• No results found

Inspectierapport. Partou KDV Eva Besnyostraat 491 (IKC Laterna Magica) (KDV) Eva Besnyöstraat LG Amsterdam Registratienummer:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport. Partou KDV Eva Besnyostraat 491 (IKC Laterna Magica) (KDV) Eva Besnyöstraat LG Amsterdam Registratienummer:"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Partou KDV Eva Besnyostraat 491 (IKC Laterna Magica) (KDV)

Eva Besnyöstraat 491 1087 LG Amsterdam

Registratienummer: 500419462

Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 13-12-2017

Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief

Datum vaststellen inspectierapport: 02-02-2018

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht

Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Op 13 december 2017 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd.

In dit onderzoek is naar aanleiding van het risicoprofiel een beperkt aantal kwaliteitseisen, namelijk op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel, de beroepskracht-kind-ratio, de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid, de accommodatie en het ouderrecht onderzocht. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld.

De toezichthouder heeft de houder in de gelegenheid gesteld om na het inspectiebezoek nog documenten aan te leveren. Deze documenten heeft de toezichthouder ontvangen op 22 december 2017 en meegenomen in de beoordeling van de betreffende kwaliteitseisen.

Beschouwing

De locatie - Partou KDV Eva Besnyostraat 491 / IKC Laterna Magica

Partou KDV, BSO Eva Besnyostraat 491 en basisschool Laterna Magica (hierna te noemen: IKC Laterna Magica) vormen samen een integraal kindercentrum (IKC) voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar waar opvang en onderwijs zoveel mogelijk geïntegreerd zijn zodat er sprake is van één doorgaande ontwikkellijn. In het

kindercentrum wordt gewerkt vanuit het concept 'Natuurlijk leren' waarbinnen kinderen zelf hun eigen ontwikkel- en leerlijn uitstippelen met inachtneming van de gestelde kaders. IKC Laterna Magica is een intensieve

samenwerking van STAIJ (basisonderwijs - Samen tussen Amstel en IJ) en Partou (kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang).

Een aantal beleidsdocumenten is algemeen voor het hele IKC ontwikkeld (zoals de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling). Tevens is er één kindcentrumraad (oudercommissie en medezeggenschapsraad) voor het hele kindercentrum ingesteld in plaats van losse oudercommissies voor het kinderdagverblijf en de buitenschoolse opvang en een medezeggenschapsraad voor de basisschool. Periodiek vindt er gezamenlijk werkoverleg plaats waaraan zowel de leerkrachten van de basisschool (coaches) als de medewerkers van de buitenschoolse opvang (middagcoaches) en de beroepskrachten van het kinderdagverblijf deelnemen. De pedagogisch medewerkers van de buitenschoolse opvang (de middagcoaches) worden ook binnen onderwijstijd ingezet. Het IKC is ingedeeld in units waarbinnen de opvang en het onderwijs aan een groep kinderen wordt aangeboden. In iedere unit is een vaste unitleider verantwoordelijk voor de unit. De directeur van de basisschool stuurt ook het kinderdagverblijf en tevens de buitenschoolse opvang aan.

Niet alleen binnen het onderwijs maar ook binnen de kinderopvang volgen kinderen diverse workshops. De ontwikkelingen van een kind worden vastgelegd in een kindgebonden portfolio. Viermaal per jaar vindt er een portfoliogesprek plaats waarbij de coaches en ouders (en bij oudere kinderen ook het kind) de voortgang van de ontwikkeling van het kind met elkaar bespreken.

Het kinderdagverblijf bestaat uit één unit (Unit 0) met drie verticale stamgroepen voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 3 jaar. Vanaf het derde jaar gaan de kinderen naar één van de onderbouwunits waar zij samen met de

kinderen van de basisschool (kinderen vanaf 4 jaar) verblijven en educatieve 'workshops' volgen. Om tegemoet te komen aan de eisen van de Wet Kinderopvang, die stelt dat dagopvang geboden wordt aan kinderen tot vier jaar en tevens vanuit pedagogische overwegingen, is er een speciaal programma-aanbod ontwikkeld voor de 3- jarigen. Deze 3-jarige kinderen vormen binnen de units groepjes van maximaal acht kinderen onder begeleiding van een eigen coach. Dit zijn de stamgroepen voor 3-jarigen. Daarnaast zijn er voor de 3-jarigen speciale

'rusthoeken 'gecreëerd in de units (een unit is een verzameling lokalen gegroepeerd om een centrale kern) en zijn er voor hen rustmomenten in het dagritme aanwezig.

De organisatie - Partou

Partou Kinderopvang B.V. is een landelijke organisatie die in de regio Amsterdam ongeveer 100

kinderopvanglocaties exploiteert. Partou Kinderopvang B.V. heeft een raad van bestuur die bestaat uit twee personen. De organisatie is opgedeeld in twee marktgebieden met ieder een eigen operationeel directeur. Per marktgebied zijn er zes regiomanagers aangesteld van wie er drie werkzaam zijn in Amsterdam. De

regiomanager geeft leiding aan een aantal vestigingsmanagers en deze hebben in de meeste gevallen de verantwoordelijkheid over meerdere kindercentra.

De organisatie is niet meer HKZ-gecertificeerd. Er worden interne audits uitgevoerd. Voor de inhoudelijke kwaliteit is de stafafdeling Kwaliteit en Pedagogiek ingesteld.

Er is een externe vertrouwenspersoon aangesteld voor beroepskrachten. Partou Kinderopvang heeft een interne klachtenregeling vastgesteld en is tevens aangesloten bij de Geschillencommissie kinderopvang.

Advies aan college van B&W

De toezichthouder heeft in dit onderzoek geen overtredingen geconstateerd en adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.

(4)
(5)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

Het pedagogisch handelen van de beroepskrachten is geobserveerd in Unit 0 tijdens verschoonmomenten, activiteiten (workshops) en vrij spelen en in de onderbouw tijdens een activiteit en vrij spelen. De

beroepskrachten (lange-dagcoaches, vanaf nu coaches genoemd) geven voldoende uitvoering aan de vier pedagogische basisdoelen, te weten het bieden van emotionele veiligheid, het stimuleren van de ontwikkeling van de persoonlijke en sociale competenties en het zorgdragen voor de overdracht van normen en waarden. Dit blijkt uit de volgende observaties.

In Unit 0 heerst een rustige en ontspannen sfeer. Bij binnenkomst van de toezichthouder zijn de kinderen vrij aan het spelen in de centrale hal en in de stamgroepen. Alle kinderen zijn betrokken bij een activiteit, individueel spel of spel met andere kinderen. De kinderen voelen zich duidelijk vertrouwd in de ruimte en bij de coaches. Wanneer een kind is uitgekeken op zijn leesboek, gaat het op zoek naar een coach, die het kind helpt om weer tot spel te komen. Ook in de onderbouwunit zoeken de kinderen tijdens het vrij spelen geregeld de coaches op om hen iets te vertellen, te laten zien of om hulp te vragen.

Er zijn veel interacties tussen de coaches en de kinderen. Zo is een coach tijdens het verschonen het grootste deel van de tijd gericht op het kind op het verschoonkussen. Zij benoemt haar eigen handelingen en biedt het kind hiermee voorspelbaarheid en houvast. Wanneer een kind dat is gaan wennen in de onderbouwunit, weer

terugkomt in Unit 0, mag het kiezen aan welke workshop het wil deelnemen. Het kind maakt een vermoeide indruk en de coach speelt hierop in door te benoemen dat het kind mag kiezen voor de schilderworkshop, maar dat het ook even lekker mag bijkomen bij de workshop in de snoezelruimte. De coach toont hiermee oog te hebben voor de individuele behoeften van het kind.

In alle units worden dagelijks verschillende workshops georganiseerd, zo ook in Unit 0. Kinderen mogen zelf kiezen aan welke workshops zij willen deelnemen. Tijdens deze workshops worden meerdere leermomenten gecreëerd. Zo worden de kinderen bij de workshop schilderen actief betrokken bij de voorbereidingen. Zij mogen helpen om grote vellen papier aan elkaar te plakken met behulp van tape. De coach houdt de rol tape omhoog en vraagt de kinderen of zij weten wat dit is. Wanneer de kinderen geen antwoord geven, stelt de coach voor om even te voelen. 'Dat plakt, he?', zegt ze. De kinderen volgen haar voorbeeld en beleven duidelijk plezier. Op tafel staan verschillende flessen verf en samen met de kinderen benoemt de coach alle aanwezige kleuren. Vervolgens spuit ze verschillende kleuren verf op de vellen papier en vraagt aan de kinderen wat er zou gebeuren als een speelgoedautootje door de verf zou rijden. Ze moedigt de kinderen aan om dit eens uit te proberen.

In de onderbouwunit is een schimmenkast gebouwd. Een coach vertelt dat de kinderen tijdens een workshop geleerd hebben om eerst een plan te maken voor het schimmenspel om dit vervolgens op te voeren voor de andere kinderen van de unit. Tijdens het vrij spelen wordt zichtbaar dat de kinderen het geleerde in de praktijk brengen. De kinderen overleggen met elkaar over de inhoud van het spel en vragen vervolgens of enkele kinderen willen komen kijken naar de opvoering. Wanneer het schimmenspel is afgelopen, loopt een van de kinderen naar de kinderen in het publiek toe en vraagt of ze het leuk vonden.

Uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat er in het kindercentrum veel aandacht wordt besteed aan de ontwikkeling van de persoonlijke en sociale ontwikkeling, waarbij kinderen door de beroepskracht zoveel mogelijk gevolgd worden in hun individuele ontwikkeling.

Gebruikte bronnen:

- Pedagogisch beleid in de praktijk in unit 0 en de 3-jarigengroepen Laterna Magica (versie juli 2015) - Observatie in Unit 0 en onderbouwunits

(6)

Personeel en groepen

Unit 0 is de unit waarin de jongste kinderen in de leeftijd van 0 tot 3 jaar worden opgevangen. In Unit 0 zijn drie verticale stamgroepen die elk uit twaalf kinderen bestaan.

De kinderen van 3 jaar oud maken deel uit van de basisschoolgroepen waarin ook de kinderen van 4 en 5 jaar oud onderwijs krijgen. In iedere unit is er één 3-plusstamgroep. Iedere stamgroep bestaat uit maximaal acht kinderen van 3 jaar oud onder leiding van een eigen coach. In totaal zijn er vier stamgroepen verdeeld over vier units.

Verklaring omtrent het gedrag

De personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden.

Deze beoordeling is gebaseerd op een steekproef onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden.

Passende beroepskw alificatie

Alle beroepskrachten ('coaches') die werkzaam zijn op Partou KDV Eva Besnyostraat 491 (IKC Laterna Magica) zijn in het bezit van een passende beroepskwalificatie zoals is opgenomen in de cao Kinderopvang. Het merendeel van de beroepskrachten beschikt over een hbo-diploma.

Opvang in groepen

In Unit 0 zijn er drie stamgroepen. Iedere stamgroep bestaat uit twaalf kinderen tussen de 0 en 3 jaar oud. In de onderwijsunits 1, 2, 4 en 5 is er per unit een stamgroep voor kinderen in de leeftijd van 3 tot 4 jaar oud. Deze stamgroepen kunnen uit maximaal acht kinderen bestaan.

Elk kind behoort bij één stamgroep. De kinderen verlaten de eigen stamgroep dagelijks op meerdere momenten van de dag om met kinderen van een andere stamgroep (Unit 0) of kinderen van de onderwijsunits (Unit 1, 2, 4 en 5) educatieve activiteiten (workshops) te ondernemen. In de vakanties kunnen de 3-plusgroepen van de units samen worden gevoegd. Het gaat hierbij om vaste groepen die worden samengevoegd. Er is te allen tijde een 3- pluscoach aanwezig, samen met de coaches die de opvang voor de buitenschoolse opvang verzorgen.

In Unit 0 zijn aan iedere stamgroep drie of vier vaste beroepskrachten (coaches) verbonden. In de overige units is er één beroepskracht (lange- dagcoach) verbonden aan de 3-plusgroep.

Beroepskracht-kind-ratio

Op de dag van het inspectiebezoek worden voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. In de groep Blauw worden namelijk twaalf kinderen opgevangen door drie beroepskrachten en in de groepen geel en groen worden ieder acht kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. In de vier units waar de 3-pluskinderen worden opgevangen, zijn in elk één stamgroep van maximaal acht kinderen in de leeftijd van drie jaar die worden opgevangen door één beroepskracht. Hierdoor zijn er voldoende

beroepskrachten aanwezig op de dag van de inspectie.

Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van 29 november tot en met 12 december 2017 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal opgevangen kinderen.

Laterna Magica is geopend van 7.30-18.30 uur. De beroepskrachten werken een vroege dienst van 7.30 of 8.00 uur tot 17.00 uur, een tussendienst van 8.00 of 9.00 uur tot 17.30 of tot 18.00 uur of een late dienst van 9.15 of 9.30 uur tot 18.15 of 18.30 uur. Alle beroepskrachten pauzeren dertig minuten tussen 13.00 en 14.30 uur. Bij de onderwijsunits unit 1, 2, 3, 4 en 5 zijn de beroepskrachten (genoemd middagcoaches van de buitenschoolse opvang) al werkzaam tijdens de lunchpauzes. Zij zijn werkzaam wanneer de beroepskrachten van deze units hun lunchpauze hebben. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio in verband met de pauzes. In de vakanties zijn de coaches (docenten) die in de onderwijsunits werkzaam zijn, afwezig. De middagcoaches (van de buitenschoolse opvang) werken dan de hele dag. Er is te allen tijde een 3-pluscoach aanwezig in de unit.

Het komt niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is aangezien er altijd met meerdere beroepskrachten geopend en afgesloten wordt. Er zijn altijd meerdere medewerkers in het gebouw aanwezig zoals de middagcoaches van de buitenschoolse opvang, het unithoofd van Unit 0, de directeur van de basisschool, coaches van de basisschool en overig (onderwijs)ondersteunend personeel.

Gebruik van de voorgeschreven voertaal

Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken.

Gebruikte bronnen:

- Gesprekken met de beroepskrachten en leidinggevende

(7)

- Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag (ontvangen op 22 december 2017) - Steekproef afschriften beroepskwalificaties (ontvangen op 22 december 2017)

- Overzicht inzet beroepskrachten, 29 november tot en met 13 december 2017 (ontvangen op 22 december 2017)

- Presentielijsten, 29 november tot en met 13 december 2017 (ontvangen op 22 december 2017) - Pedagogisch beleid in de praktijk in unit 0 en de 3-jarigengroepen Laterna Magica (versie juli 2015) - Inspectieonderzoek

(8)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

Jaarlijks wordt er een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd. Aan de hand van deze

inventarisaties zijn protocollen en huisregels opgesteld, waarin maatregelen worden opgenomen om veiligheids- en gezondheidsricio's te reduceren. Tijdens werkoverleg dat per unit wordt georganiseerd, wordt er aandacht besteed aan dit beleid en de coaches worden door de organisatie op de hoogte gesteld van wijzigingen in centrale beleidsstukken. Daarnaast is er een aftekenlijst voor alle coaches waarin zij aangeven wanneer zij kennis hebben genomen van nieuw beleid. Alle beleidsstukken kunnen de coaches terugvinden in het digitale kwaliteitshandboek van Partou. Het veiligheids- en gezondheidsbeleid van de dagopvang wordt zoveel mogelijk afgestemd op het beleid van de basisschool.

In dit onderzoek is de kwaliteit van het veiligheidsbeleid beoordeeld aan de hand van de kennis en het naleven van de afspraken over het veilig gebruik van dragers. De kwaliteit van het gezondheidsbeleid is beoordeeld aan de hand van de kennis en het naleven van de afspraken over hand- en verschoonhygiëne.

Gebruik van dragers

Tijdens het inspectiebezoek wordt een baby gedragen in een draagdoek. De beroepskrachten vertellen dat er duidelijke afspraken gelden voor het gebruik van dragers. Zo vertelt een beroepskracht dat baby's altijd in de drager geholpen worden door een 'draagexpert': een beroepskracht met kennis en ervaring met het dragen in een drager. Ook zijn er afspraken over de kleding die een kind draagt in een drager en wordt regelmatig

gecontroleerd of het kind niet oververhit raakt. Deze afspraken zijn echter niet vastgelegd in de huisregels. Dit is besproken met de beroepskrachten en de leidinggevende. Ruim binnen de onderzoekstermijn zijn deze afspraken opgenomen in de huisregels en heeft de leidinggevende deze toegestuurd aan de toezichthouder. Deze afspraken zijn duidelijk en concreet beschreven.

Hand- en verschoonhygiëne

Afspraken omtrent hand- en verschoonhygiëne zijn opgenomen in de huisregels. Hierin is onder meer opgenomen op welke momenten de handen gewassen dienen te worden door de beroepskrachten en de kinderen, dat de handen gewassen worden met vloeibare zeep en op welke wijze het verschoonkussen gereinigd en

gedesinfecteerd dient te worden. Tijdens het bezoek handelen de beroepskrachten conform dit beleid.

Meldcode huiselijk gew eld en kindermishandeling

Op het kindercentrum Laterna Magica wordt gewerkt met een op dit centrum toegespitste meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Zowel het kinderdagverblijf, de buitenschoolse opvang als de basisschool werken met dezelfde meldcode. Deze meldcode voldoet aan de gestelde voorwaarden.

De meldcode wordt minimaal jaarlijks besproken tijdens een van de unitoverleggen. Bovendien wordt tweemaal per jaar de ontwikkeling van alle kinderen besproken door het unithoofd, de coaches, de directeur en de

orthopedagoog. Ook hierbij is er aandacht voor eventuele signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling of anderszins 'kinderen die opvallen'. Er is een aandachtsfunctionaris aangesteld.

Vierogenprincipe

Aan het begin van de dag worden alle kinderen in de centrale ruimte van unit 0 opgevangen door twee beroepskrachten. Om 8.00 uur wordt de groep gesplitst en gaan alle kinderen naar hun eigen stamgroep. In iedere stamgroep zijn minimaal twee of drie beroepskrachten werkzaam. Tijdens de pauze zijn de

beroepskrachten en de kinderen in de gezamenlijke hal. Het gebouw is voorzien van veel ramen en doorkijkjes waardoor de beroepskrachten te allen tijde zichtbaar en hoorbaar zijn.

In de slaapkamer van de babygroepen in Unit 0 wordt gebruikgemaakt van een babyfoon.

De 3-plusgroepen zijn gevestigd in de onderwijsunits waardoor er altijd coaches (leerkrachten van de basisschool) of halve-dagcoaches (beroepskrachten van de buitenschoolse opvang) aanwezig zijn.

Derhalve voldoet Laterna Magica aan het vierogenprincipe.

Gebruikte bronnen:

- Gesprekken met de beroepskrachten en de leidinggevende

- Huisregels Laterna Magica, versie oktober 2017 (ontvangen 22 december 2017)

- Pedagogisch beleid in de praktijk in unit 0 en de 3-jarigengroepen Laterna Magica (versie juli 2015) - Inspectieonderzoek

(9)

Accommodatie en inrichting

Laterna Magica is een integraal kindercentrum waarbij de functies opvang, buitenschoolse opvang/activiteiten en onderwijs zo veel mogelijk zijn geïntegreerd. Voorbeelden hiervan zijn de gezamenlijke pedagogische visie en de wijze waarop de personele inzet is georganiseerd. Ook uit de indeling van het gebouw blijkt deze visie. Zo worden de opvang en het activiteitenaanbod van de 3-jarigen aangeboden in de onderwijsunits. Uitsluitend Unit 0, die voor de jongste kinderen is bestemd, is afgescheiden van de overige kinderen. De buitenruimte wordt gedeeld met de jongste kinderen uit het basisonderwijs.

Binnenspeelruimte

De kinderopvang in het kinderdagverblijf van Laterna Magica is opgedeeld in de opvang voor kinderen van 0 tot 3 jaar in Unit 0 en de opvang van de 3-jarige kinderen in afgeschermde hoeken van de onderwijsunits.

Unit 0

Unit 0 bestaat uit drie stamgroepen. Dit zijn verticale groepen waarin kinderen van de leeftijd 0 tot 3 jaar worden opgevangen. Iedere stamgroep bestaat uit 12 kinderen. Iedere stamgroep heeft een afzonderlijke groepsruimte en daarnaast is er een centrale hal (de zogeheten ‘hoekenruimte’ met diverse speelhoeken).

De inrichting van Unit 0 bestaat uit relatief prikkelarme stamgroepsruimtes waar kinderen onder andere vrij kunnen spelen terwijl de inrichting van de centrale hoekenruimte juist zo is ingericht dat de kinderen hier geconcentreerd een activiteit kunnen doen in een leerrijke omgeving. Zo kunnen de kinderen onder meer gebruikmaken van een ruim opgezette leeshoek met een grote boekenwand, een atelier, verschillende zitjes en een huishoek. In de stamgroepruimtes van Unit 0 zijn ook afgescheiden gedeeltes waar de baby's kunnen spelen in een rustige en veilige omgeving.

Opvang voor driejarigen in de onderwijsunits

De vier 3-plusgroepen zijn verdeeld over vier verschillende onderbouwunits, waarin kinderen van 3, 4 en 5 jaar verblijven. Iedere onderbouwunit heeft één 3-plusgroep.

Alle onderbouwunits bestaan uit een centrale ruimte met daaromheen kleinere lokalen. De opvang van de 3- plusgroep vindt plaats in een afgeschermde hoek in de centrale ‘hoekenruimten’. Deze hoek beschikt over een tafel met voldoende stoelen waar de 3-jarigen zich terug kunnen trekken. De hoeken zijn niet ruim opgezet, maar de kinderen kunnen buiten de dagopening en -sluiting en het eten gebruikmaken van de hele onderwijsunit.

De centrale 'hoekenruimtes' bestaan uit een grote centrale hal waarin diverse hoeken zijn gecreëerd zoals een atelier, een restaurant en een leeshoek. Er zijn daarnaast separate ruimtes ('klaslokalen') waar ook workshops kunnen worden georganiseerd. Er is voldoende speelmateriaal beschikbaar voor de kinderen.

Buitenspeelruimte

De toegankelijke en aangrenzende buitenruimte van het kindercentrum heeft een oppervlakte van 1300 m2. Er is dus voldoende oppervlakte voor de 68 kindplaatsen waarmee het kinderdagverblijf geregistreerd staat in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP). De buitenruimte is altijd beschikbaar voor de

kinderen van het kinderdagverblijf. Een deel van de buitenruimte is afgeschermd voor kinderen van unit 0. Hier zijn onder meer een zandbak en een grasveldje. De oudste kinderen van unit 0 kunnen onder begeleiding ook

gebruikmaken van de overige buitenspeelruimte. De aantrekkelijk ingerichte buitenruimte is een natuurlijke ontdektuin met verschillende speelplekken. In de natuurtuin is een moestuin, een kas, een kippenhok en er zijn konijnen.

Gebruikte bronnen:

- Inspectieonderzoek

(10)

Ouderrecht

Oudercommissie

De houder heeft een oudercommissie ingesteld, waarin vier leden zitting hebben. Hierin zijn ouders van zowel het kinderdagverblijf als de buitenschoolse opvang vertegenwoordigd.

Laterna Magica is een 'integraal kindcentrum' waar onderwijs en opvang nauw met elkaar zijn verweven. Om deze reden is de oudercommissie van de buitenschoolse opvang en van het kinderdagverblijf en de

medezeggenschapsraad (MR) van de school sinds november 2012 opgegaan in één Kindcentrum Raad (KC-raad) om vanuit één visie te werken en de vraagstukken die in het kindcentrum spelen, integraal te kunnen behandelen.

De ouders in de KC-raad vormen de ‘OC-kamer’, die bestaat uit vier leden. De andere vier leden van de ‘KC-raad’

zijn personeelsleden. Zaken die echter specifiek binnen de wet Kinderopvang vallen, worden alleen door de ‘OC- kamer’ besproken. Hierbij is dan ook geen personeel aanwezig. De ’OC-kamer’ fungeert als oudercommissie in de zin van de wet Kinderopvang.

Gebruikte bronnen:

- Overzicht leden van de oudercommissie

(11)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Personeel en groepen

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven vanaf 1 maart 2013.

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.

Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang.

Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen.

A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

Of

B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

Met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouder kan een kind gedurende een tussen houder en ouder overeengekomen periode worden opgevangen in één andere stamgroep dan de vaste stamgroep.

Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind.

Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week.

Beroepskracht-kind-ratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.

Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is.

De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze.

De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten.

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio.

Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.

Of

B. Er wordt mede een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in specifieke

(12)

Veiligheid en gezondheid

Accommodatie en inrichting

Ouderrecht

B. Er wordt mede een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in specifieke omstandigheden daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.

Vierogenprincipe

De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.

Binnenspeelruimte

De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

Buitenspeelruimte

De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.

Oudercommissie

De houder stelt binnen zes maanden na de registratie een oudercommissie in.

OF

De verplichting tot het instellen van een oudercommissie geldt niet omdat het een kindercentrum betreft waar maximaal 50 kinderen worden opgevangen. De houder heeft zich aantoonbaar voldoende ingespannen om een oudercommissie in te stellen en biedt ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie.

(13)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Partou KDV Eva Besnyostraat 491 (IKC Laterna Magica)

KvK-vestigingsnummer : 000023536691

Website : http://www.partou.nl

Aantal kindplaatsen : 68

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder

Naam houder : Partou B.V.

Adres houder : Postbus 396

Postcde en plaats : 4130 EJ VIANEN UT

KvK-nummer : 30225440

Website :

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang

Postadres : Postbus 2200

Postcode en plaats : 1000 CE AMSTERDAM

Telefoonnummer : 020 555 55 75

Onderzoek uitgevoerd door : Mw. M. van Polanen Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam : Gemeente Amsterdam

Postadres : Amstel 1

Postcode en plaats : 1011 PN AMSTERDAM

Planning

Datum inspectiebezoek : 13-12-2017

Opstellen concept inspectierapport : 25-01-2018

Zienswijze houder : 02-02-2018

Vaststellen inspectierapport : 02-02-2018 Verzenden inspectierapport naar houder

en oudercommissie

: 05-02-2018 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 05-02-2018 Openbaar maken inspectierapport :

(14)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

Amsterdam 2 februari 2018 Betreft: zienswijze GGD KDV Inspectie rapporten januari 2018

In het kader van het inspectiebezoek van (13 december 2017) zijn op Laterna Magica geen tekortkomingen geconstateerd. De omschrijving van het pedagogisch klimaat is positief. We zijn blij met dit mooie resultaat en willen de GGD bedanken voor het rapport en tevens om de bereidheid mee te denken met de nieuwe

ontwikkelingen binnen de kinderopvang/onderwijs sector.

Met vriendelijke groet, Annette van Valkengoed directeur Laterna Magica

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Partou BSO Eva Besnyostraat 491 (hierna te noemen: IKC Laterna Magica) is een integraal kindercentrum (IKC) voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar waar opvang en

Partou KDV, BSO Eva Besnyostraat 491 en basisschool Laterna Magica (hierna te noemen: IKC Laterna Magica) vormen samen een integraal kindercentrum (IKC) voor kinderen in de leeftijd

Op Unit 0 zijn aan iedere groep drie of vier vaste beroepskrachten verbonden; hierdoor zijn kinderen, ouders en coaches goed met elkaar bekend.. De coaches communiceren op

Laterna Magica is een kindercentrum voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar oud waarbinnen opvang en onderwijs gecombineerd worden.. Er wordt gewerkt vanuit het concept

De kinderen in de leeftijd tot één jaar worden aan ten hoogste twee vaste beroepskrachten toegewezen, waarvan per dag ten minste één beroepskracht werkzaam is in de stamgroep van

(art 1.49 lid 1 en 2 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang) Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 4 lid 3 onder d en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang) Het veiligheids- en gezondheidsbeleid omvat een concrete beschrijving

De houder van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden beschrijft in het pedagogisch beleidsplan, zo concreet en toetsbaar mogelijk, de wijze waarop de