Vraag nr. 137 van 6 maart 2003
van de heer JOHAN DE ROO
Biologische Waarderingskaart – Opzet
De Biologische Waarderingskaart (BWK) vormt een inventaris van de natuur voor het hele V l a a m-se grondgebied.
Ze geeft een gedetailleerd overzicht van het grond-gebruik op het Vlaamse grondgebied.
1. Aan de hand van welke criteria wordt aan iede-re karteringseenheid een waardecijfer toege-kend ?
2. Wie is bevoegd voor de opmaak van deze Wa a r-deringskaart ?
3. In welke mate worden de eigenaars betrokken bij de opmaak van deze Biologische Wa a r d e-ringskaart ?
4. Wat zijn de gevolgen voor gebieden die via deze Biologische Waarderingskaart een waardecijfer gekregen hebben ?
5. Om de hoeveel tijd wordt deze kaart geactuali-seerd ?
6. Voor wanneer is de definitieve inventarisatie van deze Biologische Waarderingskaart ge-pland ?
Antwoord
De Biologische Waarderingskaart vormt een inven-taris van de natuur voor het hele Vlaamse grondge-b i e d . Ze geeft een gedetailleerd overzicht van het grondgebruik op het Vlaamse grondgebied.
1. Elke karteringseenheid heeft een vooraf vastge-stelde waarde. Deze werd toegekend door een groep V l a a m s e, Brusselse en Waalse vegetatie-kundigen (1978-1980) en landschapsecologen via best professional judgement, met als criteria: z e l d z a a m h e i d , v e r v a n g b a a r h e i d , a l g e m e n e kwetsbaarheid en belang van het biotoop voor de erin voorkomende soorten.
Bij de start van de tweede versie van de BWK (1997) werd de relatie tussen karteringseenheid en waardering opnieuw kritisch bekeken door de INb i o t o o p en BWKspecialisten (IN : I n s t i -tuut voor Natuurbehoud – red.). Nagenoeg de
volledige lijst werd aangenomen ; slechts enke-le inconsequenties (bv. vroeger verschilenke-lend waardecijfer voor populierenaanplanten op natte en droge gronden) werden weggewerkt. 2. Het Instituut voor Natuurbehoud, cel
Biologi-sche Waarderingskaart en Ecotooptypologie, i s bevoegd voor de opmaak van de waarderings-kaart.
Het betreft een groep contractuele medewer-kers van het Instituut voor Natuurbehoud, onder de supervisie van een ambtenaar en de algemeen directeur.
3. Eigenaars worden er niet bij betrokken. H e t gaat over een zo objectief mogelijke vaststelling van de actueel aanwezige vegetatie.
Aspecten zoals "het verleden van het perceel", "het actueel gebruik" en allerlei informatie die ons door de eigenaars aangereikt zouden kun-nen worden, hebben wel invloed op welke vege-tatie actueel aanwezig is, maar die informatie is, hoe interessant ook, niet relevant voor de type-ring van die vegetatie door onze karteerders. 4. De Biologische Waarderingskaart is enkel een
i n v e n t a r i s, die op zich geen juridische betekenis h e e f t . Het is evenwel een essentieel referentie-kader voor tal van ambtelijke activiteiten en procedures (zowel in de plannings- als uitvoe-ringsfase) en de karteringseenheden komen voor in een aantal wetteksten.
Hierdoor werkt de Biologische Wa a r d e r i n g s-kaart door in ambtelijke en juridische beslissin-gen en kan ze op die wijze onrechtstreeks ge-volgen hebben voor de burger.
5 en 6.
BWK, versie 1:
1978-1986 (federaal niveau)
1987-1996 (beperkt team op regionaal niveau). BWK, versie 2 :
aanvang 1997