Vraag nr. 181 van 6 juni 1996
van de heer JOHAN MALCORPS Afvalscheiding – Verduurzaamd hout
In Vlarem II wordt voor de eindbestemming van afval-hout een onderscheid gemaakt tussen onbehandeld hout, behandeld maar ongevaarlijk hout en ten slotte behandeld en gevaarlijk hout, namelijk hout bewerkt met houtverduurzamingsmiddelen. Deze laatste cate-gorie houtafval moet in principe worden gescheiden van de andere soorten houtafval om in een industriële verbrandingsoven te worden verbrand. Dit wegens het giftige karakter van een groot aantal van deze houtver-duurzamingsmiddelen.
Blijkbaar is bij OVAM (Openbare Afvalstoffenmaat-schappij voor het Vlaams Gewest) voor het bedrijfsaf-val echter niet in een registratie voorzien van verduur-zaamd versus onbehandeld hout. Men maakt bij de registratie enkel een onderscheid tussen stukhout, houtkrullen of houtstof. Wat het huishoudelijke afval betreft, wordt in de containerparken verduurzaamd hout ook niet apart ingezameld.
Is er enig zicht op de omvang van de afvalstroom aan verduurzaamd hout in Vlaanderen ?
Hoe groot is de hoeveelheid apart ingezameld verduur-zaamd hout ? Worden er pogingen ondernomen om voor het bedrijfsafval tot een betere registratie van ver-duurzaamd hout te komen, om het voor de eindverwer-king te scheiden van niet behandeld hout ?
Is het inderdaad zo dat in de containerparken verduur-zaamd hout niet apart wordt ingezameld en welke ini-tiatieven zijn gepland om dit probleem te ondervangen ? Zou het niet logisch zijn een aanbeveling te richten aan de gemeenten om voor afvalhout in de containerparken drie verschillende containers te plaatsen, overeenkom-stig de drie categorieën van afvalhout van Vlarem II ? Welke voorzorgsmaatregelen worden genomen om te beletten dat verduurzaamd hout door burgers als gewoon hout wordt verbrand, met alle gevolgen van-dien voor de gezondheid ? Wordt hierrond gedacht aan aparte sensibiliseringsacties ?
Antwoord
In uitvoering van artikel 17, § 2 van het afvalstoffende-creet beschikt OVAM over de meldingsgegevens. Deze gegevens geven een inzicht in de in Vlaanderen gepro-duceerde bedrijfsafvalstoffen en hun verwerkingswijze. Inzake (al dan niet verduurzaamd) hout komen voor de melding de volgende afvalstoffencodes (AKO's) in aanmerking :
– AKO 872 houtkrullen ; – AKO 873 houtstof ;
– AKO 874 afvalhout (stukhout)
Tevens dienen bij de melding de gevaarseigenschappen te worden vermeld. Hierbij moet worden opgemerkt dat het hier de gevaarseigenschappen van de afvalstof-fen betreft en niet de gevaren verbonden aan de ver-werking van de afvalstoffen. In die zin worden bijge-volg alle afvalstoffen onder de codes 872 tot en met 874
terecht aangeduid als "brandbaar". Gelet op het voor-gaande is er dus inderdaad momenteel geen afzonder-lijke registratie van verduurzaamd versus onbehandeld hout.
Voor het produktiejaar 1994 werden 152.882 ton hout-krullen, 63.795 ton houtstof en 161.852 ton afvalhout gemeld. Het gemelde afvalhout komt vrij in zowat alle economische sectoren, waar het (vermoedelijk) hoofd-zakelijk als verpakkingsmateriaal (paletten en dergelij-ke) werd aangewend. Ook hier kan niet uitgemaakt worden welke hoeveelheden al dan niet verduurzaamd zijn.
Afvalhout dat met zeer grote waarschijnlijkheid ver-duurzaamd is, komt vrij in de volgende economische sectoren (NACE-BEL) :
– 20.102 impregneren van hout ; – 45.111 slopen van gebouwen ;
– 45.220 dakbedekking en bouw van dakconstructies. Aangezien gebleken is dat in de genoemde sectoren de respons op de meldingsplicht uiterst laag is, kunnen uit de meldingsgegevens geen besluiten worden getrokken. Over de produktie en het gebruik van verduurzaamd hout heeft OVAM geen statistische informatie. Ook de federale Febelhout heeft weinig cijfergegevens beschik-baar, inzonderheid over de levensduur van de verduur-zaamde houtprodukten. Wij stellen vast dat op onregel-matige basis grote hoeveelheden verduurzaamd afval-hout, zoals bijvoorbeeld spoorwegdwarsliggers, ter ver-werking worden aangeboden. Een groot gedeelte daar-van wordt nuttig toegepast (bv. bij tuinaanleg).
Momenteel wordt bij OVAM een nieuw besluit voor-bereid voor de uitvoering van artikel 17, § 1 en § 2 van het afvalstoffendecreet. Hierbij worden onder andere de huidige AKO-codes vervangen door de EAC-codes (Europese Afvalstoffencatalogus) die meer gedetail-leerd zijn, zodat op basis daarvan wellicht gemakkelij-ker een onderscheid zal kunnen gemaakt worden tus-sen onbehandeld en verduurzaamd hout.
In Vlaanderen werd in 1995 in 134 gemeenten houtaf-val van huishoudelijke oorsprong selectief ingezameld. In totaal werd ongeveer 20.000 ton houtafval op de containerparken van deze gemeenten ingezameld. Deze hoeveelheid omvat in hoofdzaak onbehandeld hout (paletten, planken, boomstronken en boomwor-tels, snoeihout met een diameter groter dan 10 cm, ... ) . Daarnaast wordt ook geverfd of gelakt hout en hout behandeld met houtverduurzamingsmiddelen in het containerpark aanvaard.
Op sommige containerparken worden deze laatstge-noemde categorieën houtafval bij het restafval gevoegd, waarna deze fractie wordt afgevoerd naar een daartoe vergunde verwijderingsinrichting (stortplaats of verbrandingsinrichting). In andere containerparken worden alle categorieën houtafval als één afvalfractie ingezameld en afgevoerd naar een vergunde sorteerin-richting waar het houtafval wordt gescheiden in ver-schillende fracties (in casu zuiver, onzuiver, onbehan-deld, behanonbehan-deld, ...). De verschillende fracties houtafval worden nadien afgevoerd naar daartoe geschikte bestemmingen.
Bij de behandeling van milieuvergunningsaanvragen voor containerbedrijven adviseert OVAM systematisch de volgende bijzondere uitbatingsvoorwaarde in de vergunning op te nemen : "Enkel onbehandeld stuk-hout mag aan particulieren ter verbranding geleverd worden".
Daarnaast wordt er sinds enkele jaren jaarlijks, bij het begin van het stookseizoen, een voorlichtingscampagne georganiseerd met betrekking tot het gebruik van alles-branders. Hierbij wordt benadrukt dat uitsluitend onbehandeld stukhout in aanmerking komt voor ver-branding.
