Vraag nr. 17 van 7 oktober 1997
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Comités voor bijzondere jeugdzorg – Pe r s o n e e l s-problemen
Het ambtenarenstatuut heeft veel voordelen, m a a r ook nadelen. Een van de grote problemen blijkt te zijn dat vastbenoemde ambtenaren die lange tijd afwezig zijn wegens ziekte, z w a n g e r s c h a p s v e r l o f, . . . niet (kunnen) worden vervangen.
Zo komt men onder andere in de comités voor bij-zondere jeugdzorg geregeld in de problemen door acuut personeelsgebrek. Op een ogenblik dat er veel belang wordt gehecht aan de tijdige opvang van jongeren en gezinnen met problemen, heeft dit ernstige gevolgen.
1. Is de minister vice-president op de hoogte van dit probleem bij de comités voor bijzondere jeugdzorg ?
2. Zijn er nog andere domeinen waar dit ernstige gevolgen heeft voor de dienstverlening aan de bevolking ?
3. Werden er in het veleden reeds maatregelen genomen om dit probleem bij de comités voor bijzondere jeugdzorg op te vangen ? Welke ? Hoe worden ze geëvalueerd ?
4. Welke andere oplossingen zijn mogelijk op korte en op langere termijn ?
N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn.
Antwoord
In toepassing van het Vlaams Personeelsstatuut (artikel XIV 4) kunnen tijdelijk afwezige ambtena-ren worden vervangen door contractuele perso-n e e l s l e d e perso-n . Het ambteperso-nareperso-nstatuut laat dus toe om in te spelen op accuut personeelsgebrek ten gevol-ge van langdurigevol-ge afwezigheden. Het is wel zo dat afwezigheden waarbij het salaris wordt doorbe-taald (bv. z i e k t e, z w a n g e r s c h a p, ...) om begrotings-redenen (dubbele betaling van titularis en ger) in principe geen aanleiding geven tot vervan-ging.
Wat specifiek de personeelssituatie in de comités voor bijzondere jeugdzorg betreft, geef ik hierna volgende elementen.
1. In het door het departement We l z i j n , Vo l k s g e-zondheid en Cultuur ingediende wervings- en vervangingsplan is steeds ruime aandacht besteed aan de personeelssituatie binnen de sociale diensten bij de comités voor bijzondere jeugdzorg en de sociale diensten van de Vlaam-se Gemeenschap bij de jeugdrechtbanken. Sinds 1 januari 1995 zijn er 23 statutaire consulenten (deskundigen) tot de stage toegelaten en wer-den 64 contractuele personeelslewer-den aangewor-ven.
Alle personeelsleden met halftijdse of voltijdse loopbaanonderbreking worden automatisch vervangen.
Ook de vervanging van consulenten met deel-tijdse prestaties wordt momenteel in praktisch de meeste gevallen gerealiseerd.
Bij een samenvoeging van afwezigheidspercen-tages van verschillende personeelsleden wordt de vervanging toegestaan waar zij prioritair noodzakelijk is.
2. Er werden mij totnogtoe geen andere sectoren gesignaleerd door de personeelsverantwoorde-lijken van de verschillende departementen waar een niet-vervanging van afwezigen de dienstver-lening in het gedrang brengt.
3. Er wordt overwogen om de groep van consulen-ten als "continu-dienst" te erkennen. In dit geval wordt iedere natuurlijke afvloeiing binnen deze dienst automatisch vervangen.
Daarenboven werd in het kader van een globale wijziging van de personeelsformatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, d o o r het departement We l z i j n , Volksgezondheid en Cultuur een voorstel ingediend tot uitbreiding van het kader met 32 betrekkingen van hoofd-deskundige en 29 betrekkingen van hoofd-deskundige (waarvan 14 voor de functie van consulent). 4. Zoals vermeld in het antwoord op vraag 3
bestaat een mogelijke oplossing erin de sociale diensten voor bijzondere jeugdbijstand te erkennen als continudienst, wat een onmiddel-lijke vervanging impliceert.
Bij de opmaak van de personeelsplannen zal dit een van de voornaamste aandachtspunten zijn. (Antwoord Luc Martens : blz. 697 – red.)