Vraag nr. 100 van 19 maart 1996
van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH Werkingsuitkeringen KU Leuven – Kritiek Rekenhof Volgens het Rekenhof heeft de Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven) ten onrechte een aantal uitgaven op de werkingsuitkeringen aangerekend, onder meer met betrekking tot toelagen aan studentenverenigingen en -kringen en met betrekking tot de universitaire parochie.
Heeft de KU Leuven ter zake reeds een regularisatie doorgevoerd in haar rekeningen voor de periode 1981-1991 ?
Antwoord
Wat de aanrekening van de toelagen aan de universitai-re parochie betuniversitai-reft, bestond er een oveuniversitai-reenkomst met de voormalig regeringscommissaris. Deze overeen-komst hield in dat de personeelsleden van de universi-taire parochie die ten laste van de werkingstoelage waren aangeworven, daar geïmputeerd konden blijven tot aan hun vervanging. Deze personeelsuitgaven, ten laste van de werkingstoelagen, werden dan in de loop der jaren ingevolge de gemaakte afspraak geleidelijk afgebouwd. Sinds 1993 vallen zij trouwens volledig ten laste van de patrimoniummiddelen. De rekeningen tot en met 1988 zijn geviseerd door het Rekenhof met de lonen voor de universitaire parochie in de uitgaven. Voor de toelagen aan studentenverenigingen en -krin-gen gaat de KU Leuven akkoord met de opmerking van het Rekenhof, namelijk dat voor de rekeningen 1989, 1990 en 1991 een reeks uitgaven bezwaarlijk ten laste van de werkingstoelage kunnen worden aangere-kend. De toelagen voor studentenkringen behoren niet tot de gewone uitgaven vermeld in artikel 128 van het universiteitsdecreet van 12 juni 1991. De aanrekening van deze uitgaven zal derhalve ten laste worden gelegd van de patrimoniummiddelen.