• No results found

BESLUIT pagina 1van 3bcm1140-98117-12-2006file://E:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1140-9811.htm

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT pagina 1van 3bcm1140-98117-12-2006file://E:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1140-9811.htm"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse

mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Zaaknummer: 1140 / CVC Capital Partners - Veen Uitgevers

I. MELDING

1. Op 30 oktober 1998 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat CVC Capital Partners Group (via dochtermaatschappij CVC European Equity II Limited) voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Veen Uitgevers Groep B.V.

2. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 210 van 3 november 1998. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht.

II. PARTIJEN

3. CVC European Equity II Limited (hierna: CVC II), is een vennootschap naar het recht van Jersey. CVC II maakt deel uit van de CVC Capital Partners Group (hierna: CVC Group). Tot de CVC Group behoort tevens Wilpon Holding B.V. Deze holding - waarvan de naam met het oog op de onderhavige operatie zal worden gewijzigd in Veen Uitgevers Beheer (hierna: Beheer) - zal de aandelen in Veen Uitgevers Groep B.V. verwerven. Alle aandelen in Beheer worden thans gehouden door CVC Capital Partners B.V. (die maakt eveneens deel uit van de CVC Group). Uiteindelijk zal de zeggenschap over Beheer worden uitgeoefend door CVC II.

4. De CVC Group verstrekt adviezen over investering en management en verleent consultancydiensten aan en beheert durfkapitaalinvesteringen namens investerings-fondsen.

5. Veen Uitgevers Groep B.V. (hierna: Veen) is een 100%

dochtervennootschap van Wolters Kluwer Nederland B.V. (hierna: Wolters Kluwer).

6. Veen is actief op het gebied van het uitgeven van boeken en tijdschriften, de exploitatie van copyrights en andere informatie.

III. DE GEMELDE OPERATIE

7. Blijkens de overgelegde concept- "Share Purchase Agreement" d.d. 16 oktober 1998 tussen Beheer, Wolters Kluwer en Veen, en de concept- "Shareholders'Agreement" d.d. 16 oktober 1998 met betrekking tot Veen, zal Beheer alle aandelen in Veen overnemen en zal CVC II zeggenschap in Beheer verwerven. Het uiteindelijke resultat van deze transacties zal zijn

pagina 1 van 3

bcm1140-9811

(2)

dat CVC II zeggenschap in Veen verwerft.

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

8. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 7, omschreven operatie leidt er toe dat de CVC Group via CVC II indirect zeggenschap in Veen verwerft.

9. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling

formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn de CVC Group en Veen.

10. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.

V. BEOORDELING

A. Relevante markten

11. Zoals aangegeven onder punt 6, is Veen actief op het gebied van het uitgeven van boeken en tijdschriften en de exploitatie van copyrights en andere informatie. Noch de CVC Group, noch de ondernemingen waarover de CVC Group zeggenschap uitoefent, zijn werkzaam op deze markt of op enige markt waarop leveranciers of afnemers van uitgevers werkzaam zijn. Derhalve zijn er geen beïnvloede markten.

B. Gevolgen van de concentratie

12. Gelet op het bovenstaande zal door de concentratie geen machtspositie ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

VI. NEVENRESTRICTIES

13. Partijen hebben zich op het standpunt gesteld dat de

non-concurrentieclausules in artikel 8.1 van de concept- "Share Purchase Agreement" moeten worden beschouwd als rechtstreeks verbonden aan en noodzakelijk voor de verwezenlijking van de beoogde concentratie, in de zin van artikel 10 van de Mededinginswet.

14. Dit betreft in de eerste plaats non-concurrentiebedingen (artikel 8.1 onder (a) en (b)) waarin Wolters Kluwer zich verbindt niet te concurreren met Veen tot 3 jaren na de sluiting van de overeenkomst op het gebied waarop Veen actief is in Nederland en tot 5 jaren na de sluiting van de overeenkomst op enig gebied dat verband houdt met de activiteiten van Veen op het gebied van woordenboeken. In de tweede plaats, Wolters Kluwer beperkt zich in haar vrijheid om werknemers van Veen tot 5 jaren na de sluiting van de overeenkomst in dienst te nemen (artikel 8.1 onder (c)). Tot slot, Wolters Kluwer verbindt zich de door Veen ten tijde van het sluiten van de overeenkomst gebruikte handelsnaam noch zelf te gebruiken noch een ander dan Veen daar toestemming voor te geven (artikel 8.1 onder (d)).

pagina 2 van 3

bcm1140-9811

(3)

15. De in punt 14 omschreven clausules kunnen geacht worden rechtstreeks verbonden te zijn aan de voorgenomen concentratie en noodzakelijk voor de verwezenlijking daarvan omdat zij noodzakelijk geacht kunnen worden om te verzekeren dat de volle waarde van de onderneming die voorwerp is van de voorgenomen transactie, wordt overgedragen.

VII. CONCLUSIE

16. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht.

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

17. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.

18. Gelet op de overwegingen in punt 15 is de directeur-generaal van oordeel dat, voorzover de in punt 14 omschreven clausules

overeenkomsten vormen als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet niet geldt voor deze overeenkomsten.

Datum: 20 november 1998

w.g. A.W. Kist

Directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.

terug

Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.

pagina 3 van 3

bcm1140-9811

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

I. Op 24 juni 1998 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van

vloermaterialen voor projectinrichting zijn te beschouwen als twee afzonderlijke productmarkten, dan hebben partijen op de markt van vloermaterialen voor woonruimtes in Nederland

Voor het onderhavige besluit kan een precieze afbakening van de relevante geografische markt achterwege blijven omdat, zoals uit punt 14 van dit besluit blijkt, de preciese

Het is verder voorshands niet aannemelijk geworden dat de door partijen in het kader van een onderhandse verkoop getroffen voorzieningen die de beoogde koper in zijn belangen

Dientengevolge kan worden geconcludeerd dat, vooralsnog in het midden latend of The Greenery reeds over een machtspositie beschikt op een of meer van de markten waarop zij actief

Zelfs wanneer de mededingingsanalyse zich beperkt tot de handel in verspanende metaalbewerkingsmachines, hetgeen de nauwste productmarkt is die in aanmerking kan worden genomen,

elektriciteit aan niet-gebonden afnemers echter niet noemenswaardig actief is, wordt als gevolg de concentratie de positie van PNEM/MEGA niet noemenswaardig versterkt. Voorts

Gelet op de hoogte van de genoemde marktaandelen en de aanwezigheid van een groot aantal andere ondernemingen dat zich bezighoudt met uitzending van personeel, bestaat er geen