• No results found

Vraag nr. 103 van 19 maart 1997 van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 103 van 19 maart 1997 van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 103 van 19 maart 1997

van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH B e v o e g d h e i d s ov e rd r a cht organieke gemeentewetge-ving – Stand van zaken (2)

In het Sint-Michielsakkoord werd overeengeko-men de "organieke gemeentewetgeving" over te hevelen naar de deelstaten. In de discussienota over de verdere staatshervorming wordt terzake aangedrongen op de volledige uitvoering van de afspraken in het kader van het Sint-Michielsak-koord.

Tijdens een hoorzitting in de Commissie voor Staatshervorming en Algemene Zaken van het Vlaams Parlement benadrukte secretaris-generaal Delanghe het belang, mede gelet op de doelstelling om tot "homogene bevoegdheidspakketten" te k o m e n , van een gezamenlijke overheveling van gemeentewet en gemeentekieswet. In de parlemen-taire commissie bestond daarover evenwel geen e e n s g e z i n d h e i d , zodat de kieswet voorlopig buiten beschouwing blijft.

Wel eensgezindheid bestaat er over de overheve-l i n g, in het kader van de toewijzing van de organie-ke wetgeving aan de deelstaten, van de organieorganie-ke regelgeving inzake de gemeentepolitie. Maar de federale overheid lijkt deze bevoegdheid niet goedschiks te willen afstaan en voert naar verluidt een tactiek van de verschroeide aarde. Onder het mom van de bestrijding van de heersende politio-nele onvrede, zou de rijkswacht nog gauw vóór de overheveling heel wat bevoegdheden van de gemeentepolitie inpikken.

1. Is het beleid van de minister concreet gericht op de overheveling van de organieke gemeente-wetgeving naar de deelstaten nog voor de vol-gende ronde in de staatshervorming, o v e r e e n-komstig de eerdere afspraken in het kader van het Sint-Michielsakkoord ?

2. Streeft de minister daarbij naar gezamenlijke toewijzing van gemeentewet en gemeentekies-wet, gezien de verwevenheid en gelet ook op de belangrijke omzetting van de Europese richtlijn over het gemeentelijk eurokiesrecht ?

3. Heeft de minister initiatieven genomen om te beletten dat de federale regering reeds vóór de overheveling de bevoegdheid van de deelstaten inzake organieke gemeentewetgeving uitholt, onder meer m.b.t. de gemeentepolitie ?

4. Hoe wordt erop toegezien dat de rijkswacht zijn feitelijke overmacht niet aanwendt om de bevoegdheden van de gemeentepolitie in te pik -ken onder het mom van de interpolitiezones (IPZ) in het kader van politiesamenwerking ? 5. Kan de minister een stand van zaken geven bij

de werkzaamheden van de interministeriële conferentie en bijhorende werkgroepen inzake overheveling van de organieke gemeentewetge-ving en inzake kiesrecht voor vreemdelingen ?

Antwoord

1 en 5. Wat deze punten betreft, verwijs ik naar het gecoördineerd antwoord dat de minister- p r e s i-dent heeft verstrekt op vraag nr. 114 van 24 februari 1997 van de Vlaamse volksvertegen-woordiger (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 13 van 18 april 1997, blz. 1155 – red.). 2. Wat mijn bevoegdheden betreft, werd inzake de

samenstelling van "homogene bevoegdheids-pakketten" met het oog op de verdere staats-hervorming ervoor geopteerd de gemeentekies-wet samen met de gemeentegemeentekies-wet te regionalise-r e n . Zoals de Vlaamse volksveregionalise-rtegenwooregionalise-rdigeregionalise-r zelf reeds aangeeft, zullen over dit globaal pak-ket nog discussies moeten worden gevoerd. 3. In mijn beleidsbrief houdende de

beleidspriori-teiten voor 1997 inzake Binnenlandse Aangelgenheden heb ik duidelijk gesteld dat, a a n g e-zien uitvoering moet worden gegeven aan de afspraken in het Sint-Michielsakkoord inzake de regionalisering van de organieke gemeente-en provinciewetgeving, fundamgemeente-entele wijzigin-gen die aan deze wetgevinwijzigin-gen in extremis wor-den doorgevoerd op federaal initiatief, n i e t meer wenselijk zijn. In dat kader worden – en werden trouwens ook reeds in het verleden – alle, niettemin doorgezette federale initiatieven met betrekking tot bedoelde wetgevingen nauwlettend opgevolgd en, naargelang de nood-zaak zich voordoet, worden hetzij de nodige opmerkingen geformuleerd en bezorgd aan de federale minister van Binnenlandse Zaken, het-zij andere acties ondernomen.

Als recent voorbeeld hiervan verwijs ik naar de standpuntbepaling van de Vlaamse regering over een door de senaatscommissie goedge-keurd wetsvoorstel tot wijziging van de provin-ciewet (meer bepaald wat artikel 106 betreft :de uiteindelijk door de Senaat aangenomen tekst

(2)

van dit artikel houdt rekening met de door de Vlaamse regering gemaakte opmerking).

Een minder recent voorbeeld, dat meer speci-fiek de politiematerie aanbelangt die de Vlaam-se volksvertegenwoordiger hier beoogt, b e t r e f t het beroep tot nietigverklaring van artikel 9 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt dat op 21 juni 1993 nog door mijn voorganger, werd ingesteld bij het A r b i t r a g e h o f, e v e n w e l zonder het gewenste resultaat.

4. Deze kwestie behoort niet tot mijn (directe) b e v o e g d h e i d . De taakverdeling tussen de poli-tiediensten binnen de IPZ-structuren wordt immers geregeld binnen het intussen bekende v i j f h o e k s o v e r l e g, dat zijn afspraken dienaan-gaande vastlegt in de veiligheidscharters (cfr. de omzendbrief van de federale minister van Bin-nenlandse Zaken IPZ 1 van 5 december 1995, BS 29 december 1995).

Het zijn derhalve in eerste instantie de betrok-ken partijen zelf (nl. de 3 politiediensten, d e burgemeester en het openbaar ministerie) die tot een algemene consensus moeten komen. Hierbij kan erop worden gewezen dat, b i n n e n de bedoelde overlegstructuur, de burgemeester een belangrijke spilfiguur is, waarbij het niet onbelangrijk is te onderstrepen dat het ook de burgemeester is die het hoofd is van de gemeen-tepolitie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH Lawaaihinder luchthaven Zaventem – Overleg Zie :. Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling

van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH Lawaaihinder luchthaven Zaventem – Overleg Sinds het arrest dat het verbod op nachtvluchten in beroep vernietigde, zijn alle ogen gericht op

Wat nu de laatste twee jaar betreft, werden er in het arrondissement Halle-Vilvoorde 52 onregel- matigheden vastgesteld ; zij hadden betrekking op 14 verschillende rusthuizen.. De

Ik heb geen stappen ondernomen om een algemene bepaling in het VPS in te voegen waarin wordt bepaald dat voor elke aanwerving in een contractuele betrekking de bemiddeling

De personeelsleden binnen deze categorie die geslaagd zijn voor een vergelijkend aanwer- vingsexamen in de graad die overeenstemt met die welke ze bekleedden op het

Dit voorbeeld toont voldoende aan dat er bij de opvolging van het openbaar onderzoek inzake het ontwerp van Ruimtelijk Structuurplan V l a a n d e r e n rekening moet worden

De initiatiefnemer van het jongerenblad vindt het een verrijking voor beide taalgemeenschappen dat specifieke artikels die de ene groep aanbelangen enkel in hun taal verschijnen..

In onderstaande tabel worden volgende gegevens opgegeven : het aantal met graffiti besmeurde gebouwen en kunstwerken, de raming voor het verwijderen van die vervuiling,