• No results found

Wanen en hallucinaties met een onverwachte oorzaak V.A. van Atteveld, J.M. Niers, P. van der Valk, S.N. Stapel, B.A. de Jong, A.J.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Wanen en hallucinaties met een onverwachte oorzaak V.A. van Atteveld, J.M. Niers, P. van der Valk, S.N. Stapel, B.A. de Jong, A.J."

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

6

Tijdschrift voor Neurologie en Neurochirurgie

JAARGANG 121 | NUMMER 6

DECEMBER 2020 clinic

Behandeling van MS-gerelateerde vermoeidheid: recente inzichten M. de Gier, H. Beckerman, H. Knoop, V. de Groot

De chirurgische behandeling van periferezenuwschwannomen A. Kloet, G.C.W. de Ruiter

Monoklonale antilichamen tegen CGRP(-receptor) als profylactische behandeling van migraine

T. Balvers, S. de Vries Lentsch, T.C. van den Hoek, R. Fronczek, G.M. Terwindt, H. Koppen Nieuwe landelijke richtlijn Prognose van postanoxisch coma

M.M. Admiraal, H.E. Ronner, J. Horn

Wanen en hallucinaties met een onverwachte oorzaak

V.A. van Atteveld, J.M. Niers, P. van der Valk, S.N. Stapel, B.A. de Jong, A.J. Klooter Meningeoomchirurgie: hoe ver gaan we en hoe ver moeten we gaan?

(2)

ALLE GEPUBLICEERDE ARTIKELEN KUNT U VINDEN OP ONZE WEBSITE:

WWW.ARIEZ.NL

INHOUDSOPGAVE 233

234 235 236 242 249 257 262 266 269 272

VOORWOORD J. Hofmeijer NEWSROOM

NEUROLOGIE

Behandeling van MS-gerelateerde vermoeidheid: recente inzichten M. de Gier, H. Beckerman, H. Knoop, V. de Groot

NEUROCHIRURGIE

De chirurgische behandeling van periferezenuwschwannomen A. Kloet, G.C.W. de Ruiter

NEUROFARMACOTHERAPIE

Monoklonale antilichamen tegen CGRP(-receptor) als profylactische behandeling van migraine

T. Balvers, S. de Vries Lentsch, T.C. van den Hoek, R. Fronczek, G.M. Terwindt, H. Koppen

KWALITEIT VAN ZORG

Nieuwe landelijke richtlijn Prognose van postanoxisch coma M.M. Admiraal, H.E. Ronner, J. Horn

NEUROLOGISCHE OBSERVATIE

Wanen en hallucinaties met een onverwachte oorzaak

V.A. van Atteveld, J.M. Niers, P. van der Valk, S.N. Stapel, B.A. de Jong, A.J. Klooter

PROEFSCHRIFTBESPREKING

Meningeoomchirurgie: hoe ver gaan we en hoe ver moeten we gaan?

K.M. Slot

NEURO-IMAGING Uw diagnose?

D. Van den Abbeele, D. Peeters, P. Seynaeve MEDEDELINGENAGENDA

Het Tijdschrift voor Neurologie en Neurochirurgie (TNN) is het officieel wetenschappelijke tijdschrift van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie (NVN), de Vlaamse Vereniging voor Neurologie (VVN) en de Nederlandse Vereniging van Neurochirurgen (NVvN). TNN verschijnt achtmaal per jaar en wordt verspreid onder de leden van de 3 betrokken verenigin- gen. TNN is een praktijkgericht en informatief vaktijdschrift.

Het doel van het tijdschrift is de lezer inzicht en overzicht te geven op medisch gebied. Dankzij TNN is men snel en op goed toegankelijke wijze op de hoogte van actuele ontwikke- lingen in de neurologie en neurochirurgie en hieraan aanver- wante medische grensgebieden. De inhoud komt tot stand door een onafhankelijke redactieraad om een objectieve in- formatieverstrekking te waarborgen. Vanzelfsprekend staat TNN open voor bijdragen van lezers. Publicaties of referaten kunnen - na beoordeling door de hoofdredactieraad - worden geplaatst. Voor meer informatie kunt u zich wenden tot de uitgever.

UITGEVER EN REDACTIESECRETARIAAT Ariez B.V.

Redactiesecretariaat TNN Westzijde 22, 1506 EE Zaandam Tel.: 075 642 94 20 E-mailadres: tnn@ariez.nl Website: www.ariez.nl

VOORZITTER HOOFDREDACTIERAAD

Dhr. prof. dr. J. Killestein, neuroloog, Amsterdam UMC, locatie VUmc, Amsterdam

VICEVOORZITTER HOOFDREDACTIERAAD Mw. prof. dr. J. Hofmeijer, neuroloog, Rijnstate, Arnhem, en hoogleraar translationele neurofysiologie, Universiteit Twen- te, Enschede

HOOFDREDACTIERAAD

Dhr. drs. H. Arnts, neurochirurg in opleiding, Amsterdam UMC, locatie AMC, Amsterdam

Dhr. dr. mr. D.R. Buis, neurochirurg, Amsterdam UMC, locatie AMC, Amsterdam

Dhr. prof. dr. D. Crosiers, neuroloog, Universitair Ziekenhuis Antwerpen, Antwerpen, België

Mw. drs. A. Delva, ASO neurologie, UZ Leuven, België Mw. dr. A. Van Dycke, neuroloog, AZ Sint-Jan, Brugge, België Dhr. dr. M. Engelen, (kinder)neuroloog, Amsterdam UMC, Amsterdam

Mw. dr. A.A. Gouw, neuroloog/klinisch neurofysioloog, Amsterdam UMC, locatie VUmc, Amsterdam

Mw. drs. S.E.M. Ten Holter, neuroloog, Radboudumc, Nijmegen Mw. drs. J. Koudstaal-Overdijk, neuroloog, IJselland ziekenhuis, Capelle a/d IJssel

Dhr. dr. V.I.H. Kwa, neuroloog, OLVG, Amsterdam Dhr. prof. dr. R. Lemmens, neuroloog, UZ Leuven, België Dhr. dr. J.P. Mostert, neuroloog, Rijnstate, Arnhem Dhr. dr. J. Nicolai, kinderneuroloog, MUMC+, Maastricht Dhr. prof. dr. R. van Oostenbrugge, neuroloog, MUMC+, Maastricht

Dhr. dr. J.R. Piet, neuroloog, HagaZiekenhuis, Den Haag Dhr. dr. M.C. de Rijk, neuroloog, Catharina Ziekenhuis, Eindhoven

Mw. drs. A.H.C.M.L. Schreuder, neuroloog, Zuyderland Medisch Centrum, Heerlen

Mw. dr. M. Seelen, aios neurologie, Haaglanden Medisch Centrum, Den Haag

Dhr. mr. drs. J.K.H. Spoor, neurochirurg, Erasmus MC, Rotterdam

Dhr. dr. M.J. Titulaer, neuroloog, Erasmus MC, Rotterdam Dhr. prof. dr. S. De Vleeschouwer, neurochirurg, UZ Leuven, België Dhr. dr. A.F.J.E. Vrancken, neuroloog, UMCU, Utrecht OPGERICHT DOOR

Dhr. dr. E.A.C.M. Sanders, neuroloog ABONNEMENTEN

Voor abonnementsaanvragen door bedrijven en instellingen:

Graag uw verzoek sturen aan: abon@ariez.nl

Voor consumenten en Healthcare professionals die buiten de doelgroep van het tijdschrift vallen (zie colofon) en daardoor alleen in aanmerking komen voor een betaald abonnement, verwijzen wij u voor het nemen van een betaald abonnement naar de website www.TNNonline.nl

Oplage: 2.000 ex. Frequentie: achtmaal per jaar INGAAN EN BEËINDIGING ABONNEMENTEN Abonnementen voor niet-leden van de NVN, VVN en NVvN kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. De eerste abonne- mentsperiode loopt tot het einde van het kalenderjaar, daar- na wordt het abonnement telkens stilzwijgend met een jaar verlengd. Opzeggingen dienen ten minste 2 maanden voor de aanvang van een nieuwe abonnementsperiode te worden gericht aan de uitgever. Opzeggingen kunnen uitsluitend schriftelijk geschieden.

COPYRIGHT

© Ariez BV. Zaandam. Alle rechten voorbehouden. Behou- dens wettelijke uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave openbaar worden gemaakt of overgenomen worden door middel van druk, microfilm of op welke wijze ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Hoofdredactieraad en uitgever zijn niet aansprakelijk voor de inhoud van de on- der auteursnaam opgenomen artikelen en/of de inhoud van de advertenties en/of mogelijke schadeclaims van derden die hieruit kunnen voortvloeien. De hoofdredactieraad en uitge- ver wijzen elke verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor (de juistheid van) de gepresenteerde gegevens af en garan- deren noch ondersteunen enig product of enige dienst gead- verteerd in deze uitgave, noch staan zij garant voor enige door de vervaardiger van dergelijke producten of diensten gemaakte beweringen. De uitgever heeft het recht adverten- ties of soortgelijke uitingen zonder opgave van redenen te weigeren.

KAFTILLUSTRATIE gettyimages

(3)

NEUROLOGIE

NEUROLOGIE 236

1Gz-psycholoog en PhD-student, 2senior onderzoeker, 3klinisch psycholoog, Nederlands Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid, Amsterdam UMC, locatie AMC, Amsterdam Public Health Research Institute, 4revalidatiearts, 5afdeling Medische Psychologie, 6afdeling Revalidatiegenees- kunde, Amsterdam UMC, locatie VUmc, MS Centrum Amsterdam, Amsterdam Neuroscience Research Instituut.

Correspondentie graag richten aan: mw. drs. M. de Gier, Amsterdam UMC, locatie VUmc, afdeling Medische Psychologie, Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam, tel.: 020 444 01 36, e-mailadres: m.degier1@amsterdamumc.nl

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.

Trefwoorden: behandeling, cognitieve gedragstherapie, energiemanagement, fysieke training, multipele sclerose, revalidatie, vermoeidheid.

Behandeling van MS-gerelateerde vermoeidheid: recente inzichten

Treatment of MS-related fatigue: recent insights

drs. M. de Gier1,5,6, dr. H. Beckerman2,6, prof. dr. H. Knoop3,5, prof. dr. V. de Groot4,6 SAMENVATTING

Vermoeidheid is een veelvoorkomende klacht bij mul- tipele sclerose (MS) en heeft een grote impact op het dagelijks functioneren van patiënten. Patiënten krijgen veelal multidisciplinaire revalidatiebehandeling, waar- in bewegings- en ergotherapie gericht op het verdelen van de beschikbare energie (‘energy conservation management’) belangrijke onderdelen zijn. In de richt- lijn Multipele sclerose uit 2012 wordt daarbij een proefbehandeling met amantadine of modafinil voor- gesteld. In dit artikel worden de recente wetenschap- pelijke inzichten in de verschillende behandelingen van vermoeidheid bij MS besproken. De conclusie luidt dat multidisciplinaire behandeling, aerobe trai- ning en ‘energy conservation management’ nauwe- lijks effectief zijn als behandeling van deze klacht.

Voor de effectiviteit van medicamenteuze behande- ling is het bewijs niet conclusief; amantadine is moge- lijk effectief. Cognitieve gedragstherapie (CGT) speci- fiek ontwikkeld voor vermoeidheid bij MS geeft goede resultaten op de korte termijn. In vervolgonderzoek wordt gewerkt aan landelijke implementatie van CGT en het verbeteren van de langetermijnresultaten.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(6):236-41)

SUMMARY

Fatigue is a common symptom in multiple sclerosis (MS), and has a large impact on daily functioning of patients. In the Netherlands, fatigue in MS is usually treated in a multidisciplinary rehabilitation setting, and often consists of physical training and energy conservation management. In the Dutch MS guide- line (2012), amantadine and modafinil are suggested as treatment options as well. In this paper, recent lit- erature on various treatments for MS-related fatigue is discussed. It is concluded that multidisciplinary rehabilitation treatment, aerobic training and energy conservation management do not seem to be effec- tive treatments for MS-related fatigue. Evidence for pharmacotherapy is still inconclusive; amantadine might be effective. Cognitive behavioral therapy (CBT) for MS-related fatigue does show positive short-term effects. We present a study aimed at na- tionwide implementation of CBT for fatigue and im- proving long term outcome following treatment.

INLEIDING

Ernstige en aanhoudende vermoeidheid is een van de meest voorkomende klachten bij multipele sclerose (MS). Tussen 70-90% van de patiënten met MS heeft hier last van.1-4 Meer dan de helft van de MS-patiënten geeft zelfs aan dat zij ver-

moeidheid als een van de meest belastende klachten erva- ren. Deze last komt deels doordat de vermoeidheid leidt tot beperkingen in verschillende domeinen van het dagelijkse leven, maar ook doordat het andere MS-klachten kan ver- sterken.5

(4)

NEUROCHIRURGIE 242

De chirurgische behandeling van periferezenuwschwannomen

The surgical treatment of peripheral nerve schwannoma

drs. A. Kloet1, dr. G.C.W de Ruiter1 SAMENVATTING

Het schwannoom is het meest voorkomende type tumor van de perifere zenuwschede. Vaak is de zwel- ling asymptomatisch, maar aanraking kan door patiënten als zeer hinderlijk worden ervaren. Daarom wordt in veel gevallen overgegaan tot chirurgische verwijdering. Door middel van een intracapsulaire re- sectie kan de laesie in zijn geheel worden verwijderd zonder verdere beschadiging van de zenuw. In dit artikel wordt deze techniek beschreven, alsook het klinisch beeld, de diagnostiek en differentiaaldiagno- se van het schwannoom.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(6):242-8)

SUMMARY

Schwannoma is the most frequent type of peripheral nerve sheath tumor. Frequently, the mass lesion is asymptomatic, but patients can be bothered by pressure on the lesion. Surgical resection therefore frequently is the choice of treatment. The lesion can be removed completely through an intracapsular ap- proach avoiding further damage to the nerve. In this article, the results for this technique are discussed, and in addition the symptoms, diagnostics and dif- ferential diagnosis for schwannoma.

1neurochirurg, afdeling Neurochirurgie, Haaglanden Medisch Centrum, Den Haag.

Correspondentie graag richten aan: dhr. drs. A. Kloet, Haaglanden Medisch Centrum, afdeling Neurochirurgie, Postbus 432, 2501 CK Den Haag, tel.: 088 797 97 00, e-mailadres: f.kloet@haaglandenmc.nl

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.

Trefwoorden: neurofibroom, neurofibromatose, operatietechniek, periferezenuwschedetumor, schwannoom.

Keywords: neurofibroma, neurofibromatosis, operation technique, peripheral nerve sheath tumors, schwannoma.

INLEIDING

Het schwannoom is de meest voorkomende tumor van het perifere zenuwstelsel. Periferezenuwschwannomen worden steeds vaker in de neurochirurgische praktijk gezien, mede ten gevolge van het vaker toepassen van MRI.1 De resultaten met chirurgische behandeling zijn verbeterd, waardoor zeker bij patiënten met klachten steeds vaker wordt overgegaan tot operatie in plaats van een afwachtend beleid.2,3 In dit artikel worden de resultaten gepresenteerd van 66 schwannomen die tussen begin 2013 en eind 2019 in het Haaglanden Me- disch Centrum zijn geopereerd (zie Tabel 1 op pagina 243).

Hierbij wordt specifiek ingegaan op de presentatie, het aan- vullend onderzoek, de differentiaaldiagnose, en de techniek van operatie door middel van intracapsulaire resectie.

ANATOMIE EN PATHOGENESE

Schwannomen kunnen overal in het perifere zenuwstelsel

voorkomen, waarbij er predilectieplaatsen zijn, enerzijds veroorzaakt door de natuurlijke beknellingspunten, waar- door de tumor zich makkelijker openbaart, anderzijds door de grotere hoeveelheid zenuwweefsel ter plaatse (zoals de plexus brachialis).

De meeste enkelvoudige schwannomen komen sporadisch voor. Dat wil zeggen dat er geen bekende onderliggende gene- tische afwijking is. Bij het ziektebeeld schwannomatosis heeft de patiënt meerdere schwannomen en is een genetische origi- ne aangetoond.4,5 Bij het andere, veel minder vaak voorkomen- de type zenuwtumor, het neurofibroom, is er een sterke relatie met NF1 (ziekte van Von Reck linghausen).6,7 Schwannomen komen bij dit niet-zeldzame tumorpredilectiesyndroom niet vaker voor (zie Tabel 2 op pagina 244).

Karakteristiek voor het schwannoom is dat de tumor van een enkele fascikel uitgaat en erg langzaam groeit. Daardoor is het schwannoom met een pseudokapsel afgeschermd van

(5)

NEUROFARMACOTHERAPIE 249

1neuroloog, 2arts-onderzoeker, 3afdeling Neurologie, LUMC, Leiden, 4SEIN, Heemstede, 5HagaZiekenhuis, Den Haag.

Correspondentie graag richten aan: dhr. drs. T. Balvers, neuroloog, LUMC, afdeling Neurologie, Albinusdreef 2, 2333 ZA Leiden, tel.: 071 526 21 11, e-mailadres: t.balvers@lumc.nl

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: S. de Vries Lentsch en T.C. van den Hoek: geen gemeld. T. Balvers ontving ‘consul- tancy fees’ van Teva, Lilly en Allergan, ‘speaker/lecture fees’ van Novartis, en reis- en verblijfskostenvergoeding van Allergan. R. Fronczek ontving

‘consultancy fees’ van Teva, Lilly en Allergan, ‘speaker/lecture fees’ van Lilly en Novartis, en reis- en verblijfskostenvergoeding van Allergan.

G.M. Terwindt ontving ‘consultancy/lecture fees’ van Novartis, Lilly, Teva en Allergan. H. Koppen ontving ‘consultancy fees’ van UCB, Novartis en Celgene, en reis- en verblijfskostenvergoeding van Allergan.

Trefwoorden: antilichamen, behandeling, CGRP, erenumab, fase III, fremanezumab, galcanezumab, migraine.

Monoklonale antilichamen tegen CGRP(-receptor) als profylactische behandeling van migraine

Monoclonal antibodies targeting CGRP(-receptor) for prevention of migraine attacks

drs. T. Balvers1,3,4, drs. S. de Vries Lentsch2,3, drs. T.C. van den Hoek2,3, dr. R. Fronczek1,3,4, dr. G.M. Terwindt1,3, dr. H. Koppen1,5

SAMENVATTING

Er is wetenschappelijk bewijs dat ‘calcitonin gene- related peptide’ (CGRP) een sleutelrol speelt in de pathofysiologie van migraine. Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van geneesmiddelen die hier specifiek op ingrijpen, waaronder monoklonale antilichamen tegen CGRP (galcanezumab en fremanezumab) of de CGRP-receptor (erenumab). Fase III-onderzoek heeft aangetoond dat deze geneesmiddelen effec- tief zijn voor de profylactische behandeling van zo- wel episodische als chronische migraine. De mo- noklonale antilichamen worden goed verdragen en lijken vooralsnog veilig te zijn. Fysiologische vaat- verwijdende eigenschappen van CGRP spelen ech- ter ook een beschermende rol bij het optreden van een ischemisch vasculair event, en het blokkeren van deze eigenschappen zou compensatoire me- chanismen kunnen verhinderen. Langetermijndata ten aanzien van blijvende effectiviteit en veiligheid moeten nog volgen.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(6):249-56)

SUMMARY

There is ample scientific evidence that calcitonin gene-related peptide (CGRP) plays a key role in the pathophysiology of migraine. This has led to the de- velopment of drugs that target this pathway, inclu- ding monoclonal antibodies against CGRP (galcane- zumab and fremanezumab) or the CGRP-receptor (erenumab). Phase 3 trials have shown that these drugs are effective for the prophylactic treatment of both episodic and chronic migraine. These monoclo- nal antibodies are well tolerated and so far, no seri- ous safety issues have been reported. However, physiological vasodilatory properties of CGRP also play a protective role in the occurrence of an ische- mic vascular event and blocking these properties might prevent compensatory mechanisms. Long- term data on maintained effectiveness and safety still have to follow.

(6)

KWALITEIT VAN ZORG 257

1technisch geneeskundige-fellow klinische neurofysiologie, afdeling Neurologie/Klinische Neurofysiologie, Amsterdam UMC, locatie AMC, Am- sterdam, 2neuroloog-klinisch neurofysioloog, afdeling Neurologie/Klinische Neurofysiologie, Amsterdam UMC, locatie VUmc, Amsterdam,

3neuroloog-intensivist, afdeling Intensive Care, Amsterdam UMC, locatie AMC, Amsterdam.

Correspondentie graag richten aan: mw. dr. M.M. Admiraal, Afdeling Klinische Neurofysiologie, Amsterdam UMC, locatie AMC, Postbus 22660, 1100 DD Amsterdam, tel.: 020 566 36 00, e-mailadres: m.m.admiraal@amsterdamumc.nl

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.

Trefwoorden: CT, EEG, hartstilstand, NSE, postanoxisch coma, prognose, pupilreflex, SSEP, status myoclonus.

Nieuwe landelijke richtlijn Prognose van postanoxisch coma

New Dutch guideline for prognostication in postanoxic coma

dr. M.M. Admiraal1, drs. H.E. Ronner2, prof. dr. J. Horn3 SAMENVATTING

In dit artikel wordt de nieuwe Nederlandse richtlijn voor de prognose van postanoxisch coma bespro- ken. De verschillende testen worden vanuit een prak- tisch oogpunt toegelicht.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(6):257-61)

SUMMARY

In this article the new Dutch guideline for prognosti- cation in postanoxic coma is discussed.

INLEIDING

Ongeveer de helft van de patiënten die na een reanimatie op de afdeling Intensive Care (IC) worden opgenomen, heeft ernstige neurologische schade, leidend tot een postanoxisch coma.

Voor het bepalen van de prognose is de landelijke richtlijn Prognose van postanoxisch coma beschikbaar (zie Figuur 1 op pagina 258).1 In dit artikel wordt besproken wat de recentste versie van deze richtlijn voor de dagelijkse praktijk betekent.

Een groot deel van de patiënten met postanoxisch coma heeft een slechte uitkomst. Vaak komen deze patiënten te overlijden, meestal na het staken van de behandeling. In stu- dies naar uitkomsten van patiënten met postanoxisch coma wordt slechte uitkomst gedefinieerd als overlijden, vegetatie- ve status of ernstige neurologische schade met volledige ADL-afhankelijkheid. Deze definitie is overgenomen in de Nederlandse richtlijn. Wat voor de individuele patiënt een slechte uitkomst is, kan in de praktijk beïnvloed worden door culturele en/of religieuze achtergronden.

INHOUD VAN DE RICHTLIJN

Een aanhoudend diep coma is een noodzakelijke voorwaarde voor het starten van het prognostische traject bij een patiënt

met een postanoxisch coma. In de eerste 24 uur van de op- name vindt geen besluitvorming plaats ten aanzien van de neurologische prognose. Een uitzondering op deze regel wordt gemaakt bij patiënten die bij neurologisch onderzoek geen functies van de hersenstam meer hebben. Voor deze groep is de richtlijn echter niet bedoeld. Ook het Hersen- doodprotocol stelt dat na een reanimatie minimaal 12-24 uur moet worden afgewacht.2

Als een patiënt 24 uur na de reanimatie een motorische sco- re van 1 of 2 op de ‘Glasgow coma scale’ (GCS) heeft, wordt het prognostische traject gestart. Bij de bepaling van de GCS-score mag er geen invloed zijn van sedativa, metabole ontregeling of andere beïnvloedende factoren dan post- anoxische hersenschade. Hierbij dient rekening te worden gehouden met een mogelijk verstoorde lever- en nierfunctie of een verlaagd metabolisme, indien de patiënt met thera- peutische hypothermie (<35°C) is behandeld.3

De eerste aanvullende onderzoeken die geadviseerd worden zijn: pupilreacties op licht, somatosensorische ‘evoked po- tentials’ (SSEP) en het elektro-encefalogram (EEG). Resulta- ten van deze testen voorspellen met grote zekerheid (<1%

fout-positieve uitkomsten) een slechte uitkomst.

(7)

NEUROLOGISCHE OBSERVATIE 262

SAMENVATTING

In dit artikel wordt een 53-jarige man gepresenteerd met plots ontstane wanen en hallucinaties. Bloedon- derzoek en beeldvormend onderzoek (MRI) waren vrijwel zonder afwijkingen. Hij werd daarop behandeld voor een primaire psychotische stoornis. Zijn toestand verslechterde echter: hij werd apathischer en in ver- band met een aspiratiepneumonie werd hij geïntu- beerd en opgenomen op de Intensive Care. Herhaald MRI-onderzoek toonde uitgebreide wittestofafwijkin- gen. Mede vanwege hepatosplenomegalie en een verhoogde LDH-concentratie was een maligne lym- foom een differentiaaldiagnostische overweging. De patiënt overleed na enkele dagen. Bij obductie werd de diagnose intravasculair lymfoom bevestigd. Deze casus illustreert dat bij een plotselinge psychose, ze- ker op hogere leeftijd en met een atypische presenta- tie, aan een onderliggende ziekte moet worden ge- dacht. Psychiatrische verschijnselen kunnen een eerste symptoom zijn van een intravasculair lymfoom, waarbij snelle diagnostiek van belang is voor een vroegtijdige behandeling en soms overleving.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(6):262-5)

SUMMARY

A 53-year old man consulted our hospital with hallu- cinations and delusions which had suddenly started.

Laboratory and radiologic investigations didn’t show significant abnormalities and the patient was treated for a primary psychosis. He gradually deteriorated, progressing to a comatose state. Intubation was per- formed and he was mechanically ventilated. A new MRI scan of the brain showed diffuse white matter lesions. As there was an elevated LDH and hepato- splenomegaly, intravascular large cell lymphoma was considered as a diagnosis. Soon thereafter, the patient died. Autopsy revealed an intravascular lym- phoma. This case illustrates that it is important to consider an underlying disease if a patient presents with psychiatric symptoms, especially at higher age or with an atypical presentation. Psychiatric symp- toms can be the first manifestation of an intravascu- lar lymphoma and a fast diagnostic workup is impor- tant for prompt chemotherapeutic treatment, which might enhance survival.

INLEIDING

Wanen en hallucinaties passen bij een psychotische stoor- nis, maar hoeven niet per se te duiden op een primaire psy- chiatrische ziekte. Ze kunnen een uiting zijn van een onder- liggende somatische ziekte. De patiënt in dit artikel had een

intravasculair grootcellig B-cellymfoom, met lokalisaties in nagenoeg alle organen, waaronder de hersenen. Dit type lymfoom gaat in de helft van de gevallen gepaard met symp- tomen van het centrale zenuwstelsel.

Wanen en hallucinaties met een onverwachte oorzaak

Hallucinations and delusions with an unexpected cause

V.A. van Atteveld MSc.1,7,9, dr. J.M. Niers2,8,9, prof. dr. P. van der Valk3,9, dr. S.N. Stapel4,9, dr. B.A. de Jong5,8,9, drs. A.J. Kooter6,7,9

1coassistent (thans aios ouderengeneeskunde, GERION), 2aios neurologie, 3patholoog, afdeling Pathologie, 4internist-intensivist, afdeling Intensi- ve Care Volwassenen, 5neuroloog, MS Centrum Amsterdam, Amsterdam Neuroscience research Instituut, 6internist, 7afdeling Interne Genees- kunde, 8afdeling Neurologie, 9Amsterdam UMC, locatie VUmc.

Correspondentie graag richten aan: mw. V. van Atteveld, GERION, De Boelelaan 1109, 1081 HV Amsterdam, tel.: 020 444 82 37, e-mailadres: v.vanatteveld@amsterdamumc.nl

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.

Trefwoorden: hallucinaties, intravasculair lymfoom, psychose, wanen.

(8)

PROEFSCHRIFTBESPREKING 266

SAMENVATTING

Op 20 mei 2020 promoveerde Mariam Slot aan de Vrije Universiteit Amsterdam op het proefschrift geti- teld ‘Meningioma surgery: how far do we go and how far should we go’. Het onderzoek werd uitgevoerd onder leiding van prof. dr. W.P. Vandertop, prof. dr.

S.M. Peerdeman en dr. D. Verbaan. In dit artikel wor- den de belangrijkste bevindingen van dit proefschrift besproken.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(6):266-8)

SUMMARY

On May 20th 2020, Mariam Slot obtained a PhD at Vrije Universiteit Amsterdam. The thesis was titled

‘Meningioma surgery: how far do we go and how far should we go’. The research was supervised by prof.

W.P. Vandertop, prof. S.M. Peerdeman and dr. D.

Verbaan. This article summarizes the most important findings of this thesis.

Correspondentie graag richten aan: mw. dr. K.M. Slot, neurochirurg. Amsterdam UMC, locatie AMC, afdeling Neurochirurgie, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam, tel.: 020 566 91 11, e-mailadres: k.slot@amsterdamumc.nl

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.

Trefwoorden: durale aankleuring, mate van resectie, meningeoom, MRI, PET, WHO-graad.

Meningeoomchirurgie: hoe ver gaan we en hoe ver moeten we gaan?

Meningioma surgery: how far do we go and how far should we go?

dr. K.M. Slot

INLEIDING

Meningeomen zijn veelvoorkomende intracraniële tumo- ren. Deze tumoren ontstaan uit cellen in de meningen, de bekleding van de hersenen. Wanneer een meningeoom klachten veroorzaakt (focale neurologische uitval, epilep- sie) of duidelijk groeit, is er een indicatie tot resectie. Het overgrote deel van de meningeomen is benigne (World Health Organization (WHO) graad I), maar in circa 10%

van de gevallen is er sprake van een atypische (WHO-graad II) of maligne (WHO-graad III) tumor. Voor de prognose van de patiënt is de WHO-graad van belang, maar ook de mate van resectie, operatiegerelateerde complicaties en kwaliteit van leven zijn van invloed op de individuele prog- nose van de patiënt. In dit proefschrift wordt beschreven hoe chirurgische en radiologische aspecten van meninge- oomchirurgie verweven zijn.

MENINGIOMA SURGERY: how far do we go and how far should we goMariam Slot

Mariam Slot

&

MENINGIOMA SURGERY:

how far should we go how far do we go

(9)

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(6):269-71)

ZIEKTEGESCHIEDENIS

Een 58-jarige vrouw presenteerde zich met klachten van een traag progressieve ganginstabiliteit. Recentelijk had zij bij een val een dwarse humerusfractuur opgelopen. Vijf jaar eer- der had zij bij een val haar pols gebroken. Ze had geen cog- nitieve klachten. Haar voorgeschiedenis vermeldde geen bijzonderheden.

Bij klinisch onderzoek werd een verticale blikparese naar boven geconstateerd. Bij een poging om naar boven te kij- ken, ontstond nystagmus naar links. Verder toonde het on- derzoek van de craniale zenuwen geen afwijkingen. Er was een globale milde parese van 4+/5 in de rechterarm en het rechterbeen. Er was geen ataxie bij de vinger-neusproef en de knie-hielproef, hoewel de patiënte aangaf onhandiger te worden. De proef van Romberg was niet afwijkend. Bij koorddansersgang trad een zeldzame zijpas op.

MRI van de hersenen toonde cystische structuren in het mesencefalon (zie Figuur 1 en 2). Op alle verrichte sequen- ties was de intensiteit van het inliggende vocht identiek als die van liquor. Het omliggende hersenparenchym vertoonde geen signaalverandering, behalve soms een kleine halo op de FLAIR-opnamen. Er was geen aankleuring na contrast- toediening. In de cysten waren geen vaste structuren zicht- baar. De ventrikels waren verbreed, passend bij een obstruc- tieve hydrocefalie (zie Figuur 2).

WAT IS UW DIAGNOSE?

NEURO-IMAGING 269

Uw diagnose?

D. Van den Abbeele1, D. Peeters2, P. Seynaeve3

1assistent specialist in opleiding, Dienst Neurologie, UZ Gent, 2neuroloog, Dienst Neurologie, AZ Groeninge, Kortrijk, 3neuroradioloog, Dienst Radiologie, AZ Groeninge, Kortrijk.

Correspondentie graag richten aan: dhr. D. Van den Abbeele, UZ Gent, Dienst Neurologie, Corneel Heymanslaan 10, 9000 Gent, België, tel.: +32 52 25 21 23, e-mailadres: daan.vandenabbeele@gmail.com

FIGUUR 2. Axiale FLAIR-opname door het mesencefalon toont gedilateerde laterale ventrikels. De cysten hebben geen (of nauwelijks) FLAIR-hyperintensiteiten in de rand.

FIGUUR 1. Mid-sagittale, T2-gewogen MRI-opname toont meerdere cysten in het mesencefalon.

(10)

272 MEDEDELINGENAGENDA

BIJEENKOMSTEN IN NEDERLAND EN VLAANDEREN 8 januari 2021 Symposium Neuromusculaire Ziekten 2021

Digitaal congres. Informatie: https://www.hoytemastichting.nl/cursusaanbod/neuromusculair- jaarsymposium-1/

15 januari 2021 NVKNF Wintervergadering

Digitaal evenement. Informatie: https://www.nvknf.nl/agenda/

28-29 januari 2021 Aios onderwijsdagen Cursus jaargang 4 Neurofarmacologie Informatie: https://www.neurologie.nl/publiek/agenda/2021

4-5 februari 2021 Aios onderwijsdagen Curus jaargang 5 Neurogenetica Informatie: https://www.neurologie.nl/publiek/agenda/2021

11 maart 2021 Biemond Cursus Epilepsie en slaapstoornissen Informatie: https://www.neurologie.nl/publiek/agenda/2021

12 maart 2021 Biemond Cursus Neuromusculaire ziekten Informatie: https://www.neurologie.nl/publiek/agenda/2021

9 april 2021 MS Symposium

Informatie: https://www.neurologie.nl/publiek/agenda/2021/ms-symposium

20-21 mei 2021 Themadagen NVvN 2021 Informatie: http://www.nvvn.org/agenda/

INTERNATIONALE BIJEENKOMSTEN 16-17 januari 2021 Toxins 2021

Digitaal congres. Informatie: https://www.neurotoxins.org/

3-5 maart 2021 Fetal and Neonatal Neurology: From Basic Science to Clinical Application Parijs, Frankrijk. Informatie: https://www.mcascientificevents.eu/brain/

9-10 maart 2021 European Neuro Convention

Birmingham, Verenigd Koninkrijk. Informatie: https://www.neuroconvention.com/welcome

19-20 maart 2021 7th International Conference on Neurology and Epidemiology (ICNE 2021) Digitaal congres. Informatie: https://icne2021.ianeneurology.org/

12-13 april 2021 European Conference on Neuroinflammation (ECN 2021) Londen, Verenigd Koninkrijk. Informatie: https://ecn2021.com/

16-17 april 2021 Sleep and Breathing Conference

Praag, Tsjechië. Informatie: https://sleepandbreathing.org/

19-22 juni 2021 7th Congress of the European Academy of Neurology (EAN 2021) Wenen, Oostenrijk. Informatie: https://www.ean.org/congress2021

30 juni-3 juli 2021 18th European Congess of Clinical Neurophysiology (ECCN 2021)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

periode lesweek week toetssoort weging afname leertoets korte stofomschrijving 1 1.5 39 PW h1 deel A zie deel B schriftelijk ja vocab en vaardigheid.. 1 1.7 41 PW h1 deel B 2x

• Met het Voortgezet Onderwijs, te beginnen met het Da Vinci College en andere scholen voor Voortgezet Onderwijs in het Leerpark en elders in de stad, worden vanuit de ontwikkeling

O MDAT VEEL NIEUWKOMERS ONBEKEND ZIJN MET HET DOEN VAN VRIJWILLIGERSWERK , DE N EDERLANDSE TAAL NIET SPREKEN , NIET PRECIES WETEN HOE HET HIER WERKT , VOELT HET VOOR HEN PRETTIG

ACM heeft in de brief van 4 april 2013 geoordeeld dat KPN voldoende heeft aangetoond dat de termijnkorting van 10% voor ILL DWDM niet tot doel of effect heeft de

Rendant heeft vervolgens de mogelijkheid om hier in haar schriftelijke zienswijze op te reageren en aan te geven of Rendant van mening is dat deze partijen als belanghebbend zijn

Tijdens de klankbordgroep van 8 september 2015 heeft ACM aangegeven dat de reguleringsperiode 3 jaar zou worden als STROOM niet tijdig zou worden ingevoerd.. Er is toen echter

ACM concludeert voor alle drinkwaterbedrijven dat zij niet aannemelijk hebben kunnen maken dat de drinkwatertarieven alleen de kosten voor drinkwateractiviteiten bevatten,

In alle volgende brieven over deze zaak worden deze naam en dit nummer vermeld.. U wordt verzocht om in uw brieven aan de voorzitter steeds het toegewezen zaaknummer