Vraag nr. 6
van 30 september 1999
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Fietsroutes – Eenvormige richtingborden (2) In zijn antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 1 7 van 10 september 1999 inzake de bewegwijzering van fietsroutes, verwijst de minister vice-p r e s i d e n t naar het verkeersbord F34b, dat de routes aangeeft waarlangs fietsers zich in de grootst mogelijke vei-ligheid van het ene punt naar het andere kunnen begeven (Bulletin van Vragen en A n t w o o rden nr. 1 van 8 oktober 1999, blz. 8 – red).
1. Terwijl in Nederland deze routes systematisch worden aangegeven, komt het mij voor dat dit in Vlaanderen veel minder het geval is. Het ver-keersbord F34b is toch niet echt opvallend aan-wezig in het straatbeeld ?
2. Beschikt de minister vice-president over cijfer-gegevens aangaande de verspreiding van dit verkeersbord ?
3. Volgens welke criteria worden die borden ge-plaatst ?
4. Komt de beslissing tot bewegwijzering uitslui-tend toe aan het departement, of kunnen ook gemeenten initiatieven nemen ?
5. Is een inhaaloperatie hier niet aangewezen ?
Antwoord
1. Het verkeersbord F34b is bestemd voor de be-wegwijzering van utilitaire fietspaden.
Dit utilitair karakter houdt in dat het aangedui-de traject uiteraard veilig moet zijn, maar het mag ook geen of geen al te grote omweg ver-g e n . Dit laatste is in de realiteit niet altijd reali-s e e r b a a r, vermitreali-s gewereali-stwegen meereali-stal de kort-ste weg vormen tussen punt A en punt B. O o k de fietsers zullen daarom dit traject willen vol-g e n . Het is de taak van de wevol-gbeheerder dit na-tuurlijk gedrag van de fietsers te respecteren en te zorgen voor een zo goed mogelijke staat van de fietspaden.
Het is duidelijk dat in dit utilitair kader afzon-derlijke aanbevolen fietsroutes, aangeduid door de borden F34b, minder aan bod zullen komen en dat de meeste aandacht van mijn
departe-ment zal gaan naar de uitbouw van de fietspa-den langs gewestwegen.
Bij dit alles kan nog worden aangestipt dat utili-taire fietstrajecten in bepaalde gevallen kunnen samenvallen met de recreatieve fietsroutes, d i e door afzonderlijke zeshoekige borden worden g e s i g n a l e e r d . In dat geval zal – zij het over een beperkte afstand – een dubbele bewegwijze-ring worden toegepast.
2. Rekening houdende met de inhoud van punt 1 en in het bijzonder met de inschakeling van het gemeentelijk wegennet, zijn cijfergegevens inza-ke de verspreiding van het bord F34b niet be-schikbaar.
3. De borden F34b worden geplaatst op basis van de algemene filosofie, namelijk het aanduiden van aanbevolen fietsroutes.
4. De beslissing tot bewegwijzering komt niet uit-sluitend toe aan mijn departement.
Gezien de frequente inschakeling van het meentelijk wegennet, is een overleg met de ge-meente onontbeerlijk, bijvoorbeeld naar aanlei-ding van de opstelling van het gemeentelijk mo-biliteitsplan.
5. De mogelijkheden tot en de noodzaak van een inhaaloperatie zullen afhangen van de plaatse-lijke situatie.