• No results found

Inspectierapport. Mijn Blokje (KDV) Van Suchtelen van de Haarestraat GR Amsterdam Registratienummer:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport. Mijn Blokje (KDV) Van Suchtelen van de Haarestraat GR Amsterdam Registratienummer:"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Mijn Blokje (KDV)

Van Suchtelen van de Haarestraat 209 1068 GR Amsterdam

Registratienummer: 288966132

Toezichthouder : GGD Amsterdam

In opdracht van : Gemeente Amsterdam

Datum inspectie : 29-09-2020

Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek

Status : definitief

Datum vaststellen inspectierapport : 25-11-2020

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Ouderrecht

Randvoorwaarden voorschoolse educatie

Inspectie-items

Gegevens voorziening

Gegevens toezicht

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Op 29 september 2020 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang een aangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek zijn op grond van het risicoprofiel de belangrijkste

kwaliteitseisen onderzocht, namelijk de kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan (de inzet van) het personeel, de stabiliteitseisen, het veiligheids- en gezondheidsbeleid, de uitvoering daarvan en het ouderrecht.

Op deze locatie wordt voorschoolse educatie (VE) aangeboden. Daarom is ook de Amsterdamse

basiskwaliteit VVE van de locatie in kaart gebracht. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld.

De toezichthouder heeft de houder in de gelegenheid gesteld om na het inspectiebezoek nog documenten aan te leveren. Deze documenten heeft de toezichthouder ontvangen en betrokken bij het onderzoek.

Beschouwing

Organisatie

Mijn Blokje is een kinderopvangorganisatie die zowel dagopvang als buitenschoolse opvang aanbiedt. Ten tijde van dit inspectieonderzoek zijn er 9 kinderdagverblijven en 1 buitenschoolse-opvanglocatie in

exploitatie. Alle vestigingen zijn als BV of eenmanszaak ondergebracht bij Mijn Blokje Holding B.V., die valt onder de holding TMS B.V. Alle locaties handelen onder de naam Mijn Blokje en veelal wordt hetzelfde beleid gevoerd en zijn de ruimtes in dezelfde stijl ingericht.

Locatie

Kinderdagverblijf Mijn Blokje locatie Van Suchtelen van de Haarestraat is gevestigd in Amsterdam Nieuw- West (Osdorp) in een pand met 2 verdiepingen. Het kinderdagverblijf heeft 5 stamgroepen: een babygroep, 2 dreumesgroepen en 2 peutergroepen. Op 1 van de 2 peutergroepen wordt voorschoolse educatie (VE) aangeboden. De locatie wordt aangestuurd door een locatiemanager die 4 dagen per week aanwezig is. Zij is na het vorig jaarlijks onderzoek aangesteld, maar werkte voorheen ook al op de locatie. Na het vorig jaarlijks onderzoek zijn daarnaast ook 2 nieuwe beroepskrachten in dienst getreden. Ook zijn aan de locatie 2 bbl-studenten verbonden.

Advies aan college van B&W

De toezichthouder heeft in dit onderzoek geen overtredingen geconstateerd en adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

De houder heeft voor de locatie een pedagogisch beleidsplan opgesteld. Hierin staat onder andere de visie van Mijn Blokje op opvoeden en de ontwikkeling van kinderen beschreven.

Pedagogische praktijk

Op verschillende manieren wordt ervoor gezorgd dat op de locatie verantwoorde dagopvang wordt

geboden. Onder andere door het vaste team wordt gezorgd voor de emotionele veiligheid van de kinderen.

Ook vakanties en vrije dagen van beroepskrachten worden zoveel mogelijk door het vaste team ingevuld.

Daarnaast heeft de organisatie Mijn Blokje vaste invalkrachten die op alle locaties kunnen worden ingezet.

Deze pedagogisch medewerkers zijn vaak al langere tijd verbonden aan de organisatie. De organisatie biedt de mogelijkheid aan de pedagogisch medewerker om zich op pedagogisch vlak te ontwikkelen. Het

afgelopen jaar zijn naast de individuele coaching van de pedagogisch medewerkers en de teamcoaching, in verband met het corona-virus voornamelijk webinars aangeboden over bijvoorbeeld goed leren slapen op een emotioneel veilige manier, het jonge kind en het begrijpen van kindertekeningen. Ook is het afgelopen jaar gewerkt aan een aantal teamdoelen. Zoals de emotionele veiligheid vergroten door de wijze waarop de groepsruimte is ingericht (bijvoorbeeld door gebruik te maken van verschillende hoeken) en de peuters helpen bij hun sociale interacties. Daarnaast kregen alle pedagogisch medewerkers tijdens de lockdown thuis taakuren, waarin ze bijvoorbeeld activiteiten (op afstand) voor de kinderen voorbereidden. En waarin ze onder begeleiding van de pedagogisch coach ook bezig waren met hun eigen persoonlijke ontwikkeling als pedagogisch medewerker. Zo moesten de pedagogisch medewerkers voorbeelden geven van concrete handelingen die zij doen om emotionele veiligheid te bieden en deze handelingen vervolgens plaatsen in de pedagogische kwaliteitsboom. De pedagogische kwaliteitsboom is het werkplan gebaseerd op het

pedagogisch beleidsplan van de organisatie. Deze 'boom' hangt op elke locatie en zorgt ervoor dat het pedagogisch beleid zichtbaar is op de werkvloer. Dit alles draagt bij aan het bieden van verantwoorde dagopvang.

Voorschoolse educatie

Op de voorschool wordt gebruikgemaakt van het VVE-programma Piramide. De voorschoolse educatie omvat per week 5 dagdelen van 5 uur en 30 minuten. Het aanbod voorschoolse educatie is daarmee zodanig ingericht dat een kind vanaf de dag dat het 2,5 jaar wordt in 1,5 jaar ten minste 960 uur voorschoolse educatie kan ontvangen. 2 Vaste beroepskrachten hebben een passende beroepskwalificatie. 2 Vaste beroepskrachten ronden momenteel de basistraining af en de leidinggevende heeft een passende beroepskwalificatie. Zij hebben allemaal het juiste taalniveau.

In het locatiegebonden pedagogisch werkplan is concreet beschreven hoe de ontwikkeling van kinderen op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling wordt gestimuleerd. Ook het VVE-programma en het gebruik van KIJK! is vastgelegd, net als de samenwerking met de basisscholen en de overgang van voorschool naar vroegschool. Ouders worden door middel van oudergesprekken,

nieuwsbrieven, de ouder- en kindactiviteiten en de ouderavonden betrokken bij de voorschoolse educatie.

Ten slotte is beschreven op welke manier de inrichting van de speelleeromgeving kan bijdragen aan het passend aanbod.

Gebruikte bronnen:

- Pedagogisch beleidsplan Osdorp, versie 2020, ontvangen op 5 oktober 2020 - Coachplan 2020 van Suchtelen van de Haarestraat, ontvangen op 5 oktober 2020 - Pedagogisch werkplan voorschool osdorp 2020, ontvangen op 20 oktober 2020 - Beroepskwalificaties van het VVE-personeel, reeds in het bezit van de GGD - Telefonisch gesprek met de leidinggevende op 7 oktober 2020

(5)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang

Alle personen die bij het kindercentrum werken, staan ingeschreven in het Personenregister kinderopvang en zijn tijdig gekoppeld aan de houder. Deze beoordeling betreft de 2 beroepskrachten die na het vorig jaarlijks onderzoek d.d. 30 april 2019 in dienst zijn getreden.

De 2 bbl-studenten die verbonden zijn aan de locatie staan ook ingeschreven en zijn tijdig gekoppeld aan de houder.

Opleidingseisen

De beroepskrachten die werken bij het kindercentrum hebben een passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze beoordeling betreft de 2 beroepskrachten die na het vorig jaarlijks onderzoek d.d. 30 april 2019 in dienst zijn getreden.

Aantal beroepskrachten en eisen aan de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiairs

Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van 15 tot en met 29 september 2020 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat ook in deze periode voldoende

beroepskrachten voor het aantal opgevangen kinderen zijn ingezet. Tijdens dit onderzoek is het afwijken van de beroepskracht-kindratio in het kader van de 3-uursregeling niet onderzocht.

De 2 bbl-studenten worden gedurende het inspectieonderzoek boventallig ingezet. Dit betekent dat ze niet meerekenen voor de beroepskracht-kindratio.

Inzet pedagogisch beleidsmedewerkers

Voor het jaar 2019 is het coachingsplan uitgevoerd. De houder heeft ter verantwoording het

document 'Coaching 2019 Van Suchtelen van de Haarestraat' gestuurd. In het document staat welke beroepskracht welke coaching heeft ontvangen. In de urenberekening is te zien dat de beroepskrachten in 2019 de verplichte coachingsuren hebben ontvangen. Voor het jaar 2020 is een coachingsplan opgesteld waarin een berekening zit van het aantal uren dat nodig is voor de coaching van de beroepskrachten en de implementatie van het pedagogisch beleid.

Stabiliteit van de opvang voor kinderen

Er zijn 5 stamgroepen;

- 1 babygroep, waarin maximaal 8 kinderen in de leeftijd van 3 maanden tot en met 1,5 jaar worden opgevangen;

- 2 dreumesgroepen, waarin maximaal 10 en 12 kinderen in de leeftijd van 1,5 jaar tot 2,5 jaar worden opgevangen;

- 2 peutergroepen, waarin maximaal 15 en 16 kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar worden opgevangen;

De peutergroep waarin maximaal 15 kinderen worden opgevangen is een VVE-groep.

Gebruik van de voorgeschreven voertaal

De Nederlandse taal wordt als voertaal gebruikt.

Gebruikte bronnen:

- Pedagogisch beleidsplan Osdorp, versie 2020, ontvangen op 5 oktober 2020 - Coachplan 2020 van Suchtelen van de Haarestraat, ontvangen op 5 oktober 2020 - Coachplan 2019 van Suchtelen van de Haarestraat, ontvangen op 5 oktober 2020

- Presentielijsten van de kinderen over de periode van 15 tot en met 29 september 2020, ontvangen op 5 oktober 2020

- Rooster van het personeel over de periode van 15 tot en met 29 september 2020, ontvangen op 5 oktober 2020

(6)

- Beroepskwalificaties van het VVE-personeel, reeds in het bezit van de GGD - Praktijkovereenkomsten bbl-studenten, ontvangen op 20 oktober 2020 - Arbeidsovereenkomsten bbl-studenten, ontvangen op 7 oktober 2020 - Beroepskwalificaties, ontvangen op 5 oktober 2020

- www.personenregisterkinderopvang geraadpleegd op 7 oktober 2020 - Documenten 'nieuwe beroepskrachten', ontvangen op 5 oktober 2020 - Telefonisch gesprek met de leidinggevende op 7 oktober 2020

(7)

Veiligheid en gezondheid

Veiligheids- en gezondheidsbeleid

Voor het kinderdagverblijf is een veiligheids- en gezondheidsbeleid opgesteld; daarin is een aantal concrete grote risico's op het gebied van veiligheid, gezondheid en sociale veiligheid beschreven. Voorbeelden van de genoemde grote risico's zijn vergiftiging, verstikking, kindermishandeling, voedselvergiftiging, onjuiste toediening van medicijnen en oververhitting. Per risico zijn maatregelen beschreven die worden genomen om de kans op het risico te verkleinen. Ook wordt verwezen naar aanvullende werkinstructies en

protocollen, waarin uitgebreide maatregelen staan. In januari 2020 is door de pedagogisch medewerkers een risico-inventarisatie gedaan op de locatie.

Doordat dit een onderzoek op afstand is zijn de maatregelen die de houder heeft getroffen om de kans op verspreiding van het corona-virus te verminderen telefonisch besproken. Daarnaast heeft de houder ook documenten opgestuurd waarin de maatregelen en de voorbereidingen met betrekking tot het corona-virus zijn opgenomen. Bovendien heeft de organisatie meerdere locaties en overal wordt hetzelfde beleid

uitgevoerd.

Maatregelen corona-virus

De organisatie heeft maatregelen getroffen om de kans op verspreiding van het corona-virus te

verminderen. Maatregelen zijn vastgelegd in het document 'Protocol Covid-19 september 2020'. Hierin is onder andere vastgelegd op welke wijze het brengen en halen van de kinderen plaatsvindt, dat

beroepskrachten zorg moeten dragen voor een goede hand- en hoesthygiëne, voor een goed binnenmilieu, en hoe speelgoed wordt gereinigd. De leidinggevende verklaart dat de pedagogisch medewerkers zorg dragen voor voldoende handhygiëne, zijn de pedagogisch medewerkers op de hoogte van de werkafspraken over het brengen en ophalen van de kinderen en weten de pedagogisch medewerkers hoe ze op de juiste wijze oppervlakken zoals het verschoonkussen en speelgoed moeten reinigen. Op deze wijze worden de vastgelegde maatregelen voldoende uitgevoerd.

EHBO

8 Vaste beroepskrachten hebben een EHBO-certificaat conform de Regeling Wet kinderopvang waardoor er in de onderzochte periode in elk geval altijd 1 volwassene aanwezig is geweest die gekwalificeerd is voor het verlenen van eerste hulp aan kinderen.

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Er wordt bijvoorbeeld jaarlijks een teamdag over de meldcode en het gebruik van de meldcode georganiseerd. De leidinggevende verklaart dat alle pedagogisch medewerkers op de hoogte zijn van de meldcode, de te nemen stappen en mogelijke signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling herkennen.

Gebruikte bronnen:

- Veiligheid- en gezondheidsbeleid Osdorp, versie maart 2020, ontvangen op 5 oktober 2020 - Risico-inventarisatie versie jan 2020, ontvangen op 5 oktober 2020

- Actie plan Risico- inventarisatie 2020, ontvangen op 5 oktober 2020 - Document 'Brief naar Ouders Heropening', ontvangen op 5 oktober 2020 - Protocol Covid, versie 19 september 2020, ontvangen op 5 oktober 2020 - Brief naar Ouders Heropening, ontvangen op 5 oktober 2020

- EHBO- certificaten, ontvangen op 5 oktober 2020

- Telefonisch gesprek met de leidinggevende op 7 oktober 2020

(8)

Ouderrecht

Oudercommissie

De houder heeft een oudercommissie met 4 leden ingesteld.

Gebruikte bronnen:

- Overzicht leden van de oudercommissie, ontvangen op 5 oktober 2020

(9)

Randvoorwaarden voorschoolse educatie

Registratie in EL-VVE

Alle kinderen zijn geregistreerd in EL-VVE. De gegevens uit EL-VVE zijn actueel, en de gegevens worden minimaal maandelijks bijgewerkt.

Overdracht naar basisschool

Kinderdagverblijf Mijn Blokje heeft momenteel geen vaste samenwerking met een basisschool in de buurt.

In de buurt zijn meerdere basisscholen (Vlaamse Reus, de Osdorpse Montessorischool, De Wereldburger, De Odyssee en Ichthusschool). In de praktijk nemen deze scholen zelf contact op met het kinderdagverblijf wanneer zij kinderen opvangen. De leidinggevende vertelt dat zij in de maand oktober contact gaat zoeken met de scholen over de overdracht.

Op dit moment worden de kindgegevens digitaal naar de basisschool waarnaar het kind doorstroomt, verstuurd. Bij kinderen met zorgen vindt een warme overdracht plaats.

Gebruikte bronnen:

- Pedagogisch werkplan voorschool osdorp 2020, ontvangen op 20 oktober 2020 - VVE-lijst, ontvangen op 20 oktober 2020

- Overdracht VVE juni 2020, ontvangen op 20 oktober 2020 - Telefonisch gesprek met de leidinggevende op 7 oktober 2020

(10)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

• Het kindercentrum beschikt over een pedagogisch beleidsplan. De houder van een kindercentrum draagt er zorg voor dat in de dagopvang conform het pedagogisch beleidsplan wordt gehandeld.

• Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de werkwijze, maximale omvang en leeftijdsopbouw van de stamgroepen.

Pedagogische praktijk

• In het kader van het bieden van verantwoorde dagopvang, draagt de houder van een kindercentrum er in ieder geval zorg voor dat, rekening houdend met de ontwikkelingsfase waarin kinderen zich

bevinden:

a. op een sensitieve en responsieve manier met kinderen wordt omgegaan, respect voor de autonomie van kinderen wordt getoond en grenzen worden gesteld aan en structuur wordt geboden voor het gedrag van kinderen, zodat kinderen zich emotioneel veilig en geborgen kunnen voelen;

b. kinderen spelenderwijs worden uitgedaagd in de ontwikkeling van hun motorische vaardigheden, cognitieve vaardigheden, taalvaardigheden en creatieve vaardigheden, teneinde kinderen in staat te stellen steeds zelfstandiger te functioneren in een veranderende omgeving;

c. kinderen worden begeleid in hun interacties, waarbij hen spelenderwijs sociale kennis en

vaardigheden worden bijgebracht, teneinde kinderen in staat te stellen steeds zelfstandiger relaties met anderen op te bouwen en te onderhouden;

d. kinderen worden gestimuleerd om op een open manier kennis te maken met de algemeen aanvaarde waarden en normen in de samenleving met het oog op een respectvolle omgang met anderen en een actieve participatie in de maatschappij.

Voorschoolse educatie

• De houder van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden beschrijft in het pedagogisch beleidsplan, zo concreet en toetsbaar mogelijk, de voor het kindercentrum kenmerkende visie op de voorschoolse educatie en de wijze waarop deze visie is te herkennen in het aanbod van activiteiten.

• De houder van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden beschrijft in het pedagogisch beleidsplan, zo concreet en toetsbaar mogelijk, de wijze waarop de ontwikkeling van het jonge kind wordt gestimuleerd, in het bijzonder op de gebieden taal, rekenen, motoriek en sociaal- emotionele ontwikkeling.

• De houder van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden beschrijft in het pedagogisch beleidsplan, zo concreet en toetsbaar mogelijk, de wijze waarop de ouders worden betrokken bij het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen.

• De houder van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden beschrijft in het pedagogisch beleidsplan, zo concreet en toetsbaar mogelijk, de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inhoudelijke aansluiting tussen voor- en vroegschoolse educatie en aan een zorgvuldige overgang van het kind van voor- naar vroegschoolse educatie.

• Geldt vanaf 1 augustus 2020. De houder van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden beschrijft in het pedagogisch beleidsplan, zo concreet en toetsbaar mogelijk, hoe het aanbod voorschoolse educatie zodanig is ingericht dat een kind vanaf de dag dat het tweeënhalf jaar oud wordt in anderhalf jaar ten minste 960 uur voorschoolse educatie kan ontvangen.

• De houder van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden draagt er zorg voor dat de beroepskrachten voorschoolse educatie in het bezit zijn van:

Een getuigschrift van een opleiding zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao Kinderopvang en cao Sociaal Werk.

OF

Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EU- beroepskwalificaties, verleend ten aanzien van de door hen te verrichten beroepswerkzaamheden.

• Onderdeel van een beroepsopleiding vormt ten minste een met gunstig gevolg afgesloten keuzedeel dat is gericht op het ontwikkelingsgericht werken in de voorschoolse educatie en dat ten minste kennis

(11)

en vaardigheden omvat met betrekking tot:

a. het werken met programma’s voor voor- en vroegschoolse educatie,

b. het stimuleren van de ontwikkeling van het jonge kind, in het bijzonder op de gebieden taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling,

c. het volgen van de ontwikkeling van peuters en het hierop afstemmen van het aanbod van voorschoolse educatie,

d. het betrekken van de ouders bij het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen, en

e. het vormgegeven aan de inhoudelijke aansluiting tussen voor- en vroegschoolse educatie en aan een zorgvuldige overgang van het kind van voor- naar vroegschoolse educatie.

In afwijking hiervan is het keuzedeel niet vereist indien de genoemde kennis en vaardigheden al onderdeel zijn van de beroepsopleiding waarop de kwalificatie is gericht. (art 1.50b Wet kinderopvang;

art 4 lid 2 en 3 sub a Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) OF

De bezitter van een getuigschrift dat niet een keuzedeel voorschoolse educatie in de beroepsopleiding omvat, maakt aantoonbaar dat met gunstig gevolg scholing is afgerond, bestaande uit ten minste 12 dagdelen, die specifiek is gericht op het verwerven van kennis en vaardigheden met betrekking tot voorschoolse educatie als genoemd in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang

• In het bezit van een verklaring omtrent het gedrag zijn: a. de houder of voorgenomen houder van een kindercentrum; b. de personen die op basis van een arbeidsovereenkomst met de houder of met een uitzendorganisatie tijdens opvanguren werkzaam zijn dan wel zullen zijn op de locatie van een

onderneming waarmee de houder een kindercentrum exploiteert en waar kinderen worden opgevangen; c. de personen die op basis van een andere overeenkomst met de houder structureel tijdens opvanguren werkzaam zijn of zullen zijn op de locatie waarmee de houder een kindercentrum exploiteert en waar kinderen worden opgevangen; d. de personen die uit hoofde van hun functie toegang hebben of zullen hebben tot informatie over de kinderen die worden opgevangen; e. de personen van 18 jaar en ouder die op het woonadres waar een kindercentrum is gevestigd hun

hoofdverblijf hebben of zullen hebben dan wel die structureel tijdens opvanguren aanwezig zijn of zullen zijn op het kindercentrum, gevestigd op een woonadres. Voor zover het natuurlijke personen betreft is eenieder als bedoeld in de onderdelen a tot en met e ingeschreven in het personenregister

kinderopvang.

• Na inschrijving van een persoon als bedoeld in artikel 1.50 derde lid van de wet in het personenregister kinderopvang en na koppeling met de houder kan de persoon zijn werkzaamheden aanvangen.

Opleidingseisen

• Beroepskrachten beschikken over een passende opleiding zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao Kinderopvang en cao Sociaal Werk.

Aantal beroepskrachten en eisen aan de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiairs

• De houder van een kindercentrum zet voldoende beroepskrachten in voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen, met dien verstande dat:

- de verhouding tussen het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten en het aantal aanwezige kinderen in een stamgroep wordt bepaald op grond van tabel 1 in bijlage 1, onderdeel a, bij het besluit kwaliteit kinderopvang en de daarbij behorende rekenregels;

-indien een stamgroep wordt gecombineerd met een basisgroep de verhouding tussen het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten en het aantal aanwezige kinderen in de gecombineerde groep wordt bepaald op grond van bijlage 1, onderdeel c, bij het besluit kwaliteit kinderopvang en de daarbij behorende rekenregels;

- indien kinderen bij een activiteit zoals beschreven in het pedagogisch beleidsplan de stamgroep verlaten, dit niet leidt tot een verlaging van het totaalaantal minimaal op of, indien de activiteit buiten het kindercentrum plaatsvindt, vanuit het kindercentrum in te zetten beroepskrachten ten opzichte van de situatie direct voorafgaand aan de activiteit;

- in afwijking hiervan op tijdstippen genoemd in het pedagogisch beleidsplan minder beroepskrachten kunnen zijn ingezet, met een maximum van drie uur.

(12)

• De inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiairs geschiedt overeenkomstig de voorwaarden opgenomen in de meest recent aangevangen cao Kinderopvang en cao Sociaal Werk, met dien verstande dat gedurende de dagopvang maximaal een derde deel van het totaal minimaal aantal op het kindercentrum in te zetten beroepskrachten bestaat uit beroepskrachten in opleiding of stagiairs.

Het minimaal op het kindercentrum in te zetten beroepskrachten wordt gevormd door de optelsom van het op grond van artikel 7 van het Besluit kwaliteit kinderopvang minimaal aantal in te zetten beroepskrachten op de afzonderlijke stamgroepen.

Bij het bepalen van de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiairs wordt rekening gehouden met de opleidingsfase waarin zij zich op dat moment bevinden.

Inzet pedagogisch beleidsmedewerkers

• De houder van het kindercentrum zet de pedagogisch beleidsmedewerker voor het coachen van beroepskrachten bij de uitvoering van hun werkzaamheden en de totstandkoming en implementatie van pedagogische beleidsvoornemens voor het vereiste aantal uren in. Het minimaal aantal uren inzet wordt jaarlijks bepaald op grond van de rekenregels in het besluit.

• De houder van een kindercentrum bepaalt jaarlijks, indien hij meer dan één kindercentrum exploiteert, de wijze waarop hij het verplichte minimaal aantal uren waarvoor pedagogisch beleidsmedewerkers worden ingezet, verdeelt over de verschillende kindercentra en legt dit schriftelijk vast zodat dit inzichtelijk is voor de beroepskrachten en ouders. De houder geeft de verdeling zodanig vorm dat iedere beroepskracht jaarlijks coaching ontvangt in de uitvoering van de werkzaamheden.

Stabiliteit van de opvang voor kinderen

• Bij dagopvang vindt de opvang plaats in stamgroepen. Een kind wordt opgevangen in één stamgroep.

De maximale groepsgrootte wordt bepaald op grond van tabel 1 in bijlage 1, onderdeel a van het Besluit kwaliteit kinderopvang.

Indien een stamgroep wordt gecombineerd met een basisgroep wordt de maximale grootte van de gecombineerde groep bepaald op grond van bijlage 1, onderdeel c van het Besluit kwaliteit

kinderopvang.

Gebruik van de voorgeschreven voertaal

• De Nederlandse taal wordt als voertaal gebruikt. Daar waar naast de Nederlandse taal de Friese taal of een streektaal in levend gebruik is, kan de Friese taal of de streektaal mede als voertaal worden gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang)

OF

Er wordt naast de Nederlandse voertaal mede een andere voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in specifieke omstandigheden daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder van het kindercentrum vastgestelde gedragscode.

Veiligheid en gezondheid

Veiligheids- en gezondheidsbeleid

• De houder van een kindercentrum heeft voor elk kindercentrum een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder draagt er zorg voor dat er in de dagopvang conform het veiligheids- en gezondheidsbeleid wordt gehandeld.

• Het veiligheids- en gezondheidsbeleid omvat een concrete beschrijving van de wijze waarop de houder van een kindercentrum er zorg voor draagt dat het veiligheids- en gezondheidsbeleid samen met de beroepskrachten een continu proces is van het vormen van beleid, implementeren, evalueren en actualiseren.

• De houder van een kindercentrum draagt er zorg voor dat er gedurende de dagopvang te allen tijde ten minste één volwassene aanwezig is die gekwalificeerd is voor het verlenen van eerste hulp aan kinderen conform de in de Regeling Wet kinderopvang aan deze kwalificatie gestelde nadere regels.

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

• De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.

Ouderrecht

Oudercommissie

(13)

• Er is, zes maanden na registratie, een oudercommissie ingesteld die tot taak heeft de houder van een kindercentrum te adviseren over de onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet.

OF

De verplichting tot het instellen van een oudercommissie geldt niet omdat het een kindercentrum betreft waar maximaal 50 kinderen worden opgevangen en de houder zich aantoonbaar voldoende heeft ingespannen om een oudercommissie in te stellen.

Randvoorwaarden voorschoolse educatie

Registratie in EL-VVE

• De houder registreert ieder kind dat deelneemt aan voorschoolse educatie in EL-VVE.

• De houder draagt zorg dat de gegevens van de geregistreerde kinderen in EL-VVE actueel blijven.

Overdracht naar basisschool

• Indien er sprake is van een kind waar over zorgen bestaan dan vindt er een warme overdracht plaats, drie maanden voor start van de basisschool.

(14)

Naam voorziening : Mijn Blokje

KvK-vestigingsnummer : 000036819514

Website : http://www.mijn-blokje.nl

Aantal kindplaatsen : 62

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja

Naam houder : Ouarda El Bardai

KvK-nummer : 68372639

Naam GGD : GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang

Postadres : Postbus 2200

Postcode en plaats : 1000 CE AMSTERDAM

Telefoonnummer : 020 555 55 75

Onderzoek uitgevoerd door : mw. S. Albinus

Naam : Gemeente Amsterdam

Postadres : Amstel 1

Postcode en plaats : 1011 PN AMSTERDAM

Datum inspectiebezoek : 29-09-2020

Opstellen concept inspectierapport : 20-11-2020

Zienswijze houder : 25-11-2020

Vaststellen inspectierapport : 25-11-2020 Verzenden inspectierapport naar houder en

oudercommissie

: 01-12-2020 Verzenden inspectierapport naar gemeente : 01-12-2020 Openbaar maken inspectierapport :

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Gegevens houder

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Planning

(15)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft afgezien van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De houder van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden beschrijft in het pedagogisch beleidsplan, zo concreet en toetsbaar mogelijk, de wijze waarop

De houder van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden beschrijft in het pedagogisch beleidsplan, zo concreet en toetsbaar mogelijk, de wijze waarop vorm

De houder van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden beschrijft in het pedagogisch beleidsplan, zo concreet en toetsbaar mogelijk, de wijze waarop vorm

De houder van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden beschrijft in het pedagogisch beleidsplan, zo concreet en toetsbaar mogelijk, de wijze waarop vorm

De houder van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden beschrijft in het pedagogisch beleidsplan, zo concreet en toetsbaar mogelijk, de wijze waarop vorm

De houder van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden beschrijft in het pedagogisch beleidsplan, zo concreet en toetsbaar mogelijk, de wijze waarop vorm

De houder van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden beschrijft in het pedagogisch beleidsplan, zo concreet en toetsbaar mogelijk, de wijze waarop vorm

De houder van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden beschrijft in het pedagogisch beleidsplan, zo concreet en toetsbaar mogelijk, de wijze waarop