Inspectierapport
Mijn Blokje (KDV)
Haarlemmermeerstraat 40 1058 KB AmsterdamRegistratienummer: 383304180
Toezichthouder : GGD Amsterdam
In opdracht van : Gemeente Amsterdam
Datum inspectie : 21-02-2020
Type onderzoek : Nader onderzoek
Status : definitief
Datum vaststellen inspectierapport : 24-03-2020
Mijn Blokje - Nader onderzoek - 21-02-2020 1/10
Inhoudsopgave
Het onderzoek
Observaties en bevindingen
Registratie, wijzigingen, administratie en naleving handhaving Veiligheid en gezondheid
Inspectie-items
Gegevens voorziening
Gegevens toezicht
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Op 21 februari 2020 is op grond van artikel 1.62, vijfde lid van de Wet kinderopvang en naar aanleiding van een handhavingsprocedure die is gestart door de gemeente, een nader onderzoek uitgevoerd. Het onderzoek bestaat uit een documentenonderzoek en een onaangekondigd onderzoek op locatie.
De toezichthouder heeft de houder in de gelegenheid gesteld om na het inspectiebezoek nog documenten aan te leveren. Deze documenten heeft de toezichthouder binnen de onderzoekstermijn ontvangen en beoordeeld bij de betreffende kwaliteitseisen.
Bij een nader onderzoek wordt de houder niet in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen.
Beschouwing
OrganisatieMijn Blokje is een kinderopvangorganisatie die zowel dagopvang als buitenschoolse opvang aanbiedt. In totaal zijn er 8 kinderdagverblijven en is er 1 buitenschoolse-opvanglocatie. 4 Kinderdagverblijven en de buitenschoolse opvang zijn alle afzonderlijke besloten vennootschappen. 2 Kinderdagverblijven zijn ondergebracht bij een eenmanszaak. Daarnaast is nog een ander kinderdagverblijf ondergebracht onder een andere eenmanszaak. De afzonderlijke B.V.'s zijn ondergebracht bij Mijn Blokje Holding B.V., die valt onder de holding TMS B.V. Alle locaties handelen onder de naam Mijn Blokje en voeren veelal hetzelfde beleid en de ruimtes zijn in dezelfde stijl ingericht. Ook de pedagogisch beleidsmedewerker is voor alle vestigingen dezelfde persoon en de leidinggevenden sturen vaak meerdere vestigingen aan.
Locatie
Het kinderdagverblijf bestaat uit één stamgroep van 16 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. De leidinggevende van deze locatie is tevens leidinggevende van een locatie aan de Baarsjesweg. De leidinggevende is gemiddeld een dag per week aanwezig op de locatie.
Voorgeschiedenis
Tijdens het jaarlijks inspectieonderzoek van 29 juli 2019 zijn overtredingen met betrekking tot de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid en met betrekking tot de kennis over en het gebruik van de meldcode geconstateerd geconstateerd. Voor deze overtredingen is een herstelaanbod gedaan. De houder heeft gebruikgemaakt van de gelegenheid tot herstel. De overtreding met betrekking tot de meldcode is binnen de onderzoekstermijn succesvol hersteld. De overtreding met betrekking tot de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid is niet succesvol hersteld. Naar aanleiding hiervan heeft de gemeente op 29 oktober 2019 een aanwijzing verzonden aan de houder. In het huidige onderzoek is beoordeeld of de maatregelen uit de aanwijzing zijn opgevolgd en de overtreding is beëindigd.
Advies aan college van B&W
Met betrekking tot de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid heeft de toezichthouder opnieuw een overtreding geconstateerd. De toezichthouder adviseert om vanwege deze overtreding(en) de
handhaving te vervolgen.
Mijn Blokje - Nader onderzoek - 21-02-2020 3/10
Observaties en bevindingen
Registratie, wijzigingen, administratie en naleving handhaving
Naleving handhaving
VoorgeschiedenisIn het jaarlijks onderzoek van 29 juli 2019 is een overtreding met betrekking tot de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid geconstateerd. Binnen het onderzoek van 29 juli 2019 is de gelegenheid gegeven om de overtreding te herstellen dit is slechts gedeeltelijk gebeurd. Naar aanleiding van de
overtreding is op 29 oktober 2019 een aanwijzing aan de houder verzonden. In het huidige onderzoek wordt beoordeeld of de overtreding geconstateerd in het onderzoek is opgeheven binnen de gestelde termijn die in de aanwijzing is opgenomen.
Huidig nader onderzoek
In de aanwijzing van 29 oktober 2019 is opgenomen dat de houder ervoor moet zorgen dat alle
beroepskrachten op de hoogte zijn van het veiligheids- en gezondheidsbeleid, protocollen en werkafspraken en dat het beleid wordt uitgevoerd. Tijdens dit nader onderzoek zijn er opnieuw overtredingen
geconstateerd met betrekking tot uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid. De houder heeft dan ook niet de maatregelen binnen de gestelde termijn genomen en de overtreding niet opgeheven.
Op basis hiervan is geconstateerd dat de overtreding van de volgende voorwaarde(n) nog niet is hersteld:
• De houder van het kindercentrum neemt de maatregelen binnen de bij de aanwijzing onderscheidenlijk het bevel gestelde termijn.
(art 1.65 lid 5 Wet kinderopvang.)
Gebruikte bronnen:
- Gesprek met beroepskracht - Observatie in de groep
- Gesprek met leidinggevende op 26 februari 2020 - Jaarlijks onderzoek van 29 juli 2019
- Aanwijzing van 29 oktober 2019
Veiligheid en gezondheid
Veiligheids- en gezondheidsbeleid
VoorgeschiedenisIn het jaarlijks onderzoek van 29 juli 2019 is een overtreding met betrekking tot de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid geconstateerd. Op de dag van het inspectiebezoek is er een hittegolf. De beroepskracht op de locatie handelt volgens het hitteprotocol van de organisatie, maar dit protocol blijkt niet locatiespecifiek. Doordat er geen locatiespecifieke maatregelen zijn afgesproken, weet de
beroepskracht niet hoe zij ervoor kan zorgen dat de temperatuur daalt en slaapt een baby in een veel te warme slaapkamer. Dit kan leiden tot mogelijk gevaarlijke situaties voor de baby's. De houder is in de gelegenheid gesteld om dit te herstellen en heeft binnen de onderzoekstermijn een aangepast hitteprotocol en een protocol kinderen in de zon gestuurd. Op 28 augustus 2019 is een extra inspectiebezoek ingelast, dit was opnieuw een warme dag waarbij is gekeken hoe de beroepskrachten handelen bij warm weer en of de beroepskrachten op de hoogte zijn van de nieuwe werkafspraken. Tijdens het bezoek blijkt dat de
overtreding slechts gedeeltelijk hersteld is. Het hitteprotocol is locatiespecifiek gemaakt, maar niet alle beroepskrachten zijn op de hoogte van de nieuwe werkafspraken over hoe te handelen bij warm weer. Waardoor binnen de hersteltermijn niet volledig aan de voorwaarde wordt voldaan. Naar aanleiding van deze overtreding is op 29 oktober 2019 een aanwijzing aan de houder verzonden. In het huidige onderzoek wordt beoordeeld of de overtreding geconstateerd in het onderzoek is opgeheven.
Huidig nader onderzoek
In de aanwijzing van 29 oktober 2019 is opgenomen dat de houder ervoor moet zorgen dat alle
beroepskrachten op de hoogte zijn van het veiligheids- en gezondheidsbeleid, protocollen en werkafspraken en dat het beleid wordt uitgevoerd.
Uitvoering
Tijdens het inspectiebezoek blijkt dat er opnieuw overtredingen zijn met betrekking tot de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid bij handhygiëne bij toiletgebruik van de peuters en bij het
binnenmilieu.
Handen hygiëne en toiletgebruik van de peuters (onvoldoende)
In het kinderdagverblijf is één toilet, waar zowel de beroepskrachten als de peuters gebruik van maken. In het toilet staat een opstapje en er ligt een wc-bril verkleiner en een plaspotje. In de werkinstructie
verschonen en toiletgebruik peuters is over het toiletgebruik van de peuters het volgende opgenomen 'Bij toiletgebruik van de peuters wordt de stamgroep verlaten. Het toilet bevindt zich in de gang. Het wc-moment is een mooi moment om de zelfredzaamheid van de kinderen te stimuleren. De kinderen mogen hiervoor naar de wc en mogen als zij dat kunnen zelfstandig gaan plassen. De kinderen worden gestimuleerd zoveel mogelijk zelf te doen zoals je broek zelf uitdoen, op de wc klimmen, hoe je afveegt, doortrekt en je handjes wast. De pedagogisch medewerker controleert na het toiletbezoek of het kind de handjes met zeep heeft gewassen'.
Tijdens het inspectiebezoek blijkt dat het toilet niet heel toegankelijk is voor peuters vooral als ze net zindelijk worden en vaak naar het toilet moeten. Zo moeten de beroepskrachten de kinderen helpen om naar het toilet te gaan door bijvoorbeeld de wc-bril verkleiner op de wc te doen en het opstapje neer te leggen. De vraag is hoe zelfstandig de kinderen naar het toilet kunnen gaan. Bovendien is het toilet klein waardoor er geen handwas gelegenheid in het toilet past. In plaats daarvan kunnen de kinderen hun handen wassen bij een wasbak dat tegen de verschooncommode is gebouwd. Hiervoor is opgenomen in de
werkinstructie handen wassen met kinderen 'Stimuleer kinderen in het wassen van handen. Was zoveel mogelijk de handen bij de kraan met water en vloeibare zeep. De vloeibare zeep staat op het wasbakje zodat kinderen dit zelf kunnen pakken en leren dat dit belangrijk is. Daarnaast hangt er een handdoek naast het wasbakje'. Echter tijdens het inspectiebezoek blijkt er geen zeep en handdoek te liggen bij het wasbakje.
Bovendien vertelt de beroepskracht dat het kraantje bij de wasbak ook weleens wordt dicht gedraaid, omdat de kinderen anders met de kraan blijven spelen. Daarnaast vertelt de beroepskracht dat de
kinderen na het toiletbezoek zelf hun handen moeten wassen en de beroepskrachten niet altijd controleren of dit ook daadwerkelijk gebeurt.
Om de overdracht van ziektekiemen tegen te gaan is het van belang dat de handen worden gewassen met stromend water, zeep en dat ze worden gedroogd. Het is duidelijk dat er op het kinderdagverblijf niet
Mijn Blokje - Nader onderzoek - 21-02-2020 5/10
gehandeld wordt volgens de werkinstructies, omdat de werkinstructies niet goed aansluiten bij de situatie in het kinderdagverblijf.
Binnenmilieu (onvoldoende)
Tijdens het inspectiebezoek is ook gekeken naar het binnenmilieu. In de werkinstructie 'Ventileren Haarlemmermeerstraat' is over het binnenmilieu het volgende opgenomen 'In ruimten waar relatief veel mensen verblijven, zoals in kinderdagverblijven vaak het geval is, ontbreekt het nogal eens aan voldoende frisse lucht door gebrekkige ventilatie. Ventilatie is niet alleen nodig om de noodzakelijke zuurstof aan te voeren, maar ook om uitgeademde lucht, ziektekiemen, allergenen, geurtjes, fijnstof, vocht, micro-organismen en schadelijke chemische stoffen af te voeren. Bij onvoldoende ventilatie kunnen deze stoffen zich ophopen en
gezondheidsklachten veroorzaken. Mensen ademen zuurstof (O2 of O2) in en kooldioxide (CO2 of CO2) uit. De CO2-concentratie in de lucht hangt samen met door het menselijk lichaam afgegeven verontreinigingen en ziektekiemen en is daarom een goede indicator voor de kwaliteit van de binnenlucht. Hoe hoger de CO2- concentratie des te slechter de luchtkwaliteit'.
Gedurende het bezoek vertelt de beroepskracht over de maatregelen omtrent luchten en ventileren. Ook in de werkinstructie is het verschil tussen ventileren en luchten opgenomen. Er is bijvoorbeeld per ruimte beschreven wat de ventiliatiemogelijkheden zijn. Daarnaast is opgenomen dat alle ruimtes worden gecontroleerd op temperatuur en Co2 gehalte. Op het kinderdagverblijf is hiervoor een invulschema en de beroepskrachten houden dit elke dag bij. Tijdens het inspectiebezoek om 11.25 uur wordt het Co2 gehalte gemeten en dat blijkt te hoog, namelijk een waarde van 1107. De Co2 meter geeft dit aan, doordat het lichtje rood is. In de werkinstructie staat hierover 'Het spreekt voor zich dat we er naar moeten streven de CO2 waarde goed (dus groen) te houden. Oranje is een indicatie dat er actie ondernomen moet worden en een rood lampje is een indicatie dat je eigenlijk min of meer al te laat bent met ventileren'. De beroepskracht wordt gevraagd welke maatregelen zij moet treffen als het Co2 gehalte te hoog is en zij vertelt hoe zij moet ventileren. Echter bij het nalopen van de verschillende ruimtes blijk dat deze al geventileerd
worden, desondanks is de waarde Co2 gehalte te hoog. Bovendien is zij die dag met slechts drie kinderen.
Op het kinderdagverblijf worden op drukke dagen maximaal zestien kinderen opgevangen. Dit zal zeker van invloed zijn op de kwaliteit van het binnenmilieu. De beroepskracht vertelt dat zij het probleem van het C02 gehalte ook al heeft aangegeven in het laatste werkoverleg dat plaatsvond begin februari.
Het is duidelijk dat de beroepskracht volgens de werkinstructie werkt, maar dat de werkinstructie onvoldoende maatregelen biedt voor een goede kwaliteit van het binnenmilieu.
Tijdens het inspectiebezoek is ook gekeken naar de uitvoering van de beleidscyclus en het speerpunt veilig slapen. De aanwezige beroepskracht is goed op de hoogte van de beleidscyclus van het kinderdagverblijf bovendien is de beroepskracht goed op de hoogte van de werkinstructies omtrent veilig slapen en werkt conform het beleid.
Op basis hiervan is geconstateerd dat de overtreding van de volgende voorwaarde(n) nog niet is hersteld:
• De houder van een kindercentrum heeft voor elk kindercentrum een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder draagt er zorg voor dat er in de dagopvang conform het veiligheids- en gezondheidsbeleid wordt gehandeld.
(art 1.49 lid 1 art 1.50 lid 1 lid 2 sub a Wet kinderopvang; art 4 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang.)
Gebruikte bronnen:
- Gesprek met beroepskracht - Observatie in de groep
- Gesprek met leidinggevende op 26 februari 2020 - Jaarlijks onderzoek van 29 juli 2019
- Aanwijzing van 29 oktober 2019
- Werkinstructie verschonen en toiletgebruik peuters, versie 2019, ontvangen op 28 februari 2020 - Werkinstructie handen wassen met kinderen, versie september 2019, ontvangen op 28 februari 2020 - Protocol ventileren: Haarlemmermeerstraat kinderdagverblijf 2020, ontvangen op 28 februari 2020 - Protocol veilig slapen en wiegendoodpreventie 2020, ontvangen op 28 februari 2020
Mijn Blokje - Nader onderzoek - 21-02-2020 7/10
Inspectie-items
Registratie, wijzigingen, administratie en naleving handhaving
Naleving handhaving• De houder van het kindercentrum neemt de maatregelen binnen de bij de aanwijzing onderscheidenlijk het bevel gestelde termijn.
Veiligheid en gezondheid
Veiligheids- en gezondheidsbeleid• De houder van een kindercentrum heeft voor elk kindercentrum een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder draagt er zorg voor dat er in de dagopvang conform het veiligheids- en gezondheidsbeleid wordt gehandeld.
Naam voorziening : Mijn Blokje
KvK-vestigingsnummer : 000028264231
Website : http://www.mijn-blokje.nl
Aantal kindplaatsen : 16
Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee
Naam houder : Mijn Blokje Zuid B.V.
Adres houder : Haarlemmermeerstraat 40
postcode en plaats : 1058 KB Amsterdam
KvK-nummer : 68531400
Naam GGD : GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang
Postadres : Postbus 2200
Postcode en plaats : 1000 CE AMSTERDAM
Telefoonnummer : 020 555 55 75
Onderzoek uitgevoerd door : mw. S. Albinus
Naam : Gemeente Amsterdam
Postadres : Amstel 1
Postcode en plaats : 1011 PN AMSTERDAM
Datum inspectiebezoek : 21-02-2020
Opstellen concept inspectierapport :
Zienswijze houder :
Vaststellen inspectierapport : 24-03-2020 Verzenden inspectierapport naar houder en
oudercommissie
: 25-03-2020 Verzenden inspectierapport naar gemeente : 25-03-2020 Openbaar maken inspectierapport :
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Gegevens houder
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Planning
Mijn Blokje - Nader onderzoek - 21-02-2020 9/10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
Bij een nader onderzoek wordt de houder niet in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen.
