• No results found

PRESTATIE-INDICATOREN PRIVAAT TOEZICHT EN HANDHAVING IN HET PUBLIEKE DOMEIN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "PRESTATIE-INDICATOREN PRIVAAT TOEZICHT EN HANDHAVING IN HET PUBLIEKE DOMEIN"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PRESTATIE-INDICATOREN PRIVAAT TOEZICHT EN

HANDHAVING IN HET PUBLIEKE DOMEIN

Sebastiaan Barlagen MSc.

Beleidsmedewerker VPB

December 2010

(2)

INHOUDSOPGAVE

1 INLEIDING ...1

2 WERKWIJZE...3

3 OVER PRESTATIE-INDICATOREN ...4

4 GENERIEKE PRESTATIE-INDICATOREN TOEZICHT EN HANDHAVING ...6

4.1 Inleiding...6

4.2 Generieke input indicatoren ...6

4.3 Generieke throughput indicatoren...7

4.4 Generieke output indicatoren...9

4.5 Generieke outcome indicatoren ...11

4.6 Generieke impact indicatoren ...11

5 SPECIFIEKE PRESTATIE-INDICATOREN TOEZICHT...14

6 SPECIFIEKE PRESTATIE-INDICATOREN PARKEREN...16

7 SPECIFIEKE PRESTATIE-INDICATOREN APV ...17

8 VOORUITBLIK ...18

BIJLAGE: WORKSHOP RESULTATEN...19

(3)

1 INLEIDING

De VPB voert reeds geruime tijd een constructief overleg met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en inmiddels het Ministerie van Veiligheid en Justitie (V&J).

In dit overleg is onder meer gesproken over de meerwaarde van de particuliere beveiliging op het gebied van privaat toezicht en handhaving in het publieke domein. Recente gesprekken hebben zich hierbij afgespeeld tegen de achtergrond van forse overheidsbezuinigingen - als gevolg van de economische crisis - de rijksbrede heroverwegingen en de Tweede Kamer verkiezingen van juni 2010. Meer in het bijzonder de spanning tussen overheidsbrede

bezuinigingen enerzijds en de inzet van politieke partijen om zich in te zetten voor 'meer blauw op straat' anderzijds. Beide ontwikkelingen geven aanleiding - en vormen daarmee een zogenaamd 'window of opportunity' - voor een hernieuwde dialoog over de mogelijkheden van particuliere beveiligingsbedrijven om een positieve bijdrage te leveren aan deze uitdagingen.

Mede naar aanleiding van dit overleg is de VPB een aantal studies gestart rond 'privaat toezicht in het publieke domein'. Ten eerste een quick scan enquête onder leden van de VPB naar de aard en omvang van deze dienstverlening in 2009. Ten tweede, een onderzoek naar de werkwijzen die van belang zijn voor een succesvolle samenwerking, zogenaamde 'good practices' voor privaat toezicht en handhaving. Ten derde een studie naar prestatie-indicatoren die kunnen helpen bij het in beeld brengen van het effect of resultaat van de inzet van privaat toezicht en handhaving. Tot slot, een economische vergelijking van de drie toezichtvarianten:

gemeentelijk toezicht, privaat toezicht en politietoezicht. Met dit document wordt invulling gegeven aan het derde product namelijk de prestatie-indicatoren voor privaat toezicht in het publieke domein.

De meerwaarde van prestatie-indicatoren

Prestatie-indicatoren zijn een verzameling variabelen die - in dit geval - inzicht geven in de kwaliteit van de dienstverlening van een particuliere beveiligingsorganisatie op het gebied van privaat toezicht in het publieke domein.

Het gebruik van een consistente verzameling prestatie-indicatoren draagt bij aan de

transparantie van de dienstverlening maar maakt het tevens eenvoudiger om de prestaties van verschillende aanbieders met elkaar te vergelijken. Hiernaast kunnen sommige kwalitatief hoogwaardige prestatie-indicatoren gebruikt worden voor de monitoring van de bereikte resultaten op basis van de geleverde dienstverlening.

Deze eigenschappen van prestatie-indicatoren kunnen naar het oordeel van de VPB een positieve bijdrage leveren aan de bereidheid van (semi) publieke opdrachtgevers om gebruik te maken van privaat toezicht in het publieke domein. De gedachte hierbij is dat diverse potentiële opdrachtgevers niet kiezen voor een private dienstverlener omdat zij onvoldoende inzicht hebben in de kwaliteit die uiteindelijk zal worden geleverd. In feite zou je kunnen zeggen dat deze potentiële opdrachtgevers op zoek zijn naar een oplossing voor een bepaald toezicht of handhavingsprobleem. Zij zitten hierdoor met de vraag of - en in hoerverre - de private

dienstverlener daadwerkelijk een positieve bijdrage kan en zal leveren aan het verminderen van dit probleem. Deze vraag kan maar zeer beperkt worden beantwoord door in offertes en

contracten afspraken te maken over de omvang van de dienstverlening. Bijvoorbeeld in het aantal toezichthouders of het aantal uur dat er toezicht plaatsvindt. Het zwaartepunt komt veel meer te liggen bij de effectiviteit van de dienstverlening.

Door prestatie-indicatoren op te nemen in offerteverzoeken en aanbestedingen, en te gebruiken voor de monitoring van de dienstverlening krijgen potentiële opdrachtgevers veel meer inzicht in

(4)

het resultaat en de effectiviteit van de dienstverlening. Hiermee beschikken zij over een krachtig sturingsinstrument dat helpt bepaalde toezicht en handhavingsproblemen te adresseren.

Voor de private dienstverlener heeft het gebruik van prestatie-indicatoren grote gevolgen. Zo dient er meer informatie te worden verzameld, geanalyseerd en gerapporteerd. Hiernaast worden er hogere eisen gesteld aan het analytisch vermogen van managers en coördinatoren.

Zij zullen immers op zoek moeten gaan naar de oorzaken van de toezicht- of

handhavingsproblematiek en deze moeten adresseren. In sommige gevallen liggen de

oorzaken voor de problematiek buiten de invloedssfeer van de private dienstverlener. Zo zijn er veel situaties waarin sprake is van een complexe samenwerking met diverse andere betrokken organisaties of partijen. Het gebruik van prestatie-indicatoren is hiermee niet geheel zonder risico.

De prestatie-indicatoren die in dit document worden genoemd en uitgewerkt moeten dan ook gezien worden als de eerste stap in een ontwikkeltraject. Zo kan bijvoorbeeld tijdens gebruik van de geïdentificeerde indicatoren blijken dat er bepaalde factoren zijn die er voor zorgen dat bepaalde resultaten niet worden gerealiseerd. Deze zullen dan ook in de verzameling moeten worden opgenomen om zo gaandeweg tot een steeds robuustere set prestatie-indicatoren te komen voor toezicht en handhaving. Hiernaast kunnen prestatie-indicatoren niet alle afspraken in contracten en overeenkomsten vervangen. Zij dienen dus vooral als aanvulling op reeds gangbare afspraken en niet ter vervanging. Tot slot dient te worden opgemerkt dat sommige informatie die nodig is bepaalde prestatie-indicatoren te meten niet verzameld kan én mag worden door een private dienstverlener. Voorbeelden hiervan zijn het aantal aangiften van auto- inbraken uit een bepaalde straat of parkeerplaats, of het aantal overlastmeldingen in een bepaalde wijk. Dit betekent dat een succesvolle toepassing van de prestatie-indicatoren een intensievere samenwerking vereist met verschillende betrokken partijen.

In het volgende hoofdstuk wordt de gehanteerde werkwijze beschreven. De geïdentificeerde prestatie-indicatoren worden vervolgens uitgewerkt en aan de hand van een praktijkvoorbeeld toegelicht.

(5)

2 WERKWIJZE

De geïdentificeerde prestatie-indicatoren zijn tot stand gekomen op basis van:

ƒ Gehanteerde Kritische Prestatie Indicatoren (KPI's) binnen de branche;

ƒ Een uitgebreide literatuurstudie;

ƒ Interviews met ervaringsdeskundigen;

ƒ De workshop prestatie-indicatoren privaat toezicht in het publieke domein.

Op basis van de vraaggesprekken en de literatuurstudie bleek dat er nauwelijks tot geen prestatie-indicatoren zijn voor privaat toezicht in het publieke domein. De KPI's die binnen de branche wel gehanteerd worden richten zich vooral op de inzet van middelen en de uitvoering van bepaalde activiteiten maar niet op de resultaten of effecten van de dienstverlening. Om meer inzicht geven in de kwaliteit van de dienstverlening op basis van de resultaten en effecten hiervan is onder leiding van de VPB op 30 augustus 2010 een workshop georganiseerd.

Tijdens deze workshop hebben vertegenwoordigers van verschillende beveiligingsorganisaties en ervaringsdeskundigen gezamenlijk nagedacht over prestatie-indicatoren voor privaat toezicht in het publieke domein. De VPB is de deelnemers aan deze workshop dan ook zeer dankbaar voor hun inzet en bijdrage. Het resultaat van deze workshop was een lijst met bijna honderd prestatie-indicatoren waarvan circa vijfenveertig indicatoren voor de resultaten en effecten van de dienstverlening (zie bijlage 1). Deze lijst is vervolgens verder geanalyseerd waarbij moeilijk meetbare of SMART te formuleren indicatoren zijn verwijderd en eventuele doublures zijn samengevoegd. Hiernaast is het onderscheid tussen outcome en impact indicatoren gemaakt en zijn nog enkele indicatoren uit de literatuur opgenomen. Het verschil tussen deze outcome en impact indicatoren wordt in hoofdstuk vijf uitgelegd.

Tot slot is er een afweging gemaakt welke indicatoren het meest kansrijk zijn en op korte termijn toepasbaar in de praktijk. Deze afweging is gebaseerd op de diverse gesprekken met

opdrachtgevers en opdrachtnemers en de literatuur over de algemene staat van toezicht en handhaving in Nederland. Een cruciaal eikpunt hierbij is de constatering dat voor zover bekend geen enkele organisatie op het gebied van toezicht en handhaving in Nederland op dit moment gebruik maakt van prestatie-indicatoren in de volle omvang zoals in dit document beschreven.

Hierbij is zelfs gekeken naar stand van zaken op dit thema bij de rijksinspectiediensten.

Het resultaat is een overzicht van prestatie-indicatoren uitgesplitst naar generieke indicatoren voor alle vormen van toezicht en handhaving in het publieke domein en een beperkte set aanvullende indicatoren voor drie specifieke basisvormen van privaat toezicht en handhaving.

Deze drie basisvarianten van privaat toezicht in het publieke domein zijn:

1. Toezicht zonder buitengewone opsporingsbevoegdheden;

2. Handhaving parkeerbeleid

3. Handhaving Algemeen Plaatselijke Verordening (APV)

In het volgende hoofdstuk wordt eerst kort stil gestaan bij de verschillende soorten prestatie- indicatoren die kunnen worden gehanteerd. Vervolgens wordt in hoofdstuk vijf de generieke prestatie-indicatoren benoemd die relevant zijn voor alle vormen van (privaat) toezicht en handhaving. In hoofdstukken zes, zeven en acht worden prestatie-indicatoren uitgewerkt die specifiek van toepassing zijn bij één van de drie basis varianten van privaat toezicht en handhaving. Hierbij worden uitsluitend de prestatie-indicatoren behandeld die het meest geschikt worden geacht.

(6)

3 OVER PRESTATIE-INDICATOREN

Het doel van prestatie-indicatoren is om inzicht te geven in de kwaliteit van de dienstverlening rond privaat toezicht in het publieke domein. Om de kwaliteit van deze dienstverlening te kunnen bepalen kan er naar verschillende aspecten van deze dienstverlening worden gekeken.

Om structuur aan te brengen in deze aspecten is gebruik gemaakt van de zogenaamde effectketen. Deze effectketen is een model dat ook door rijksinspectiediensten wordt gebruikt om inzichtelijk te maken welke stappen er nodig zijn om tot succesvol toezicht en handhaving te komen. Grafisch kan de effectketen als volgt worden weergegeven:

Hieronder worden de verschillende stappen in de effectketen verduidelijkt aan de hand van enkele voorbeelden.

INPUT

Input indicatoren geven inzicht in de kwaliteit van de mensen en middelen die worden ingezet om een kwalitatief hoogwaardige dienstverlening te kunnen leveren. Deze indicatoren zeggen hiermee iets over datgene wat er nodig is om hoogwaardig toezicht of handhaving te kunnen leveren. Hierbij valt te denken aan: arbeid(suren), kleding, uitrusting, opleiding, etc.

THROUGHPUT

Troughput indicatoren zeggen iets over de wijze waarop de input wordt ingezet om bepaalde producten of diensten te leveren. Deze indicatoren geven hiermee inzicht in de kwaliteit van de werkwijze of het proces. Hierbij valt te denken aan: procedures, flexibiliteit in de uitvoering, de borging van kwaliteit, etc.

OUTPUT

Output indicatoren geven inzicht in de kwaliteit van de producten of diensten die worden geleverd aan de opdrachtgever. Wat zijn de resultaten van de activiteiten die met behulp van mensen en middelen worden geleverd. Hierbij valt te denken aan handhavingsinterventies als:

overtuigen, waarschuwen, boetes, inlichten politie, etc. maar ook management informatie en rapportages.

OUTCOME

Outcome indicatoren kunnen ook effectindicatoren worden genoemd. Zij zeggen iets over het effect dat de geleverde output heeft op de toezichtgenietende doelgroep. Ten aanzien van toezicht en handhaving gaat het dan vooral om dat bepaalde regels of wetten beter worden nageleefd. Voorbeelden van outcome indicatoren zijn: het aantal overtredingen, het aantal overtreders, het nalevingpercentage, etc.

IMPACT

(7)

Impact indicatoren zeggen iets over de effecten van het al dan niet naleven van bepaalde wetten en regels voor de bredere omgeving als een straat, een wijk of een hele gemeente.

Impact indicatoren houden in veel gevallen ook directe verband met de problematiek die

aanleiding is om privaat toezicht of handhaving in te zetten. Voorbeelden van impact indicatoren zijn: het aantal overlastmeldingen, de veiligheidsbeleving, het aantal overlastmelders, etc.

Het streven van de VPB is om – in de toekomst – over dusdanig kwalitatief hoogwaardige outcome en impact indicatoren te beschikken dat er minder gebruik hoeft te worden gemaakt van input, throughput en output indicatoren. Het idee hierbij is dat de opdrachtgevers optimaal kunnen sturen op de vermindering van hun problemen terwijl de private dienstverlener meer ruimte krijgt om innovatieve oplossingen te ontwikkelen. Er ontstaat dan tevens meer ruimte voor onderlinge concurrentie en onderscheidend vermogen onder de dienstverleners. Hierbij valt te denken aan innovatieve opleidingen of trainingen die de ingezette private toezichthouder of handhaver meer effectief maken of de ontwikkeling van bepaalde informatiesystemen die een betere probleemanalyse ondersteunen. Hierbij dient expliciet benadrukt te worden dat niet alle input, throughput en output indicatoren kunnen worden vervangen. In sommige gevallen vormen ook belangrijke waarborgen voor de bandbreedte waarbinnen innovatieve oplossingen kunnen worden ontwikkeld en toegepast. Voorbeelden zijn bepaalde opleidingen, het keurmerk beveiliging of de managementrapportages. Ook hier geldt dat er sprake is van een

ontwikkeltraject waarbij eerst ervaring moet worden opgedaan in de praktijk voordat een volgende stap genomen kan worden.

(8)

4 GENERIEKE PRESTATIE-INDICATOREN TOEZICHT EN HANDHAVING

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de meest kansrijke prestatie-indicatoren geïntroduceerd en uitgewerkt.

Hierbij zullen verschillende indicatoren nader toegelicht worden. Er is voor gekozen om niet alle indicatoren toe te lichten zodat de omvang van dit document beperkt blijft en de leesbaarheid hoog is. Eerst worden de generieke prestatie-indicatoren per type gepresenteerd en toegelicht.

In de daaropvolgende paragrafen worden de aanvullende specifieke indicatoren voor de drie basisvarianten uitgewerkt.

4.2 Generieke input indicatoren

De onderstaande prestatie-indicatoren zijn geselecteerd met het oog op de benodigde input in de vorm van mensen, middelen, opleiding, et cetera die nodig is om uiteindelijk hoogwaardige resultaten te realiseren. Een aantal van deze indicatoren wordt hieronder toegelicht aan de hand van enkele voorbeelden.

Systemen

In de workshop en in verschillende documenten wordt gewezen op het belang van gedegen en snelle ondersteuning van de toezichthouders op straat. Hierbij wordt in veel gevallen verwezen naar de kans dat er een toezichthouder in een situatie terecht komt waarin ondersteuning van de politie noodzakelijk is. Bijvoorbeeld als er op heterdaad een strafbaar feit wordt

geconstateerd of wanneer er sprake is van een dreigende escalatie. De beschikbaarheid van een continu verbinding met een alarmcentrale of meldkamer is hierbij een belangrijke

randvoorwaarde.

Integriteit

Integriteit is naar het oordeel van de diverse betrokkenen en het bestuur van de VPB cruciaal voor het optimaal functioneren als beveiligingsfunctionaris. Als waarborg hiervoor wordt veelvuldig gewezen op de rigoureuze screening die beveiligingsfunctionarissen elke drie jaar moeten ondergaan. De beste indicator voor het positief doorstaan van deze screening is het verplichte legitimatiebewijs dat na een positief oordeel wordt afgegeven door de politie. Ten aanzien van toezicht en handhaving vormt de integriteit van de toezichthouder of handhaver een belangrijke indicator voor zijn of haar betrouwbaarheid.

Kennis en kunde

Kennis en kunde zijn als variabele erg voor de hand liggend. Immers als toezichthouder of handhaver moet men beschikken over een aantal vaardigheden en de benodigde kennis. Zo is het van belang dat een toezichthouder weet wat zijn of haar rechten en plichten zijn maar ook die van de toezichtgenietende doelgroep. Om aan te tonen dat iemand daadwerkelijk bekend is met de relevante wet- en regelgeving is als indicator opgenomen een relevant cursuscertificaat of diploma. Aangezien hier verschillende mogelijkheden voor zijn is deze indicator niet zo specifiek als bijvoorbeeld het EHBO diploma. Een EHBO diploma kent een aantal universele eisen. Dit is echter nog niet het geval rond kennis van wet- en regelgeving voor toezichthouders en handhavers.

Coachingsstructuur

(9)

De variabele 'interne coachingsstructuur' is blauw gearceerd omdat deze geen input vereiste is maar wel een waardevolle aanvullende indicator. Het idee achter deze indicator is dat een dienstverlener beter in staat is om nieuwe medewerkers een omgeving te bieden waarin zij zich op een verantwoorde wijze kunnen ontwikkelen tot toezicht- en handhavingsprofessional. Dit is dus een aanvullende prestatie-indicator die niet noodzakelijk is voor hoogwaardige

dienstverlening maar wel een pré.

Variabele Indicator

1 Middelen Systemen Continu verbinding met een meldkamer of alarmcentrale middels portofoon/mobiele telefoon

2 Uitrusting Uniformen die voldoen aan de door de opdrachtgever en overheid gestelde eisen 3 Personeel Ervaring Aantal jaren ervaring op het gebied van toezicht en handhaving

4 Integriteit Legitimatiebewijs particuliere beveiligingsorganisatie (zoals bedoeld in de WPBR)

5 Opleiding EHBO diploma

6 Diploma beveiliging

7 Interne coachingsstructuur voor de opleiding van nieuwe toezichthouders en handhavers

8 Kennis en

kunde

Aantoonbaar kennis van relevante wet en regelgeving (bijv. d.m.v.

cursuscertificaten of diploma's)

9 Aantoonbaar kennis van het beschikbare instrumentarium aan toezicht of handhavingsinterventies (bijv. d.m.v. cursuscertificaten of diploma's)

10 Aantoonbaar in staat om adequaat om te gaan met agressie en geweld, zowel psychisch als fysiek (bijv. d.m.v. cursuscertificaten of diploma's).

11 Aantoonbaar in staat om communicatief adequaat en de-escalerend op te treden (bijv. d.m.v. cursuscertificaten of diploma's)

12 Aantoonbaar in staat om een gedegen probleemanalyse uit te voeren (bijv. d.m.v.

cursuscertificaten, diploma's of ervaring)

4.3 Generieke throughput indicatoren

Throughput indicatoren zeggen iets over de kwaliteit van het proces of de werkwijze. De onderstaande indicatoren geven hiermee inzicht in een aantal werkwijzen die van belang zijn voor de totstandkoming van hoogwaardige dienstverlening.

Nul- en eindmeting

De invoering van nul- en eindmeting is één van de meest ingrijpende maar ook cruciale prestatie-indicatoren voor een gedegen werkwijze. De nulmeting is het ijkpunt vanwaar de inspanningen van de diensterveling wordt beoordeeld. Zonder een systematische en gedegen nulmeting kan immers ook niet worden aangetoond welke resultaten er gedurende de

dienstverlening zijn gerealiseerd. Bovendien vormt het een belangrijk punt waarop een aantal controle variabelen worden gepeild. Een goed voorbeeld hiervan is de impact variabele 'meldingsbereidheid'.

Een belangrijke outcome indicator is bijvoorbeeld het aantal overlastmeldingen en het aantal overlastmelders. Deze indicatoren zeggen iets over de omvang van de problematiek. Uit onderzoek en praktijkervaringen blijkt dat het aantal meldingen in veel gevallen eerst kort afneemt en vervolgens sterk toeneemt. De reden hiervoor is dat de meldingsbereidheid van mensen op een bepaald niveau is gestabiliseerd. Wanneer mensen zien dat er een

intensivering in de opvolging van meldingen en klachten dan neemt hun bereidheid om zaken te

(10)

melden sterk toe. De golfbeweging is dus eerst een korte periode van 'eerst zien dan geloven' en vervolgens een gestage toename in de meldingsbereidheid.

Wanneer een private dienstverlener wordt beoordeeld op het reduceren van het aantal

overlastmeldingen en overlastmelders - wat op zichzelf een goede zaak is - zal er gecorrigeerd moeten worden voor de toegenomen meldingsbereidheid. Deze correctie vereist een gedegen nulmeting waarin deze variabele is opgenomen.

Bezettingsgraad

De prestatie-indicator bezettingsgraad wordt veel gebruikt in productieomgevingen om aan te geven hoeveel van de beschikbare capaciteit daadwerkelijk wordt gebruikt. Zo is de

bezettingsgraad van een machine die vierentwintig uur per dag beschikbaar is en twaalf uur per dag wordt gebruikt circa 50%. Voor toezicht en handhaving verwijst deze indicator naar het percentage gewerkte uren ten behoeve van het feitelijke toezicht of handhaving in de openbare ruimte ten opzichte van het aantal overeengekomen of beschikbare uren. Deze indicator maakt hierdoor inzichtelijk hoeveel uren er verloren gaan of besteed worden aan bijvoorbeeld

opleidingen en trainingen, verlof of verzuim. Een bezettingsgraad van 100% betekent dus dat elk uur dat wordt betaald ook daadwerkelijk besteed wordt aan toezicht en handhaving. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de administratieve verwerking van de activiteiten op straat ook behoort tot het toezicht en de handhaving.

Probleemanalyse

De probleemanalyse is een vereiste om te kunnen bepalen wat de meest effectieve en efficiënte strategie is om de betreffende problematiek te adresseren. Deze analyse is van belang voor de opdrachtgever maar vooral voor de opdrachtnemer. Een opdrachtgever zal in veel gevallen al hebben nagedacht over het toezicht- of handhavingsprobleem en over een oplossing hiervoor. Het is voor de opdrachtnemer echter van belang dat zij zelf inzichtelijk hebben wat nu precies het probleem is en hoe zij dit denken aan te kunnen pakken. De opdrachtnemer wordt immers afgerekend op de bereikte resultaten en zonder een gedegen probleemanalyse is het onmogelijk om de meest effectieve en efficiënte interventies te

selecteren. Hierbij is het dus geen kwestie van vertrouwen in het oordeel van de opdrachtgever.

Het is een waarborg voor de opdrachtnemer dat deze zijn eigen oordeel vormt.

Advisering o.b.v. probleemanalyse

Deze indicator is een aanvulling op de vorige. Wanneer er inzicht is in de problematiek dient er een kansrijke aanpak of werkwijze te worden gekozen. Het besluit hierover ligt altijd bij de opdrachtgever. Dit is lastig wanneer hierover sprake is van een meningsverschil tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. De opdrachtnemer wordt immers afgerekend op de

resultaten terwijl de opdrachtgever het eindoordeel heeft over de te voeren werkwijze. Hierdoor is het van belang dat de opdrachtnemer kan aangeven dat zij een andere opvattingen heeft over de problematiek en de werkwijze om deze problematiek te adresseren. Bovendien moet zij dit kenbaar hebben gemaakt aan de opdrachtgever. De indicator 'advisering o.b.v. probleem analyse' dient dus als een waarborg voor de verantwoordelijkheidsverdeling in de

samenwerking en draagt bij aan de afstemming van verwachtingen tussen opdrachtnemer en opdrachtgever.

Integrale signalering

Deze prestatie-indicator verwijst naar breedte waarmee de toezichthouder of handhaver op straat observeert en signaleert. Zo kan bijvoorbeeld een straatcoach zich uitsluitend bezig houden met de overlastgevende jongeren of hij kan zijn rol als toezichthouder breder opvatten.

Dit betekent dat hij of zij ook signaleert dat er bijvoorbeeld iemand zijn (huis)vuil op een verkeerde manier aanbiedt of dat de straatverlichting op een bepaalde plaats stuk is. Alle toezicht en handhaving is gegrond in de lokaal geldende wet- en regelgeving. Voorbeelden zijn het hondenbeleid, het reclamebeleid, het horecabeleid, enzovoorts. Een toezichthouder die

(11)

naast de problematiek waarvoor hij of zij is aangesteld ook melding maakt van overtredingen op andere terreinen levert een betere prestatie dan één die dit niet doet. Het is uiteraard mogelijk dat een opdrachtgever dit niet op prijs stelt. In dat geval kan deze indicator geheel achterwege gelaten worden.

Variabele Indicator

1 Methode Visie op werkwijze Beschreven visie op toezicht en handhaving in het algemeen

2 Werkmethodiek (procedures) Beschreven procedures voor diverse situaties en activiteiten

3 Schriftelijke rapportage over nul- en eindmeting

4 Bezettingsgraad Het percentage geleverde uren ten opzichte van het aantal overeengekomen uren per week

5 Flexibiliteit

De mogelijkheid voor opdrachtgevers om - op basis gegronde redenen - een toezichthouder of handhaver te laten vervangen

6 De mogelijkheid voor opdrachtgevers om aanpassingen te

doen in de omvang van de inzet.

7 De mogelijkheid voor opdrachtgevers om de planning voor

de inzet aan te passen

8 De mogelijkheid voor opdrachtgevers om inzet plaats te

laten vinden in de avonden en weekenden

9

Aanpassing van werkwijzen aan de hand van een evaluatie van de resultaten van het gevoerde toezicht- en

handhavingsbeleid

10 Probleemanalyse Een schriftelijke probleemanalyse op basis van een nulmeting

11

Een vrijblijvend schriftelijk advies voor de aanpak van de geconstateerde problematiek op basis van de resultaten van de probleemanalyse

12 Betrokkenheid stakeholders Er vind structureel en periodiek overleg plaats met de - bij de problematiek - betrokken stakeholders

13

Toezichthouders of handhavers zijn bekend met de activiteiten van de - bij de problematiek - betrokken stakeholders

15 Integrale signalering Aantal vergunningsstelsels en handhavingsdomeinen waarop signaleringen worden gedaan

16 Kwaliteitsborging Kwaliteitscertificering (ISO, KEMA, NEN)

17 Keurmerk beveiliging

4.4 Generieke output indicatoren

Output indicatoren geven inzicht in de prestaties van de toezichthouder of handhaver in de openbare ruimte. Specifiek de activiteiten die hij of zij onderneemt en wijze waarop. De oplettende lezer zal hierbij opvallen dat er een aanzienlijk aantal indicatoren tussen zitten die iets zeggen over het volume van de activiteiten. De reden hiervoor is dat op het gebied van toezicht en handhaving de kwaliteit van deze activiteiten tot uitdrukking komt in het effect of de outcome van deze activiteiten op de toezichtgenietende doelgroep. Zonder het gebruik van outcome indicatoren geven de output indicatoren dus een vertekend beeld van de werkelijkheid.

Bovenal doen zij geen recht aan de uitgangspunten en beweegredenen van de VPB voor de

(12)

ontwikkeling van prestatie-indicatoren. Prioriteit voor de VPB is kwaliteitsverbetering, productiviteitsverbetering is hieraan ondergeschikt.

Aantal interventies

In principe is het doel van elke toezichthouder of handhaver dat de naleving van wet- en regelgeving verbetert. Dit vereist dat zij mensen weten te motiveren om zich aan bepaalde wet- en regelgeving te houden. Om dit te bereiken beschikken zij over diverse instrumenten zoals informerende gesprekken, waarschuwingen, eventueel naheffingen of bekeuringen, et cetera.

Het aantal interventies dat een toezichthouder of handhaver verricht is hiermee een waardevolle indicator voor zijn of haar productiviteit.

Aantal klachten

Het aantal klachten dat er worden gedaan over het optreden van de toezichthouder of

handhaver is een belangrijke kwaliteitsvariabele. Bovendien dient deze variabele ter nuancering van het aantal interventies. Iemand die weinig actief is en nauwelijks tot geen interventies doet kan veel moeilijker een effect hebben op de toezichtgenietende doelgroep. Hiernaast kan een toezichthouder of handhaver die uitsluitend gericht is op bijvoorbeeld het uitschrijven van naheffingen of waarschuwingen wel veel interventies doen maar weinig positief effect hebben.

Door zowel te kijken naar het aantal interventies als het aantal klachten ontstaat een robuuste impuls om zowel actief te zijn maar om vooral ook kwaliteit te leveren.

Geografische spreiding

Deze indicator is eveneens een nuancerende variabele op het aantal interventies. Waar het hier om gaat is de oppervlakte die een toezichthouder of handhaver moet dekken om toe te kunnen zien op de naleving van bepaalde wet- en regelgeving. Zo is voor te stellen dat een

parkeercontroleur die een parkeergebied heeft met ruim duizend parkeerplaatsen verspreid over tien vierkante kilometer meer afstand moet afleggen dan een controleur die hetzelfde aantal plaatsen heeft op vijf vierkante kilometer. Dit betekent dat er een grotere afstand moet worden afgelegd en dat het dus lastiger wordt om hetzelfde aantal interventies te doen.

Ditzelfde geldt voor een relatief grote wijk met relatief weinig overlastgevende jongeren. De toezichthouder zal dan meer afstand moeten afleggen om eenzelfde aantal interventies te doen.

Variabele Indicator

1 Prestaties Toezicht en

handhavingsactiviteiten Aantal interventies door toezichthouder (bijv. waarschuwingen)

2 Aantal door de toezichthouder of handhaver gemelde

overtredingen

3 Aantal door de toezichthouder of handhaver gemelde dreigende

overtredingen

4 Aantal voorstellen ter verbetering van de leefomgeving

5 Aantal controles op de uitvoer van verbetervoorstellen en

opvolging van (dreigende) overtredingen

6 Aantal klachten over toezicht en toezichthouder(s)

7 Aantal gegronde klachten over toezicht en toezichthouder(s)

8 Omvang toezichtgenietende doelgroep

9 Geografische spreiding toezichtgenietende doelgroep (km3)

10 Veiligheid Aantal EHBO interventies

11 Management informatie Aantal rapportages

12 Frequentie van rapportages

(13)

13 Informatiedeling (aantal stakeholders dat voor hen relevante managementinformatie ontvangt)

14 Continue monitoring van de resultaten van het toezicht en

handhavingsbeleid op basis van prestatie-indicatoren

4.5 Generieke outcome indicatoren

De generieke outcome indicatoren zijn ten opzichte van het aantal input, throughput en output indicatoren beperkt. De outcome indicatoren zijn gericht op de positieve gedragsverandering onder de toezichtgenietende doelgroep. De geïdentificeerd indicatoren hiervoor zijn vrij eenvoudig maar wel robuust.

Nalevingsbereidheid

Dit is waarschijnlijk de belangrijkste indicator van alle genoemde prestatie-indicatoren. In feite is een 100% nalevingsbereidheid het ultieme doel. Dit getal drukt uit dat iedereen zich aan de regels houdt en dat er geen overtredingen worden begaan. Iedereen heeft zijn hond aan de riem waar dit vereist is, iedereen betaalt zijn parkeerbonnetje, en er worden geen

ongeoorloofde reclame posters meer opgeplakt. Om vast te stellen wat de nalevingsbereidheid is moet bekend zijn hoeveel overtredingen er zijn ten opzichte van het aantal nalevingen. Om dit vast te stellen kan er gebruik worden gemaakt van een aantal systematisch uitgevoerde steekproeven.

Informatieverstrekking en bekendheid

Deze indicatoren geven aan of mensen op hoogte zijn van de inzet van de toezichthouder of handhaver en de reden waarom. Dit is van belang omdat in veel gevallen het al voldoende is om tot gedragsverandering te komen wanneer mensen weten dat er toezicht en handhaving plaatsvindt. Deze indicator zorgt er dus voor dat de toezichthouder of handhaver ook aandacht besteedt aan het informeren van mensen.

Variabele Indicator

1 Resultaten De handhavingsproblematiek Aantal overtredingen

2 Percentage overtredingen t.o.v. de naleving

(nalevingsbereidheid)

3 Informatieverstrekking en bekendheid

Het percentage van de toezichtgenietende doelgroep, dat bekend is met de aanwezigheid van toezichthouders of handhavers

4 Het percentage van de toezichtgenietende doelgroep, dat bekend

is met reden voor de inzet van de toezichthouder of handhaver

5

Percentage van de toezichtgenietende doelgroep, dat bekend is met - voor de betreffende problematiek - geldende wet- en regelgeving

4.6 Generieke impact indicatoren

De impact indicatoren zeggen iets over het effecten van het gedrag van de toezichtgenietende doelgroep op een bredere omgeving. Waar het hier om gaat is dat andere mensen last hebben van mensen die bepaalde regels overtreden. Zo kunnen mensen last hebben van de

(14)

hondenpoep op een speelveldje omdat anderen hun hond daar uitlaten. Hetzelfde geldt

eigenlijk voor bijna alle vormen van overlast. Mensen ervaren vaak overlast van het gedrag van anderen. Wanneer het hier gaat om gedrag dat niet volgens de geldende regels en afspraken is dient een toezichthouder of handhaver hier corrigerend op te treden. Wanneer deze mensen zich vervolgens wel aan de regels houden zouden anderen hier minder last van hebben. De impact indicatoren laten zien in hoeverre dit gerealiseerd wordt.

Overlastmeldingen

Het aantal overlastmeldingen is de meest directe en eenvoudige indicator voor het effect van de dienstverlening op de omgeving. Hoe minder mensen bij politie of gemeente melden dat zij overlast ervaren hoe beter de leefbaarheid van een bepaalde wijk of straat.

Criminaliteitscijfers

Het gebruik van criminaliteitscijfers is lichtgroen gearceerd omdat het met uiterste voorzichtigheid geïntroduceerd moet worden als prestatie-indicator. Ten eerste dienen

toezichthouders en handhavers geen openbare orde en veiligheidstaken op zich te nemen. Ten tweede zijn er een groot aantal factoren van invloed op de criminaliteit die buiten de

invloedssfeer van de toezichthouders of handhavers liggen. Dit neemt echter niet weg dat een intensivering van het aantal toezichthouders en handhavers er toe kan bijdragen dat er minder wordt ingebroken in auto's in een bepaalde wijk of parkeerterrein. Het gebruik van deze indicator zou eerst vooral moeten plaatsvinden als test. Wanneer hier voldoende ervaring mee is opgedaan kan worden ingeschat of het waardevol is om het te gebruiken om eventuele positieve bijeffecten van de inzet van toezichthouders en handhavers te registreren.

Veiligheidsbeleving

De indicator veiligheidsbeleving is een belangrijke indicator omdat deze ook tot uitdrukking komt in bijvoorbeeld de landelijke veiligheidsmonitor en andere indexen voor de leefbaarheid in een gemeente. Om dit te bepalen kan er periodiek een enquête worden gehouden onder de inwoners van een bepaald gebied. Dit is afhankelijk van het inzetgebied van de toezichthouder of handhaver.

Informatieverstrekking en bekendheid

Ook als impact indicator is de informatieverstrekking en bekendheid van belang. In dit geval gaat het echter niet om de bekendheid bij de toezichtgenietende doelgroep maar bij andere betrokkenen zoals buurtbewoners of samenwerkingspartners van de private dienstverlener.

Voorbeelden hiervan zijn jongerenwerk organisaties, politie, gemeentelijke diensten, enzovoorts.

Variabele Indicator

1 Effecten De handhavingsproblematiek Aantal overlastmeldingen (bijv. geluid, vernieling, graffiti, (huis)vuil, etc)

2 Aantal overlastmelders

3 Aantal locaties waar melding wordt gemaakt van overlast

4

Meldingsbereidheid (het percentage van de inwoners uit een bepaald gebied dat zegt melding te maken van bepaalde overtredingen)

5 Veiligheid Criminaliteitscijfers

6 Veiligheidbeleving door burgers

7 Draagvlak voor

toezicht(houders) Tevredenheid stakeholders

8 Tevredenheid bewoners

9 Informatieverstrekking en bekendheid

Het percentage van de stakeholders, dat bekend is met de aanwezigheid van toezichthouders of handhavers

(15)

10 Het percentage van de stakeholders, dat bekend is met reden voor de inzet van de toezichthouder of handhaver

11

Het percentage van de inwoners in een bepaald gebied, dat bekend is met de aanwezigheid van toezichthouders of handhavers

12

Het percentage van de inwoners in een bepaald gebied, dat bekend is met reden voor de inzet van de toezichthouder of handhaver

(16)

5 SPECIFIEKE PRESTATIE-INDICATOREN TOEZICHT

In het vorige hoofdstuk is aandacht besteed aan de generieke prestatie-indicatoren voor toezicht en handhaving. In dit hoofdstuk worden enkele aanvullende indicatoren geïntroduceerd specifiek voor de inzet van toezicht. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de straatcoach als belangrijkste referentie heeft gediend. De reden hiervoor is dat deze vorm van privaat toezicht rond overlastgevende jongeren de laatste jaren erg populair is geworden.

Er wordt geen gebruik meer gemaakt van aparte paragrafen voor de verschillende typen indicatoren (input, throughput, output, etc.) omdat het er beduidend minder zijn. Hiernaast zijn er geen aanvullende indicatoren voor alle typen maar soms slechts voor enkele.

Toepassing WPBR regime

De WPBR is de Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus. Deze indicator is lichtgroen gearceerd omdat er nog reserveringen zijn over de wenselijkheid en invulling van deze indicator. In één van de interviews is aangegeven dat het van belang is dat er een juridisch kader is voor de uitvoering van privaat toezicht in het publieke domein. Waar het hier om gaat is de situatie dat een dienstverlener actief is op dit terrein zonder dat er duidelijke wettelijke kaders zijn waarbinnen deze dienstverlening plaatsvindt. Voorbeelden hiervan zijn stichtingen die privaat toezicht in het publieke domein leveren maar niet onder een eenduidig en - voor de uitoefening van hun werkzaamheden - geschikt wettelijk regime vallen. Het idee achter deze indicator is dus om de waarborgen uit het wettelijke kader voor particuliere recherche en beveiliging toe te passen op deze variant van privaat toezicht in het publieke domein.

Er zijn echter nog enkele reserveringen over deze indicator omdat het lastig om alle gevolgen van haar toepassing op voorhand te overzien. Hiervoor is aanvullend juridisch advies nodig.

Kennis

Naast de toepassing van het WPBR is de kennis op het gebied van cultuur, de multiculturele samenleving en groepsdynamiek lichtgroen gearceerd omdat er nog weinig zicht bestaat op de beschikbare cursussen of opleidingen die deze kennis aanbieden. Er is voor gekozen om deze indicatoren wel op te nemen omdat zij een waardevolle meerwaarde kunnen hebben in de effectiviteit van de ingezette toezichthouder en specifiek de straatcoach.

Variabele Indicator

Input 1 Personeel Opleiding Diploma Medewerker Toezicht en Veiligheid

(MTV) of vergelijkbare opleiding

2 Kennis

Aantoonbaar kennis van - voor de problematiek – relevante cultuur en de multiculturele samenleving (bijv. d.m.v.

cursuscertificaten of diploma's)

3 Aantoonbaar kennis van groepsdynamiek

(bijv. d.m.v. cursuscertificaten of diploma's) Throughput 4 Methode Visie op werkwijze Beschreven visie op toezicht in relatie tot

overlast 5 Aansluiting (fit) toezichthouders

en toezichtgenietende doelgroep

Afspiegeling van toezichtgenietende populatie of doelgroep

6 Kwaliteitsborging De dienstverlening vindt plaats onder het wettelijke regime van de WPBR

(17)

Outcome 7 De handhavingsproblematiek Aantal overlastgevende individuen

8 Aantal overlastgevende groepen

9 Omvang van de overlastgevende groepen

10 Aantal nieuwe leden van overlastgevende

groepen

(18)

6 SPECIFIEKE PRESTATIE-INDICATOREN PARKEREN

Evenals het vorige hoofdstuk worden uitsluitend aanvullende prestatie-indicatoren

gepresenteerd specifiek rond de handhaving van het parkeerbeleid. Bij de ontwikkeling van deze set indicatoren is bovendien uitgegaan van de BOA parkeren en niet van de fiscaal parkeer controleur.

Aantal inbraken

Deze indicator zegt mogelijk iets over het bijeffect van meer intensieve handhaving en toezicht op het aantal inbraken in auto's op de betreffende parkeerterreinen. Dit is een bijzondere indicator die te maken heeft met openbare orde en veiligheid en niet direct met toezicht en handhaving. Hij is echter wel onder voorbehoud opgenomen in de lijst omdat het

ontmoedigende effect van de intensievere aanwezigheid van controleurs aannemelijk is. Op dit moment is het echter nog een theorie die in de praktijk zal moeten blijken. Om dit daadwerkelijk aan te kunnen aantonen zal deze indicator echter wel gemonitord moeten worden.

Variabele Indicator

Input 1 Middelen Systemen PDA's & Handterminals

2 Personeel Opleiding

Diploma Handhaver Toezicht en Veiligheid (HTV) of vergelijkbare opleiding

3 Getuigschrift Algemeen basisexamen

buitengewoon opsporingsambtenaar

Throughput 5 Methode Visie op werkwijze Beschreven visie op toezicht en

handhaving van het parkeerbeleid

Output 6 Toezicht en

handhavingsactiviteiten Aantal naheffingen/processen verbaal

6 Aantal bezwaarschriften

7 Percentage bezwaarschriften t.o.v. het

aantal naheffingen

8 Aantal betaald parkeerplaatsen

Outcome 9 Betalingsbereidheid (in %)

10 Bezettingsgraad (in %)

Impact 11 Veiligheid Aantal aanrijdingen

12 Aantal aangetroffen schades

13 Aantal inbraken

14

Aantal gevaarlijk geparkeerde voertuigen (ontnemen zicht, doorstroming, etc.)

(19)

7 SPECIFIEKE PRESTATIE-INDICATOREN APV

Onder de aanvullende specifieke indicatoren voor de handhaving van het APV is het aantal uitgereikte hulpmiddelen.

Aantal uitgereikte hulpmiddelen

Deze indicator verwijst naar de verschillende hulpmiddelen die aan een toezichtgenietende doelgroep kan worden uitgereikt om de naleving te verbeteren. Een voorbeeld dat tijdens de workshop hierbij is gebruikt is de uitreiking van speciale zakjes aan honden eigenaren om hondenpoep op te kunnen ruimen. Het idee hierachter is dat regelnaleving niet alleen een kwestie is van informeren en motiveren. In sommige gevallen kan regelnaleving ook worden gestimuleerd door het wegnemen van drempels of het creëren van de juiste randvoorwaarden.

De indicator 'uitgereikte hulpmiddelen' moet in deze context ook breed geïnterpreteerd. Het gaat hierbij om alle handelingen die een drempelverlagend effect hebben of een verbetering van de randvoorwaarden voor naleving omvat.

Variabele Indicator

Input 1 Middelen Systemen PDA's & Handterminals

2 Internet applicaties

3 Personeel Opleiding Diploma Handhaver Toezicht en Veiligheid (HTV) of vergelijkbare opleiding

4 Getuigschrift Algemeen basisexamen buitengewoon

opsporingsambtenaar

Throughput 1 Methode Visie op werkwijze Beschreven visie op toezicht en handhaving van het APV

Output 1 Toezicht en

handhavingsactiviteiten Aantal naheffingen/processen verbaal

2 Aantal bezwaarschriften

3 Percentage bezwaarschriften t.o.v. het aantal

naheffingen

4 Aantal uitgereikte hulpmiddelen

(20)

8 VOORUITBLIK

Een van de belangrijkste observaties uit dit onderzoek is de constatering dat het gebruik van prestatie-indicatoren en effectmeting in de praktijk nog in de kinderschoenen staat. Er is geen organisatie binnen het veiligheidsdomein bekend die op dit moment over de volle lengte van de effectketen gebruik maakt van prestatie-indicatoren. Hieruit is op te maken dat het geen eenvoudige opgave is om het gebruik van prestatie-indicatoren te verankeren in de dagelijkse werkpraktijk. Het is dan ook zeer optimistisch om te denken dat de geïdentificeerde prestatie- indicatoren automatisch zouden worden toegepast door de branche en (semi) publieke opdrachtgevers. De kans is groot dat zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers in de praktijk uiteenlopende obstakels zullen ervaren voordat er routine ontstaat in het werken met prestatie- indicatoren.

Om er voor te zorgen dat alle inspanningen door alle betrokken bij de ontwikkeling van deze prestatie-indicatoren zo groot mogelijk effect hebben is zeer waarschijnlijk verdere begeleiding nodig. De kans op een succesvolle toepassing van prestatie-indicatoren door zowel particuliere beveiligingsorganisaties als hun opdrachtgevers wordt aanzienlijk vergroot wanneer zij de juiste begeleiding krijgen bij dit proces. Bovendien is het ten zeerste aan te bevelen om de invoering van prestatie-indicatoren stapsgewijs te laten verlopen. Door te beginnen met enkele

belangrijke indicatoren en naar verloop van tijd dit aantal uit te breiden is de overgang geleidelijker en minder ingrijpend of onzeker.

Wanneer (semi) publieke opdrachtgevers in aanbestedingen en offerteverzoeken gebruik gaan maken van prestatie-indicatoren kan dit aanzienlijke veranderingen met zich mee brengen. De aanpak van uiteenlopende problematiek kan een kwaliteitsimpuls krijgen en opdrachtgevers kunnen hogere eisen gaan stellen aan private dienstverleners. Bijvoorbeeld ten aanzien van de projectmanagers bij de opdrachtnemer. Zij zullen immers naast hun personeelsmanagement nu ook een adviserende en analytische rol krijgen. Dit betekent dat zij zullen moeten beoordelen of een gekozen aanpak werkt en tijdig moeten bijsturen om ervoor te zorgen dat de gewenste resultaten worden gerealiseerd.

Tot slot dient opgemerkt te worden dat het aan te bevelen is om de aanvullende investering in informatiemanagement initieel zoveel mogelijk bij de opdrachtnemer neer te leggen. De reden hiervoor is dat het gebruik van prestatie-indicatoren drempelverlagend zouden moeten werken, in plaats van drempelverhogend. Het is dus van belang dat de meerwaarde van prestatie- indicatoren om de kwaliteit de dienstverlening inzichtelijk te maken niet teniet wordt gedaan door de ontmoediging van een extra inspanning voor de opdrachtgever. Een aanvullende inspanning vanuit de opdrachtgever lijkt echter onvermijdelijk. Al is het maar vanwege een zijn informatiepositie en de beperkingen voor de private opdrachtnemer om over bepaalde

informatie te beschikken.

(21)

BIJLAGE: WORKSHOP RESULTATEN

TYPE INDICA- TOR

CATEGORIE TOEZICHT PARKEREN APV

Variabele Indicator Indicator Indicator

INPUT Middelen Back-office Meldkamer/alarmcentrale

Systemen PDA's PDA's

Internetapplicaties

Herkenbaarheid Uniformen Uniformen

Personeel Ervaring

Opleiding EHBO diploma Coachingsstructuur

Diploma beveiliging

Kennis Mogelijke interventies Kennis van feitcodes

Cultuur en multiculturele

samenleving

Kennis van bestuursrechtelijke handhaving

Groepsdynamiek

Wet en regelgeving

Structuren van

stakeholders

Kunde Groepsinterventies

Omgaan met agressie en geweld (psychisch en fysiek)

Analystisch vermogen

(probleem analyse)

Communicatieven vaardigheden (de-

escalerend communiceren)

Integriteit Screening (VOG

beveiliging)

Organisatie Assesments Cognitieve testen

Competentie tests

Praktijk tests (proces

verbaal)

Beschikbaar budget

Budget voor toezicht en handhaving

parkeerbeleid

THROUGH-

PUT Methode Visie op werkwijze Beschreven visie op

toezicht in het algemeen

Beschreven visie op toezicht in relatie tot specifieke problematiek

Budgetbeheersing

Transparantie

Werkmethodiek

(procedures) Beschreven procedures

Inventief Nieuwe oplossingen

n.a.v. probleemanalyse

Nul, tussen en eind meting Nul, tussen en eind

meting

Nul, tussen en eind meting

Bezettingsgraad percentage geplande uren

dat maandelijks is ingevuld

percentage geplande uren dat maandelijks is ingevuld

percentage doorbelast

verzuim (uren)

percentage doorbelast verzuim (uren)

(22)

Flexibiliteit Aanpassingen van ingezet personeel

Aanpassingen van

ingezet personeel

Aanpassingen van de omvang van de inzet (BOA aanstellingsprocedure in acht nemend)

Aanpassingen van de omvang van de inzet (BOA

aanstellingsprocedure in acht nemend)

Aanpassing van de

planning

Aanpassing van de

planning

Inzet in avonden en

weekenden

Inzet in avonden en

weekenden

Aanpassing van werkwijzen aan de hand van resultaten

Aanpassing van werkwijzen aan de hand van resultaten

Probleemanalyse

Interventiekeuze

(oplossing)

Betrokkenheid

stakeholders Netwerkoverleg Netwerkoverleg

Commitment

stakeholders

Kennis over activiteiten stakeholders

Aansluiting (fit) toezichthouders en toezichtgenietende doelgroep

Afspiegeling van toezichtgenietende populatie of doelgroep

Integrale signalering

Aantal vergunningstselsels waarop signaleringen worden gedaan

Kwaliteitsborging Wettelijke waarborgen

(o.a. screening)

Certificering (ISO, KEMA,

NEN)

Keurmerken (Beveiliging)

OUTPUT Aantal interventies door

toezichthouder Aantal interventies

door toezichthouder

Aantal meldingen van overtredingen door toezichthouder

Aantal

naheffingen/processen verbaal

Aantal

naheffingen/processe n verbaal

Aantal controles op de opvolging van meldingen van overtredingen

Aantal

waarschuwingen

Aantal voorstellen ter verbetering van de leefomgeving (door de toezichthouder)

Aantal uitgereikte hulpmiddelen

Aantal controles op de uitvoer van

verbetervoorstellen

Aantal signaleringen van

dreigende overtredingen

Aantal controles op de opvolging van signaleringen van dreigende overtredingen

Management

informatie Aantal rapportages Aantal rapportages Aantal rapportages

Frequentie van

rapportages

Frequentie van rapportages

Frequentie van rapportages

Kwaliteit van rapportages Kwaliteit van

rapportages

Kwaliteit van rapportages

(23)

Informatiedeling (aantal stakeholders dat voor hen relevante

managementinformatie ontvangt)

Informatiedeling (aantal stakeholders dat voor hen relevante managementinformatie ontvangt)

Informatiedeling (aantal stakeholders dat voor hen relevante managementinformati e ontvangt)

Analyse van prestatie-

indicatoren

Analyse van prestatie- indicatoren

Analyse van prestatie- indicatoren

Veiligheid Aantal EHBO

interventies

Advisering over handhavingsbeleid/p rogramma

Informatieverstrekkin

g

Bekendheid wet- en regelgeving bij toezichtgenietende doelgroep OUTCOME

EN IMPACT

Herkenbaarheid

Nalevingsbereidheid

Omvang overlast Aantal overlastgevende

individuen

Betalingsbereidheid (in

%)

Aantal overlastgevende

groepen Bezettingsgraad (in %)

Omvang van de

overlastgevende groepen Aantal bezwaarschriften

Aantal locaties waar melding wordt gemaakt van overlast

Percentage

bezwaarschriften t.o.v.

het aantal naheffingen

Aantal nieuwe leden van

overlastgevende groepen

Aantal klachten en

ergernissen

Aantal individuen dat actief participeert in positieve initiatieven

Aantal overtredingen Aantal overtredingen Aantal overtredingen

Aantal overlastmelders Aantal

overlastmelders

Aantal overlastmeldingen

(bijv. geluid, vernieling, etc)

Aantal

overlastmeldingen (bijv. geluid, vernieling, etc)

Criminaliteitscijfers

Tevredenheid bewoners Tevredenheid

bewoners

Aantal klachten over toezicht en

toezichthouder(s)

Tevredenheid Toezichtgenietende doelgroep

Aantal gegronde klachten over toezicht en

toezichthouder(s)

Tevredenheid stakeholders

Vervuiling

leefomgeving

Graffiti (aantal meldingen, aantal m3, aantal locaties, kosten schoonmaak)

(huis)vuil (aantal

meldingen, aantal locaties)

Veiligheidsbeleving Beoordeling veiligheid door

burgerpanel

Draagvlak voor

toezicht(houders)

Waardering door

stakeholders

Waardering door bewoners

Waardering door toezichtgenietende doelgroep

(24)

Bekendheid Bij stakeholders

Bij bewoners

Bij toezichtgenietende

doelgroep

Veiligheid Aantal aanrijdingen

Aantal schades

Aantal inbraken

Aantal gevaarlijk geparkeerde voertuigen (ontnemen zicht, doorstroming, etc.)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

b) Kwaliteitsindicatoren kunnen ook worden ingedeeld naar Veilig Thuis intern en Veilig Thuis te midden van de keten. Een voorbeeld van de eerste is het percentage van de

De Balanced Scorecard heeft direct invloed op een aantal activiteiten van het management controlproces, namelijk het opstellen van strategische doelstellingen, het opstellen

Door verschillen tussen netwerkorganisaties en hiërarchisch-georiënteerde organisaties in structuur, visie en strategie, cultuur, redenen voor het inzetten van individuele

Voor aantal vertragingen naar onze klanten wordt dat geregistreerd en aangeleverd door Hoofd Logistiek op dezelfde manier (PPI).. OPI Aantal juiste leveringen: Wordt door

Machine utilization time (1) Actual time producing (min/day)/time available (min/day) Manufacturing lead times (8) Finish time for all products - starting time.. Material

Een tweede probleem zit in de bepaling van het referentie-kengetal. Het referentie-kengetal hangt namelijk af van de toestand van alle actieve componenten in het vertakte systeem. De

In bepaalde opzich­ ten staan zij op gespannen voet met elkaar, waardoor er niet alleen nagegaan moet worden welke invloed zij precies op elkaar hebben, maar ook zullen

- Meerdere woningen direct aan de Westkanaaldijk (overlast minder bij aanleg van werkweg) - Te overbruggen hoogteverschillen (waterkering) + Drukste deel Hogelandseweg (zuid)