd t de o verd ra ch t bij de re- sonantiefrequentie gevonden. D eze is :

Uo V 0 , 0 3 K,

l <D0 i~ c 7 c \ ' i + K \ + K I

6. D c doorlaatkrommc van het gekozen filter*

D o o r gebruik te m aken van de uitdrukking (8) kan de uit­

drukking (7) voor het gedrag van het filter als functie van de relatieve verstemm ing /? in de volgende vorm w o rd en g e b r a c h t :

U 0 . Q 0

! + ö 2 + ö 3 +

K

i

Q 3

+ A 2

Qx

U i

+ K \ + K \

ft 2 Q* Q* Q* Q* Qz

_

: p 3

ö i

Qi Q-j

P 14 - K I + K I J ?

i

4

-

K \ 4

-

K \

(

9

)

D e modulus

Y

van de uitdrukking (

9

) is de relatieve v e r z w a k ­ king van het filter bij de relatieve verstemm ing /?. D e kromme

V =

ƒ(/?), d at is de doorlaatkrom m e, is sym m etrisch ten opzichte

(8)

122 R. J. L. Bosselaers en J. Roorda

van = O en vertoont in het algem een drie minima. B ed o eld e minima kunnen sam envallen. In d at geval heeft men te doen met de doorlaatkrom m e met m axim aal vlak k e top, w e lk e o v e r­

eenkomt met de kromme voor kritische koppeling bij tw ee-krings- bandfilters.

D a a r de uitdrukking (

9

) nogal o n h an d elbaar is, kan hij eerst b eter op de volgende wijze w o rd en g e n o rm e e rd :

Y = i

+ j a ft - b f f - j c f i 3

(10 a ) w a a r in :

^ = <2x + g a + 63 +

K \ Q,

3 +

K l Qx i + K \ + K \

i) — Q* + Q* + Qi ö 3

1 +

K \

+

K l

c

= e ,

q * q 3

1

+ K \ + K l

(10b) (10c)

(10d)

A ls nieuwe onafh an kelijke va ria b ele w o r d t

x

ingevoerd, w e lk e recht evenredig is met volgens

P = f i * >

( 1 1 )

w a a rb ij

p

zodanig w o rd t gekozen, d a t

p^c —

I. D a a rm e d e g a a t de vorm (10 a ) dan o ver in:

Y = I +

j d x — e x*

j

, (12 ) w a a r in kortheidshalve is gesteld

a p — d

en

b p* — e

.

D e mogehjke vorm en van de doorlaatkrom m e zullen nu nader w o rd en onderzocht met behulp van de uitdrukking (

12

). D a a r ­ uit v o lg t:

V

2 = i +

(d

2 — 2

e) X*

+

(e 2 —

2 d )

x

4

x'

of met

A = d~ — 2 e en B = e2 — 2 d:

Y 2

= i +

A x 2

+

B x 4

+

x 6

(

13

)

N u heeft

V = f (x)

volgens (

15

) een a a n ta l extrem e w a a r d e n : het a a n ta l en de p la a ts d a a r v a n bepalen de vorm van de

d Y

kromme, die het ve rb a n d tussen

Y

en

x

aangeeft. D o o r --- = O

d x

te stellen kunnen de p laatsen van de extrem e w a a r d e n w o rd en

(9)

Het ontwerp van een drie-krings-middenfrequentbandfilter 123

b e p a a ld ; door --- voor de gevonden w a a r d e n van ;r te on-

d x 2

derzoeken kan de a a r d van de extrem e w a a r d e n w o rd en v a s t ­ gesteld. U it (

13

) v o lg t:

d Y A x

+ 2

B x*

+ 3

x 5

t

d x

]/ i

+ A x 2 + B x* -\- x 6

:odat

d V

d

x — O

en ;r2 = —

nul w o rd t vso r

A x + 2 B * 3 + ^x3 =

O, dus voor

B

,

i / B 2 A

= — ± / — —----

3

'

9 Ô

o

aan ta l gevallen van

zij

en w e l:

a.

A

< o

]

b.

A~ 2i o B ^ o

c.

A

> o

B

< o

B * >

3

A

d.

A > o

B < o , B*

= 3

A

J e.

A

> o

B

< o

B

2 < 5

a

er zijn drie extrem e w a a rd e n , w a a r v a n [een bij

x

= o, onverschillig w elk e w a a r d e

B

heeft (fig- 2 a ) ;

er is één extrem e w a a r d e bij „r = O (fig. 2 b );

er zijn vijf extrem e w a a r d e n (fig. 2c);

er is één extrem e w a a r d e bij

x —

o en er zijn tw ee buigpunten met horizontale raaklijn (fig. 2 d ) ;

er is één extrem e w a a r d e bij

x = O

(fig. 2e).

In de gevallen b t/m

U 2 V

te zijn, d a a r

\ d x r'

e blijkt de extrem e w a a r d e bij

x

|

— A —

p o s itie f; in geval a

X — o

= O een minimum is het een maxi- mum. In het laatstgenoem de g e­

v a l blijken de andere tw ee e x ­ treme w a a r d e n minima te zijn.

In geval c blijken er tw ee m axi­

ma en drie minima te zijn, w a a r ­ van een bij

x = o.

In g eval d, het o v e rg a n g sg e v a l tussen c en e, nl. de o vergan g van vijf op één extrem e w a a r d e , blijkt voor

(10)

124 R. J. L. Bosselaers en J. Roorda

x * = -

B

te gelden

d

2 F

d x 2 = o,

2__

3

zodat hier sp rak e is van buigpunten met horizontale raaklijn, optredende bij

x —

---— en

x

= -4— -— . H e t minimum bij

x = O

y 3

_ v 3

is hier eveneens aanw ezig.

In lig.

2

zijn de vijf krommevormen schem atisch aangegeven.

7

.

K euze van de vorm van de doorlaatkromme*

U it de krommen volgens fig.

2

moet nu die vorm w o rd en ge­

kozen, die het meest geschikt w o rd t geacht vo o r het verd ere ontw erp van het bandfilter. JDe vo o r het onderhavige o n tw erp gem aakte keuze beru st in de eerste p la a ts op de

practische over­

weging,

d a t het a a n b e v e le n sw a a rd ig is om de afstem krom m e die vorm te geven, die bij de resonantiefrequentie

(x =

o) m axi­

mum d o o rla a t geeft en w e l alleen bij die frequentie. V o o r om- roepontvangtoestellen is d a t een zeer prettige eigenschap met het oog op het afstemm en van het toestel, om dat de juiste a f ­ stemming dan goed door middel van de alstem indicator is w a a r te nemen.

O p de genoemde grond zijn dus de krom m evorm en

u

en

c

niet v e rd e r in aanm erking genomen. D a a r de kromme

e

de ten­

dentie vertoont om een steeds kleinere to pbreedte te geven is ook deze vorm v e rd e r buiten beschouw ing gelaten. D e keuze is daarom gevallen op de krommevorm

d,

w e lk e bij de over- gang n a a r

A —

O,

B

= O o v e rg a a t in de vorm

b.

H e t o n tw erp van het drie-kringsbandfilter zal daarom v e rd e r w o rd en u itg ew erk t met de v o o r w a a r d e n :

A^> o ; B

<C o ;

B 2 =

3

A

(keuze C ) D aarm ede neemt de uitdrukking (

13

) de volgende vorm a a n : F 2 = i +

A x 2

— ]/ 3

A

.

x*>

+

x e

(

14

)

V o o r enkele w a a r d e n van

A

zijn de krommen vo o r F =

f (x)

volgens (

14

) vo o r de positieve

x

in fig. 3 uitgezet (op grond van de sym metrie kan de kromme voor negatieve

x

w o rd en v e r ­ kregen door spiegeling ten opzichte van de F-as).

(11)

Het ontwerp van een drie-krings-middenfrequentbandfilter 125

A * o - y

_______

A » 3 f — A « 2

y Y - tK .\

0 0.25 C).5 0 75 125 1.5 X

D e volgende v r a a g is nu, w elk e w a a r d e van

A

het meest w e n ­ selijk is vo o r het ontw erp. H e t ligt vo o r de hand om het an t­

w o o rd op deze v r a a g te zoeken met het oog op de topbreedte en de b an db reed te van het filter. D a a r

x

volgens (

11

) w e lis w a a r recht evenredig met is, doch

p

vooralsnog niet is b ep aald en

{$

de relatieve verstemming is, kunnen op grond van fig.

3

slechts

vergelijkende beschouwingen w o rd en gem aakt.

V o lg e n s de definitie van topbreedte kan de relatieve to p ­ b reed te van het filter w o rd en b ep aald door in fig.

3

bij de b e ­ trokken kromme a f te lezen bij w e lk e w a a r d e n van

x

de door het filter vero o rza ak te v e rz w a k k in g is toegenomen tot "[/"2-m aal de w a a r d e bij resonantie. E ven tu eel kunnen die w a a r d e n van

x (x x

en

x2)

door middel van (

14

) w o rd en berekend door

Y = 2

(12)

126 R. J. L. Bosselaers en J. Roorda

te stellen. Z o a ls bij benadering uit fig.

3

is a f te lezen en door oplossen van de genoemde vergelijking is v a s t te stellen, b e d ra a g t de relatieve topbreedte van de krommen :

A — Of

relatieve topbreedte —

x T

= 2,00

ft >> jt

— 2,46

11 tt tt =

2,52

ft tt ff —

2,00

ff ff ff

2,00

A =

1,

A =

2,

^ - 3>

A >

3,

A lleen op de relatieve topbreedte lettende, zou de kromme vo o r

A = 2

dus de vo o rk eu r verdienen vo o r het verkrijgen van een grote topbreedte, h o ew el door interpolatie uit de b o ven ­ staande tab el is a f te leiden, d a t een iets gunstiger w a a r d e van de relatieve topbreedte ligt bij

A —

1,7 a 1,8. W o r d t echter tevens de vorm van de top van de kromme beschouw d, dan lijkt de kromme voor

A =

I, ondanks de iets kleinere relatieve topbreedte, toch ook zeer aantrekkelijk.

E e n soortgelijke beschouw ing kan w o rd en gehouden vo o r de relatieve b an db reed te, die p er definitie betrekkin g heeft op 10-voudige verz w a k k in g ten opzichte van de d o o rla a t bij re s o ­ nantie. D a a r v o o r w o rd t gevonden:

A — O,

relatieve ban db reed te

x^ — x x =

4,30

A = i,

A =

2,

A = 3 .

f f ff

f f f r

ft ff

= 4,56

=

4,70

= 4.84

O p zichzelf betekenen deze w a a rd e n vo o r de relatieve b a n d ­ breedte weinig, m aar w el w a n n e e r ze in verb an d w o rd e n ge­

b rach t met de relatieve topbreedte. Z ijn nl. de resonantiefre- quentie en de bandbreedte

B 10

van een filter gegeven (zodat indirect ook de w a a r d e van

p

is bepaald), dan kan vo o r de verschillende w a a r d e van

A

de topbreedte w o rd en berekend u i t :

relatieve topbreedte

Bt --- 7--- X B 10 .

relatieve bandbreedte

E r w o rd t dan gevonden:

A

-

B t =

0 0,465

B

i 0,540

B

2 o ,

53

S

B

3

0 ,4 1 5

(13)

Het ontwerp van een drie-krings-middenfrequentbandfilter 127

O p deze wijze beschouw d (d.i. dus met betrekking tot de flanksteilheid van de doorlaatkrom m e), geelt de kromme voor

A

I, ondanks de iets kleinere relatieve topbreedte, in een gegeven g e v a l een iets grotere w a a r d e van de topbreedte dan

A =

2.

A fh a n k e lijk van de eisen, die aan het te ontw erpen filter w o rd en gesteld met betrekking tot de top-, respectievelijk de b an db reed te, zal de beste w a a r d e van

A

moeten w o rd en ge­

kozen. W o r d t b.v. g e v ra a g d om bij gegeven resonantiefrequentie en bandbreedte het filter zo in te richten, d at de topbreedte zo groot mogelijk w o rd t, dan w o rd t door interpolatie met b e­

hulp van de bovenstaande tab el voor

B t

gevonden, d a t dan een w a a r d e van

A

van 1,25 a 1,30 moet w o rd en gebruikt.

A ls in een specifiek geval een besluit is genomen betreffende de w a a r d e van

A ,

dan moeten

d

en

e

w orden berekend met inacht­

neming van (keuze C )

A > o , B < o

en

B 2 = ^A.

E r geldt d a n :

d 2 — 2 e — A

Fig-

4

.

- 2 d + e* = - U A

Bij onderzoek blijkt, d at vo o r

A

> O bij elke w a a r d e van

A

slechts één stel positieve w a a rd e n van

d

en

e

voldoet. D ie bruikbare w a a r d e n van

d

en

e

zijn in de grafieken fig.

4

als functie van

A

uitgezet.

8* Keuze van de voorw aarden voor het ontw erpen van een m X -bandfilter met vaste bandbreedte*

N a d a t door de keuze van

A

en

B

en d a a rd o o r indirect van de coëfficiënten

a, b,

en

c

in (10 a ) de vorm van de d o o rla a t­

kromme in principe is vastgelegd, moeten door middel van de vergelijkingen (10b) t/m (10c) de verschillende w a a r d e n van

K

en

Q

w orden berekend. In de genoemde vergelijkingen komen echter vijf onbekenden voor, zodat er tw ee vrij kunnen w o rd en gekozen. N atu u rlijk mag die vrije keuze geen aanleiding geven tot tegenstrijdigheden.

(14)

128 R. J. L. Bosselaers en J. Roorda

E r is b.v. ter vereenvoudiging w e l vo o rgesteld om S i

=

S 2

= Q 3

te stellen [1] (zie literatuuroverzicht). H e t kan echter gem akkelijk w orden aangetoond, d a t het stelsel van vergelijkingen onder de reeds gestelde „v o rm ^ -v o o rw a a rd e n vo o r de doorlaatkrom m e (keuze

A

t/m

C)

dan o n o p lo sb aar is. D a t is ook het g eval als S i = S 3 w o r d t gesteld [1],

Anderzijds is vo o rgesteld om de verhouding tussen de drie S -w a a rd e n vooruit v a s t te stellen, dus om als gegeven aan te nemen S i : S 2 : S 3 — 1

:f : g

[

3

]. D a a rb ij mag in het onderhavige geval, zoals reeds w e rd opgemerkt,

g

niet gelijk aan I zijn om strijdigheid van de vergelijkingen te vermijden.

D e voorgestelde methode, dus het stellen van

S i • S 2 • S 3 = 1 (keuze

D)

zal hier w o rd en gevolgd, w aarb ij echter niet met vooropgestelde, w illekeurig gekozen w a a r d e n van

f

en

g

zal w o rd e n g e w e rk t, doch pas in de loop van de berekening een passende keuze zal w o rd en gedaan. D ie keuze zal dan rekening kunnen houden met de practische realiseerb aa rh eid van het filter.

W o r d e n in de vergelijkingen (

10

a) t/m (

10

c) de p aram eters

d,

ingevoerd, dan ontstaan de volgende vergelijkingen voor de bepaling van S i > ATj, :

i

+ f + g (

i +

K j)

+

K

2

(-) _ d

i

+ K \ + K l

p

(

15

a)

f + g + f g

„ *

i

+ K \ + K \ ' P*

(

15

b)

f g

I

J S

/O

3

i +

K \ + K l

(

15

c)

H ierbij behoeft de p a ra m e te r

p

nog enige toelichting. D ie is namelijk b ep aald door het verb an d , d a t door de o n tw erp g eg e­

vens tussen /f en

x

w o rd t gelegd. Immers volgens (

11

) is :

w a a r in

f 0

de resonantiefrequentie van het filter is en A

f

de ver- stemming om de b etrokken te verkrijgen. Indien b.v. w o r d t gesteld, d at bij

f 0 =

450 k H z de topbreedte van de d o o r la a t­

kromme 9 k H z moet bedragen en er w o r d t besloten om het b e ­ trokken filter met

A = 2

uit te voeren, dan is het volgens fig.

3

(15)

Het ontwerp van een drie-krings-middenfrequentbandfilter 129

de w a a r d e van

x

vo o r de relatieve topbreedte gelijk aan I,2Ó, zodat volgens (

16

) dan moet w o rd en gerekend met

I

9

--- • .

1,26 450 0 ,0 16 •

D e w a a r d e van

p

is dus b ep aald door de aan het filter gestelde eisen m ehbetrekking tot de resonantiefrequentie en de doorlaat- breedte.

E r van uitgaande, d at

d f e

en

p

zijn gegeven, kan uit (

15

b)

en (

15

c) gem akkelijk w orden afgeleid :

= _ j_ . / + £ +

f e

ep f g

in deze fase van de berekening is het opportuun om een be­

sluit te nemen betreffende de aan / en

g

te geven w a ard en . D a t besluit kan het beste w o rd en genomen op grond van

practische overwegingen omtrent de realiseerbaarheid van Q1.

D e eerste kring van het m.f. bandfilter is als regel opgenomen in de anode- keten van een mengbuis of versterk b u is en zal dus, behalve door zijn intrinsieke verliesw eerstan d , zijn gedem pt door de inwendige w e e rsta n d van de betrokken buis. N u is het uit ervarin g bekend, d a t het voor m.f. in het gebied van ca.

425

tot

500

k H z onder de genoemde omstandigheden moeilijk is, een kring te verw ezen lij­

ken met een

Q

g ro ter dan ca.

150

; la g er is eerd er te v erw ach ten dan hoger. V o o r de tw eed e kring van het bandfilter, die alleen is gedem pt door zijn intrinsieke verliesw eerstan d , liggen de zaken gunstiger, m aar d at de realiseerb are

Q

veel hoger zal liggen dan ca.

180

is ook niet te verw ach ten . A ls de derde kring w o rd t gevolgd door een m.f. versterk b u is, is de situatie voor de kring ongeveer gelijk aan die van de eerste, m aar als de derde kring de detector en eventueel een A V C - s y s t e e m moet voeden, is de situatie beslist ongunstiger en moet er rekening mee w orden gehouden, d a t de re a lise erb a re

Q

w e l kan dalen tot

50

a

60

.

N a de keuze van

f

en

g ,

en dus van

QI

volgens (

17

), levert het oplossen van de vergelijkingen (

15

) n a a r

K x

en

K 2

geen moeilijkheden meer op.

9* Berekeningsvoorbeeld voor een bandfilter met vaste bandbreedte*

G e v r a a g d w o rd t een drie-krings-bandfilter te berekenen voor een resonantiefrequentie van

450

k H z , een bandbreedte

B

10 van

20

k H z en m axim ale topbreedte.

(16)

130 R. J. L. Bosselaers en J. Roorda

V o lg en s de in p a r a g r a a f

7

gegeven beschouw ing w o rd t aan de eis van maximum topbreedte bij gegeven b an db reed te bij de gekozen vorm van de doorlaatkrom m e (keuze

C)

voldaan door de doorlaatkrom m e met

A =

1,25 . D e kromme vo o r die w a a r d e van

A

komt in fig.

3

niet voor, zodat de w a a r d e van ;r, beho­

rende bij de relatieve ban db reedte, moet w o rd en bereken d uit (M ) door j/2 = 100 te stellen, dus uit:

x 6 - V

3>75 •

x 4

+ 1,25 u'2 - 99 = o D a a r a a n w o rd t vo ld aan door

x li2

= + 2,30 . V o o r

p

w o rd t voor

het gegeven gegeven g eval dus volgens (

16

) gevonden:

20

450 0 ,0 19 4

D o o r in (M )

y* =

2 te stellen w o rd t vo o r de relatieve to p ­ breedte gevonden:

x 1>2 =

± 1 , 2 4 . D a a rm ed e kan de topbreedte dan w o rd en b e r e k e n d :

B t

=

h f A . 20 =

10,8 k H z.

2,30

V o o r

A

= 1,25 w o rd t uit fig.

4

afgelezen:

d =

2 ,10 ;

e =

1,45 .

zodat op

f

en

g

na alle p aram eters bekend zijn.

D e uitdrukking (

17

) le v ert d a n :

I

i

,54

• 0,0194

ƒ +

g

+

f g

f g 35

,

6

-

f + g + f i Cr

f g

D a a r , zoals in p a r a g r a a f 8 is beredeneerd, niet is te verw ach ten , d a t een

Q

T van 15 0 gem akkelijk zal zijn te realiseren, verdient het in dit geval aanbeveling om

f

en

g

zo te kiezen, d at

f + g + f

&cr

J & fc

, ar

J S

een w a a r d e heeft van ten hoogste 4. D a a r ƒ w e l iets gro ter dan I mag zijn, m aar

g

b eter aanzienlijk la g er dan I kan w o rd en ge­

kozen, lijken de volgende w a a r d e n red elijk : / =

l >2 5

;

g =

o,S D aarm ede w o rd t dan voor

Q 1

g e v o n d e n :

1,25 + 0,5 + 0,625

135,3

0,625

(17)

Het ontwerp van een drie-krings-middenfrequentband filter 131

en v e rd e r

ß2 = 1,25 . 135,3 = 169,1 ö 3 = 0 , 5 . 1 3 5 , 3 = 67,7

Bij verd ere oplossing van de vergelijkingen (

15

) w o rd t v e r k r e g e n :

K \ = 8,06 , K , = 2,84

K \ = 2,17 , K 2 = 1,47

D aarm ede zijn dan alle gegevens bekend, die nodig zijn om het betrokken bandfilter te construeren.

10* Keuze van de voorw aarden voor het ontwerpen van een m*f* bandfilter met variabele bandbreedte, waarbij de overdracht bij resonantie slechts binnen bepaalde grenzen mag variëren*

V o o r de o verd rach t bij de resonantiefrequentie w e rd gevon­

den (8) :

U

q

j

6 , g 3

K i K a

y

<o 0 f C 7 C3 ' i + K \ + K \

U it die uitdrukking is voorshands w einig op te maken, d a a r de w a a rd e n van

K

en

Q

gekozen dienen te w orden overeenkom stig de verlangde doorlaatkrom m e van het filter. Bij een filter met vaste b an db reedte is de o verd rach t bij resonantie niet ter sprake gekomen, omdat de nadru k is gelegd op het verw ezenlijken van de vorm van de doorlaatkrom m e. Indien bij een dergelijk filter de o verd rach t ook nog een fa c to r van belang w o rd t geacht, dan kan aan die eis bij het constructieve ontw erp nog in ruime mate w o rd en tegemoet gekomen door de keuze van de w a a r d e n van

en£

7

3 en de daarm ede samenhangende w a a rd e n van

L x

en

L y

D e zaa k w o r d t anders bij het ontw erpen van bandfilters met variab ele bandbreedte, w a a rb ij de v ariatie w o rd t b e w e r k ­ stelligd door veranderin g van en/of

K

2 , indien daarbij de eis w o rd t gesteld, d a t bij verandering van de b an db reed te de o v e r­

drach t van het filter slechts in geringe mate mag veranderen.

Teneinde een inzicht te krijgen in de invloed van

K x

en

K 2

op de o verd rach t van het filter, zal w orden nagegaan, w e lk effect verandering van

K T

en

uitdrukking (8) heeft.

D a a r to e w o rd t in de eerste p laats nagegaan of genoemde fa cto r ook een maximum heeft. D a t blijkt inderdaad het geval te zijn.

/of

K 2

op de fa c to r

K x K 9

i +

K \

+

K

in de

f ( K lf K 2)

=

K x K 2 i

i +

K \

+

K

22

(18)

132 R. J, L. Bosselaers en J. Roorda

heeft een absoluut maximum gelijk aan 1/2 , doch d at w o rd t b e ­ reikt bij

K T

=

K 2

= o o . V o o r eindige w a a r d e n van

K x

en

K a

is er w el een re la tie f maximum, nl. bij variatie van

K 2

als

K \ —

I +

K \

of bij variatie van

K 1

als

K \

= I H- K \ . D e relatieve m axima bedragen respectievelijk

.

---

K x

bij v ariatie van , 2 y i + k

\}

K ,

____

,--- bij v ariatie van

K T

. 2 y i +

K \]

D e relatieve m axim a nemen toe als de k o ppelfactoren gro ter w o rd en gem aakt.

D a a r de grootheden

K x

en

K 2

beide van invloed zijn op de doorlaatkrom m e van het drie-krings bandlilter, zal nu w o rd en nagegaan, binnen w elk e grenzen bij een gegeven

K 2

kan w o rd en gevarieerd, zodat de o verd rach t bij resonantie niet v e r ­ der d a a lt dan tot

0,9

van de w a a r d e bij het relatieve maximum (m .a.w. de v ariatie van de o verd rach t w o r d t b e p erk t tot 1

dB).

D e bedoelde grenzen van

K 1

volgen derhalve uit:

i

+ K \ + K \

2 y i +

K l

D a a r u it v o lg t:

k

[

= 0 ,6 2 8 y i

+

k

\ } K l

= 1,5 9 4 1 i +

K \

D e verhouding w a a r in

K x

kan w o rd en gevarieerd, zodat de o v e r­

drach t ten hoogste 2

d B

afneemt, is dus onafhankelijk van

K 2

en b e d r a a g t :

k

: =

1,954

k

;

0,628

Bij het ontw erpen van een drie-krings bandfilter met v a r ia ­ bele bandbreedte, w a a rb ij slechts een beperkte variatie van de o verd rach t bij resonantie is toegestaan, k an de keuze

D

niet w o rd en gehandhaafd, omdat door die keuze bij v o o rb a a t een verb an d tussen

K 1

en

K 2

w o rd t gelegd, d at a c h te ra f w e l in strijd k an blijken te zijn met de eis van beperkte variatie van de overdracht. In het g eval van v a ria b ele bandb reedte heeft het dus zin om één van de bij keuze

D

genoemde facto ren als on­

bekende te stellen en bij v o o rb a a t een ve rb a n d te leggen tus-

(19)

Het ontwerp van een drie-krings-middenfrequentbandfilter sen en

K

2 , dus b.v.

133

Qi • öa = 1 :f> I

K \ — vt (i + K I ) J

(keuze ii) w a a rb ij ƒ en

7

;z bij het o n tw erp n ad er te kiezen factoren zijn.

H e t stelsel van vergelijkingen (

15

) moet dan w o rd en opgelost met

Qi y K r

en ^ als onbekenden. Bijzondere moeilijkheden le­

v e rt d at niet op, tenzij het vinden van een dubbel stel oplos­

singen als b e z w a a r w o r d t ondervonden.

11* Berekeningsvoorbeeld voor een bandfilter met variabele bandbreedte*

G e v r a a g d w o rd t een drie-krings bandfilter met variab ele b a n d ­ breedte te berekenen vo o r een resonantiefrequentie van

450

k H z ,

w a a r v a n de ban db reed te maximum

20

k H z b e d ra a g t en d a t bij di e maximum bandb reedte de re la tie f maximale topbreedte heeft en w a a r v a n de o verd rach t bij variatie van de bandbreedte niet m eer dan I d B mag veranderen.

D e grootste bandbreedte w o rd t verkregen bij de grootste w a a r d e van

K x

. D a a ro m is in overeenstem m ing met (

18

) de

berekening g eb aseerd op

m

= 1 , 6 ; dus op:

K \ = 2,56 (i + K l ).

D a a r bij de grootste bandb reedte de topbreedte re la tie f m axi­

m aal moet zijn, is volgens fig.

7 A -

2 gekozen, h o ew el de op­

timale w a a r d e van

A

vo o r dit geval een ietsje la g e r ligt. U it fig.

4

volgen dan de w a a r d e n vo o r

d

en

e,

nl.

d —

2 ,18 ;

e —

1,38 . V o o r

p

w o r d t dan volgens (

16

) gevonden:

I 20

p

= --- • ---= 0 ,0 19 •

2,35 450

D e w a a r d e van

f

moet nu nog w o rd en gekozen. D a a r er in het gegeven geval geen aanknopingspunt b e s ta a t vo o r een sch at­

ting van

f

en

g

op b asis van uitdrukking (

17

) d a a r

g

tot de onbekenden behoort, doch

Q 2

in het algem een w e l iets groter mag zijn dan Qi , w o rd t (overigens geheel w illekeurig) besloten tot

9

W o r d e n met deze gegevens de vergelijkingen (

15

) opgelost, dan w o r d t g e v o n d e n :

(20)

134 R. J. L. Bosselaers en J. Roorda

q : = 14 6 q : = 200 Q J = 163 q: = 222 Ö / = 76,5 Ö3" = 59,5

k ; = 2,99 k : = 3,62

k ; = 1,58 k ;= 2,03

D e keuze tussen de beide mogelijke uitvoeringsvorm en van het g evraag d e bandfilter is na het gezegde in p a r a g r a a f 8 o ver de practische re aliseerb aa rh eid van de filters geen p ro b le e m : alleen het eerste filter is re a lise erb a a r.

Bij de maximum bandbreedte is de topbreedte van het filter :

B t

= o ,S

3

S

B lo

Fig. 5.

= io,7 k H z .

In fig.

5

zijn tw ee door- laatkrom m en aan geven van het berekende filter. In de eerste p la a ts die met de grootste bandbreedte, dus vo o r

m = 1,6

en in de tw eed e p la a ts die voor

m —

0,6, w a a rb ij de o verd rach t iets kleiner is dan bij

m

=

1,6,

om dat

m

=

0,6

net buiten het bereik van de to e la a tb a re v a ­ riatie van

tn

volgens (

18

) ligt.

D e doorlaatkrom m e vo o r

m

= 0,6 toont een topbreedte van

4,4

k H z bij een b a n d ­ breedte van

14

k H z . M e t de regeling c.q. instelling van

K x

binnen de genoemde grenzen is dus een behoorlijke bandbreedte regeling te verkrijgen, zonder d at de o verd ra ch t bij resonantie d a a rd o o r een aanzienlijke veranderin g ondergaat.

12* G eraadpleegde litteratuur*

1. R o o r d a , „Enige beschouwingen over drie-krings bandfilters”, Tijdschrift voor Radiotechniek, 1947, no’s 9, 10 en 11.

2. M a t h e r , „An analysis of triple tuned coupled circuits”, Proc. Inst. Radio Engrs., July 1950.

3. M e i n k e / G u n d l a c h , „Taschenbuch für Hochfrequenztechnik”, 1956, pag. 765—744, en de daar aangehaalde literatuur.

Manuscript de eerste maal ontvangen op 10 december 1956.

(21)

Deel

23

- No.

3

-

1958

S A T C O

A new System for Air Traffic Control

135

A review of short lectures given by members of the N .V. Hollandse Signaal­

apparaten at Hengelo (O) before the Nederlands Radiogenootschap on the occasion of a visit to Signaal’s W o rk s on the 2nd October 1957.

Summary

T h e above m entioned lectures can be com bined into three groups of w hich the first deals w ith the general b ack g ro u n d know ledge, required for u n d e rsta n d in g the S A T C O system ( S A T C O being derived from S ignaal A utom atic A ir Traffic C ontrol).

T he lectures belonging to the second group all deal w ith the la b o ra to ry model of the d a ta processing equipm ent, telling w h a t it should do and h o w it w ork s.

T he last group of lectures deals w ith the use an d possibilities of r a d a r and deriving from th a t the specific r a d a r items required for the S A T C O - system.

L Introduction*

1

.

1

.

The problem.

The problem of air traffic control is b a sic a lly a queueing p r o ­ blem. A ir c r a ft tak e off and land a t random in tervals, and while the intervals b etw een a ir c ra ft are sometimes long enough to enable each to be handled easily, a t other times the in tervals are so short th at “ bunching u p ” occurs and a queue with its resu ltan t d e la y s and dangers is formed.

I t is difficult, if not alm ost impossible, to avoid this random flow of traffic. A ir c r a ft do not run on r a ils : th e y are subject to unpredictable d elays due to a num ber of different causes *—

w e a th e r, minor electrical or m echanical failures before take off, d elays in p assen ger handling, and the occasional inevitable human errors.

I t folio w s, therefore, that the required handling c a p a c ity of an a ir traffic control system is to be estim ated not so much b y the a v e ra g e ra te of traffic flow but b y the expected density o f p e a k traffic periods. F o r instance, an a v e ra g e traffic flow of, say,

240

flights per d a y might seem to indicate no more than one flight e v e ry six minutes *— a situation w e ll w ithin the capa-

(22)

136

city of the present m anual control system. In fact, such an a v e ra g e ra te w ill alm ost certainly entail p e a k periods during which anything up to

30

a irc ra ft w ill be sim ultaneously under control. W i t h g re a te r rates of a ir traffic flow, the density of p eak period traffic is correspondingly increased — the operatio­

nal requirem ent fo r the London C o n tro l A r e a , fo r instance, is fo r a system capable of processing

90

a irc ra ft movements a t a time. The coordination and “ de-random ising” of so m any flights into an o rd e rly traffic p attern is no e a s y task, and it is this problem — how to handle p eak traffic periods w ith maximum efficiency and safet3r — th at is the principal problem of air tralfic control today.

Th e increase in a irc ra ft speeds aud the higher den sity of traffic expected in the future serve only to emphasize the p ro ­ blem, not to change it.

1.2 .

W h a t c a u s e s a i r t r a f f i c q u e u e s ?

A p a r t from the basic cause — random traffic flow *— th ere are three other main cau ses:

a.

Poor data processing.

U n d e r presen t system controllers w o r k from w h a t are know n as Flig h t P ro g re ss S trip s. These strips are p rep ared b y hand

— up to six strips per a ir c r a ft — and they show details of the a irc ra ft's flight plan as am ended by position rep o rts from the pilot and calculations b y the controller. T hese p rog ress strips are all the inform ation which the controller has from which to form a traffic plan.

In periods of p eak traffic density, control staffs m ay be called upon to w rite out as m any as

75

progress strips w ithin little more than a q u a rte r of an hour. F ailu re to achieve this means th at a irc ra ft arrive in the region concerned w ithout the con­

tro ller being w arn ed . D e la y s result, and there is also some risk to safety. M o re o v e r, beyond a certain w o rk lo a d , as the air traffic queue becomes longer, the time taken to process flight plans increases and so fu rth er lengthens the queue.

A fu rth er point is th at the controller s traffic plan is b ased on a mixture of experience and g u essw o rk . H is prediction of flight paths can only be approxim ate, and, unless his experience and ab ility are exceptional, his traffic plan w ill seldom be the most efficient possible.

( I f should be borne in mind th at an a ir traffic plan is fo u r­

(23)

SATCO — A new System for Air Traffic Control 137

dimensional — plan position, height and time — and th at an e x ­ ceptional degree of intelligence is required to m ake such plans qu ickly and efficiently.)

b.

Separation standards.

U n d e r I C A O regulations n o n -rad ar sep aration stan d ard s are such that controllers are often obliged to interpose an in terval of as much as 10 minutes betw een aircraft.

G iven a r a d a r derived display, controllers are allo w ed to r e ­ duce the separation to a minimum of

5

miles. P resen t air traffic control r a d a r system s fo r the most p a r t extend only to some

50

miles range from a control centre. W h ile this enables r a d a r separation stan d ard s to be applied to a irc ra ft in the term inal area, n on -radar separation stan d ard s must still be applied in the a ir w a y s , and much of the benefit of r a d a r separation is therefore lost.

c.

Landing aids.

Although there have been great improvements in landing aids during the p a st fe w y e a rs , the best landing in terval in poor w e a th e r that can a t present be achieved w ith civil a irc ra ft is about

2

V8 minutes using G rou n d C o n tro l A p p ro ach equipment.

The theoretical maximum landing rate, reg ard less of w eath er, is a p p ro x im a te ly three-qu arters of a minute betw een a irc ra ft

—- th at is, roughly the time during which the actu al ru n w a y is occupied b y the aircraft. This landing rate is, therefore, the theoretical limit of the rate of air traffic flow to an y one a ir ­ field using one r u n w a y fo r landings and one fo r take-offs. In single r u n w a y operation, in o rder to allo w fo r take-offs as w ell as landings, the theoretical limit w ill be ap p ro xim ately 1 J/2 minutes betw een aircraft.

1

.

3

.

P r i n c i p l e s .

From the foregoing, it w ill be seen th at any s a tis fa c to ry so­

lution should either eliminate or considerably reduce the main causes of air traffic queues. " N o stacking” should be its motto.

There is ava ila b le to d a y a g re a t v a r ie ty of techniques and d e­

vices which could be ad ap ted fo r this purpose, but the difficulty is th at of choosing which techniques and which devices to use.

There is also the constant problem of how, once a sta rt has been made, to m ake allow an ce fo r n ew technical developm ents in the future.

(24)

138

In order to ease this em barrassm ent of choice and to sim plify the solution of the problem, certain basic principles w e re laid dow n fo r the S ig n a a l system — “ S A T C O ” :

a.

That the equipment should not involve any m ajor change in fly in g procedures or in the present a ir traffic organisation

. I t is possible to conceive an en tirely different a ir traffic control system — fo r instance, one b ased on the fighter control system envolved b y the R o y a l A ir F o rce during the second W o r l d W ^ a r — but from the point of v ie w of p ractical politics to bring into force an entirely n ew organisation w ould be as difficult as, s a y , changing the ro ad traffic in E n g la n d from the left-hand to the right-hand side. M o re o v e r, from a theoretical exam ination of the present organisation, it seems clear that the w e a k n ess of the presen t organisation is not the system itself, but the method b y which the system is carried out. ^ V h a t is needed is not a n ew system, but a rad ical im provem ent in the out-of-date equipment used b y controllers to enable them to do their w o rk and to meet the dem ands of the future w ith ease and w ith confidence.

b.

That the equipment should be basically

ground” equipment

.—

that is that it should not require special equipment in a ir c ra ft other than the presen t radio and n avigational aids now carried.

The reason fo r this principle is, firstly, th at it is difficult to ensure that all a irc ra ft w ill be fitted w ith such special equip­

m ent; an a ir c ra ft not so fitted might cause chaos in a system which w a s en tirely dependent on such equipment. Seco n d ly , the expense of fitting special equipment in all civil a ir c ra ft w ould be v e r y high indeed and might w ell be beyond the means o f the sm aller airline companies and of p rivate ow ners. F in a lly , it is lik ely th at there w o u ld be considerable d e la y s in obtaining international agreem ent fo r such equipment and hence consider­

able d e la y before an a ir traffic control system b ased on such equipment could be introduced into service.

c.

That the system as a whole should be capable o f being built up “ brick by brick” .

F irstly , because of the expense of modern equipment, in stal­

ling the system by degrees enables this expense to be sp read o ver a num ber of y e a r s , while a t the same time bringing about an immediate im provem ent from the moment the first brick is laid. Seco n d ly, brick b y brick building enables full ad v a n ta g e

(25)

SATCO -—' A new System for Air Traffic Control 139

to be taken of the subsequent invention of new devices. T hirdly, countries w ith co m p a rativ ely lo w traffic densities w i 11 still be able to use certain items, which they m ay nevertheless need, w ithout having to install the complete S3rstem.

d.

That the system should be capable o f being used independently o f equipment

,

or lack o f it

,

in adjacent control centres.

W h ile this principle is perh ap s not so im portant as the p re ­ ceding principles, it w a s laid dow n in order to make it possible fo r those countries w here the need fo r equipment is urgent to install the system w ithout having to wrait fo r action in neigh­

bouring countries or control centres. E v en tu a lly , a t least a com­

mon “ d ata-lin k ” system w ould be v e r y d esirable, but fo r the moment, p ro g ress should not w a it upon such a development, provided that allow an ce is made fo r it in the system.

From the foregoing an alysis of the air traffic control problem, an obvious choice of equipment emerges.

F o r the

data processing

function, clearly the modern d evelo p ­ ment in electronic digital technics are id eally suited. F o r the reduction of separation stan d ard s and fo r the more efficient use of air space, specially developed

radar

w ith associated new forms of r a d a r disp lays should provide the a n sw er.

2♦ D escription of a laboratory model of the data processing equipment*

A f t e r careful consideration the idea of an analogue computer w a s discarded in fa v o u r of a digital one because of, to mention a fe w of the reasons, the digital form in which most of the in­

put d a ta are presented, the v e r y large demand fo r d a ta storage cap a city and the accessibility to these data.

F o r this special air traffic control problem w e are planning a special purpose digital computer. To become fam iliar w ith such a computer, a la b o ra to ry model w a s built, capable of solving a simple air traffic control problem, using h o w e v e r all the tech­

nics th at w ould be required in the final computer.

2

.

1

. The problem is the processing of a r riv a l a irc ra ft using a single a ir w a y w ith three changes of tra ck and distance feeding into a single airport. Three different types of a irc ra ft are used

— a V iscount, a C o n va ir, and a D a k o ta .

The wind facto rs have also been simplified by using only three sep arate height blocks — 0 to 10,000 feet, 10,000 to

15.000

feet,

(26)

140

15,000

to

25,000

feet — w ith the refinement that sep arate w ind blocks m ay be used fo r each of the three sections of the a ir w a y . O th e r operational limits on the experim ental model are that it can only d isplay seven a irc ra ft movements simultaneously. (See fig. 1 fo r diagram of A i r w a y system used in the model).

2

.

2

.

O p e r a t i o n

.

The wind facto rs are first set on the ap p ro p riate sw itches on the wind direction panel. F o r technical reasons, these sw it­

ches should be set according to the tab les given.

(A modification, enabling the w ind to be set directly on simple direction and speed dials or b y punch-tape input is in hand.)

The method of operating the equipment is then sim ply to type out the flight plan dep artu re m essage (or the tra n sfe r of control m essage from the adjacent centre) on the teleprinter k eyb o ard . A ll calculations, printing of the p rogress strips, d isp lay of the details on the autom atic d isp la y panel, fo llo w autom atically.

In this la b o ra to r y model, three types of m essages can be in­

serted: the original flight plan departure m essage, a correction to this m essage, and a m essage to show th at the a irc ra ft has lan ­ ded. The m essage should be inserted in the set form and under the app ro p riate headings show n on the flight p rogress strips as f o llo w s :

c/ s ty p dep t h t tas

(call-sign) (ty p e) (place of d e p a rtu re ) (time at p. or q.) (height) (tru e air speed)

(The spaces betw een each item are made a u to m a tica l^ .)

Then, a fte r the la st item — tas — a question m ark should be inserted. The question m ark gives an executive signal to the com puter to s ta r t the calculations. ( I f a m istake is made in the

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De auteur heeft met dit boek laten zien, dat een eenvoudige en overzichtelijke elektriciteitsleer opgebouwd kan worden, wanneer men het gerationaliseerde

D e tabellen zijn gebaseerd op de relaties tussen frequentie en vrije ruimte- golflengte, frequentie en pijpgolflengte (voor 9 rechthoekige en 2 ronde

gewone diensten die zij ons hebben bewezen. Huydts werd tot erelid benoemd op grond van het feit, dat hij als eerste en gedurende lange tijd als enige

Hoewel de vraag naar een nieuwe leergang voor leraren, gelijk aan die welke in het vorige verslagjaar werd georganiseerd, zeer groot was, meende het bestuur van

dering van afm etingen op.. Deze kleine kristallen, die de bouw stenen van h et polykristallijne keram ische m ateriaal zijn, noemen wij hier de ko rrels en de

U it het boven staan de zal het duidelijk zijn gew orden d at een kernspinresonantiespectrum een hulpm iddel kan zijn bij de struc- tuurbepaling van

tron een schroeflijn.. Parametrische versterkers met een elektronenbundel 243 een dergelijk systeem heet n aar de uitvinder een cuccia-koppeling [16]. H e eft men de

H oge frequen ties (hoog in vergelijking m et de grondfrequenties van de harm onischen-generator) stellen hoge eisen aan de benodigde filters, om dat de rela tieve