• No results found

Vraag nr. 125 van 28 februari 2003 van de heer JOHAN MALCORPS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 125 van 28 februari 2003 van de heer JOHAN MALCORPS"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 125 van 28 februari 2003

van de heer JOHAN MALCORPS

Stort Laeremans Ramsel – Gezondheidsproblemen Twintig jaar geleden begon men met de opvulling met afval van de putten van een kleigroeve in Ramsel (gemeente Herselt). Het gaat met name om de terreinen van de NV Laeremans aan de We s t m e e r b e e k s e s t e e n w e g. Begin van de jaren '80 diende de NV Laeremans een vergunningsaan-vraag in voor het storten van tharsispyrietassen af-komstig van de firma Limburg Chemie uit Ham. Deze assen bestonden volgens het ingediende dos-sier voor één derde uit een mengeling van diverse zware metalen (koper, z i n k , l o o d ,a r s e e n ,m a n g a a n , ... ).

OVAM stelde toen reeds vragen bij de effecten van de voorgestelde stortwijze op bodem en grondwa-t e r. Een afdeklaag van 70 cm grondwa-teelaarde (zoals voor-gesteld door de firma Laeremans) zou zeker niet v o l s t a a n . Onder druk van protest van omwonenden werd deze vergunning uiteindelijk geweigerd. In 1984 werd door de OVAM wél een vergunning afgeleverd aan de NV Laeremans voor het storten van puin en bouwafval in de kleiput. Maar het is al-gemeen bekend in Ramsel dat vóór de officiële vergunning en tijdens de vergunningsaanvraag al volop gestort werd in de kleiput. En of er na 1984 alleen bouwafval gestort werd, is ook verre van zeker.

Als de omwonenden zo hard protesteerden tegen het stort, was het omdat ze toen al vreesden dat vrachtwagens die 's nachts hun citernes kwamen l e e g s p u i t e n , ook ander giftig afval in de kleiputten d u m p t e n . Volgens de omwonenden was er nauwe-lijks enige controle op het afval dat in de kleiput gestort werd tussen 1984 en 2000. Men heeft altijd het gevoel gehad vlak op een chemische tijdbom te leven.

Nu is er grote ongerustheid gerezen bij de mensen die in de buurt van deze oude stortplaats wonen, omdat op één jaar tijd bij twee kleine meisjes (van 6 en 4 jaar oud) in éénzelfde gezin dat woont in een huis vlak tegenover het stort, leukemie werd v a s t g e s t e l d . In de directe omgeving werd ook nog een derde leukemiegeval gesignaleerd.

Verschillende overheden zijn nu wakker geschoten. Het gemeentebestuur van Herselt vraagt na jaren g e d o o g b e l e i d , nu een dringend verzoek. D e M i l i e u-inspectie zou de zaak nu zeer dringend

be-h a n d e l e n . De OVAM be-heeft blijkbaar in juni 1999 al stalen genomen, maar enkel op één van zeven ver-dachte percelen, op geringe diepte, en uitgerekend op de plaats waar vrachtwagens nooit iets gedumpt h e b b e n . Nu zouden er opnieuw stalen genomen worden door een gespecialiseerde firma.

1. Welke vergunningen werden de laatste twintig jaar officieel afgeleverd voor de opvulling van de kleiput aan de Westmeerbeeksesteenweg ? 2. Welk toezicht was er op de stortverrichtingen ?

Klopt het dat het om totaal ongecontroleerd storten ging ? Zo ja, hoe is dit te verklaren ? Wie is hiervoor verantwoordelijk ?

3. Wat waren de bevindingen van het onderzoek van de OVAM van 9 juni 1999 ?

Is het mogelijk dat dit onderzoek te beperkt was ? Zo ja, hoe valt dit te verklaren ?

4. Welke stappen werden recentelijk ondernomen door de betrokken administratie (Milieu-i n-s p e c t i e, OVAM) in opvolging van het dringend verzoek van het gemeentebestuur naar aanlei-ding van de gesignaleerde gezondheidsproble-men ?

Zijn er al resultaten bekend ?

Worden er preventief al maatregelen genomen ?

Antwoord

1. Volgende vergunningen werden afgeleverd voor de opvulling van de kleiputten aan de We s t-meerbeeksesteenweg :

– ARAB-vergunning bestendige deputatie van 25-9-1980 op naam van PVBA Steenbakke-rijen Gebr. Hermans voor de exploitatie van een stortplaats voor onbrandbaar en niet-gif-tige industrieel afval in kleiput 2 (gelegen sectie L, n r s. 1 7 7n, 1 7 7l, 1 7 7e, 1 7 7d, 1 7 8e, 1 7 9d,

1 7 8h, 1 7 8l) voor een periode op proef van 2

jaar (tot 25-9-1982). Voor kleiput 1 wordt de vergunning geweigerd wegens te dicht bij de dorpskom ;

(2)

– ministerieel besluit (minister Lenssens) van 7-4-1982 waarbij het besluit van 25-9-1980 m . b. t . de stortplaats voor industrieel afval in kleiput 2 in beroep wordt bevestigd ;

– besluit schepencollege van 22-2-1993 waarbij aan NV Laeremans bouwvergunning wordt geweigerd tot het opvullen van een put met steenslag op terrein sectie L, 1 7 5b, 1 7 6e, 1 7 6g,

177den 177e;

– besluit bestendige deputatie van 6-1-1994 waarbij bovengenoemde bouwvergunning in beroep wordt verleend.

2. Bij besluit van de bestendige deputatie van de provincie Antwerpen van 2 juli 1981 werd de burgemeester gemachtigd het storten voorlopig te verbieden.

Welke acties ondernomen zijn, is niet bekend bij de afdeling Milieu-inspectie. Het is pas vanaf 1991 dat de afdeling Milieu-inspectie bevoegd is om toezicht uit te oefenen.

Op 10 juni 1992 is door de toezichthoudende ambtenaar van de afdeling Milieu-inspectie pro-ces-verbaal met kenmerk BMI/PJ/92/185 opge-maakt voor het achterlaten van afvalstoffen op het terrein. In dit proces-verbaal wordt verwe-zen naar vier processen-verbaal opgemaakt door de OVAM in het kader van de afval-s t o f f e n w e t g e v i n g. De proceafval-safval-sen-verbaal werden opgemaakt door de OVAM op 29 augustus 1986 met kenmerk 01/08/86/EB/PJ/01, op 29 april 1988 met kenmerk 03/04/88/PJ/TD/02, op 22 n o-vember 1988 met kenmerk 02/11/88/PJ/TD/03 en op 7 maart 1989 met kenmerk 1 0 / 3 / 8 9 / P J / T D / 0 4 . Deze pro-justitia's berusten bij de procureur des konings te Turnhout. Op 28 juni 1996 werd een controle verricht door toezichthoudende ambtenaren van de afdeling Milieu-inspectie en op 11 juni 1997 werd er op-nieuw een controle verricht door een toezicht-houdende ambtenaar van de afdeling Milieu-in-s p e c t i e. Bij deze inMilieu-in-spectieMilieu-in-s zijn geen inbreuken vastgesteld op het terrein. Op 14 februari 2003 is er door een toezichthoudende ambtenaar van de afdeling Milieu-inspectie een aanvankelijk proces-verbaal met kenmerk A/2003/033 opge-m a a k t . Het aanvankelijk proces-verbaal is op-gestuurd naar de procureur des konings te Tu r n-hout.

3. In juni 1999 heeft Laeremans NV opdracht ge-geven aan de erkende

bodemsaneringsdeskun-dige Bodemkunbodemsaneringsdeskun-dige Dienst van België voor de uitvoering van een oriënterend bodemonder-z o e k . Het onderbodemonder-zoek werd inderdaad bodemonder-zeer be-perkt uitgevoerd, met name alleen op het per-ceel met kadastrale toestand : 13392 Herstelt 2 A F D, sectie L, n r. 163 R, aangezien Laeremans NV de intentie had om alleen dit perceel over te dragen.

Bijgevolg werd er geen bodemonderzoek ver-richt op de aangrenzende percelen waar de klei-putten zich bevinden. Het is bijgevolg inderdaad voorbarig te stellen dat er zich ter hoogte van de kleiputten zelf geen problemen voordoen. 4. De afdeling Milieu-inspectie heeft de nodige

vaststellingen gedaan en een aanvankelijk pro-ces-verbaal opgemaakt (zie punt 2). De procu-reur des konings heeft de afdeling nog niet in kennis gesteld van het gevolg dat zal gegeven worden aan alle opgemaakte en vermelde pro-c e s s e n - v e r b a a l . Ik ben intussen in kennis gesteld van een klacht van de NV Laeremans tegen mijn inspectiediensten wegens laster en eerroof en het doorgeven van incorrecte informatie aan de media. Ik betreur dit ten zeerste, en zal dit in een schrijven aan de NV Laeremans ook mel-d e n . OVAM heeft Laeremans NV, conform het b o d e m s a n e r i n g s d e c r e e t , gewezen op zijn onder-z o e k s p l i c h t , vanwege de stortactiviteiten die in de kleiputten plaatsvinden. Laeremans NV dient voor de percelen waarop de stortactivitei-ten plaatsvinden, een oriënterend bodemonder-zoek uit te voeren.

Indien OVA M , op basis van het oriënterend bo-d e m o n bo-d e r z o e k , van oorbo-deel is bo-dat er ernstige aanwijzingen zijn dat de grond aangetast is door een bodemverontreiniging die een ernstige be-dreiging vormt, dient er conform het bodemsa-neringsdecreet overgegaan te worden tot de uit-voering van een beschrijvend bodemonderzoek. De doelstelling van het beschrijvend bodemon-d e r z o e k , zoals opgenomen in artikel 12 van het b o d e m s a n e r i n g s d e c r e e t , houdt de bepaling in van :

– de aard, h o e v e e l h e i d , de concentratie en de oorsprong van de verontreinigde stoffen of organismen ;

– de mogelijkheid op verspreiding daarvan ; – het gevaar op blootstelling voor mensen,

(3)

– een prognose van de spontane evaluatie van de verontreinigde bodem naar de toekomst toe.

Het gevaar op blootstelling voor mensen wordt in het beschrijvend bodemonderzoek onder-zocht door het uitvoeren van een humaan-toxi-cologische risico-evaluatie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Moet het niet de bedoeling zijn de drempel tot het minimumniveau zo laag mogelijk te houden, opdat zoveel mogelijk gemeenten mee zouden instappen in het systeem, in plaats van vast

Daarbij is het "inkomensverlies" dat volgens arti- kel 19, § 1 in aanmerking komt voor de toekenning van de bedoelde vergoeding, het actuele verlies dat een mandataris

Buiten de afspraken die met de militaire overheid werden gemaakt voor het uitvoeren van de meest dringende beheerswerken, zoals onder andere maai- en in afwachting van

Ook uit het laatste rapport van de Vlaamse Milieumaatschappij blijkt dat de water- kwaliteit in bijvoorbeeld het Spierekanaal onder- maats blijft.. Twee jaar geleden werd nochtans

Deze fietspa- den staan in opstand ten opzichte van de rijweg, zodat zij op die manier enigszins worden beveiligd tegen het

Volgens het indicatief driejarenprogramma 1997- 1999 zijn voor de N121 investeringen gepland voor 1998 (vak 's Gravenwezel – Brasschaat) en pas voor 2000 voor het vak Schilde –

Bovendien circuleren er plannen van de Geweste- lijke Ontwikkelingsmaatschappij (GOM) en van de bevoegde schepenen van Wommelgem en Ranst om op die plaats op termijn wel

De ecologische risico’s verbon- den aan het uitzetten van transgene planten (de verspreiding van de transgene planten zelf, de uit- kruising met wilde variëteiten, het gevaar