Vraag nr. 64 van 13 januari 1997
van de heer JULIEN DEMEULENAERE Domus Flandria-woningen – Registratierechten Wanneer men onder bepaalde voorwaarden een woning koopt van het Vlaams Gewest bedragen de registratierechten op die aankoop slechts 1,5 %. Deze gunstvoorwaarde blijkt echter niet te gelden voor woningen gebouwd in het kader van het Domus Flandria-project.
1. Waarom wordt er een onderscheid gemaakt tus-sen beide categorieën ?
2. Heeft de minister reeds initiatieven genomen om dit verschil in registratierechten ongedaan te maken ?
3. Heeft de minister reeds initiatieven genomen in de richting van een verlaging van de registratie-rechten voor personen met een bescheiden inkomen die in de privé-sector een woning met een beperkt kadastraal inkomen kopen ?
Antwoord
1. De toepassing van verschillende aanslagvoeten voor het registratierecht vindt zijn oorsprong en de legitimiteit in het Wetboek der Registratie-rechten (W. Reg.). Op basis van art. 52 W. Reg. wordt het registratierecht tot 1,5 % verlaagd voorzover de verkoop van de woning wordt toe-gestaan door de Vlaamse Huisvestingsmaat-schappij (VHM) of een door haar erkende sociale huisvestingsmaatschappij, een openbaar bestuur of een openbare instelling, aan perso-nen die vanwege de gewestelijke overheid een aankooppremie verkrijgen.
Deze bepaling is eveneens van toepassing op de kopers van de woningen gerealiseerd in het kader van het urgentieprogramma, u i t e r a a r d voorzover de in artikel 52 W. R e g. v e r m e l d e voorwaarden zijn vervuld. Vermeld artikel is dus niet van toepassing indien een privé-initia-tiefnemer woningen bouwt en die naderhand als sociale woningen aan particulieren verkoopt, een mogelijkheid die is opgenomen in de regel-geving aangaande het urgentieplan.
Het onderscheid wordt dus niet gemaakt tussen "gewone" sociale woningen en woningen gebouwd in het kader van het Domus Flandria-p r o j e c t , maar wel tussen sociale woningen
ver-kocht door de VHM en de door haar erkende sociale huisvestingsmaatschappijen, een open-baar bestuur of een openbare instelling, of door een privé-initiatiefnemer.
2. De bestaande regeling is na grondig overleg bij het opstarten van het urgentieprogramma voor de sociale huisvesting tot stand gekomen onder de vorige legislatuur.
3. De verlaging van de registratierechten voor per-sonen die in de privé-sector een woning met een beperkt kadastraal inkomen kopen, is reeds in art. 53 W. Reg. opgenomen.